Provinciaal blad van Noord-Brabant

Vergelijkbare documenten
Van de fracties PvdA, D66, CDA en LPF over Veel meer gevaarlijke stoffen dan is toegestaan

Raadsvragenuan het raadslid de heer E. Cols over goederentreinen rijden

Betreft: vragen ex art. 3.2 RvO m.b.t. Havenvisie Rotterdam en goederenvervoer door Noord-Brabant

1 Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening

Reizen zonder spoorboekje. Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

VERORDENING ROUTERING VERVOER GEVAARLIJKE STOFFEN GOOISE MEREN 2018

Welkom. Kennissessie. Vervoer van gevaarlijke stoffen: Externe Veiligheid

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. f $(^Ölé> (z'b^ Dat.ontv, U APR 2016

Statenmededeling aan Provinciale Staten

PZH dd Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening

Quickscan externe veiligheid Centrum Vught e.o. Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen

Vervoer van gevaarlijke stoffen in Landgraaf. Door Peter Robbe, programmamanager Gevaarlijke Stoffen bij ProRail

Vraag 1 Bent u bekend met het bericht Meer treinen met giftige stoffen dan toegestaan? 1

Basisnet, hoe dat ik dat? Inhoud. Inhoud. Brabantse Studiedag Basisnet, hoe dat ik dat? Basisnet, hoe dat ik dat?

Onderwerp Zaaknummer Uw kenmerk Datum Beantwoording vragen over gevaren voor burgers nabij het spoor

Transport. Deel 1: Routeren Deel 2: Basisnet. Kennistafel Transport 7 december 2010

Besluit van Provinciale Staten

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Basisnet Spoor. Veiligheidswinst en handelingsperspectief

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

11 maart 2014 L. de Hoogt

Memo. memonummer 1 datum 26 februari J. Eskens. Bestemmingsplan Roodeschool Eemshaven projectnr Notitie Externe veiligheid

Resultaten Risicoberekeningen Basisnet Spoor. Rekenslag 7, 8 en 9

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

MILIEUADVIES. Gemeente Woerden College van burgemeester en wethouders B. Wouda en C. Roodhart WOE1513.T001

Ontwerp Basisnet Spoor

Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen Spoor

Monitoring basisnet 2015 weg, water en spoor. 24 november 2016 Verona Visser RWS - InfoMil

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 11 juni 2019 Betreft Verslag Basisnet 2018

Risicoanalyse transport gevaarlijke stoffen A1 en spoor Amersfoort-Deventer t.b.v woningbouwplan Bijenvlucht te Hoevelaken

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

Advies: 1. In te stemmen met RIB 15R en deze verzenden aan de raad. NEE. wethouder de Weger. Van: B. Wouda Tel nr: 8621 Nummer: 15A.

Wij stellen voor dat alle wegen in beheer bij de provincie, bij de waterschappen en bij het

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Meteren - Boxtel

Project Routering. Transport gevaarlijke stoffen over de weg. Marcel Reefhuis Team Risicobeheersing Hulpverleningsdienst Regio Twente

Toespraak Jan Franssen, Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland, bij de conferentie 'Transport en veiligheid', Den Haag, 8 december 2010

Besluitvorming aan de Raad Formele advisering van de Raad. Collegevoorstel Advies: Openbaar

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

* *

Ontwerp Basisnet Spoor. Regionale bijeenkomst

Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen Spoor

Bijlage I : Knip uit bijlage II van de Regeling Basisnet; risicoplafonds ter hoogte van Gouda

Stand van zaken Basisnet spoor

Uitrol Basisnet vanaf 2014

Halderberge en het Basisnet Spoor. 11 december 2013

Externe veiligheid. Algemeen

RUD Utrecht. Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Paardenveld de Kade

Monitoring Basisnet 2017 Weg, Water en Spoor. Peter Robbe (ProRail) / Margriet Bakker (RWS)

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam

Onderstaand informeer ik u over de uitkomsten van de nadere verkenning van de resterende onderwerpen.

Notitie. Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied. 1 Inleiding

Commissie Bestuur en Middelen

Basisnet spoor: Wat is het en wat is de stand van zaken?

Veilig vervoer gevaarlijke stoffen per spoor,

Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen provinciale weg N 996 en Spoorwegtraject Sauwerd Delfzijl te Loppersum

Dienst/afdeling vaststellen. gelet op het advies van de raadscommissie Wonen, Openbare ruimte en Milieu van 7 maart 2012;

Vught Jp. ovb Ũ 7 MEI kopie ļ. afd. Gemeente Boxtel t.a.v. het College van B&W postbus DA BOXTEL

Dit memo is een vervolg op het memo met stand van zaken Basisnet van oktober 2009.

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid.

RAADSINFORMATIEBRIEF

Notitie 1. Inleiding

Bijlage 4 Memo externe veiligheid spoorlijn

Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum

Samen voor Vught. 13 juni 2013

Goirle, Vennerode. Onderzoek externe veiligheid. Auteur(s) drs. M. de Jonge. Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus AB Rijen

Provinciaal blad van Noord-Brabant

A-avond Spoor 5 september december 2014

Rapport. Advies Externe veiligheid Plan Tromptuinen Wielwijk. Rapport externe veiligheid ten behoeve van het plan Tromptuinen Wielwijk

Datum Documentnummer Project Auteur 25 mei L.C. Luijendijk

Bevindingen onderzoek naar het vergroten van de robuustheid van Basisnet Spoor

BELEIDSVISIE EXTERNE VEILIGHEID

Externe Veiligheid haalbaarheidstoets Stationsstraat short stay appartementen

Landelijk Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen N388 Bestemmingsplan Kalkovens en vissershuisje Zoutkamp

Nota van Beantwoording Overlegreacties ex artikel Bro. Concept- ontwerpbestemmingsplan Stadscentrum / Dorpsstraat

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart C. Land

Uw kenmerk Verzonden 11 juni 2013 Bij antwoord datum, ons kenmerk en onderwerp vermelden

LPG-tankstation Gildetrom 2 Veenendaal

Bestemd voor : Woonstichting Sint Joseph, Dhr. K. Vink en BRO, Dhr. W. de Ruiter.

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL. Datontv, 10 SEP Onderwerp: Regels over communicatie en voorlichting spoorvervoer gevaarlijke stoffen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Saneringsprogramma externe veiligheid inrichtingen. januari 2008 Provincie Zuid-Holland

Figuur 1, indicatieve weergave van de school in plangebied Wetpolder/Bolwerk.

Robuust Basisnet Bevindingen onderzoek naar het vergroten van de robuustheid van Basisnet Spoor

Externe veiligheid:onderzoek geen gif via het riool. Imagine the result

Externe veiligheid spoor bedrijvenpark A1 oost

Overzicht vervoer gevaarlijke stoffen Artikel 43-vragen inzake treinramp in Wetteren en de veiligheid op en aan het Roermondse spoornet

Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen

MEMO. Ontwikkelingen spoor. Vakgroep Risicobeheersing Marcel Reefhuis. Ontwikkelingen spoor

Inhoudsopgave. voorstel ontheffingsysteem transport gevaarlijke stoffen 2

Verantwoording groepsrisico bestemmingsplan Molenstraat Gemeente Best.

Risico-inventarisatie Boekels Ven

Gemeente Lansingerland 01 Inkomende Post d.d. 01/11/ /III IIII IIIII IIII IIIIII IIIII IIIII IIIII IIIII IIII IIII 116.

Betreft: schriftelijke vragen PvdA Den Bosch ex art. 39: Spoorvervoer gevaarlijke stoffen

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Transcriptie:

Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Beantwoording inzake schriftelijke vragen van de Partij voor de Onafhankelijke Statenfractie Noord-Brabant Statenfractie Noord-Brabant aan het college van GS inzake transport van gevaarlijke stoffen Schriftelijke vragen van het lid van Provinciale Staten M.J. Kap d.d. 9 juli 2012 Onlangs is een rapport verschenen van het Platform transport en veiligheid over het vervoer van gevaarlijke stoffen in Nederland over de weg. Dit rapport leidt tot een verontrustend beeld ten aanzien van de veiligheid van burgers. Het rapport staat echter niet op zichzelf. Zo hebben zich in een tijdsbestek van twee maanden vier(!) incidenten voor gedaan omtrent het treintransport van gevaarlijke stoffen bij Oss en Roosendaal. Al eerder was er in Tilburg een incident waarbij een goederentrein met gevaarlijke stoffen bijna op een stoptrein botste. In Nieuwsuur werd gisteren door hoogleraar transport en rampenbestrijdingen B. Ale aangegeven dat bij een dergelijk incident een woonwijk af kan branden en dat de brandweer niet opgewassen is tegen een brand in de binnenstad van een stad. Een scenario waarop de kans misschien klein is maar dat we ten alle tijden moeten voorkomen. De Onafhankelijke Statenfractie weet dat de rol van de provincie in deze beperkt is. Gezien het grote maatschappelijke belang, de rol van wegbeheerder, het criterium van een goede ruimtelijke ordening alsmede de gemeenteoverstijgende problematiek vindt onze fractie het gerechtvaardigd om het volgende onder uw aandacht te brengen. In het rapport staat dat onze provincie, als wegbeheerder van delen van het Basisnetweg, enkele speciale parkeerplekken in kan richten voor vracht- en tankwagens met gevaarlijke stoffen. Deze zijn dat uitgerust met blusvoorzieningen en vloeistofdichte vloeren. Tevens is, aansluitend op het voorgaande, in het rapport de aanbeveling opgenomen om parkeerbeleid te ontwikkelen ten aanzien van welke ladingen met gevaarlijke stoffen waar en voor hoelang geparkeerd mogen worden. Wij willen u de volgende vragen stellen. 1. Beschikt Brabant reeds over deze speciale parkeerplekken en, indien dit niet het geval is, is GS bereid dergelijke voorzieningen te realiseren? Zo nee, waarom niet?

2. Beschikt Brabant reeds over dit parkeerbeleid en, indien dit niet het geval is, is GS bereid dergelijkebeleid te ontwikkelen? Zo nee, waarom niet? 3. Dient als gevolg van de naderende inwerkingtreding van het Basisnet en de daarin opgenomen zonering van tracés van gevaarlijke stoffen en woonwijken onze Verordening Ruimte of andere provinciale documenten aangepast te worden? Zo ja welke documenten zijn dit en welke planning hanteert u hiervoor? 4. Deelt GS de opinie van de Onafhankelijke Statenfractie dat de aanleg van ondergrondse buisleidingen een goed alternatief is om de veiligheidsrisico s voor burgers ten aanzien van het transport van gevaarlijke stoffen te minimaliseren? Op welke wijze brengt onze provincie de Brabantse belangen in bij de Structuurvisie Buisleidingen die door het Rijk wordt opgesteld? 5. Dient met het oog op deze Structuurvisie de Verordening Ruimte of andere provinciale documenten aangepast te worden? Zo ja welke documenten zijn dit en welke planning hanteert u hiervoor? 6. Ziet u aanleiding om, met het oog op de Wet Basisnet en de Structuurvisie Buisleidingen, direct maatregelen te nemen zoals het nemen van een voorbereidingsbesluit om bijvoorbeeld nieuwe verstedelijkingslocaties dicht bij tracés van transport met gevaarlijke stoffen te schrappen? 7. Zijn er bij onze provincie de afgelopen vijf jaar ontheffingen op grond van art 28 van de Wet gevaarlijke stoffen aangevraagd? Zo ja zijn deze gehonoreerd? 8. Wanneer heeft PS het tracé vastgesteld zoals verwoord in artikel 16 van de Wet gevaarlijke stoffen? Is het volgens GS nodig om, bijvoorbeeld i.v.m. nieuwe tracés, dit besluit te herzien? 9. Wat doen wij als provincie, nog los van de wettelijke verplichting die wij hebben, extra om de afstemming ten opzichte van het crisisplan als genoemd in artikel 16 van Wet veiligheidsregio s te optimaliseren? 10. Onze fractie heeft te horen gekregen dat ProRail vrij is om te bepalen welke route zij voor gevaarlijke stoffen kiezen. Dit heeft tot gevolg dat de speciaal ontwikkelde Betuwelijn relatief weinig gebruikt wordt ten opzichte van het tracé langs Brabantse steden. Hierdoor worden de Brabantse burgers onnodig aan veiligheidsrisico s blootgesteld. Wat heeft de provincie Noord- Brabant richting het Rijk voor actie ondernomen om aan te geven dat dit een totaal onaanvaardbaar situatie is? 11. Uit diverse ongevallen met lekkende wagons in Roosendaal blijkt dat de Belgische overheid laks is met het op een deugdelijke wijze controleren van wagons met gevaarlijke stoffen. Is onze provincie samen met de gemeente Roosendaal opgetrokken om te bewerkstelligen dat het Rijk België aanspreekt op hun verantwoordelijkheid? 12. Welke acties heeft onze provincie nog meer ondernomen of kan zij nemen om burgers te beschermen tegen de risico s van het transport van gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor? Antwoord van Gedeputeerde Staten d.d. 28 augustus 2012 Wij beantwoorden deze vragen als volgt. 2/7

1. Beschikt Brabant reeds over deze speciale parkeerplekken en, indien dit niet het geval is, is GS bereid dergelijke voorzieningen te realiseren? Zo nee, waarom niet? De aanbeveling uit het rapport betreft het inrichten van dergelijke parkeerplekken op de meest intensief gebruikte hoofdtransportroutes van het Basisnet weg. Aangezien het rijk wegbeheerder van deze routes is heeft deze aanbeveling geen betrekking op de provincie als wegbeheerder. In het kader van de pilot Secure Lane zijn in Noord-Brabant beveiligde parkeerplaatsen ingericht. Deze zijn gericht om de veiligheid voor chauffeur, lading en vrachtauto te verbeteren, maar zijn niet specifiek ingericht voor wagens met gevaarlijke stoffen. Gezien het bovenstaande, en de bestaande randvoorwaarden die de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs) en het ADR (Accord européen relatif au transport international de marchandises Dangereuses par Route ; het verdrag voor het internationale vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg) stellen voor het stationeren en bewaken van voertuigen met gevaarlijke stoffen, zien wij geen noodzaak om het rijk te vragen speciale parkeerplaatsen te realiseren. 2. Beschikt Brabant reeds over dit parkeerbeleid en, indien dit niet het geval is, is GS bereid dergelijkebeleid te ontwikkelen? Zo nee, waarom niet? Nee, de provincie Noord-Brabant beschikt niet over een dergelijk parkeerbeleid. Gezien de randvoorwaarden voor veilige stalling die volgen uit de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en het ADR zien wij geen noodzaak om dergelijk beleid te ontwikkelen. 3. Dient als gevolg van de naderende inwerkingtreding van het Basisnet en de daarin opgenomen zonering van tracés van gevaarlijke stoffen en woonwijken onze Verordening Ruimte of andere provinciale documenten aangepast te worden? Zo ja welke documenten zijn dit en welke planning hanteert u hiervoor? Nee, hier is geen aanleiding toe. De Wet Basisnet voorziet in de maximaal toelaatbare risico s van het vervoer van gevaarlijke stoffen die maatschappelijk aanvaard kunnen worden. Bij nieuwe ruimtelijke plannen moeten gemeenten rekening houden met deze maximale risico s. Er is vanuit de wet geen verplichting om provinciale regelgeving aan te passen. Daarnaast is aanvullend provinciaal beleid op het rijksbeleid niet voorzien en geeft het rijksbeleid geen aanleiding tot herzieningen. 4. Deelt GS de opinie van de Onafhankelijke Statenfractie dat de aanleg van ondergrondse buisleidingen een goed alternatief is om de veiligheidsrisico s voor burgers ten aanzien van het transport van gevaarlijke stoffen te minimaliseren? Op welke wijze brengt onze provincie de Brabantse belangen in bij de Structuurvisie Buisleidingen die door het Rijk wordt opgesteld? 3/7

Wij zijn het met de Onafhankelijke Statenfractie eens dat ondergronds transport een goed alternatief is voor vervoer via de weg en het spoor. De provincie Noord-Brabant participeert in de totstandkoming van de structuurvisie buisleidingen en houdt in de gaten of de door de provincie (en gemeenten) gewenste buisleidingstroken ook in de definitieve structuurvisie worden vastgelegd. In het kader van de Vlaams-Nederlandse Delta worden de mogelijkheden voor een grensoverschrijdend pijpleidingennetwerk ter versterking van het petrochemisch complex onderzocht. 5. Dient met het oog op deze Structuurvisie de Verordening Ruimte of andere provinciale documenten aangepast te worden? Zo ja welke documenten zijn dit en welke planning hanteert u hiervoor? Nee. 6. Ziet u aanleiding om, met het oog op de Wet Basisnet en de Structuurvisie Buisleidingen, direct maatregelen te nemen zoals het nemen van een voorbereidingsbesluit om bijvoorbeeld nieuwe verstedelijkingslocaties dicht bij tracés van transport met gevaarlijke stoffen te schrappen? Nee, hier zien wij geen aanleiding toe. Uit de Wet Basisnet blijkt dat er in Noord-Brabant geen knelpunten zijn. Wel zijn er aandachtspunten. Onder aandachtspunten worden plaatsen verstaan waar het groepsrisico hoger is dan de oriëntatiewaarde. Deze aandachtspunten worden in het kader van de Wet Basisnet aangepakt. Gemeenten die een bestemmingsplan vaststellen, moeten met de risicocontouren van buisleidingen rekening houden. Het is niet toegestaan dat binnen deze contouren kwetsbare objecten komen. Daarnaast is het nemen van een eventueel voorbereidingsbesluit eerder een rijksaangelegenheid aangezien het hier rijksbeleid betreft. 7. Zijn er bij onze provincie de afgelopen vijf jaar ontheffingen op grond van art 28 van de Wet gevaarlijke stoffen aangevraagd? Zo ja zijn deze gehonoreerd? In Noord-Brabant zijn er geen door de minister aangewezen vaarwegen of gedeelten daarvan, waarover daartoe aangewezen gevaarlijke stoffen niet mogen worden vervoerd en die in beheer zijn bij de provincie of de waterschappen. Het aanvragen van een dergelijke ontheffing is zodoende in Noord-Brabant niet aan de orde. 4/7

8. Wanneer heeft PS het tracé vastgesteld zoals verwoord in artikel 16 van de Wet gevaarlijke stoffen? Is het volgens GS nodig om, bijvoorbeeld i.v.m. nieuwe tracés, dit besluit te herzien? In 1998 is door PS vastgesteld dat alle wegen waarvan de provincie Noord- Brabant wegbeheerder is zijn vrijgegeven voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Op basis van de nieuwe Wet Basisnet - die naar verwachting in het eerste kwartaal van 2013 in werking treedt - dienen Proviciale Staten binnen één jaar na inwerkingtreding van deze wet een nieuw besluit te nemen over de routering van het vervoer van gevaarlijke stoffen over bij de provincie of bij waterschappen in beheer zijnde wegen of weggedeelten. 9. Wat doen wij als provincie, nog los van de wettelijke verplichting die wij hebben, extra om de afstemming ten opzichte van het crisisplan als genoemd in artikel 16 van Wet veiligheidsregio s te optimaliseren? Het is de taak van de Brabantse veiligheidsregio's om hun crisisplannen af te stemmen met aangrenzende veiligheidsregio s en aangrenzende staten alsmede afspraken te maken met andere - bij mogelijke rampen en crises - betrokken partijen zoals Prorail en de NS (crisispartners). De Inspectie OOV is belast met het toezicht op de veiligheidsregio's. De Inspectie OOV beoordeelt of de afstemming van de regionale crisisplannen optimaal is en/of er afspraken zijn gemaakt met crisispartners. Mocht dit na herhaaldelijke verzoeken niet op orde zijn dan kan de CdK de betreffende veiligheidsregio een aanwijzing geven met als strekking alsnog aan deze wettelijke verplichting te voldoen. Op dit moment is er geen signaal dat er niet aan de wettelijke verplichtingen wordt voldaan. 10. Onze fractie heeft te horen gekregen dat ProRail vrij is om te bepalen welke route zij voor gevaarlijke stoffen kiezen. Dit heeft tot gevolg dat de speciaal ontwikkelde Betuwelijn relatief weinig gebruikt wordt ten opzichte van het tracé langs Brabantse steden. Hierdoor worden de Brabantse burgers onnodig aan veiligheidsrisico s blootgesteld. Wat heeft de provincie Noord- Brabant richting het Rijk voor actie ondernomen om aan te geven dat dit een totaal onaanvaardbaar situatie is? ProRail is niet geheel vrij in de keuze van de route, maar heeft zich te houden aan het Basisnet spoor. Met de inwerkingtreding van het Basisnet spoor in 2013 worden per spoortraject risicoplafonds vastgelegd. Deze plafonds zijn eenmalig vastgesteld op basis van de vervoersprognoses, de aanwezige bevolking en de bouwplannen. De risicoplafonds verschillen per traject. Door het vaststellen van deze plafonds is er voorzien in een verplaatsing van goederentreinen met gevaarlijke stoffen van de Brabantroute naar de Betuweroute. De vastgestelde risicoplafonds mogen niet worden overschreden. De minister moet hier op toezien en heeft de bevoegdheid om bij dreigende overschrijding in te grijpen. 5/7

De provincie Noord-Brabant is sinds 2004 voorzitter van de ambtelijke Taskforce Brabantroute, een samenwerkingsverband tussen verschillende provincies en spoorgemeenten langs de Brabantroute. Als officiële gesprekspartner van het ministerie van I&M zoekt de Taskforce naar een balans tussen de verschillende belangen die bij het vervoer van gevaarlijke stoffen met elkaar wedijveren: veiligheid, vervoer en ruimtelijke ordening. In het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer is, mede op aandringen van de provincie Noord-Brabant, de zogenaamde Boog van Meteren opgenomen. Deze aftakking van de Betuweroute maakt het mogelijk om het transport van gevaarlijke stoffen over het tracé tussen Rotterdam en Boxtel, langs o.a. Dordrecht, Breda en Tilburg, verder te beperken. Het Rijk is ten behoeve van de realisatie van deze boog gestart met de MER-procedure. De provincie is daar bij betrokken om de Brabantse belangen te behartigen. 11. Uit diverse ongevallen met lekkende wagons in Roosendaal blijkt dat de Belgische overheid laks is met het op een deugdelijke wijze controleren van wagons met gevaarlijke stoffen. Is onze provincie samen met de gemeente Roosendaal opgetrokken om te bewerkstelligen dat het Rijk België aanspreekt op hun verantwoordelijkheid? De burgemeester van Roosendaal heeft de CdK uitvoerig geïnformeerd over de situatie op het spoorwegemplacement Roosendaal. De controle van de wagons is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de vervoerder. Vervoerder DB Schenker heeft op 11 juni 2012 per brief laten weten dat een verordening van kracht is waarin is opgenomen dat de extra controle van de goederentrein die dagelijks tussen Antwerpen en Roosendaal rijdt niet langer wordt uitgevoerd in Roosendaal, maar op een emplacement in Essen (België). De kans op problemen met lekkende treinwagons op het spoorwegemplacement in Roosendaal is daardoor aanzienlijk verminderd. 12. Welke acties heeft onze provincie nog meer ondernomen of kan zij nemen om burgers te beschermen tegen de risico s van het transport van gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor? De provincie zet zich samen met partners in om ook voor de langere termijn per spoor bereikbaar en ontsloten te zijn, met een balans tussen personenvervoer, goederenvervoer en leefomgeving (bescherming tegen risico s). In de 'Brabantse spooragenda 2030' benoemt de provincie samen met partners de ambities en acties die ze kunnen uitvoeren om dit te bereiken. Zoals beschreven in de beantwoording van vraag 10 heeft de provincie Noord- Brabant sinds 2004 bestuurlijk en ambtelijk via de Tasforce Brabantroute stevig ingezet en resultaten geboekt met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor. Belangrijke voorbeelden zijn het Convenant warme-blevevrij samenstellen en rijden van treinen en de uitrol van de verbeterde beveiliging (ATBvv) voor langzaam rijdende treinen. 6/7

De provinciale belangen op het gebied van vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vastgelegd in de Beleidsvisie externe veiligheid, de keuzes van de provincie Noord-Brabant 2008-2012, zijn opgenomen in de structuurvisie ruimtelijke ordening. Hierin is aangegeven dat de provincie aandacht vraagt voor externe veiligheidsaspecten bij ruimtelijke ontwikkelingen in de directe omgeving van het basisnet weg, spoor en water en langs provinciale wegen waarover vervoer gevaarlijke stoffen plaatsvindt (zoals de ontsluiting van (middel)zware bedrijventerreinen). Het rijk stelt jaarlijks subsidie beschikbaar voor het verbeteren van de uitvoering van taken op het gebied van externe veiligheid binnen de provincie Noord- Brabant. Hiervoor is het programma Brabant Veiliger opgesteld. Binnen het programma Brabant Veiliger werken gemeenten, provincie, regionale milieudiensten, brandweren en Veiligheidsregio's samen aan het verbeteren van de externe veiligheid. Momenteel wordt de gezamenlijke activiteit Samenwerking, landelijke vertegenwoordiging en communicatie rondom Basisnet en transport gevaarlijke stoffen uitgevoerd. : 3075855 Uitgegeven, 30 augustus 2012 De secretaris van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, drs. W.G.H.M. Rutten 7/7