A. WAAROM DEZE HANDLEIDING?

Vergelijkbare documenten
Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016

Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV

zonevreemde woningen en gebouwen: Regularisatiemogelijkheden voor overtredingen

Jouw stem in het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan

Leuven Noord. gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan BIJLAGE 1: GRAFISCH PLAN BIJLAGE 2: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Aanduiding ankerplaatsen - erfgoedlandschappen. Wetgeving: procedure en gevolgen

Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent - Temse Verslag plenaire vergadering

bladnummer 3 Advies van de gecoro

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 april 2013

Aanvraag van een planologisch attest

A. Samenvatting van het dossier

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 januari 2015

gemeenteraad Besluit Onderwerp: Aanvraag stedenbouwkundige vergunning NR. 2017/ Kuhlmannlaan/Riemekaai - zaak van de wegen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen Zitting van 26 februari 2016

College van burgemeester en schepenen

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren

Resultaat opvraging perceel gelegen in Hasselt afdeling HASSELT 4 AFD, sectie E met perceelnummer 0440/00F000 [71324E0440/00F000]

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 16 november 2012

N16 Scheldebrug Temse-Bornem

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

gemeenteraad Besluit OPSCHRIFT Vergadering van 23 oktober 2017 Besluit nummer: 2017_GR_01011

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende stedenbouwkundige attesten, projectvergaderingen en stedenbouwkundige inlichtingen

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

VR DOC.0003/2

Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 april 2013

Resultaat opvraging perceel gelegen in Wetteren afdeling WETTEREN 2 AFD, sectie E met perceelnummer 0397/00P000 [42302E0397/00P000]

college van burgemeester en schepenen Zitting van 17 april 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag:

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

college van burgemeester en schepenen Zitting van 7 februari 2014

N O T A B E T R E F F E N D E D E B E H A N D E L I N G V A N D E WOONWIJKEN L U T T E R Z E L E

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Omgeving - Omgevingsvergunningen

Resultaat opvraging perceel gelegen in Gent afdeling GENT 16 AFD, sectie K met perceelnummer 0567/00P000 [44816K0567/00P000]

Sint-Truiden - Tongeren

INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

college van burgemeester en schepenen Zitting van 29 december 2011

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 december 2016

Omgeving - Omgevingsvergunningen

Ieper - Poperinge. 1. Reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding (KB 14/08/79)

Regiostelplaats Antwerpen-Oost

ADVIES VAN 22 FEBRUARI 2012 OVER HET BESLUIT HANDELINGEN ALGEMEEN BELANG

BPOST N.V. Muntcentrum 1000 Brussel

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

Samenhang tussen stedenbouwkundige voorschriften en decretale bepalingen bij een ruimtelijk uitvoeringsplan.

Als gevolg aan uw aanvraag van 4/12/2017, ontvangen op 4/12/2017, met referentie gevraagde gegevens over. IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Aanleg hoogspanningsleiding Zandvliet-Lillo.

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 september 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 8 februari 2013

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

Oudenaarde. 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77)

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Cohousing in Vlaanderen stedenbouwkundig Peter Vervoort

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

Gebied voor stedelijke activiteiten

Ruimtelijke Ordening - Vergunningen

Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van tot wijziging van diverse besluiten, wat betreft de oprichting van het beleidsdomein Omgeving

versie 01/2019 Handleiding Omgevingsloket Vegetatiewijzigingen omgevingvlaanderen.be natuurenbos.be

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

Ruimtelijke. Ordening Planning. Ordening en Stedenbouw Provinciebestuur Vlaams-Brabant Dienst Ruimtelijke ordening Provincieplein Leuven

IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Adres: Schuttershofstraat LANAKEN België IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

Ruimtelijke Ordening - Vergunningen

meldings- en vergunningsplicht

ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN

Omzendbrief RO/2010/01

Oostende - Middenkust

SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES

Steenbakkerij Floren en Cie NV

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Uittreksel uit het vergunningenregister

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf Brouwerij Lindemans te Sint-Pieters-Leeuw

Aan Federaal Aankoopcomité Kruidtuinlaan 50 bus Brussel

Ruimtelijke Ordening - Vergunningen

Thematisch RUP Mobiliteit 1 Parking en recreatiedomein Den Bruul

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

college van burgemeester en schepenen Zitting van 8 januari 2016

Bestaand regionaal bedrijf

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Transcriptie:

Handleiding bij de toepassing van het Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5, artikel 4.4.7, 2, en artikel 4.7.1, 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en tot regeling van het vooroverleg van de Vlaamse Bouwmeester voor lijninfrastructuur- en nutswerken die een kleine wijziging inhouden. A. WAAROM DEZE HANDLEIDING? De Vlaamse Regering wil de procedures voor infrastructuurwerken binnen redelijke termijnen afronden. Een van de maatregelen die ze daarvoor in het Regeerakkoord 2009-2014 voorstelt is: We maken meer infrastructuurwerken mogelijk zonder ruimtelijk uitvoeringsplan. Door een ruimere invulling van het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de werken, handelingen of wijzigingen van algemeen belang en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester, wil ze een snellere realisatie van belangrijke infrastructuurwerken mogelijk maken. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, die sinds 1 september 2009 van kracht is, voorziet dat voor lijninfrastructuur- en nutswerken die een kleine wijziging inhouden, steeds mag worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften 1, voor zover de betrokken handelingen de algemene bestemming en het architectonische en landschappelijke karakter van het gebied niet kennelijk in het gedrang brengen (artikel 4.4.7, 2). Verder wordt gesteld dat de Vlaamse Regering bepaalt welke lijninfrastructuur- en nutswerken een kleine wijziging inhouden. De Vlaamse Regering heeft daarom het uitvoeringsbesluit van 5 mei 2000 gewijzigd en het toepassingsgebied ervan verruimd met onder andere lijninfrastructuur- en nutswerken die een kleine wijziging impliceren. Het besluit definieert de voorwaarden waaraan voldaan moet zijn opdat voor deze werken geen planningsinitiatief vereist is. De recentste versie van het Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5, artikel 4.4.7, 2, en artikel 4.7.1, 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en tot regeling van het vooroverleg van de Vlaamse Bouwmeester werd op 13 november 2009 goedgekeurd door de Vlaamse Regering. 2 Om het toepassingsgebied te verduidelijken, heeft de Vlaamse Regering hierbij ook beslist om een handleiding op te maken. 1 Stedenbouwkundige voorschriften zijn volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (artikel 2.2.2. en 2.2.3.) voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer van een gebied. Ze kunnen eigendomsbeperkingen inhouden, met inbegrip van bouwverbod. Ze kunnen van die aard zijn dat ze na verloop van tijd in werking treden of dat de inhoud op een bepaald tijdstip verandert. Ook kunnen ze modaliteiten voorschrijven die bij de inrichting van het gebied in acht moeten worden genomen. 2 De integrale tekst van het besluit is te vinden op www.ruimtelijkeordening.be (rubriek wetgeving uitvoeringsbesluiten Titel IV.Vergunningenbeleid handelingen van algemeen belang en vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester). Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 1

B. TOEPASSINGSGEBIED EN TOETSINGSCRITERIA Het kan om lijninfrastructuur- en nutswerken op zowel lokaal als bovenlokaal niveau gaan. Ook kan het om verschillende types van infrastructuur gaan: weginfrastructuur, spoorweginfrastructuur, waterwegen, nutsleidingen, Niet zozeer het bestuursniveau of het infrastructuur-type is dus doorslaggevend, dan wel de aard van de werken en de ligging van het project. Het uitvoeringsbesluit schrijft voor welke criteria in dit verband van toepassing zijn (artikel 3, 2): a. In de eerste plaats moet aan volgende voorwaarden voldaan zijn: het gaat om de wijziging van bestaande of op een plan van aanleg of een ruimtelijk uitvoeringsplan aangeduide lijninfrastructuur de werken zijn niet opgenomen in de bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage 3 de werken worden niet uitgevoerd in een ruimtelijk kwetsbaar gebied 4 of hebben geen significante impact op een ruimtelijk kwetsbaar gebied indien ze in zo n gebied gelegen zijn als het gaat om infrastructuur voor het wegverkeer moeten de werken: een ruimtelijke of verkeerstechnische optimalisering van de bestaande of bestemde situatie betekenen én onder een van volgende categorieën vallen: ofwel: de aanleg of aanpassing van een knooppunt waarvoor reeds een bepaalde configuratie was ingetekend op een ruimtelijk uitvoeringsplan of plan van aanleg, en waarbij van deze configuratie wordt afgeweken zonder kennelijk aanzienlijke bijkomende ruimte-inname ofwel: de verbreding van het bestaande of geplande 5 dwarsprofiel, voor zover er geen kennelijk ingrijpende ruimtelijke effecten zijn ofwel: de verschuiving van het geplande dwarsprofiel, voor zover er geen kennelijk ingrijpende ruimtelijke effecten zijn ofwel: de aanleg van een carpoolparking bij bovenlokale infrastructuur, als deze gesitueerd is binnen de bestaande of te realiseren ruimtelijke omschrijving van een op- en afrittencomplex 3 Het gaat in de bijlage I om vrij belangrijke MER-plichtige werken, zoals de aanleg van: een spoorlijn over een lengte van 10 km of meer, nieuwe wegen met 4 of meer rijstroken en met een ononderbroken lengte van 10 km of meer, waterwegen en havens voor binnenschepen van meer dan 1350 ton, pijpleidingen met een diameter van meer dan 800mm en een lengte van meer dan 40km. Minder belangrijke MER-plichtige werken uit bijlage II worden dus niet uitgesloten van de toepassingen van bovenvermeld uitvoeringsbesluit. Dit gaat onder andere om de aanleg van: spoorwegen met lengte van 1 tot 10 km, wegen met 4 of meer rijstroken over een lengte van 1 tot 10 km, wegen met 2 of meer rijstroken over een lengte van 10 km of meer, waterwegen. 4 Onder ruimtelijk kwetsbaar gebied worden de volgende gebieden, aangewezen op plannen van aanleg, verstaan: agrarische gebieden met ecologisch belang, agrarische gebieden met ecologische waarde, bosgebieden, brongebieden, groengebieden, natuurgebieden, natuurgebieden met wetenschappelijke waarde, natuurontwikkelingsgebieden, natuurreservaten, overstromingsgebieden, parkgebieden, valleigebieden. Ook gaat het om de gebieden aangewezen op ruimtelijke uitvoeringsplannen, en sorterend onder één van volgende (sub)categorieën van gebiedsaanduiding: bos, parkgebied, reservaat en natuur. Het Vlaams Ecologisch Netwerk, met de gebiedscategorieën Grote Eenheden Natuur en Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling (decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu) en de beschermde duingebieden en de voor het duingebied belangrijke landbouwgebieden (artikel 52, 1, van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud) behoren er ook toe. 5 Met het woord geplande worden de op plannen van aanleg of uitvoeringsplannen aangeduide, maar eventueel nog niet gerealiseerde, infrastructuurwerken bedoeld. Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 2

b. Indien aan deze voorwaarden voldaan wordt, is er nog steeds een concrete beoordeling nodig. De werken mogen de grenzen van het ruimtelijk functioneren van het gebied en de omliggende gebieden niet overschrijden. Bij dit in concreto-onderzoek zal onder andere gekeken worden naar: de morfologie van het gebied, de bestaande bouwdichtheid van het gebied, de inpasbaarheid in de omgevende bebouwingstypologie, de omvang van het project en het ruimtelijk bereik van de effecten van de werken. De voorbeelden in bijlage verduidelijken de toepassing van deze beoordelingscriteria, en dit voor verschillende types van projecten. Deze voorbeelden zijn echter louter ter indicatie en kunnen niet zonder meer als altijd geldend uitgangspunt genomen worden. Elk project zal steeds casuïstiek en gebiedsspecifiek getoetst moeten worden. C. PROCEDURE EN AANVRAAG: VOOROVERLEG EN ADVIES Artikel 4.4.7 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening maakt het dus mogelijk om onder welbepaalde voorwaarden lijninfrastructuur- en nutswerken die een kleine wijziging inhouden te vergunnen in afwijking van stedenbouwkundige voorschriften. Om enerzijds de officiële vergunningsprocedure sneller te laten verlopen en anderzijds geen officiële procedure op te starten als er toch geen kans op slagen is, wordt aan de initiatiefnemers sterk aangeraden om vooroverleg te houden. Er is namelijk steeds de mogelijkheid om te overleggen met de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar van het agentschap Ruimte en Erfgoed bij niet MER-plichtige projecten en met de afdeling Stedenbouwkundig Beleid en Onroerend Erfgoedbeleid bij MER-plichtige projecten en projecten waarbij een ontheffing van de MER-plicht is verleend. Bovendien bestaat de mogelijkheid om, voorafgaand aan de eigenlijke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning, een vooradvies 6 aan te vragen: De adviesvraag wordt, overeenkomstig de opdeling voor het vooroverleg, gericht aan hetzij de afdeling Stedenbouwkundig Beleid en Onroerend Erfgoedbeleid, hetzij de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar van het agentschap Ruimte en Erfgoed. Om deze adviesvraag zo goed mogelijk te kunnen beoordelen, dient de initiatiefnemer bij de opbouw van de aanvraag volgende aandachtspunten in acht te nemen: De adviesaanvraag omvat een nota waarin kort de geplande werken worden omschreven. Bij de adviesvraag wordt een duidelijk overzichtsplan van de geplande werken gevoegd. Naargelang de grootte/omvang van het project wordt dit plan weergegeven op schaal 1:25.000 of 1:10.000. Er moeten geen gedetailleerde plannen toegevoegd worden. Er wordt een uittreksel van het gewestplan betreffende de locatie van de werken toegevoegd, eveneens op schaal 1:25.000 of 1:10.000 naargelang de grootte/omvang van het project. 6 Dit vooradvies is nog niet hetzelfde als een stedenbouwkundig attest, dat uiteraard ook tot de mogelijkheden behoort. Een stedenbouwkundig attest biedt bepaalde voordelen (zie artikel 5.3.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening), maar vergt een stringentere (lees uitgebreidere) dossiersamenstelling en procedure. Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 3

De aanvrager voert een eigen toetsing uit aan de criteria van het uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen, die vermeld worden in deze handleiding, zodat zelf al kan nagegaan worden of het project onder de toepassing van het uitvoeringsbesluit valt. Deze toetsing wordt bij de adviesvraag gevoegd. Indien het project gelegen is in een ruimtelijk kwetsbaar gebied of een significante invloed heeft op een ruimtelijk kwetsbaar gebied, vraagt de aanvrager eerst zelf advies aan het agentschap voor Natuur en Bos of de afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling en voegt dit toe aan de adviesvraag. Het advies dat zal uitgebracht worden, door de afdeling Stedenbouwkundig Beleid en Onroerend Erfgoedbeleid of de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar van het agentschap Ruimte en Erfgoed, houdt enkel een toetsing aan bovenvermeld uitvoeringsbesluit in, namelijk of er voor het project voorafgaand al dan niet de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan nodig is. D. BELANGRIJKE RANDBEMERKINGEN Het advies betekent niet dat er later automatisch een stedenbouwkundige vergunning zal worden toegekend. Bij de beoordeling van de eigenlijke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning zal er immers met diverse andere elementen rekening moeten worden gehouden. Er kan een openbaar onderzoek vereist zijn, naar aanleiding waarvan bezwaren kunnen ingediend worden die nieuwe elementen kunnen aanbrengen. Er zal waarschijnlijk advies van diverse instanties moeten worden ingewonnen ((Duurzame Landbouwontwikkeling, Natuur en Bos, Wegen en Verkeer, Onroerend Erfgoed, ). In het kader van de watertoets is het advies van de waterbeheerder vereist. De betrokken colleges van burgemeester en schepenen verlenen eveneens advies. Alle hiervoor opgesomde adviezen kunnen negatief zijn of voorwaarden opleggen. Bovendien dient het project, uitgebreider dan bij het advies, beoordeeld te worden op de verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening. Het advies betekent echter evenmin dat, wanneer er geen toepassing kan gemaakt worden van het uitvoeringsbesluit, er sowieso een ruimtelijk uitvoeringsplan zal opgemaakt worden voor het project. Het al dan niet opmaken van een ruimtelijk uitvoeringsplan en de inhoud ervan is onder meer afhankelijk van het te doorlopen planningsproces en de ruimtelijke afweging tijdens dat proces of eraan voorafgaand. Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 4

E. CONTACTGEGEVENS agentschap Ruimte en Erfgoed: afdeling Antwerpen afdeling Limburg afdeling Oost-Vlaanderen afdeling Vlaams-Brabant Lange Kievitstraat 111-113 bus 52, 2018 Antwerpen Tel: 03 224 65 20 / E-mail: ro.ant@rwo.vlaanderen.be Koningin Astridlaan 50 bus 1, 3500 Hasselt Tel: 011 74 21 00 / E-mail: ro.limb@rwo.vlaanderen.be Gebroeders Van Eyckstraat 4-6, 9000 Gent Tel: 09 265 45 11 / E-mail: ro.ovl@rwo.vlaanderen.be Blijde Inkomststraat 103-105, 3000 Leuven Tel: 016 24 98 18 / E-mail: ro.vbr@rwo.vlaanderen.be afdeling West-Vlaanderen Werkhuisstraat 9, 8000 Brugge Tel: 050 44 28 11 / E-mail: ro.wvl@rwo.vlaanderen.be afdeling Stedenbouwkundig Beleid en Onroerend Erfgoedbeleid: Koning Albert II-laan 19 bus 10, 1210 Brussel Tel: 02 553 83 34 / E-mail: stedenbouwkundigbeleid@rwo.vlaanderen.be agentschap voor Natuur en Bos: Koning Albert II-laan 20, 1000 Brussel Tel: 02 553 81 02 / E-mail: anb@vlaanderen.be afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling: Koning Albert II-laan 35 bus 40, 1030 Brussel Tel: 02 552 78 70 / E-mail: elke.boeykens@lv.vlaanderen.be Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 5

F. VOORBEELDEN Onderstaande voorbeelden hebben betrekking op projecten voor lijninfrastructuur- en nutswerken die een kleine wijziging zouden kunnen inhouden 7, en in toepassing van artikel 4.4.7, 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en het uitvoeringsbesluit vergunbaar zouden kunnen zijn in afwijking van stedenbouwkundige voorschriften zoals bedoeld in Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De projecten zijn telkens beoordeeld aan de hand van de criteria uit artikel 3 van het vermelde uitvoeringsbesluit. De voorbeelden worden opgedeeld in volgende categorieën: 1. Wegeninfrastructuur 2. Spoorweginfrastructuur 3. Waterwegen 4. Ondergrondse leidingen 5. Hoogspanningslijnen De voorbeelden zijn indicatief. Elk concreet project zal steeds casuïstiek en gebiedsspecifiek moeten getoetst worden, aan de hand van de vermelde criteria. Op basis van deze toets kan uitspaak gedaan worden over het al dan niet vereist zijn van een ruimtelijk uitvoeringsplan. Over de eigenlijke vergunbaarheid van het project zal pas ten gronde geoordeeld kunnen worden op het moment van de officiële aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning. 7 Er wordt hier uitdrukkelijk zouden kunnen vermeld, omdat ook een aantal projecten zijn opgenomen die dateren van vóór het huidige uitvoeringsbesluit en waarvoor toen wel (terecht) werd geoordeeld dat er een ruimtelijk uitvoeringsplan vereist was. Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 6

1. Wegeninfrastructuur 1.a. Knooppunt A12 Willebroek Noord WEGENINFRASTRUCTUUR Valt onder bijlage II Gedeelte in bosgebied Significante impact op ruimtelijk kwetsbaar gebied Er wordt slechts een kleine hoek van het bosgebied aangesneden; er is geen significante invloed op dat gebied. Betreft voor wegen: optimaliseren van bestaande of bestemde situatie Betreft voor wegen: Aanleg of aanpassing knooppunt in afwijking op aangeduide configuratie RUP/plan van aanleg zonder aanzienlijke bijkomende ruimte-inname; Verbreding bestaand of gepland dwarsprofiel zonder ingrijpende ruimtelijke effecten; Verschuiving gepland dwarsprofiel, zonder ingrijpende ruimtelijke effecten; Aanleg carpoolparking bij bovenlokale infrastructuur binnen bestaande of te realiseren ruimtelijke omschrijving op- en afrittencomplex Nieuwe afrit ten westen van de A12 bevindt zich in bosgebied, dat evenwel wordt onderbroken door openbaar nut (gipsstort) en industriegebied (karting). Er wordt slechts een kleine hoek bosgebied afgesneden, aan de rand ervan. De impact van de bijkomende ruimte-inname op het bosgebied en de omgeving is beperkt. Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 7

1.b. Knooppunt E40/N44 - Aalter WEGENINFRASTRUCTUUR Valt onder bijlage II Significante impact op ruimtelijk kwetsbaar gebied Carpoolparking Betreft voor wegen: optimaliseren van bestaande of bestemde situatie Betreft voor wegen: Aanleg of aanpassing knooppunt in afwijking op aangeduide configuratie RUP/plan van aanleg zonder aanzienlijke bijkomende ruimte-inname; Verbreding bestaand of gepland dwarsprofiel zonder ingrijpende ruimtelijke effecten; Verschuiving gepland dwarsprofiel, zonder ingrijpende ruimtelijke effecten; Aanleg carpoolparking bij bovenlokale infrastructuur binnen bestaande of te realiseren ruimtelijke omschrijving op- en afrittencomplex Aanpassing van het knooppunt E40 / N37-N44-N409- N499. De aanpassing beoogt een verbeterde aantakking van lokale en secundaire wegen op primaire en hoofdwegen: enerzijds het eigenlijke op- en afrittencomplex en anderzijds de verbindingswegen naar dit complex. Het gaat om een aanpassing met een beperkte bijkomende ruimte-inname en er wordt aangesloten bij de bestaande infrastructuur. Er wordt slechts een klein stuk van het agrarisch gebied aangesneden, aan de rand ervan. De carpoolparking ligt echter net niet binnen bestaande of te realiseren ruimtelijke omschrijving van het eigenlijke op- en afrittencomplex, maar langs een verbindingsweg tot dit complex. Bijgevolg is deze carpoolparking niet conform met het uitvoeringsbesluit. Dit onderdeel dient te worden geregeld via een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 8

1.c. Knooppunt R4/N70 - Gent BPA gewestelijk RUP afbakening grootstedelijk gebied Gent WEGENINFRASTRUCTUUR Valt onder bijlage II Gedeeltelijk in zone voor bos op BPA Significante impact op ruimtelijk kwetsbaar gebied Er is maar een klein deel in bosgebied gelegen, aan de rand ervan; er is geen significante impact op het gebied.. Betreft voor wegen: optimaliseren van bestaande of bestemde situatie Betreft voor wegen: Aanleg of aanpassing knooppunt in afwijking op aangeduide configuratie RUP/plan van aanleg zonder aanzienlijke bijkomende ruimte-inname; Verbreding bestaand of gepland dwarsprofiel zonder ingrijpende ruimtelijke effecten; Verschuiving gepland dwarsprofiel, zonder ingrijpende ruimtelijke effecten; Aanleg carpoolparking bij bovenlokale infrastructuur binnen bestaande of te realiseren ruimtelijke omschrijving op- en afrittencomplex Project ligt gedeeltelijk in BPA, in bufferzone en zone voor bos. Het gaat echter om een beperkte inname van deze groengebieden. De werken situeren zich op voldoende afstand van de bebouwing. De ruimtelijke impact van de bijkomende ruimte-inname is beperkt. gewestplan Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 9

1.d. Knooppunt E313/N174/N102 - Laakdal WEGENINFRASTRUCTUUR Valt onder bijlage II Gedeeltelijk gelegen in bosgebied. Significante impact op ruimtelijk kwetsbaar gebied Er wordt slechts een kleine hoek van het bosgebied aangesneden, en er is geen significante impact op dit gebied. Betreft voor wegen: optimaliseren van bestaande of bestemde situatie Betreft voor wegen: Aanleg of aanpassing knooppunt in afwijking op aangeduide configuratie RUP/plan van aanleg zonder aanzienlijke bijkomende ruimte-inname; Verbreding bestaand of gepland dwarsprofiel zonder ingrijpende ruimtelijke effecten; Verschuiving gepland dwarsprofiel, zonder ingrijpende ruimtelijke effecten; Aanleg carpoolparking bij bovenlokale infrastructuur binnen bestaande of te realiseren ruimtelijke omschrijving open afrittencomplex Afrit ten noorden van E313 snijdt slechts een kleine hoek bosgebied af, dat momenteel reeds bebouwing bevat. De ruimtelijke impact van de bijkomende ruimte-inname is beperkt. Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 10

1.e. Knooppunt N16 - Bornem-Industrie WEGENINFRASTRUCTUUR Valt onder bijlage II Significante impact op ruimtelijk kwetsbaar gebied gewestplan Gemeentelijk RUP Betreft voor wegen: optimaliseren van bestaande of bestemde situatie Betreft voor wegen: Aanleg of aanpassing knooppunt in afwijking op aangeduide configuratie RUP/plan van aanleg zonder aanzienlijke bijkomende ruimte-inname; Verbreding bestaand of gepland dwarsprofiel zonder ingrijpende ruimtelijke effecten; Verschuiving gepland dwarsprofiel, zonder ingrijpende ruimtelijke effecten; Aanleg carpoolparking bij bovenlokale infrastructuur binnen bestaande of te realiseren ruimtelijke omschrijving op- en afrittencomplex Project valt gedeeltelijk in gemeentelijk RUP, in een strook voor parkeerhavens. Het gaat echter om een beperkte inname van deze zone. De werken sluiten aan bij industriegebied. De ruimtelijke impact van de bijkomende ruimte-inname is beperkt. Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 11

1.f. Knooppunt A19/R8 - Kortrijk-West WEGENINFRASTRUCTUUR Valt onder bijlage II Significante impact op ruimtelijk kwetsbaar gebied gewestplan Betreft voor wegen: optimaliseren van bestaande of bestemde situatie Betreft voor wegen: Aanleg of aanpassing knooppunt in afwijking op aangeduide configuratie RUP/plan van aanleg zonder aanzienlijke bijkomende ruimte-inname; Verbreding bestaand of gepland dwarsprofiel zonder ingrijpende ruimtelijke effecten; Verschuiving gepland dwarsprofiel, zonder ingrijpende ruimtelijke effecten; Aanleg carpoolparking bij bovenlokale infrastructuur binnen bestaande of te realiseren ruimtelijke omschrijving op- en afrittencomplex Project valt gedeeltelijk in BPA, in zones waarin wegeninfrastructuur niet conform de voorschriften is. Het gaat echter om een beperkte inname van deze zones. De ruimtelijke impact van de bijkomende ruimte-inname is beperkt. Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 12

1.g. Verbreden toegangsweg Ziekenhuis Oost-Limburg - Genk WEGENINFRASTRUCTUUR Verbreding is volgens BPA gelegen in een zone voor natuurgebied. Significante impact op ruimtelijk kwetsbaar gebied Er wordt slechts een klein deel van het natuurgebied ingenomen, aan de rand ervan. Er is geen significante impact op dit gebied. Betreft voor wegen: optimaliseren van bestaande of bestemde situatie Betreft voor wegen: Aanleg of aanpassing knooppunt in afwijking op aangeduide configuratie RUP/plan van aanleg zonder aanzienlijke bijkomende ruimte-inname; Verbreding bestaand of gepland dwarsprofiel zonder ingrijpende ruimtelijke effecten; Verschuiving gepland dwarsprofiel, zonder ingrijpende ruimtelijke effecten; Aanleg carpoolparking bij bovenlokale infrastructuur binnen bestaande of te realiseren ruimtelijke omschrijving op- en afrittencomplex Het gaat om de beperkte verbreding van een bestaande weg, met een beperkte ruimtelijke impact. Door de ligging aan de rand van het natuurgebied vormt het geen substantiële verstoring van dit natuurgebied. Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 13

1.h. Aanleg rotonde kruispunt Citadellaan/Nijverheidslaan - Diest WEGENINFRASTRUCTUUR Valt onder bijlage II Significante impact op ruimtelijk kwetsbaar gebied Betreft voor wegen: optimaliseren van bestaande of bestemde situatie Betreft voor wegen: Aanleg of aanpassing knooppunt in afwijking op aangeduide configuratie RUP/plan van aanleg zonder aanzienlijke bijkomende ruimte-inname; Verbreding bestaand of gepland dwarsprofiel zonder ingrijpende ruimtelijke effecten; Verschuiving gepland dwarsprofiel, zonder ingrijpende ruimtelijke effecten; Aanleg carpoolparking bij bovenlokale infrastructuur binnen bestaande of te realiseren ruimtelijke omschrijving op- en afrittencomplex Het gaat om de aanleg van fietsinfrastructuur buiten de zone voor openbare wegenis in het BPA. Het gaat om een beperkte overschrijding van deze zone, in functie van de aanleg van fietsstroken. De ruimtelijke impact is beperkt. Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 14

1.i. Carpoolparking - Erpe-Mere WEGENINFRASTRUCTUUR Significante impact op ruimtelijk kwetsbaar gebied Carpoolparking binnen bestaande infrastructuur Betreft voor wegen: optimaliseren van bestaande of bestemde situatie Betreft voor wegen: Aanleg of aanpassing knooppunt in afwijking op aangeduide configuratie RUP/plan van aanleg zonder aanzienlijke bijkomende ruimte-inname; Verbreding bestaand of gepland dwarsprofiel zonder ingrijpende ruimtelijke effecten; Verschuiving gepland dwarsprofiel, zonder ingrijpende ruimtelijke effecten; Aanleg carpoolparking bij bovenlokale infrastructuur binnen bestaande of te realiseren ruimtelijke omschrijving open afrittencomplex Carpoolparking wordt voorzien binnen het bestaande op- en afrittencomplex in bufferzone. Er wordt aangesloten bij industriegebied. De ruimtelijke impact is beperkt. Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 15

2. Spoorweginfrastructuur 2.a. Verplaatsing spoorlijn 15 - Houthalen-Helchteren SPOORWEGINFRASTRUCTUUR Gelegen in natuurgebied Significante impact op ruimtelijk kwetsbaar gebied Gelegen aan de rand van het natuurgebied, en aansluitend bij de bestaande spoorlijn. Er is geen significante invloed op dit gebied. De nieuwe spoorlijn wordt in de onmiddellijke nabijheid van de bestaande spoorlijn gepland en het betreft een kort tracé. De ruimtelijke impact is beperkt. Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 16

3. Waterwegen 3.a. Verbreding Albertkanaal Wijnegem WATERWEGEN gewestplan verbreding Significante impact op ruimtelijk kwetsbaar gebied Het gaat om een plaatselijke verbreding van het kanaal. Er wordt slechts een kleine zone van het agrarisch gebied aangesneden, aan de rand ervan. De ruimtelijke impact van de bijkomende ruimte-inname is beperkt. BPA Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 17

4. Ondergrondse leidingen: Algemeen Naast de criteria uit het uitvoeringsbesluit geldt hiervoor volgend uitgangspunt: Het aanleggen van een bijkomende ondergrondse leiding parallel aan een bestaande leiding of een andere bestaande lijninfrastructuur, komt in aanmerking om onder het toepassingsgebied van het uitvoeringsbesluit te vallen. Dit uitgangspunt is gebaseerd op volgende elementen: - De leiding wordt ondergronds aangelegd en de impact grijpt dus voornamelijk plaats op het moment van de aanleg, en er is geen omvangrijke blijvende ruimte-inname. Bijgevolg is deze benadering niet van toepassing voor de ontdubbeling van een spoorweg, bovengrondse hoogspanningslijn,. - Vanuit ruimtelijk oogpunt gaat de voorkeur naar bundeling met bestaande leidingen. - Leidingen worden beschouwd parallel te liggen wanneer de afstand met de bestaande leiding of andere lijninfrastructuur in overeenstemming is met de vereiste minimum afstand die is opgelegd vanuit de sectorwetgeving, of er slechts beperkt van afwijkt wanneer dit technisch vereist is. Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 18

4.a. Voorbeeld van een nieuwe leiding volledig in parallellisme met een bestaande leiding (Heers-Tongeren) ONDERGRONDSE LEIDING Significante impact op ruimtelijk kwetsbaar gebied Beoordeling parallellisme: Het gaat om de aftakking van een bestaande leiding naar het distributienet. Deze nieuwe leiding wordt volledig in parallellisme met de bestaande leiding gelegd. De nieuwe leiding ligt volledig parallel met de bestaande leiding. Het gaat om de aftakking van een bestaande leiding; er wordt geen nieuwe hoofdleiding aangelegd. De nieuwe leiding heeft een lengte van 3km. De omvang van het project en de ruimtelijke impact ervan zijn beperkt. Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 19

4.b. Voorbeeld van een aanvaardbare afwijking van het parallellisme, omwille van een technische vereiste (Zandhoven) ONDERGRONDSE LEIDING Significante impact op ruimtelijk kwetsbaar gebied Beoordeling parallellisme: Het gaat om de ontdubbeling van een bestaande leiding. De nieuwe leiding wordt hoofdzakelijk parallel gelegd met de bestaande leiding. Om bestaande bebouwing te ontwijken, is er echter een lokale afwijking van dit parallellisme. Omdat het om een kleine afwijking gaat die nodig is omwille van een technische vereiste (de aanwezigheid van bestaande bebouwing), wordt dit beschouwd als een aanvaardbare afwijking. De nieuwe leiding ligt bijna volledig parallel met de bestaande leiding. De plaatselijke afwijking van het parallellisme gebeurt omwille van bebouwing en is beperkt. De ruimtelijke impact is beperkt. Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 20

5. Hoogspanningslijnen: Algemeen Bovengrondse hoogspanningslijnen - Het plaatsen van een of meer bijkomende draadstellen op bestaande masten komt in aanmerking voor de toepassing van het uitvoeringsbesluit betreffende de kleine wijzigingen. - Voor het plaatsen van een nieuwe bovengrondse lijn parallel met de bestaande maar met nieuwe masten, is steeds de opmaak van een RUP noodzakelijk. Hiervoor is immers een grondige ruimtelijke afweging vereist. Ondergrondse hoogspanningslijnen - Voor het plaatsen van een nieuwe ondergrondse lijn parallel met een bestaande ondergrondse of bovengrondse hoogspanningslijn of andere lijninfrastructuren, gelden dezelfde criteria als bij andere ondergrondse leidingen (zoals hierboven in 4. uiteengezet). Dezelfde afwijkingen van het bestaande tracé zijn in dat geval toelaatbaar. Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 21

HOOGSPANNINGSLIJN 5.a. Avelgem-Kluisbergen: plaatsen van tweede draadstel op bestaande hoogspanningslijn Bovengronds: bijkomende lijn met nieuwe masten Bijkomende lijn met nieuwe masten. Is nooit een kleine wijziging en vereist dus steeds de opmaak van een RUP. Uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen is niet van toepassing. Bovengronds: bijkomende draadstellen op bestaande masten Ondergronds Deels gelegen in natuurbied Significante impact op ruimtelijk kwetsbaar gebied Het draadstel wordt aan bestaande masten gehangen. Er is geen significante impact op het natuurgebied. Beoordeling parallellisme: De nieuwe draden worden ten oosten parallel met het bestaande draadstel gehangen. Het gaat om een aanvulling op een bestaande infrastructuur. Er komt geen nieuw tracé. Gezien er reeds masten staan en draden hangen, is de impact van het bijkomende draadstel op het gebruik en de bestemming van het gebied niet groter dan de reeds bestaande infrastructuur. De bijkomende ruimte-inname is beperkt. Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 22

HOOGSPANNINGSLIJN 5.b. Lillo-Zandvliet: bovengrondse hoogspanningslijn met nieuwe mast Bovengronds: bijkomende lijn met nieuwe masten Bijkomende lijn met nieuwe masten. Is nooit een kleine wijziging en vereist dus steeds de opmaak van een RUP Het gaat om de plaatsing van een nieuwe luchtlijn waarvoor een mast moet geplaatst worden.. Uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen is niet van toepassing. Bovengronds: bijkomende draadstellen op bestaande masten Ondergronds Significante impact op ruimtelijk kwetsbaar gebied. Beoordeling parallellisme: Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 23

5.c. Tienen-Wijgmaal: ondergrondse hoogspanningslijn HOOGSPANNINGSLIJN Bovengronds: bijkomende lijn met nieuwe masten Bijkomende lijn met nieuwe masten. Is nooit een kleine wijziging en vereist dus steeds de opmaak van een RUP. Uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen is niet van toepassing. Bovengronds: bijkomende draadstellen op bestaande masten Ondergronds Deels gelegen in parkgebied en agrarisch gebied met ecologisch belang. Significante impact op ruimtelijk kwetsbaar gebied De leiding wordt ondergronds aangelegd. Er is geen significante invloed op dit gebied. Beoordeling parallellisme: De hoogspanningslijn volgt bestaande infrastructuurlijnen: N3, R27, N29 en E40. Slechts op enkele plaatsen wordt afgeweken van bestaande lijninfrastructuren. De verbindingskabels worden ondergronds aangelegd en hebben geen visuele impact op het gebruik en de bestemming van het gebied. Er is geen bijkomende ruimteinname. Handleiding toepassing uitvoeringsbesluit kleine wijzigingen 24