Zijn deze stellingen feiten of meningen? Zet een kruisje in de gepaste kolom. Dat was een fantastisch boek, de personages waren levensecht.



Vergelijkbare documenten
Dat was een fantastisch boek, de personages waren levensecht. Portugal gaat zeker de wereldbeker winnen met zo n geweldige ploeg.

SCHRIJVEN. Instructiekaart voor de leerling nr. 5. A-vragen. Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...?

SAI Leopoldlaan Aalst. Debatteren. Een documentatiemap

onthouden. Schrijfdoelen Schrijfdoel Inhoud schrijfdoel Voorbeeld vermaakt door een leuk, spannen, aangrijpend of interessante tekst.

EXAMENPROJECT NEDERLANDS 5TSO ARGUMENTEREN EN DEBATTEREN

Vragenlijst: Wat vind jij van je

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

Combinatie van vaste tekststructuren

OPZOEKEN IN HET WOORDENBOEK (1)

Dia 1 Introductie max. 2 minuten!

10.10u Speeltijd. 5de lesuur 12.05u Middagpauze u Speeltijd

LESHANDLEIDING. NIVEAU vmbo 2 e en 3 e leerjaar. VAKGEBIEDEN burgerschap/maatschappijleer, Nederlands.

Welkom in de derde klas!

Communiceren is teamwork

Inhoudstafel Leermeermoment Chicago Jongeren Lees dit alvorens te beginnen... 2 Doelstelling van de activiteit... 2 Overzicht...

VMBO praktische leerweg VMBO theoretische leerweg HAVO VWO

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Deze vragenlijst bestaat uit vijf delen, A t/m E.

Lou en Lena: NEE tegen geweld!

Gebruik het onderstaande formulier om feedback te geven bij een presentatie van een medeleerling. Feedback van (naam)

Spoor je leerlingen dus aan om een verzorgde taal te hanteren tijdens en buiten de lessen. Je maakt hen enkel sterker!

Doel. Wat heb je nodig? Spelregels.

-Debatgids - Hoe bereid ik me voor op de Digimores Debatwedstrijd

Kwaliteitszorg. Test jezelf.

BEN IK BEREIKBAAR Opdrachtenblad Niveau:

ewogen en zoekende mensen vinden elkaar: Kerk - andere godsdiensten

1AT. 5de lesuur 12.05u Middagpauze

Thema Op zoek naar werk

PERFECTIONISME. Boomstraat 127A, 5038 GP Tilburg,

> NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime?

Gevaarlijke liefde. Weet jij wie die jongen is? Zit hij ook bij ons op school? Mooi hè, Kim? Maar wel duur! Ik geloof dat hij Ramon heet!

Voordoen (modelen, hardop denken)

leerlingen sociale veiligheid

Hoofdstuk 5 Schrijven

Laat de jongeren de test conflictstijlen maken (zie bijlage 1). Naar aanleiding van de uitslag ga je in gesprek.

BEN IK BEREIKBAAR? Opdrachtenblad Niveau:

VEILIG OP DE BANK Opdrachtenblad Niveau:

Wat weet je al? Je gaat bekijken wat je al over de overheid weet.

> COMMISSIE 3 You have to fight for you right en Klaargestoomd voor het leven 23 februari 2013 (12u45-14u35)

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Werkbladen Groep 7 & 8

i.s.m. Start 2 Start...

Onderhandelen en afspraken maken

Leerjaar 3: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A Thema 1: Communiceren en sociaal contact onderhouden

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.

TEST 1: Eerst denken of eerst doen? Kruis steeds het antwoord aan dat het best bij jou past. Probeer zo eerlijk mogelijk te antwoorden.

CREATIEF CONCEPTEN OP BASIS VAN CREATIVITEIT HOE? ZO!

In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner

Lucas 10: Mag Jezus jouw naaste zijn?

Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar

Hoe stel je prioriteiten?

KINDEREN EN INTERNET 9-10 jaar

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

Doel. Wat heb je nodig? Spelregels.

Aan de hand van 11 kleine stapjes, kan deze methode jou helpen om jou einddoel te bereiken!

Luisteren: muziek (B1 nr. 1)

OMGAAN MET GEVOELIGHEID VOOR ANGST

Lesbrief over Leerplicht

De begeleider als instrument bij gedragsproblemen

Een deel van het onderzoek doe je met z n tweeën, het andere deel doe je zelfstandig. Dit onderzoek telt als repetitie A en B.

Vragenlijst Prettig Schoolgaan versie voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs

Een goede vangst! Een goede vangst

Als je een taakstraf hebt gekregen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Enkele gegevens evens over jezelf en de school:

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hey Russel! Een bijzondere vriendschap

Schrijfpalet. Denk goed na! 12. Olifant met gsm?

Leerlingen weten dat er in een democratische rechtsstaat verschillende manieren zijn om conflicten op te lossen en dat rechtspraak daar één van is.

Vragenlijst conflicthantering

Waarom stage? Regels stage Interview 1+2 Stage eindverslag 1+2

VEILIG OP DE BANK Opdrachtenblad Niveau:

Onderzoek Geweldsfilmpjes

Discussiëren Kun Je Leren:

De examenperiode is een moeilijke tijd. Je moet hard studeren en je hebt veel stress. Wat is een goede studiemethode en wat doe je beter niet?

Lees Zoek op Om over na te denken

Competentie: Leergebied: Zuid Nederland. Toepassen

Verslag Creatief Denken en Pitchen

Onderzoek Hoe scoren je docenten?

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan

Gaan stemmen of niet gaan stemmen? (Uit: Kompas)

Dit is een voorlopige versie van de schoolregels. Over een paar maanden gaan we de schoolregels evalueren en worden ze opnieuw vastgesteld.

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.

Ik weet dat mijn gegevens anoniem zullen worden toegevoegd aan een databestand dat voor wetenschappelijke doeleinden gebruikt wordt.

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website:

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST

[DIA MET TITEL+COVER HIER]

Kom verder. Mail vragen en opmerkingen naar: Veel plezier met dit boek,

GEDRAGSCODE VOOR HET GEBRUIK VAN COMMUNICATIEMIDDELEN DOOR LEERLINGEN BINNEN DE OMO SCHOLENGROEP BERGEN OP ZOOM E.O.

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1

Handleiding digitale les Lezen en Schrijven met Anne Frank

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Socialisatie & Seksualiteit

A c e! Z e l f t e s t O m g a a n m e t w e e r s t a n d

Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting Nederlands leesvaardigheid.

Transcriptie:

Vraag 34 Geef je me één goede reden? Over de argumentatiestructuur In vraag 15 en vraag 22 maakte je al kennis met enkele tekststructuren en de gepaste verbindingswoorden: de chronologische, de opsommende, de vergelijkende, de oorzaak-gevolgstructuur, de probleem-maatregelstructuur uur en de evaluatiestructuur. Vandaag leer je een nieuwe, erg bruikbare structuur: de argumentatiestructuur. Als je ouders weer eens zeuren over een fuif of over je rommelige kamer, dan heb je tenminste goede argumenten klaar en kun je meer dan één goede reden geven om toch naar die leuke fuif te mogen! 1 Feit of mening? 2 Argumenten op een rijtje 3 Ben je voor of tegen? 4 Aan het werk 1 Feit of mening? Voor je met de argumentatiestructuur aan de slag kunt, moet je eerst weten of je te maken hebt met feiten of meningen. Opdracht 1 Zijn deze stellingen feiten of meningen? Zet een kruisje in de gepaste kolom. Stelling Feit Mening Antwerpen heeft de mooiste kathedraal ter wereld. Morgen is er een toets gepland van Nederlands. Dat was een fantastisch boek, de personages waren levensecht. Dat zijn de mooiste schoenen die ik ooit gezien heb. Ze was te laat, dus moet ze nablijven. Portugal gaat zeker de wereldbeker winnen met zo n geweldige ploeg. Je moet 54 bladzijden leren voor het proefwerk geschiedenis. 1 Wat zul je het snelst geloven, een feit of een mening? Feit, het is niet gebaseerd op gevoelens of persoonlijke ideeën. 250 Deel 5

2 Wat speelt daarbij een grote rol? Feiten kun je controleren, meningen zijn afhankelijk van persoon tot persoon. Een feit is een objectief gegeven dat je kunt bewijzen en waarover geen discussie bestaat. Een mening is een subjectief gegeven dat vooral gebaseerd is op het waardeoordeel van de spreker. Vaak begin je een discussie omdat je van mening, en dus van waardeoordeel, verschilt. 2 Argumenten op een rijtje Er is een groot verschil tussen meningen en feiten. Zo verschillen ook goede en slechte argumenten van elkaar. Opdracht 2 Vul in de linkerkolom de stellingen aan met een eigen argument. Eigen argumenten Wie mooi wil zijn, moet lijden, Oordeel buur Wie mooi wil zijn, moet niet lijden, Jongeren die alcohol of andere drugs gebruiken, willen er enkel bij horen, Jongeren die alcohol of andere drugs gebruiken, willen er niet enkel bij horen, Vraag 34 - Geef je me één goede reden? 251

Een stelling is geloofwaardig: 1 als je de stelling met verschillende argumenten kracht kunt bijzetten. 2 als de gebruikte argumenten niet weerlegd kunnen worden. 3 Ben je voor of tegen? Opdracht 3 Lees de tekst en beantwoord de vragen. Het gsm-verbod heeft geen enkel nut. Een 19-jarige student zit op dezelfde golflengte als het Vlaams Verbond van het Katholiek Onderwijs (VVKSO) dat van mening is dat het gsm-verbod op school niet haalbaar is. Op school, op café of gewoon thuis, ik heb mijn gsm altijd bij me. Dit moderne communicatiemiddel is niet meer weg te denken uit de maatschappij. De situatie op school is natuurlijk anders. Leerlingen die constant sms en tijdens de les storen niet alleen de leraar, maar ook hun medeleerlingen. Zelf letten ze uiteraard ook niet op. Wanneer die leerlingen betrapt worden, verdienen ze dan ook een straf. Maar waarom de rest ook straffen? Volgens het VVKSO zou het onderwijs zelf de leerlingen moeten aanleren hoe ze moeten omgaan met hun gsm tijdens de schooluren. Kinderen uit het lager onderwijs zouden een gsm-beleid moeten krijgen. Dan zouden ze in het middelbaar hun gsm niet misbruiken tijdens de les. Het VVKSO zegt ook dat nieuwe media zoals gsm s en Facebook net aangemoedigd moeten worden op school. Ik ben het daarmee eens. Gsm op school Tijdens mijn lessen wil ik geen gsm zien. Een 39-jarige lerares Nederlands en Duits is voor het gsm-verbod op school. Niets stoort meer dan een leerling die belt of sms t tijdens de les. Als ik een leerling daarop betrap, heb ik geen medelijden. Ik neem de gsm af en breng hem naar het secretariaat. Een ander nadeel van de gsm op school is dat ikzelf gefilmd of gefotografeerd kan worden. Als dat gebeurt, heb ik geen enkele controle over wat met die informatie gebeurt. Zo werd ik onlangs gefilmd toen ik op de schoolreis naar Londen aan het dansen was. Op zich vond ik dat niet erg, maar zo n filmpje wil ik niet op Youtube tegenkomen. Ik zou werkelijk teleurgesteld zijn moest een leerling dat doen, het is simpelweg schending van de privacy. Het typische argument dat leerlingen aanhalen om hun gsm toch bij zich te houden, is dat het veilig is. s Avonds mogen de leerlingen hun afgenomen gsm alweer ophalen, dus dat argument kan meteen weggewuifd worden. Voor en na de schooluren doen leerlingen wat ze willen met hun gsm. Met de fiets of op de 252 Deel 5

Een andere troef van de gsm op school is dat het voor veiligheid staat. Ben je later thuis door een platte band, een gemiste bus of een geheim afspraakje? Geen probleem, de snel ongeruste ouders worden immers meteen verwittigd via een sms je. Het voorstel om de gsm s morgens aan het secretariaat af te geven en s avonds weer op te halen, is ondoenbaar. Dat zou alleen maar problemen en chaos met zich meebrengen. Een ander argument dat voorstanders van het verbod aanhalen is dat leerlingen met dure gsm s de armere leerlingen een minderwaardigheidscomplex geven. Dat is onzin. Als de gsm uit de school wordt verbannen, zullen de rijkere leerlingen wel iets anders vinden om over op te scheppen, zoals een duur horloge. Het verbod heeft dus geen enkel nut, al denk ik wel dat veel leraren het tegendeel zullen beweren. Maar zij bellen en sms en zelf soms tijdens de les. Ik zie niet in waarom wij onze gsm niet zouden mogen meenemen naar school. bus heb je namelijk geen vaste telefoon waarop je kunt terugvallen. Maar daarom moet de gsm op school net af staan, want op school is er wel een vaste telefoon. Beide partijen, ouder en leerling, vergeten maar al te vaak dat scholen over een telefoonlijn beschikken die ze op elk moment kunnen gebruiken. Als er iets met een leerling gebeurt tijdens de lesuren, verwittigen we de ouders via de telefoon van de school zelf. De gsm is tijdens de lessen overbodig. Een goed compromis om het gsm-gebruik te verminderen is het voorstel om de leerlingen hun mobiele telefoon s morgens aan het secretariaat te laten afgeven en s avonds weer te laten ophalen. Jammer genoeg is dat praktisch niet haalbaar in een school met meer dan 700 leerlingen. Scenario s van gsm s die gestolen worden, kunnen we maar beter vermijden. Naar: www.robynuytterhoeven.wordpress.com 1 Formuleer kort de mening van de student. Een gsm-verbod op school is niet haalbaar. 2 Welke redenen haalt hij daarvoor aan? Markeer ze in de tekst in het geel. 3 Geeft hij ook de mening van de voorstanders van het verbod? Indien ja, markeer hun redenen in het groen. 4 Formuleer kort de mening van de lerares. Zij is voorstander van het verbod van gsm s op school. 5 Welke redenen haalt zij daarvoor aan? Markeer ze in de tekst in het geel. 6 Geeft de lerares ook de mening van de voorstanders van het verbod? Indien ja, markeer hun redenen in het groen. Vraag 34 - Geef je me één goede reden? 253

Als je een meningsverschil hebt, moet je de ander overtuigen van jouw standpunt door te argumenteren. Je maakt dan gebruik van goede argumenten. Daarnaast houd je ook rekening met de argumenten van je tegenstander. Dat noem je tegenargumenten. Je bedenkt op voorhand wat de tegenstanders kunnen zeggen en je speelt daarop in. Je bedenkt dus meteen een nieuw argument dat het argument van de tegenstander weerlegt en jouw eigen argumenten sterker doet lijken. Als je het schematisch voorstelt, ziet de argumentatiestructuur er zo uit: Stap 1: je geeft jouw standpunt. Stap 2: je noteert jouw argumenten. Stap 3: je bespreekt de tegenargumenten van je tegenstanders. Stap 4: je weerlegt die tegenargumenten. Stap 5: je herhaalt je standpunt in de conclusie. 4 Aan het werk Opdracht 4 Nu is het aan jou om de verschillende argumenten uit de tekst bij opdracht 3 in het schrijfkader te zetten. De stelling van de student: Hij heeft een aantal argumenten om die stelling te ondersteunen. Ten eerste Ook vindt hij Er zijn ook mensen die hier heel erg tegen zijn. Zij vinden dat 254 Deel 5 Woordverklaring inspelen op iets = actief reageren op iets, reageren door een actie te ondernemen weerleggen = aantonen dat een bepaalde bewering niet correct of mogelijk is

Ze hebben sterke argumenten voor hun mening, namelijk: Een ander tegenargument is Maar daar kan tegen ingebracht worden dat Als je alle argumenten op een rijtje zet, vindt de student dat omdat Opdracht 5 Zoek een actuele of persoonlijke stelling waarover je kunt discussiëren. Verzamel de pro s en ontkracht de contra s in een schrijfkader (zoals in opdracht 4) en overtuig je klasgenoten van je idee. Op www.knooppunt.net vind je een link naar een website die je inspiratie kan geven. Nadien breng je je stelling voor de klas en geven de andere klasgenoten feedback. Wordt je stelling aanvaard? Daarover stemt de klas. Stelling: Wat moet je kennen? Je kent de delen van een argumentatiestructuur. Je kent het verschil tussen feiten en meningen. Je kent de criteria voor een goed argument. Wat moet je kunnen? Je kunt een medeleerling objectief beoordelen. Je kunt je standpunt formuleren. Je kunt argumenten formuleren die je standpunt ondersteunen. Je kunt tegenargumenten bedenken bij je standpunt. Je kunt een schrijfkader gebruiken om je argumentatie op te bouwen. Vraag 34 - Geef je me één goede reden? 255