PROJECTBESCHRIJVING EVEN VOORSTELLEN

Vergelijkbare documenten
PROJECTBESCHRIJVING EVEN VOORSTELLEN

PROJECTBESCHRIJVING ECHT IETS VOOR MIJ

PROJECTBESCHRIJVING VOOR DE LEERKRACHT PROJECT EVEN VOORSTELLEN

PROJECT EVEN VOORSTELLEN

PROJECTBESCHRIJVING DAT HAD JE GEDROOMD

PROJECTBESCHRIJVING SCHATTIG SPELEN

PROJECTBESCHRIJVING DE WIJK IN

PROJECTBESCHRIJVING DAT HAD JE GEDROOMD

PROJECTBESCHRIJVING HISTORISCHE PLEKKEN

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT ECHT IETS VOOR MIJ

PROJECTBESCHRIJVING WIJ ZIJN BIJZONDER

PROJECTBESCHRIJVING SCHATTIG SPELEN

PROJECTBESCHRIJVING DAT BEN JIJ

PROJECTBESCHRIJVING PERSPECTIEF

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst

PROJECTBESCHRIJVING HAAGS LICHT

PROJECTBESCHRIJVING GROTE VERHALEN

PROJECTBESCHRIJVING IK SPEEL DUS IK BEN

PROJECTBESCHRIJVING VAN A NAAR B

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 7 en 8

PROJECTBESCHRIJVING DAT BEN JIJ

PROJECTBESCHRIJVING NAAR BUITEN

PROJECTBESCHRIJVING MIJN BOOMHUT

PROJECTBESCHRIJVING METAMORFOSE IN BEELD

PROJECTBESCHRIJVING TEKST IN BEELD

PROJECTBESCHRIJVING RECHT EN ONRECHT

PROJECTBESCHRIJVING KUNST IN DEN HAAG

PROJECTBESCHRIJVING TEKST IN BEELD

PROJECTBESCHRIJVING IN RAP EN ROER

PROJECTBESCHRIJVING MIJN BOOMHUT

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 5 en 6

PROJECTBESCHRIJVING ZIT DAT ZO?

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT TEKST IN BEELD

PROJECTBESCHRIJVING STADSKRETEN

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT IK SPEEL

PROJECTBESCHRIJVING VERHALEN

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT PRIVACY, NOODZAKELIJK OF NIET?

PROJECTBESCHRIJVING HAAGSE BOODSCHAPPEN

PROJECTBESCHRIJVING VERHUIZEN

Intakemiddag

PROJECTBESCHRIJVING MIJN SCHATKIST

ZET JEZELF OP DE FOTO

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT WIJ ZIJN BIJZONDER

PROJECTBESCHRIJVING MET DE MODE MEE

PROJECTBESCHRIJVING VERHALEN IN DE MUZIEK

Ik in mijn stad. projectdag 1. Wat is de bedoeling? Hoe pak je het aan? Wat is het resultaat? Vooruitblik

PROJECTBESCHRIJVING DEN HAAG HOFSTAD

PROJECTBESCHRIJVING MIJN LETTERS

MOERASBOS IN STADSHAGEN. Thema: natuur

PROJECTBESCHRIJVING BOEKENHELDEN

Lesvoorbereiding Studie en loopbaan Keuze- en Loopbaanvaardigheden 3-4 vmbo

PROJECTBESCHRIJVING TOVEREN EN GAMES

Lesbrief. Uitgeverij Leopold, in samenwerking met het Mauritshuis. Groep 1, 2, 3 en 4

PROJECTBESCHRIJVING DE MASKERADE

PROJECTBESCHRIJVING VERHALEN IN DE MUZIEK

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT UTOPISCHE GAMEWERELD

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT DURF

lesmateriaal Taalkrant

Red met jouw klas de wereld! Handleiding van het digitale educatiepakket bij de voorstelling: Wij redden de wereld

PROJECTBESCHRIJVING BOEKENHELDEN

Dit ben ik: selfies en portretten

Inhoudsopgave BIJLAGEN

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT DANS & SPORT

Algemene lessen. Les 4: Maak een portret van jezelf!

projectbeschrijving voor de leerkracht PROJECT DE WIJK IN Leerlijn Erfgoed Thema Identiteit Groep 3 en 4 februari 2018

Ben ik dat? voorstelling 2d Hoofdstuk 10

KUNSTDAG 4 de jaars. Praktijk Nee 1. Diverse workshops Theoretische opdracht 1

PROJECTBESCHRIJVING DROMEN

LEERLIJN. Muziek & Techniek, onderdeel Techniek Zie 'Inleiding Muziek & Techniek' voor de volgorde van alle onderdelen van de leerlijn.

Lesbrief voor leerlingen: hoe ontwerp je een omslag voor een boek

RIETVELDS MEESTERWERK LEVE DE STIJL!

WIE IS HET? Wie is het? KIJKEN SAMENWERKEN NADENKEN WETEN. Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs

Verwerkingsles PUBLIC PICTURES TOUR

PROJECT SYMBOLISCHE VERHALEN

Opdracht: de kinderen gaan zelf een verhaal bedenken, prenten bij het verhaal ontwerpen en het verhaal presenteren.

Het Amsterdam Museum gaat over Amsterdam. In het museum hangen schilderijen.

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT FANTASTISCHE REIZEN

Lesbrief. Mongens en Jeisjes

Gebruik het vragenmachientje en bedenk een onderzoeksvraag

Vincent-stripverhaal MAKEN VOELEN SAMENWERKEN KIJKEN. Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT SAMEN ÉÉN

Amsterdam DNA is een project voor NT2 cursisten. Het is ontwikkeld door het Amsterdam

Reizen in de tijd Leren van de plek waar je opgroeit. Leeswijzer bij KUNSTHUIS

Oriëntatie: Samen Scholen Beeldende Kunsteducatie. Helma Molenaars en Grada Buren.

PROJECTBESCHRIJVING SPEUREN

Lessenoverzicht Plaatselijke figuren variant Driebergen

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst

12 Identiteit. 3 Kennismaking. Opdracht 1 Vul de woordspin in. In het midden zet je het woord identiteit.

Hoi! Leuk dat je toela/ng komt doen op Het Lyceum Ro7erdam bij de rich/ng Kunst.

GLITTER EN GLAMOUR VAN RIJKDOM TOT OVERDAAD. LEES- EN VERTELTEKST s GROEP 7, 8

Wie ben jij? Ik ben... Introductie VMBO

Mediawijsheid. Werkblad Auteursrecht bij foto s. Foto s en auteursrecht

Wie ben jij? Ik ben... Introductie. HAVO/VWO bovenbouw

Wie ben jij & wie ben ik?

PROJECTBESCHRIJVING HAAGSE VOGELS

Docentenhandleiding. Museumles groep 5&6 Het grootste schilderij van Nederland! Panorama Mesdag. Detail Panorama Mesdag Dorp Scheveningen

ga je een kunstzinnige selfie maken. Maar dan gewoon met je mobiele telefoon!

PUBLIC PICTURES TOUR

Webquest: In beweging

Transcriptie:

PROJECTBESCHRIJVING EVEN VOORSTELLEN Leerlijn Beeldend Thema Identiteit Groep 7 en 8 Mei 2016

Cultuuronderwijs op zijn Haags Leerlijn Beeldend Thema Identiteit Groep 7 en 8 Mei 2016 Deze projectbeschrijving wordt regelmatig geactualiseerd. Kijk voordat u ermee aan de slag gaat op www.cultuurschakel.nl/coh voor de nieuwste versie. Hierbij treft u een projectbeschrijving: waarmee u een project van 6-8 lessen van 45 min. kunt uitvoeren; waarin veel ruimte is voor uw eigen inbreng; waarop u uw lesvoorbereidingen kunt baseren. De structuur van de projectbeschrijving is gebaseerd op het doorlopen van het creatief proces. Na de introductie van het project oriënteert de leerling zich op de inhoud van het thema en doorloopt drie deelopdrachten waarin de leerling steeds onderzoekt, uitvoert, presenteert en evalueert. Bij elke stap van het creatief proces zijn reflectievragen geformuleerd. Maak hieruit een keuze of formuleer zelf passende vragen. 2

Even voorstellen 1. Introductie van het project Het project kan op verschillende manieren worden geïntroduceerd: Bezoek een museum. Bekijk daar werk dat gaat over het tonen van wie je bent of het voorstellen van jezelf door middel van beeld. Bijvoorbeeld: de museumles Laat je zien in het Gemeentemuseum Den Haag of de museumles Echt iets voor mij (Voorstellen in beeld) in het Mauritshuis (zie informatie voor de leerkracht). Bekijk en bespreek het werk Exactitudes van Ari Versluis en Ellie Uyttenbroek. Deze fotografen hebben jarenlang allerlei groepen mensen gefotografeerd die een bepaalde stijl hebben en deze groepen geclusterd. Het werk toont dat de unieke stijl, die mensen denken te hebben, vaak helemaal niet zo uniek is. Bespreek het werk op het digibord aan de hand van bijvoorbeeld de volgende vragen: Wat kun je vertellen over het karakter en de eigenschappen van de mensen? Wat zijn de overeenkomsten tussen de mensen binnen één serie? Wat zijn de verschillen? Springt er iemand uit of juist niet? Wat voor gevoel geeft het je als je hier naar kijkt? Wat hebben de fotografen willen laten zien met deze series? In welke serie pas jij het best? In welke serie zou je graag willen passen? Kun je iets vertellen over de manier van fotograferen? Denk bijvoorbeeld aan houding, uitsnede, belichting, achtergrond. Welke titels hebben de series? 2. Oriëntatie 2.1. Het filosofisch gesprek Voer met de kinderen een (filosofisch) gesprek over uniek zijn en stijl aan de hand van (een aantal van) de volgende vragen. Waaraan denk je bij het woord uniek? Is ieder mens uniek, of niet? Is het fijn (of goed, of beter) om uniek te zijn dan dat niet te zijn? Als je uniek wilt zijn, hoe doe je dat dan? Zegt uniek willen zijn iets over iemands identiteit? Stel dat de hele klas dezelfde kleren aantrekt, zijn jullie dan allemaal hetzelfde, allemaal uniek? Kan een groep uniek zijn? Hebben uniek zijn en stijl iets met elkaar te maken? Zegt stijl iets over iemands identiteit? Als iemand van stijl verandert, verandert diegene dan zelf? 3

2.2. Oriëntatie op het thema 1. Vorm tweetallen. Laat de leerling zichzelf in de spiegel bekijken. Vraag hen zoveel mogelijk verschillende poses aan te nemen en gezichtsuitdrukkingen uit te proberen. Bespreek de ontdekkingen. Wat valt je op, zie je dingen die je nog nooit had gezien? Welke uitdrukking past heel goed bij jou? Welke juist niet? Bespreek vervolgens met de leerlingen een aantal interessante uitkomsten. 2. Geef de leerlingen de opdracht om een brief aan zichzelf te schrijven vanuit de toekomst. Laat ze aan zichzelf vertellen hoe ze over bijvoorbeeld 20 jaar zijn. Laat hen rekening houden met vragen als: Hoe zie ik er dan uit? Wat voor werk doe ik dan? Waar woon ik? Hoe is mijn relatie en gezin? Etc. Reflectievragen Oriëntatie even voorstellen Wat vond je een leuke pose om aan te nemen? Waarom? Welke gezichtsuitdrukking vond je interessant? Waarom? Wat heb je aan jezelf ontdekt toen je in de spiegel keek? Heeft de tijdsduur van het kijken invloed op wat je ziet? Hoe zie je er over 20 jaar uit? Hoe zou je er uit willen zien? Etc. 3. Deelopdracht 1: Ja, dat ben ik 3.1. Onderzoek Ja, dat ben ik Bekijk en bespreek verschillende zelfportretten uit de hedendaagse, moderne en oude kunst (zie informatie voor de leerkracht). Voer een gesprek met de leerlingen over de verschillende zelfportretten. Wat kun je over de afgebeelde persoon vertellen? Wat zie je en waaraan zie je dat? Welke kleding en/ of attributen zie je en wat vertelt dit over de geportretteerde? Waarom heeft de kunstenaar dit zo afgebeeld? Zeggen de achtergrond, houding, compositie, uitsnede en lichtval iets over de geportretteerde? Welke techniek(en)/ materialen heeft de kunstenaar toegepast? Reflectievragen Onderzoek Ja, dat ben ik Welke manier van afbeelden bij de kunstwerken die je zag, vind je interessant? Waarom? Op welke manier zou je zelf willen worden afgebeeld en waarom? Op welke manier zou je juist niet willen worden afgebeeld en waarom? Etc. 4

3.2. Uitvoeren Ja, dat ben ik 1. Laat de leerlingen een selfie maken waarbij het hoofd en de schouders zichtbaar zijn. Wijs ze op de achtergrond, kleding, houding, gezichtsuitdrukking, attributen, etc. 2. Print de foto uit. 3. De leerlingen maken een zelf portret aan de hand van de portretfoto. Dit kan in de vorm van een tekening, schildering en/ of collage. Nemen ze de selfiefoto exact over of brengen ze toch veranderingen aan? Reflectievragen Uitvoeren Ja, dat ben ik Waar lette je op bij het maken van de selfie: wat vond je moeilijk/makkelijk? Welke veranderingen heb je aangebracht ten opzichte van je foto-selfie? Welke kenmerken van je portret zijn goed herkenbaar in je werk? En welke niet? Welke accenten heb je in je portret gelegd? Etc. 3.3. Presenteren Ja, dat ben ik De werkstukken kunnen op verschillende manieren gepresenteerd worden: Maak een overzicht in de klas van het gemaakte werk (met of zonder foto). Laat de leerlingen hun eigen werk presenteren aan hun klasgenoten; Organiseer een tentoonstelling in school van het werk met de foto erbij; Fotografeer het gemaakte werk en maak er een portrettengalerij van op de website van de school. Reflectievragen Presenteren Ja, dat ben ik Welke zelfportretten zeggen echt iets over de afgebeelde? Wat zeggen deze werken dan? Waaraan zie je dat? Valt je werk op tussen alle werkstukken? Hoe komt dat? Waar zou jij je werk het liefst ophangen? Waarom juist daar? Hoe was het om elkaars werk te bespreken? Hebben jouw medeleerlingen het belangrijkste van jouw werk besproken of kwam er juist iets anders aan bod? Etc. 5

3.4. Evalueren Ja, dat ben ik Bespreek met uw leerlingen het doorlopen proces: Wat heb je geleerd over het maken van een portret? Hoe was het om jezelf af te beelden? Wat vond je het meest geslaagde zelfportret? Heb je je laten inspireren door het werk van een bepaalde kunstenaar? Welk werk was dat? Waar heb je de meeste aandacht aan besteed in je portret? Compositie, kleur, licht, houding, kleding, accessoires, etc? In hoeverre is je foto nog terug te zien in je werkstuk? Wat zou je nog willen veranderen aan je zelfportret? Wat wil je nog leren over het maken van een zelfportret? Is het portret zo geworden zoals je van te voren gedacht had? Hoe komt dat? Welke invloed heeft het museumbezoek gehad op je werkstuk? Wat vind je van de opmerkingen van je medeleerling(en) over jouw werk? 4. Deelopdracht 2: Tags & pieces 4.1. Onderzoek Tags & pieces Voorafgaand aan deze deelopdracht kan een graffitikunstenaar in de klas komen om over zijn werk te vertellen. Ook kan hij een korte demonstratie geven. Bijvoorbeeld Davy de Ronde (Color Galore, http://haagsgraffitiplatform.nl/artists/14/ ) 1. Bekijk en bespreek verschillende tags en pieces op internet. Een tag is een handtekening van een grafittikunstenaar, die hij op verschillende plekken achter laat. Een piece is een groot werk waarin tekst en beeld samen komen. 2. Geef de leerlingen de opdracht om thuis, onderweg, in de wijk etc. te kijken naar verschillende tags en pieces. Wat voor verschillende soorten zijn er? Wat voor kenmerken hebben die tags en pieces? Laat hen goed op de vorm, de overlapping en de kleur van de letters letten. 3. Laat de leerlingen een bijnaam voor zichzelf bedenken. Deze bijnaam zegt iets over het karakter, het bijzondere van de leerling. 4. Laat de leerlingen een tag ontwerpen aan de hand van hun eigen verzonnen bijnaam. Laat hen daarbij letten op de stijl, kleur, typografie etc. De tag moet iets vertellen over de identiteit en het karakter van de leerling. Reflectievragen Onderzoek Tags & pieces Wat heb je ontdekt over de verschillende tags en pieces in jouw omgeving? Waren er veel dezelfde? Welke tags en pieces in jouw omgeving spraken je aan? Waarom? Wat vertelt de bijnaam / tag-naam over jou? Wat zegt het ontwerp over jou? (kleur, grootte, manier van schrijven> vast, los etc.) Etc. 6

4.2. Uitvoeren Tags & pieces De leerling kiest in overleg met de kunstenaar / leerkracht een ontwerp en werkt dit met een (graffiti)stift uit op canvas, karton of board: 1. De leerling ontwerpt een achtergrond op canvas. 2. Hij schets met potlood de letters van de piece op canvas. 3. Hij werkt de piece verder uit met verschillende kleuren (graffiti-)stiften. Reflectievragen Uitvoeren Tags & pieces Op welke wijze heb je je laten inspireren door de tags en pieces in je omgeving? Wat vertellen de kleuren die je gebruikt hebt over jou? Wat kun je je vertellen over de compositie van je tag en de plaatsing van je naam op de drager? Welke rol speelt de achtergrond en/ of de toevoegingen? Wat heb je gedaan om de letters goed leesbaar te krijgen? Etc. 4.3. Presenteren Tags & pieces De werkstukken kunnen op verschillende manieren gepresenteerd worden: Maak een wall of tags: Knip, snij of zaag de tags uit en plaats deze op een groot stuk hardboard of prik ze op een muur. Maak foto s van het werk. Toon ze op het digibord en laat leerlingen elkaar in tweetallen interviewen over hun werk; Maak foto s van de pieces, scan ze in en plaats ze op de klassenpagina van de school. Reflectievragen Presenteren Tags & pieces Wat kun je vertellen over de identiteit van de makers van de tags & pieces? Wat kun je vertellen over de totstandkoming van je tag of piece? Hoe verliep het interview? Wat ben je te weten gekomen in het interview? Etc. 4.4. Evalueren Tags & pieces Bespreek met uw leerlingen het doorlopen proces: Waardoor werd je verrast of verbaasd bij jezelf of bij anderen? Wat kun je vertellen over je tags en pieces in je buurt? Zijn er grafitti-kunstenaars die je beïnvloed hebben bij het ontwerpen van je tag? Welke invloed heeft grafitti op de buurt? Brengt grafitti plezier of overlast? Waarom? Etc. 7

5. Deelopdracht 3: Even voorstellen 5.1. Onderzoek Mijn moodboard De leerlingen maken een uitgebreide profielschets van zichzelf: 1. Bekijk en bespreek voorbeelden van moodboards en een aantal collagetechnieken. (zie Informatie voor de leerkracht ). 2. Geef de leerlingen de opdracht om een uitgebreide profielbeschrijving van zichzelf te maken met alles wat anderen van hem moeten weten. Wie ben ik?, Waar woon ik?, Hoe laat ik mezelf het liefst zien?, Wat eet ik het liefst?, Wat is mijn lievelingskleur?, Wat zijn mijn hobby s?, Waar kijk/ luister ik het liefst naar?, Wie zijn mijn vrienden?, Wat is mijn vervolgstudie?, Etc. 3. Instrueer de leerlingen afbeeldingen te verzamelen over wat hen inspireert en over wat iets zegt over de identiteit van de leerling. Suggesties voor bronnen zijn: tijdschriften, internet, boeken, reclamefolders, foto s, etc. Reflectievragen Onderzoek Mijn moodboard Wat is je opgevallen aan de verschillende moodboards die je op het digibord zag? Sfeer, uitstraling, techniek, materiaalgebruik, afwerking, etc. Vertel iets over het zoeken naar afbeeldingen waarmee je je wilt voorstellen. Etc. 5.2. Uitvoeren Mijn moodboard De leerling stelt zichzelf met een moodboard voor aan een nieuwe medeleerling of leerkracht, of aan een toekomstige nieuwe brugklas: Iedere leerling krijgt een stevig papier (A3)/ karton/ schilderdoek. De leerling plaatst een afbeelding of print van de tag/ piece en zelfportret centraal. De leerling maakt een keuze uit het verzamelde materiaal, en bevestigt dit op de drager. Reflectievragen Uitvoeren Mijn moodboard Welke plek hebben je tag/ piece en zelfportret in je moodboard gekregen? Wat zien we terug van jouw identiteit (zowel innerlijk en uiterlijk) in je moodboard? Welk deel van je identiteit heb je het meest benadrukt met je moodboard? Waarom heb je dat gedaan? Is er een aspect van je identiteit dat je bewust niet benadrukt hebt? Waarom? Etc. 8

5.3. Presenteren Mijn moodboard De werkstukken kunnen op verschillende manieren gepresenteerd worden: 1. Maak een tentoonstelling van alle moodboards in de klas. Verzorg een één-minuutpresentatie bij je moodboard. 2. Laat leerlingen ouders/familie en/of leerlingen uit een andere klas rondleiden langs het gemaakte werk. 3. Laat de leerlingen een gedicht schrijven over zichzelf passend bij het moodboard en laat hen dit gedicht voordragen. Reflectievragen Presenteren Mijn Moodboard Hoe was het om een gedicht bij je werk te schrijven? Als je je moodboard vergelijkt met dat van je buurman/buurvrouw, wat valt je dan op? Herkende je familie jouw moodboard direct? Hoe kwam dat? Vond je het spannend om jezelf met je moodboard te presenteren? Etc. 5.4. Evalueren Mijn moodboard Bespreek met uw leerlingen het doorlopen proces en de gemaakte producten: Wat ben je te weten gekomen over jezelf tijdens dit project? Wat ben je te weten gekomen van je medeleerlingen dat je nog niet wist? Wat wist je nog niet over moodboards wat je nu wel weet? Welk moodboard vond je het meest geslaagd? Waarom? Welke materialen waren heel erg belangrijk voor jouw moodboard? Waarom? Lukte het goed om over je eigen werk te vertellen? Wat ging in dit project heel goed? Waarom? Welke aanpassingen heb je tijdens het werken gedaan aan je oorspronkelijke ideeën? Wat zegt het meest over jezelf: je moodboard, je zelfportret of je piece? Waarom vind je dat? 6. Algemene beoordeling Voor het beoordelen van de leerlingenprestaties kunt u gebruik maken van het beoordelingsformulier voor leerkracht en leerling. De vier beoordelingscriteria zijn afgestemd op de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie en de uitgangspunten van COH. De leerlingenprestaties in het gehele project worden meegenomen in de beoordeling. Voor leerlingen vanaf groep 5 of 6 is een zelfbeoordelingsformulier beschikbaar. U kunt zelf inschatten in hoeverre uw leerlingen in staat zijn het formulier te gebruiken. Voor het gebruiken van de formulieren is een korte toelichting beschikbaar. De formulieren en toelichting vindt u onder hoofdstuk 18 van Informatie voor de leerkracht. 9