Goirle, Vennerode. Onderzoek externe veiligheid. Auteur(s) drs. M. de Jonge. Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus AB Rijen

Transcriptie

1 Goirle, Vennerode Onderzoek externe veiligheid projectnr revisie maart 2009 Auteur(s) drs. M. de Jonge Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus AB Rijen datum vrijgave beschrijving revisie 02 goedkeuring vrijgave maart 2009 definitief rapport T. Artz P. Kennes

2 blad 1 van 12

3 Inhoud Blz. 1 Inleiding 4 2 Beleidskader 6 3 Inventarisatie risicobronnen Vervoer van gevaarlijke stoffen Wegen Spoorwegen Vaarwegen Bevi-inrichtingen Buisleidingen 10 4 Conclusies en aanbevelingen 12 blad 2 van 12

4 blad 3 van 12

5 1 Inleiding Woonstichting Leyakkers heeft Oranjewoud gevraagd onder andere de externe veiligheidssituatie van de locatie Vennerode te Goirle te onderzoeken. Dit rapport is een weergave van een inventariserende bevindingen voor externe veiligheid. De onderzochte locatie is gelegen op het perceel gelegen tussen de Venneweg en de Kromakkerstraat. Woonstichting Leyakkers is voornemens om vrijstaande woningen, patiowoningen, 2-onder-één-kap woningen en rijtjes huizen te ontwikkelen. In het vigerende bestemmingsplan is de voorgenomen ontwikkeling niet toegestaan. Om deze strijdigheid weg te nemen, wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Plangebied Vennerode Figuur 1.1. Het plangebied Vennerode blad 4 van 12

6 Figuur 1.2. Schetsontwerp inrichting plangebied In eerste instantie is een inventariserend onderzoek uitgevoerd om een uitspraak te kunnen doen of nader onderzoek naar de mate van externe veiligheid (EV) noodzakelijk is voor de ontwikkeling van de planlocatie. Het doel van dit inventariserende onderzoek is een inventarisatie van de risicobronnen en hun invloedsgebieden en het aangeven van de noodzaak een nader onderzoek in te stellen naar eventuele belemmeringen voor het plangebied. blad 5 van 12

7 2 Beleidskader Externe veiligheid beschrijft de risico's die ontstaan als gevolg van opslag of handelingen met gevaarlijke stoffen. Dit kan betrekking hebben op inrichtingen (bedrijven) of transportroutes. Op beide categorieën is verschillende wet- en regelgeving van toepassing. Het huidige beleid voor inrichtingen (bedrijven) is afkomstig uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het beleid voor transportmodaliteiten staat beschreven in de circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' (crvgs). Binnen het beleidskader voor externe veiligheid staan twee kernbegrippen centraal: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Hoewel beide begrippen onderlinge samenhang vertonen zijn er belangrijke verschillen. Hieronder worden beide begrippen verder uitgewerkt. Plaatsgebonden Risico (PR) Het plaatsgebonden risico geeft de kans, op een bepaalde plaats, om te overlijden ten gevolge van een ongeval bij een risicovolle activiteit. De kans heeft betrekking op een fictief persoon die de hele tijd op die plaats aanwezig is. Het PR kan op de kaart van het gebied worden weergeven met zogeheten risicocontouren: lijnen die punten verbinden met eenzelfde PR. Binnen de 10-6 contour (welke als wettelijk harde norm fungeert) mogen geen nieuwe kwetsbare objecten geprojecteerd worden. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt de 10-6 contour niet als grenswaarde, maar als een richtwaarde. Groeprisico (GR) Het groepsrisico is een maat voor de kans dat bij een ongeval een groep slachtoffers valt met een bepaalde omvang. Het GR is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting. Het GR kan niet op de kaart worden weergegeven, maar wordt weergegeven in een grafiek waar de kans (f) afgezet wordt tegen het aantal slachtoffers (N), de fn-curve. Het GR wordt bepaald binnen het invloedsgebied van een risicovolle activiteit. Dit invloedsgebied wordt doorgaans begrensd door de 1% letaliteitgrens (tenzij anders bepaald), oftewel door de afstand waarop nog 1% van de blootgestelde mensen in de omgeving komt te overlijden bij een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Verantwoordingsplicht In het Bevi en de crvgs is een verplichting tot verantwoording van het groepsrisico opgenomen. Deze verantwoordingsplicht houdt in dat iedere wijziging met betrekking tot planologische keuzes moet worden onderbouwd én verantwoord door het bevoegd gezag. Hierbij geeft het bevoegd gezag aan of het groepsrisico in de betreffende situatie aanvaardbaar wordt geacht. In het Bevi en de crvgs zijn bepalingen opgenomen waaraan deze verantwoording dient te voldoen. Hogedruk aardgasleidingen en K1, K2, K3 Op dit moment is de overheid bezig de circulaire "Zonering langs hoge druk aardgasleidingen"uit 1984 en de circulaire "bekendmaking van voorschriften ten behoeve van zonering langs transportleidingen voor brandbare vloeistoffen van de K1, K2, en K3 categorie" uit 1991 aan te passen in een nieuwe AMvB. Hierdoor zal het toetsingskader voor deze buisleidingen ook conform de systematiek met PR en GR gaan werken. Gemeenten worden geadviseerd om op dit beleid te anticiperen. blad 6 van 12

8 blad 7 van 12

9 3 Inventarisatie risicobronnen Oranjewoud heeft in samenwerking met de gemeente Goirle geïnventariseerd welke risicobronnen in de omgeving van het plangebied aanwezig zijn. Hierbij is gekeken naar de aanwezigheid van: risicovolle inrichtingen, die onder het Bevi vallen. transport van gevaarlijke stoffen over weg, spoor en water. hoge druk aardgasleidingen en andere brandstof transportleidingen. Voor de inventarisatie van de risicobronnen is gebruik gemaakt van de volgende bronnen: Actuele tellingen van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, RWS/Adviesdienst Verkeer en Vervoer, (2007). Risicoatlas vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, ministerie van Verkeer en Waterstaat (2003). Middellange termijnverwachting vervoer gevaarlijke stoffen per spoor, actualisatie prognose uit 2003, ProRail (2007). Risicoatlas hoofdvaarwegen Nederland, ministerie van Verkeer en Waterstaat (2003). Gemeente Goirle. Klic-melding via Risicokaart via In onderstaande paragrafen worden de verschillende aspecten in detail behandeld. 3.1 Vervoer van gevaarlijke stoffen Wegen Over de A58 vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. In tabel wordt aangegeven welke stoffen over deze weg vervoerd worden. Tabel 3.1.1: Gegevens vervoer gevaarlijke stoffen A58 (afrit 11 Goirle - afrit 10 Hilvarenbeek) Stofcategorie Voorbeeldstoffen Transporten in aantal Grootte invloedsgebied in tankwagens per jaar meters LF1 Diesel LF2 Benzine LT1 Arylnitril LT2 Propylamine GF2 Butaan GF3 Propaan GT4 Zwaveldioxide GT5 Chloor bron: Actuele tellingen van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer (2007). Het plangebied is gelegen op circa meter van de A58. Uit de 'Actuele tellingen van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg' door RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer (2007) blijkt dat het plangebied binnen het invloedsgebied van GT4 en GT5 ligt. Formeel ligt het plangebied daarmee binnen het invloedsgebied van de vervoerde gevaarlijke stoffen over de A58 en dient de verantwoordingsplicht van het groepsrisico blad 8 van 12

10 ingevuld te worden. Met de gemeente heeft overleg plaatsgevonden hoe met deze situatie om te gaan. De gemeente onderschrijft dat het niet zinvol is het groepsrisico te berekenen en/of de verantwoordingsplicht in te vullen. De redenen hiervoor zijn a) de afstand tussen het plangebied en de weg en b) de kleine transportstroom van GT4 en GT5 (dat zijn de stoffen met een invloedsgebied dat reikt over het plangebied) en c) de aard van de stoffen met een invloedsgebied over het plangebied, alleen een toxisch scenario. Rillaersebaan De gemeente Goirle beschikt niet over een routering gevaarlijke stoffen. In de buurt van de wijk de Hoge Wal ligt net op Tilburgs grondgebied de Brzo-inrichting Primagaz Nederland B.V (Abcovenseweg). Uit informatie van de gemeente Tilburg blijkt dat de vermoedelijke route van gevaarlijke stoffen naar hoofdverkeersader via de Rillaersebaan loopt. Ook blijkt uit de inventarisatie dat over de Rillaersebaan vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt, zie tabel Tabel 3.1.2: Gegevens vervoer gevaarlijke stoffen over de Rillaersebaan. Stofcategorie Voorbeeldstoffen Transporten in aantal Grootte invloedsgebied in tankwagens per jaar meters LF1 Diesel LF2 Benzine GF3 Propaan Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied van de vervoerde gevaarlijke stoffen over de Rillaersebaan. Formeel ligt het plangebied daarmee binnen het invloedsgebied van de vervoerde gevaarlijke stoffen over de Rillaersebaan en dient een rekenkundig onderzoek uitgevoerd te worden en/of een verantwoording van het groepsrisico ingevuld te worden. Met de gemeente heeft overleg plaatsgevonden hoe met deze situatie om te gaan. Conform de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (crvgs) moet het bevoegd gezag verantwoording afleggen bij elke overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico of toename van het groepsrisico ten gevolge van de ruimtelijke ontwikkeling. Het is dus van belang om te weten of sprake is van toename van het GR danwel overschrijding van de oriëntatiewaarde. In de situatie van de ontwikkelingslocatie Vennerode is sprake van de volgende situatie. In de huidige situatie bevindt zich een verzorgingstehuis op het perceel. Het geschatte aantal woningen is zo'n 68 eenheden. In de toekomstige situatie gaan zich minder woningen op het perceel bevinden. Er zal dus geen toename van het groepsrisico zijn. Door de beperkte omvang van de vervoerde gevaarlijke stoffen kan nu reeds de inschatting gemaakt worden dat geen sprake zal zijn van een overschrijding van de orientatiewaarde van het groepsrisico. Het uitvoeren van een berekening is volgens ons dan ook niet zinvol. Op basis van de uitkomsten van de berekening zal blijken dat een verantwoording van het groepsrisico niet nodig is, omdat geen sprake zal zijn van een toename van het groepsrisico en geen overschrijding van de orientatiewaarde. Uit overleg met de gemeente blijkt dat de gemeente het in deze situatie niet zinvol acht voor dit plan een berekening uit te voeren naar het groepsrisico en onderschrijft dat de invulling van de verantwoordingsplicht groepsrisico niet noodzakelijk is. blad 9 van 12

11 Overige wegen Voor de overige wegen rond het plangebied geldt, vanwege het ontbreken van een lokale routering, dat de kans bestaat dat over andere wegen rond het plangebied een kleine hoeveelheid gevaarlijke stoffen kan worden vervoerd, die van invloed is op het plangebied. Deze hoeveelheid gevaarlijke stoffen stelt echter geen beperking aan de ontwikkeling van het plangebied Spoorwegen In de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen spoorlijnen waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd Vaarwegen In de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen vaarwegen waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. 3.2 Bevi-inrichtingen In de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen Bevi-inrichtingen die van belang zijn voor de externe veiligheidssituatie van het plangebied. 3.3 Buisleidingen Uit informatie van de Klic-oriëntatiemelding blijkt dat in en rond het plangebied geen buisleidingen gelegen zijn waardoor gevaarlijke stoffen worden getransporteerd. Buisleidingen hebben geen invloed op de ontwikkeling van het plangebied. blad 10 van 12

12 blad 11 van 12

13 4 Conclusies en aanbevelingen Naar aanleiding van het uitgevoerde inventariserend onderzoek kan geconcludeerd worden dat vanuit het aspect externe veiligheid geen beperkingen aan de ontwikkeling van het plangebied Vennerode gesteld worden. blad 12 van 12