PROVINCIALESTATEM VANOVERUSSEL Reg.nr. i/7%\7crt~><k M^ ^ ^ 22 DEC 2009 axl. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 0384998899 Fax 03842548 88 provincie.o.nl postbus@o.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Provinciale Staten Inlichtingen bij Drs. 3. Compagner telefoon 038499 94 23 J.Compagner@o.nl Tussenstand Kwaliteit Os - lokaal en provinciaal-bestuur: onderzoek rollen en taken gemeenten en provincie m.b.t. gezamenlijke opgaven 1 Bij brief van 1 juli (kenmerk 2009/0101637) hebben wij u op de hoogte gebracht van de eerste resultaten van de pilot interbestuurlijk toezicht. Tijdens de bespreking van genoemde brief in de commissie Economie, Mobiliteit en Bestuur (EMB) van 2 September hebben wij u toegezegd de pilot met Zwolle en Dinkelland te verbreden naar meer terreinen. De stuurgroep Kwaliteit Os Bestuur (provincie- en gemeentebestuurders) heeft, mede naar aanleiding van het verzoek van de commissie EMB, en mede op basis van de (eerste) uitkomsten van de pilot interbestuurlijk toezicht, recent besloten de opgave rond kwaliteit Os bestuur te verbreden naar een gezamenlijk (dus provincie en VNG O) onderzoek door een extern bureau naar de taken en rollen van gemeenten en provincie rond gezamenlijke opgaven. Verbreding zal eveneens plaats gaan vinden naar (uiteindelijk) alle gemeenten. De opdrachtformulering voor het onderzoek luidt als volgt: Uitgangspunt zijn de gezamenlijke bestuurlijke opgaven zoals ruimtelijke ordening (Wro) en milieu (regionale uitvoeringsdiensten). Voor meer informatie over de vijf hoofdlijnen die in het kader van het traject Kwaliteit Os Bestuur in samenhang worden bezien: zie bijlage 1; Gevraagd wordt om het uitdiepen en verduidelijken van deze nieuwe bestuurlijke taken en rollen van gemeenten en provincie aan de hand van de volgende stappen: 1. Wat zijn de formele nieuwe taken en rollen van resp. de gemeente en de provincie op genoemde beleidsterreinen, te beginnen met ruimtelijke ordening? Het onderzoek zal ingaan op de kwaliteit van het lokale resp. provinciale bestuur per type taak (wettelijk en autonoom), per type rol die gemeente resp. de provincie inneemt en per kwaliteitscriterium (effectiviteit, efficientie en democratische legitimiteit (is de besluitvorming transparant en adequaat en wordt door gemeente resp. provincie voldoende draagvlak gecreeerd?); 2. Hoe worden de taken en rollen in de praktijk ingevuld? 3. Wat zijn de beelden en verwachtingen ten aanzien hiervan van gemeenten versus provincie en vice versa? Bijlagen verzending I i. bill. ;UU j provincie
Tussenstand Kwaliteit Os - lokaal en provinciaal - bestuur 4. Indien er licht schijnt licht tussen 1enerzijds en 2en 3anderzijds, wat zijn dan de bestuurlijke discussiepuntenenverbetermogelijkheden? Opbasis van documentatieonderzoek engesprekken met zowel bestuurders als ambtenaren van provincie en gemeenten,zaleenanalyse worden gemaakt van de kwaliteit van net gemeentelijke en provinciale bestuur ende samenwerkingsrelaties tussen deze organisaties (in termen van effectiviteit, efficientie, rechtmatigheid en democratische legitimatie). Hieruit zal eenduurzaam (toekomstvast) toetsingskader resulteren, dat opde langere termijn gebruikt kan worden bij de monitoring van de kwaliteit van bestuur. Wij zijn voornemens de bestuurlijke gesprekken inzake Investeren in Overljssel hiervoor alsvehikel te gaangebruiken. Deeerste resultaten Cquickwins') worden eind januari 2010 aan destuurgroep gepresenteerd ten behoeve van eentussentijdse evaluatie. De tussenrapportage zal eenweergave bevatten van de huidige situatie ten opzichte van degewenste situatie, met daarnaast aanbevelingen om tot degewenste situatie te komen. Met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2010 heeft de stuurgroep er voor gekozen om het onderzoek te starten met gesprekken met bestuurders en ambtenaren van provincie enenkele gemeenten. Destuurgroep verwacht dat zowelop basis vandeze gesprekken, als op basisvan onderzoek van relevante documentatie, alvast enkelealgemene uitspraken kunnen worden gedaan over de mogelijkheden voor nog efficientere en effectievere samenwerking tussen gemeenten en provincie. Deopbrengsten van deze eerste fasevan het onderzoek zullen resulteren in een memorandum over desamenwerking provincie-gemeenten, en kunnen desgewenst als input kan dienen voor de lokale collegeonderhandelingen. In de periode van 1 maart tot 1 juli 2010 zalverbreding (naar meer gemeenten) en verdieping (naar meer beleidsterreinen) van het onderzoek plaatsvinden ten behoeve van een totaalbeeld van de kwaliteit van het bestuur van zowel gemeenten als provincie, en het verkrijgen van inzicht in de mate waarin provincie en gemeenten degewenste nieuwe (wettelijke) rollen invullen en wat de kwaliteit van desamenwerking is. Deresultaten van het onderzoek zullen medio 2010 zowel aan uworden gepresenteerd als aande nieuwe colleges vanb&w. Pilot interbestuurlijk toezicht Zoalsaangegeven in onze brief van 1 juli levert de pilot met Zwolle en Dinkelland waardevolle inzichten opvoor zowel provincie als gemeenten. Zowel voor de individuele organisaties,als voor de samenwerkingsrelaties. Depilot iszoals hierboven aangegeven eenvan de vijf hoofdlijnen van het traject Kwaliteit Os Bestuur. Toegewerkt wordt momenteel naar eentotaalbeeld van de kwaliteit van het bestuur van depilotgemeenten,teneinde tot een samenhangende, integrale beoordeling te kunnen komen van die kwaliteit. Opbasis vande beoordeling zullen we conform het toekomstige herijkte toezichtstelsel vervolgens de intensiteit van het (wettelijke) provinciale toezicht bepalen. Tot op heden isde pilot met name gericht op administratieve (ambtelijke) verbeteringen. Dat isde reden geweest om degeplande bestuurlijke werkconferentie van eind november 2009 vooralsnog niet door te laten gaan.begin 2010 zullen wij u informeren over de bestuurlijke afronding van de pilot en dewijze waarop de uitkomsten van de pilot input vormenvoor het vervolgtraject van Kwaliteit Os Bestuur. provincie
Tussenstand Kwaliteit Os - lokaal en provinciaal - bestuur Met het onderzoek naar degezamenlijke opgaven provlncie-gemeenten menenwe niet alleen nader invulling te geven aan uw initiatiefvoorstel van mei 2008, maar geeft O eveneens op eigen wijze uitvoering aan de afspraak uit het uitvoeringsprogramma bestuursakkoord rijk-provincies dat provincies zelf hun 'bestuurskracht'tegen het licht houden. Gedeputeerde Staten vano, provincse
Bijlage bij brief Tussenstand Kwaliteit Os lokaal en provinciaal bestuur (d.d. 15 december 2009, kenmerk ) Kwaliteit van Os bestuur rollen en taken m.b.t. gezamenlijke opgaven provinciegemeenten Als Os bestuur, dus gemeenten èn provincie, gaan we bezien of onze opgaven matchen met de eisen van kwaliteit van bestuur. Hiermee versterken we niet alleen de samenwerking. Maar kunnen we ook zien of er impulsen nodig zijn om het Ose bestuur nóg krachtiger te maken. En zorgen we er op die manier voor dat we er klaar voor zijn als er taken en bevoegdheden van het rijk worden gedecentraliseerd naar gemeenten en provincies, waarover zowel het regeerakkoord als de bestuursakkoorden van gemeenten en provincies met het rijk spreken. Het traject Kwaliteit Os Bestuur moet ons als gemeenten en provincie inzicht geven in een aantal wezenlijke kwesties: Hoe is het gesteld met de kwaliteit van het bestuur in O, zowel van de gemeenten als van de provincie? Wat is het beeld van de sterktes en zwaktes in relatie tot de gezamenlijke taken? Is maatwerk per gemeente en differentiatie tussen gemeenten mogelijk / nodig? Zijn er voldoende middelen beschikbaar om de gezamenlijke opgaven van gemeenten en provincie uit te voeren? Met het oog daarop volgt de stuurgroep Kwaliteit Os Bestuur een vijftal trajecten in samenhang, die invloed hebben op de kwaliteit van het bestuur in O. Het zijn allemaal ontwikkelingen die van provincie en gemeenten vragen om een andere manier van samenwerken, vanuit een nieuwe rolopvatting. 1. Pilot interbestuurlijk toezicht Interbestuurlijk toezicht is een van de wettelijke taken van de provincie. Momenteel vindt een herijking plaats van het interbestuurlijk toezicht. De filosofie van het nieuwe provinciale toezicht is dat de provincie meer aan de voorkant van beleidsprocessen moet sturen. Zo is er achteraf minder correctief optreden nodig. Dat vraagt van het provinciebestuur èn van de ambtelijke organisatie een andere manier van denken en werken, waarbij het begrip integraal centraal staat. Het vraagt tegelijkertijd van de gemeenten een open en constructieve houding naar de provincie toe, met name in de beleidsvoorbereidende fase. In de pilot met Dinkelland en Zwolle werken we toe naar een totaalbeeld van de kwaliteit van het bestuur van de Ose gemeenten. 2. Omgevingsverordening Met de Omgevingsvisie en de -verordening ontwikkelen we in O nieuwe vormen van samenwerking tussen gemeenten en provincie. De gemeenten in O zijn primair verantwoordelijk voor het borgen van ruimtelijke kwaliteit in bestemmingsplannen, binnen de kaders van het Rijk en de provincie. De provincie schetst dat kader in de Omgevingsvisie. Met de bijbehorende verordening meent de provincie de gemeenten meer beleidsvrijheid te geven en de nadruk te leggen op de eigen verantwoordelijkheid van gemeenten. Wel zijn er signalen van bestuurders dat gemeenten de gewenste lokale vrijheid niet als zodanig ervaren. Dat schetst het dilemma rond de nieuwe Wro: de provincie moet leren loslaten, vertrouwen hebben in de gemeenten. Maar gemeenten hebben niet de vollédige bevoegdheid in het ruimtelijke domein. Zij dienen rekening te houden met het provinciebelang en het rijksbelang. In het implementatietraject van de Omgevingsvisie en de verordening is daarom een omslag nodig in houding, opstelling en gedrag van provincie naar gemeente en omgekeerd, van gemeenten naar provincie. Het al dan niet nakomen van de gemaakte afspraken over en weer geeft een beeld van de kwaliteit van het Os bestuur. 3. Investeren in O Op 1 juli 2009 hebben de Ose Staten het programma INVESTEREN IN OVERIJSSEL vastgesteld, inclusief het traject Investeren met Gemeenten. Het vraagt van de provincie het provinciaal belang uit de Omgevingsvisie te laten zien, uit te dragen en te implementeren. Daarnaast vraagt het om een gedegen gebiedsregie en een integrale benadering door de provincie van de gemeenten. Dat is zowel bestuurlijk 1
als ambtelijk een uitdaging voor zowel provincie als gemeenten. Investeren in O biedt kansen om het partnerschap tussen gemeenten en provincie te intensiveren. Daarnaast is juist nú indringend overleg nodig tussen gemeenten en provincie om over en weer duidelijkheid te krijgen over de uitvoerbaarheid van onze gezamenlijke projecten. De gemeenten selecteren met de provincie projecten die bijdragen aan een goed woon-, werk- en leefklimaat. Te denken valt aan aansprekende gemeentelijke projecten zoals de herinrichting van bedrijventerreinen. De investeringen worden gezamenlijk gedaan en daardoor kunnen gemeenten en provincie zaken beter en versneld uitvoeren. Met de resultaten kunnen inwoners hun voordeel doen. Het gaat om de leefbaarheid van gemeenten en van de provincie. 4. Regionale uitvoeringsdiensten Een goede kwaliteit van de uitvoering van de VROM-taken, dus de vergunningverlening en toezicht/handhaving op het gebied van milieu, bouwen en ruimtelijke ordening, moet beter gewaarborgd worden. Dat is de mening van het Kabinet en de Tweede Kamer. Dit gebeurt enerzijds door het formuleren van kwaliteitscriteria en anderzijds door de vorming van een landsdekkend netwerk van Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD s). In de RUD s wordt door gemeenten en provincies samengewerkt op het gebied van complexe en bovenlokale milieu gerelateerde uitvoeringstaken. De RUD s vormen gezamenlijk een landelijk dekkend netwerk. Van de provincie wordt een duidelijke en actieve regisserende rol gevraagd om samen met de gemeenten en waterschappen tot een passende uitvoeringsorganisatie te komen. Voor gemeenten is het evenals voor de provincie van belang om een goede, professionele kwaliteit van dienstverlening naar burgers en vooral ook bedrijven te borgen. Daarnaast bieden de RUD s het platform om de kwaliteit van lokale kennis te koppelen aan de kwaliteit van regionale expertise. 5. Financiën Mede door de economische crisis zijn gemeenten en provincies genoodzaakt te bezuinigen. Vanuit de wettelijke provinciale interbestuurlijke toezichtrol op de begroting van de Ose gemeenten, bereiken de provincie signalen dat steeds meer gemeenten problemen krijgen met een sluitende meerjarige begroting. Dat kan spanningen opleveren ten aanzien van onder meer de effectiviteit van de taakuitoefening. Juist in deze tijd is het van groot belang dat we goed (toe)zicht houden op de financiële positie van de Ose gemeenten. Zo kunnen gemeenten en provincie gezamenlijk nagaan welke maatschappelijke opgaven mogelijk onder druk komen te staan en voor welke, soms ingrijpende, keuzen we staan. Tegelijkertijd krijgen zowel provincie als gemeenten inzicht in de eisen die dit stelt aan de kwaliteit van het Os bestuur. 2