Bijlage I : Knip uit bijlage II van de Regeling Basisnet; risicoplafonds ter hoogte van Gouda

Transcriptie

1 Gemeente Belangen Gouda (GBG) heeft op 31 mei 2016 verschillende vragen ingediend over het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor. De gemeente Gouda heeft de beantwoording van de vragen afgestemd met de Omgevingsdienst Midden Holland en de Brandweer Hollands Midden. GBG geeft aan dat de recente berichten in de media over een onderzoek de aanleiding is om een aantal vragen te stellen. Uit het betreffende onderzoek is naar voren gekomen dat er veel meer gevaarlijke stoffen over het spoor worden vervoerd dan is toegestaan. 1. Is uw college op de hoogte van de inhoud van dit onderzoek? Antwoord: Ja, dit betreft onderzoek naar een aantal omleidingsroutes van de Betuweroute voor het project derde spoor. In dit onderzoek zijn de volgende trajecten beschouwd: De Brabantroute: vanaf Kijfhoek, via Breda en Eindhoven naar Venlo; Zutphen Deventer Hengelo Duitse grens; Arnhem Zutphen Hengelo (via Delden). Daarnaast zijn de kale realisatiecijfers van het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor voor 2015 voor heel Nederland beschikbaar. Het onderzoek, de realisatiecijfers 2015 en de begeleidende brief aan de Tweede Kamer zijn hier te vinden: 2. Kan worden aangegeven welke de norm is voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor door Gouda? Antwoord: De normen zijn vastgelegd in zogenaamde risicoplafonds (terug te vinden in bijlage II van de Regeling Basisnet). Per traject zijn er 3 verschillende zogenaamde plaatsgebonden risicocontouren vastgelegd als een afstand tot het spoor. De risico s in verband met het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor moeten binnen deze contouren blijven. Deze risicoplafonds ter hoogte van Gouda zijn in bijlage I weergegeven. 3. Kunt u aangeven of er sprake is van het overschrijden van de norm over het spoor door Gouda (traject Rotterdam Utrecht)? Antwoord: De monitoringsrapportage Basisnet Spoor 2015 is nog niet beschikbaar (in het najaar 2016 gereed). In deze rapportage zal door de staatssecretaris worden aangeven of aan de gestelde risicoplafonds wordt voldaan. Dit is ook de eerste rapportage, omdat het landelijke Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen op 1 april 2015 van start is gegaan. Wel zijn de kale realisatiecijfers van het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor voor 2015 beschikbaar. Deze cijfers over 2015 (en voorgaande jaren) ter hoogte van Gouda zijn in bijlage II weergegeven. Met deze realisatiecijfers moeten nog berekeningen worden uitgevoerd om te kunnen toetsen aan de risicoplafonds. Wel zijn zogenaamde referentiehoeveelheden per stofcategorie weergegeven (zie bijlage I en regel Basisnet in bijlage II). In bijlage III staat een toelichting op de stofcategorieën. Wanneer de realisatiecijfers 2015 worden afgezet tegen de referentiehoeveelheden dan blijkt dat de realisatiecijfers 2015 lager zijn dan de referentiehoeveelheden. Het is dus zeer aannemelijk dat de risicoplafonds niet worden overschreden. Dit zal uiteindelijk uit de monitoringsrapportages Basisnet definitief moeten blijken van 6

2 4. Kan het college aangeven welke gevaarlijke stoffen nog steeds vervoerd worden over het spoor en wat het college gaat doen wanneer blijkt dat er sprake is van het overtreden van de afgesproken norm? Antwoord: Omdat er is gekozen voor een begrenzing door middel van risicoplafonds is niet precies aan te geven welke gevaarlijke stoffen er exact worden vervoerd. Wel zijn zogenaamde referentiehoeveelheden per stofcategorie weergegeven (zie bijlage I en regel Basisnet in bijlage II). De betreffende stofcategorieën en een voorbeeldstof per stofcategorie zijn weergegeven in bijlage III. Een overschrijding van de referentiehoeveelheden wil niet automatisch zeggen dat de risicoplafonds worden overschreden. Bij een (dreigende) overschrijding van de risicoplafonds gaat de staatssecretaris van I&M in gesprek met de sector (vervoerders, verladers en infrastructuurbeheerders) over maatregelen om een dergelijke overschrijding te voorkomen of te beëindigen. Bij een overschrijding kan het college de staatssecretaris van I&M wijzen op haar verantwoordelijkheid om de overschrijding te beëindigen. 5. Betekent het eventueel overschrijden van de norm dat in Gouda een verhoogde mate van risico wordt gelopen door het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor met name voor de inwoners van Gouda? Antwoord: Er is op dit moment geen sprake van overschrijding van de norm (zie referentiehoeveelheden). Een eventuele overschrijding van de norm betekent dat de risicocontouren verder van het spoor liggen dan is afgesproken en het risico is dan dus groter dan is afgesproken. Zoals in het antwoord op vraag 4 vermeld, zal de staatssecretaris van I&M in dat geval actie moeten ondernemen om de overschrijding te beëindigen. Bijlagen: Bijlage I: Knip uit bijlage II van de Regeling Basisnet; risicoplafonds ter hoogte van Gouda Bijlage II: Kale realisatiecijfers transport gevaarlijke stoffen spoor ter hoogte van Gouda Bijlage III: Stofcategorie indeling spoor van 6

3 Bijlage I : Knip uit bijlage II van de Regeling Basisnet; risicoplafonds ter hoogte van Gouda Risicoplafonds Vervoersgegevens t.b.v. de berekening van het Groepsriscio PRplafond Warme/ Koude Bleve GR-plafonds Vervoershoeveelheden (in ketelwagenequivalenten) Aanwijzing Basisnetroutes PR 10-6 PR 10-7 PR 10-8 verhouding Stofcategorieën Contour Contour Contour PAG Begincoördin aten Eindcoördina ten Naam + trajectnummer (afstand in meters) A B2 B3 C3 D3 D4 A B : : : : : : : : : : : : : : : : Z: Rotterdam Blijdorp Gouda AO: AP: AQ: AR: Gouda Harmelen aansl AS: AT: AU: AV: JA van 6

4 Toelichting bijlage I De risicocontouren PR 10-6, PR 10-7 en PR 10-8 verbinden alle punten langs het spoor waar het risico respectievelijk 1 op de miljoen (PR 10-6 ), 1 op de 10 miljoen (PR10-7 ), 1 op de 100 miljoen (PR10-8 ) per jaar is om te overlijden als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen op het spoor, wanneer een persoon onbeschermd een jaar lang op die plaats verblijft van 6

5 Bijlage II : Kale realisatiecijfers transport gevaarlijke stoffen spoor ter hoogte van Gouda *In de bovenste tabel: de hoeveelheden zoals aangegeven voor 2003 t/m 2014 en de referentiehoeveelheden Basisnet. De hoeveelheden zijn in zogenaamde ketelwagenequivalenten. In bijlage III vindt u een uitleg wat codering A t/m D4 in de bovenste rij betekent. In de onderste tabel: de cijfers voor 2015 moeten nog worden omgezet naar ketelwagenequivalenten. Maar ook als de hoeveelheden voor 2015 vervoerd in Ketel en Container bij elkaar worden opgeteld is dit nog steeds minder dan de referentiehoeveelheden (zie de onderste regel Basisnet ) van 6

6 Bijlage III Stofcategorie indeling spoor van 6