Politieacademie Apeldoorn Toets Nieuwe Opleiding Opleiding: Master Leergang Tactisch Leidinggevende (TLL) Varianten: duaal in deeltijd



Vergelijkbare documenten
Politieacademie Zutphen Toets Nieuwe Opleiding Opleiding: Master Leergang Recherchekundige Varianten: duaal in deeltijd

De Politieacademie Toets Nieuwe Opleiding Opleiding: Politiekundige, hbo bachelor Variant: voltijd. Visitatiedata: 7 en 8 juli 2005

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master

Conceptkaders HBO5 3 november 2009

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

Politieacademie. HBO-Master of Criminal Investigation. Uitgebreide opleidingsbeoordeling

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013

Politieacademie. Executive Master of Tactical Policing. Uitgebreide opleidingsbeoordeling

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

ICLON Powerpoint sjabloon

Bijlage 1: Toetsingskader opleidingsschool

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Toetsingskader Nieuwe om te vormen en nieuwe HBO5-opleidingen

: 6 december 2016 : 5 maart Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuwe opleiding van de NVAO (Start. 2014, nr 36791).

BEOORDELING BESTAANDE EXPERIMENTEN LEERUITKOMSTEN

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Social Work van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Advies panel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

Concept. Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Kwaliteitszorgactiviteiten reformatorische academische opleidingsschool (RAOS)

Besluit. College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties

Haagse Hogeschool, Den Haag

Protocol TNO Educatieve Master

Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Financial Services Management van de Hogeschool NCOI

BIJLAGE Jaarlijks Onderzoek Politieonderwijs Faculteit Bijzondere Politiekunde en Leiderschap, domein Recherche 4, 6 en 12 december 2006

Tweede Kamer der Staten-Generaal

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

Hogeschool van Utrecht

Centrum voor Nascholing Amsterdam

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Master of Marketing van de Avans Hogeschool B.V.

: 120 : niet van toepassing : 13 oktober : 5 februari 2016 : 30 maart 2016

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool Rotterdam

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

Hogeschool van Utrecht

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bedrijfskunde van de Hogeschool NCOi

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

De Minister van Veiligheid en Justitie. Datum 18 februari 2013 Onderwerp aanbieding bevindingen politieonderwijs locatie Rotterdam

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

Samenwerkingsverband MAGISTRUM, OCTAAF en NES OCOM

: Amsterdam, Diemen : 60 : 31 augustus : 29 en 30 mei 2017 : juli 2017

BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor Verpleegkunde van de Breederode Hogeschool

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

ZUYD HOGESCHOOL

: 29 april 2016 : 17 mei 2016

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar Regeling Externe toezichthouders bij examens

Opleiding Docent Gevaarbeheersing

Werken met leeruitkomsten. 7 november 2016

Transcriptie:

Politieacademie Apeldoorn Toets Nieuwe Opleiding Opleiding: Master Leergang Tactisch Leidinggevende (TLL) Varianten: duaal in deeltijd Visitatiedata: 28 en 29 september 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2005

2 NQA - visitatie Politieacademie Apeldoorn, TNO Master Leergang Tactisch Leidinggevende

Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 9 1.4 Oordeelsvorming 10 1.5 Oordelen per onderwerp 10 1.6 Schematisch overzicht oordelen 12 1.7 Totaaloordeel 12 Deel B: Facetten 13 Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding 15 Onderwerp 2 Programma 18 Onderwerp 3 Inzet van personeel 25 Onderwerp 4 Voorzieningen 28 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 31 Onderwerp 6 Resultaten 33 Deel C: Bijlagen 37 Bijlage 1 Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 38 Bijlage 2 Deskundigheden panelleden 39 Bijlage 3 Bezoekprogramma 43 Bijlage 4 Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 46 NQA - visitatie Politieacademie Apeldoorn, TNO Master Leergang Tactisch Leidinggevende 3

4 NQA - visitatie Politieacademie Apeldoorn, TNO Master Leergang Tactisch Leidinggevende

Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie Politieacademie Apeldoorn, TNO Master Leergang Tactisch Leidinggevende 5

6 NQA - visitatie Politieacademie Apeldoorn, TNO Master Leergang Tactisch Leidinggevende

Onderwerpen 1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van een panel dat in opdracht van NQA de Master Leergang Tactisch Leidinggeven van de Politieacademie Apeldoorn heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek vond plaats in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is feitelijk gestart in augustus 2005, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport bij de NQA aanleverde. Als onderdeel van het onderzoek was er een panelbezoek aan de opleiding. Dit bezoek vond plaats op 28 & 29 september 2005. Het panel bestond uit de volgende personen: Dhr. prof. mr. drs. J.Th. Degenkamp (voorzitter); Dhr. L.S. Smeyers (domein/werkvelddeskundige); Dhr. J. Wilzing (domein/werkvelddeskundige); Dhr. drs. L.S. van der Veen (NQA-auditor); Mw. I.J.M. de Jong (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol VBI s van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de tweepuntsschaal (onvoldoende, voldoende) zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding De Politieacademie is het bij wet aangewezen Politie Onderwijs- en Kenniscentrum van de Nederlandse Politie en heet sinds april 2004 de Politieacademie, voorheen het Landelijk Selectie- en Opleidingsinstituut Politie (LSOP). De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), de Minister van Justitie en de korpsen zijn haar opdrachtgevers. De Politieacademie is binnen het ministerie van BZK een zelfstandig bestuursorgaan. De Politieacademie draagt bij aan de leefbaarheid en veiligheid van de samenleving door ondersteuning van de professionalisering van de politie. NQA - visitatie Politieacademie Apeldoorn, TNO Master Leergang Tactisch Leidinggevende 7

De doelstelling van de Politieacademie is als volgt omschreven: Een centrum waarbij het accent ligt op het verzamelen en genereren van, voor de politie relevante kennis, het toepasbaar en toegankelijk maken voor de politiepraktijk en ten slotte het, door onderwijs en training, aanbieden van kennis en ontwikkelen van competenties. Het expertisegebied van de Politieacademie moet uiteindelijk de inrichting van de totale politieorganisatie, de relatie van de organisatie met haar omgeving, algemene organisatiebrede thematieken, de aansturing van de politieorganisaties en sturing binnen politieorganisatie, management, leiderschap en leiderschapsontwikkeling omvatten. De Politieacademie bestaat uit de volgende organisatie-eenheden: Faculteit Algemene Politiekunde, Faculteit Bijzondere Politiekunde & Leiderschap, Centrum voor Competentiemeting & Monitoring, Centrum voor Interne Dienstverlening, Kennisnetwerk, Maatwerk, School voor Politie Leiderschap, het Landelijk ExpertiseCentrum Diversiteit, Internationaal Politie Onderwijs en Bestuur- & Concernstaf. Binnen de Politieacademie volgen jaarlijks ongeveer 30.000 studenten een leertraject, waaraan 1.400 personeelsleden verbonden zijn. De Master Leergang Tactisch Leidinggevende maakt onderdeel uit van de Faculteit Bijzondere Politiekunde & Leiderschap. Deze faculteit telt 4.648 studenten en 380 personeelsleden (inclusief ondersteunende diensten). Volgens het zelfevaluatierapport betreft het aantal studenten voor de Master Leergang Tactisch Leidinggevende 140. Vanaf 1998 zijn initiatieven genomen om de bedrijfsopleidingen van de politie om te vormen in een stelsel van beroepsonderwijs, aansluitend op BVE en WHW. De beroepsprofielen zijn in 2000-2001 het uitgangspunt geweest voor de verdere ontwikkeling van het beroepsonderwijs binnen de politie. Dat heeft geresulteerd in vijf initiële beroepsopleidingen en elf postinitiële leergangen. Onder de Faculteit Algemene Politiekunde vallen de vijf initiële opleidingen voor alle medewerkers in een uitvoerende politiefunctie. De elf postinitiële leergangen vallen onder de Faculteit Bijzondere Politiekunde & Leiderschap, met uitzondering van de Strategische Leergang Leiderschap, die is ondergebracht bij de School voor Politieleiderschap. De leergang Tactisch leidinggeven valt onder de Faculteit Bijzondere Politiekunde & Leiderschap. De Toets Nieuwe Opleiding wordt aangevraagd voor de duale opleiding Master Leergang Tactisch Leidinggevende, een tweejarige opleiding, voor medewerkers van de Nederlandse Politiekorpsen en relevante derden. Uitgangspunt van het onderwijs binnen de opleiding Master Leergang Tactisch Leidinggevende is het competentiegerichte, duale leren; een combinatie van leren op de Politieacademie en in de praktijk. Ongeveer 40% van het programma vindt plaats op de Politieacademie in Apeldoorn, locatie de Kleiberg, 40 % van het programma binnen het korps waar de student werkzaam is en de rest van de tijd is zelfstudie (deze verdeling verschilt per kernopgave). Op de Politieacademie en binnen het korps wordt de student door verschillende mensen begeleid. De student heeft op de Politieacademie naast de docenten te maken met een leerprocesbegeleider en binnen het korps met een praktijkcoach/lijnchef. 8 NQA - visitatie Politieacademie Apeldoorn, TNO Master Leergang Tactisch Leidinggevende

Een ander uitgangspunt is docentonafhankelijke toetsing. Proeven van Bekwaamheid zijn ontwikkeld door het Bureau Examinering, onderdeel van het Centrum voor Competentiemeting en Monitoring van de Politieacademie, in samenwerking met interne en externe deskundigen. 1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleiding(en) door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de informatieanalyse) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Nadat het zelfevaluatierapport met de bijlagen in orde was bevonden hebben de panelleden zich inhoudelijk op het bezoek (september 2005) voorbereid. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel concreet voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding. Er vonden gesprekken plaats met studenten, alumni, docenten, vertegenwoordigers uit het werkveld, het opleidingsmanagement, examinatoren en het College van Bestuur (bijlage 3). Aan het begin en tijdens het bezoek is ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel zogenaamde schakelmomenten ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van NQA - visitatie Politieacademie Apeldoorn, TNO Master Leergang Tactisch Leidinggevende 9

de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport wordt door de opleiding accreditatie aangevraagd bij de NVAO. In het facetrapport wordt door NQA gerapporteerd op facetniveau. De opleiding heeft in november 2005 een concept van dit rapport voor een check op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het onderwerprapport wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in november 2005 (maand en jaar noemen) voor een check op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in december 2005. Het visitatierapport is uiteindelijk in januari 2006 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. Conform het toetsingskader van de NVAO voor een Toets Nieuwe Opleiding is de beoordeling op een tweepuntschaal (onvoldoende, voldoende) uitgevoerd. De opleiding is in 2002 gestart. Waar mogelijk heeft het panel de gerealiseerde kwaliteit meegenomen in haar beoordeling. 1.4 Oordeelsvorming In hoofdstuk 1.5 wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten, zonodig gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. 1.5 Oordelen per onderwerp 1.5.1 Doelstellingen van de opleiding De drie facetten bij dit onderwerp zijn allen met voldoende gewaardeerd. De oordelen op het onderwerp zijn voor de Master Leergang Tactisch Leidinggevende derhalve positief. 1.5.2 Programma Alle zes facetten zijn bij het onderwerp programma voldoende beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de Master Leergang Tactisch Leidinggevende derhalve positief. 10 NQA - visitatie Politieacademie Apeldoorn, TNO Master Leergang Tactisch Leidinggevende

1.5.3 Inzet van personeel De bij het onderwerp inzet van personeel behorende facetten zijn alle drie voldoende beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de Master Leergang Tactisch Leidinggevende derhalve positief. 1.5.4 Voorzieningen De twee facetten zijn bij het onderwerp voorzieningen beide voldoende beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de Master Leergang Tactisch Leidinggevende derhalve positief. 1.5.5 Interne Kwaliteitszorg De twee facetten bij dit onderwerp zijn beide voldoende gewaardeerd. De oordelen op het onderwerp zijn voor de Master Leergang Tactisch Leidinggevende derhalve positief. 1.5.6 Resultaten De drie facetten behorend bij dit onderwerp zijn allen voldoende beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de Master Leergang Tactisch Leidinggevende derhalve positief. NQA - visitatie Politieacademie Apeldoorn, TNO Master Leergang Tactisch Leidinggevende 11

1.6 Schematisch overzicht oordelen Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Opleiding Master Leergang Tactisch Leidinggevende Onderwerp 1 Doelstellingen 1.1 Domeinspecifieke eisen Voldoende 1.2 Niveau Master Voldoende 1.3 Oriëntatie hbo-master Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen hbo Voldoende 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Voldoende 2.3 Samenhang in het opleidingsprogramma Voldoende 2.4 Studielast Voldoende 2.5 Instroom Voldoende 2.6 Duur Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen hbo Voldoende 3.2 Kwantiteit personeel Voldoende 3.3 Kwaliteit personeel Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiele voorzieningen Voldoende 4.2 Studiebegeleiding Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 5 Interne Kwaliteitszorg 5.1 Systematische aanpak Voldoende 5.2 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Afstudeergarantie Voldoende 6.2 Investeringen Voldoende 6.3 Financiële voorzieningen Voldoende Totaaloordeel Positief 1.7 Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de onderbouwing daarvan in paragraaf 1.5, waaruit blijkt dat de opleidingen op de zes de onderwerpen positief scoren, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleidingen POSITIEF is. 12 NQA - visitatie Politieacademie Apeldoorn, TNO Master Leergang Tactisch Leidinggevende

Deel B: Facetten NQA - visitatie Politieacademie Apeldoorn, TNO Master Leergang Tactisch Leidinggevende 13

14 NQA - visitatie Politieacademie Apeldoorn, TNO Master Leergang Tactisch Leidinggevende

Facetten Onderwerp 1 DOELSTELLINGEN VAN DE OPLEIDING Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen Voldoende Criteria: - De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: De beoogde eindkwalificaties die de opleiding Tactisch leidinggevende hanteert, zijn geformuleerd in competenties en staan beschreven in het Beroepsprofiel Tactisch leidinggevende master (2002). Het beroepsprofiel is in samenspraak met het beroepenveld, bestaande uit vertegenwoordigers van verschillende korpsen en het Openbaar Ministerie, tot stand gekomen. Vervolgens zijn de profielen voorgelegd aan de Begeleidingscommissie Politieonderwijs 2002 Postinitieel. Daarna zijn ze ter validering aangeboden aan het Openbaar Ministerie Politieberaad, de Board Personeel van de Raad van hoofdcommissarissen en de Korpsbeheerdersraad. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de Minister van Justitie hebben het beroepsprofiel in 2002 vastgesteld, zoals staat beschreven in de documenten Leren in Veiligheid (2002) en Functioneel Ontwerp (2003). De opleiding hanteert de competenties (Beroepsprofiel Tactisch leidinggevende master, 2002) als uitgangspunt voor de ontwikkeling van de kernopgaven. In het zelfevaluatierapport geeft de opleiding aan dat de kernopgaven het niveau van de opleiding weerspiegelen. De kernopgaven zijn eveneens in samenspraak met het beroepenveld tot stand gekomen en geaccordeerd door de politieministers. De door de opleiding gehanteerde competenties uit het beroepsprofiel zijn verdeeld in vier groepen: vakmatig methodische competenties; bestuurlijk organisatorische en strategische competenties; sociaalcommunicatieve en normatief-culturele competenties en leer- en vormgevingscompetenties. De competenties worden in de kernopgaven vertaald in bekwaamheden. De kernopgaven zijn formeel vastgesteld door de Minister van BZK. Het panel heeft na materiaalbestudering geconcludeerd dat de bekwaamheden een adequate vertaling van de competenties zijn. De opleiding bestaat uit een algemeen deel (het eerste jaar) en twee afstudeerrichtingen en is van start gegaan in 2002. De Politieacademie maakt onderdeel uit van een internationaal samenwerkingsverband van verschillende politiehogescholen in zes Europese landen, het Collège Européenne de Police (CEPOL). Het CEPOL gaat de variëteit in politieopleidingen in kaart brengen en NQA - visitatie Politieacademie Apeldoorn, TNO Master Leergang Tactisch Leidinggevende 15

hiervan een database samenstellen. Dit project is half 2005 gestart en duurt een half jaar. Onderlinge vergelijking van politieopleidingen wordt hierdoor mogelijk. Op basis van gesprekken met vertegenwoordigers van het werkveld en materiaalbestudering is het panel van mening dat het Beroepsprofiel Tactisch leidinggevende master (2002), en daarmee de eindkwalificaties, aansluiten bij de eisen en wensen vanuit de praktijk. Facet 1.2 Niveau master Voldoende Criteria: - De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Master. Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: De opleiding heeft de samenhang tussen de vier genoemde groepen competenties (vergelijk facet 1.1) en de Dublin descriptoren in een matrix weergegeven. Uit de matrix blijkt dat de competenties de Dublin descriptoren evenwichtig afdekken. Het panel vindt de waargenomen aansluiting, de gemaakte koppeling tussen de competenties en de Dublin descriptoren, overtuigend. Als voorbeeld: Kennis en Inzicht: is op de hoogte van de literatuur omtrent verschillende leiderschapsstijlen en weet in welke omstandigheden welke stijl optimaal is. Toepassen kennis en inzicht: voert veranderingsprocessen door en borgt deze. Oordeelsvorming: geeft leiding in crisissituaties. Communicatie: luistert naar en verplaatst zich in de dagelijkse realiteit van de medewerkers. Leervaardigheden: houdt actief zijn eigen kennis en competentieniveau op peil. Gebaseerd op de gesprekken en het bestudeerde materiaal, waaronder de weergegeven relatie tussen de eindkwalificaties van een tactisch leidinggevende en de Dublin descriptoren, concludeert het panel dat de gehanteerde eindkwalificaties het niveau van een master weerspiegelen. Facet 1.3 Oriëntatie hbo-master Voldoende Criteria: - De beoogde eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - Een hbo-master heeft de kwalificaties voor het eindniveau van zelfstandig en/of leidinggevend beroepsbeoefenaar in een beroep of spectrum van beroepen, dan wel het niveau van het functioneren in een multidisciplinaire omgeving waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. 16 NQA - visitatie Politieacademie Apeldoorn, TNO Master Leergang Tactisch Leidinggevende

Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: Uit de argumentatie in facet 1.1 blijkt dat de competenties, zoals beschreven in het Beroepsprofiel Tactisch leidinggevende master (2002), in samenspraak met het beroepenveld zijn opgesteld en zijn vastgesteld door de Ministers van BZK en Justitie. Het panel concludeert, aan de hand van gesprekken met het College van Bestuur en vertegenwoordigers uit het werkveld, dat de gehanteerde competenties in samenspraak met het beroepenveld tot stand zijn gekomen en dat de eindkwalificaties voldoende zijn afgestemd met de gestelde eisen vanuit het beroepsdomein (vergelijk 2.1). De Politieacademie heeft drie leidinggevende opleidingen: Operationeel leidinggeven (teamchef), Tactisch leidinggeven (districts-divisiechef) en Strategisch leidinggeven (korpschef). Uit de evaluaties van de eerste twee leergangen bleek dat het onderscheid tussen Operationeel en Tactisch leidinggeven niet scherp genoeg was. Om de competenties uit het beroepsprofiel en de kernopgaven te herijken en het onderscheid tussen Operationeel en Tactisch leidinggeven aan te scherpen is in februari 2005 een domeinconferentie georganiseerd waarbij alle korpsen vertegenwoordigd waren. Uit gesprekken met studenten, docenten en vertegenwoordigers van het werkveld is gebleken dat het verschil tussen operationeel en tactisch leidinggeven werd naar aanleiding daarvan aangescherpt. Het panel vindt dit een positieve ontwikkeling. De opleiding heeft in een matrix de relatie tussen de gehanteerde competenties en de Dublin descriptoren weergegeven, zoals ook blijkt uit de argumentatie in facet 1.2. Vooral de competenties, geformuleerd onder de groep vakmatige en methodische competenties, weerspiegelen de beroepsgerichtheid van het beroepsprofiel. Bijvoorbeeld met de competenties delegeert werkzaamheden aan operationeel leidinggevenden en geeft leiding aan complexe opsporingsonderzoeken. Het panel vindt de mate van beroepsgerichtheid voldoende in de competenties aan de orde komen. Tot de groep Tactisch leidinggevenden behoren functionarissen die integraal leidinggeven aan een middelgrote groep medewerkers en hun operationeel leidinggevenden. De Tactisch leidinggevende stuurt meerdere primaire hoofdprocessen tegelijkertijd aan of een primair hoofdproces in een taakgebied. Het leidinggeven vindt plaats in de context van veiligheidsarrangementen met partners en in dit kader heeft de tactisch leidinggevende ook een actieve rol in het formuleren van gemeenschappelijke veiligheidszorg en in het aangaan van samenwerkingsverbanden met externe partners. Het panel concludeert dat de eindkwalificaties zijn afgestemd op de tactisch leidinggevende op masterniveau die op een zelfstandige wijze in staat is het beroep uit te oefenen en kan functioneren in een multidisciplinaire omgeving. NQA - visitatie Politieacademie Apeldoorn, TNO Master Leergang Tactisch Leidinggevende 17

Onderwerp 2 PROGRAMMA Facet 2.1 Eisen hbo Voldoende Criteria: - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: Het programma van de deeltijdopleiding heeft een duaal karakter, doordat 40% van de opleiding plaatsvindt in de praktijk. De student krijgt met drie leeromgevingen te maken tijdens de opleiding: de Politieacademie, het korps waar men werkzaam is en thuis (zelfstudie). De beroepspraktijk komt in alle leeromgevingen aan de orde. Binnen de leeromgeving korps vindt kennisontwikkeling plaats doordat de student werkt aan lopende zaken uit de eigen beroepssituatie. De student leert uit eigen ervaring en van de ervaring van vakgenoten. Binnen de leeromgeving Politieacademie wordt gebruik gemaakt van de expertise van docenten, waaronder tien docenten met een achtergrond in de beroepspraktijk. Er wordt veel gewerkt met casuïstiek, waarin authentieke praktijksituaties worden gekoppeld aan vakliteratuur. Na bestudering van het materiaal heeft het panel geconcludeerd dat de casussen relevant en actueel zijn (vergelijk 3.1). Bij de leeromgeving Zelfstudie maakt de student gebruik van Nederlandstalige en Engelse vakliteratuur. De student kan hiervoor gebruik maken van de mediatheek, docenten en PolitieKennisNet. Het panel kan na het voeren van gesprekken met studenten, docenten en werkveld concluderen dat de beroepspraktijk voldoende geïntegreerd is in de leeromgevingen van de student. Bestudering van het studiemateriaal (boeken, readers, digitale bronnen, casussen) laat zien dat vakliteratuur wordt gebruikt bij het verwerven van kennis. De gebruikte vakliteratuur wordt per kernopgave en per leeropdracht weergegeven in de vakliteratuurlijst. De vakliteratuurlijst wordt elk jaar bij de start van een kernopgave door docenten geactualiseerd. Het panel vindt de gehanteerde vakliteratuur kwalitatief van hoog niveau en relevant voor de opleiding. De verwerking van de vakliteratuur en theorie in de opdrachten is afhankelijk van de kernopgave, maar is steeds een substantieel onderdeel van elke kernopgave. Aanvullende vakliteratuur wordt in het Open Leercentrum/ mediatheek aangeboden. In de mediatheek wordt alle actuele vakliteratuur bijgehouden. De mediathecaris archiveert de artikelen of uitgekomen boeken en plaatst maandelijks een lijst ervan op de internetsite en het Politie Intranet (vergelijk 4.1). 18 NQA - visitatie Politieacademie Apeldoorn, TNO Master Leergang Tactisch Leidinggevende

Studenten worden op verschillende manieren geconfronteerd met toegepast onderzoek. Docenten hebben regelmatig een onderzoekstaak in de politiepraktijk. De kennis die docenten opdoen wordt toegepast in de leeropdrachten. Daarnaast worden gastdocenten ingezet die als onderzoeker werkzaam zijn (geweest) bij een politiekorps of bedrijf. De student doet daarnaast zelf onderzoek bij verschillende kernopgaven. Vanuit de vijf lectoraten worden kernopgaven meeontwikkeld, op onderdelen mede uitgevoerd, beproefd en geëvalueerd in nauwe samenwerking met het praktijkveld. Het Lectoraat richt zich op onderwijs, onderzoek, praktijk, wetenschap en internationalisering. Het Lectoraat Politieleiderschap en Maatschappelijke Integriteit, waar de leergang Tactisch leidinggeven het meeste mee verbonden is, is in februari 2005 gestart. Naar aanleiding van gesprekken met studenten, docenten en opleidingsmanagement en materiaalbestudering concludeert het panel dat de onderzoekscomponent voldoende in de opleiding geïntegreerd is. Om actuele invloeden bij elkaar te brengen, af te wegen en te vertalen in leeropdrachten en proeven van bekwaamheid is de Actualisatiestructuur van het Politieonderwijs (2005) ontwikkeld. Dit is een algemene structuur voor het Politieonderwijs, waarbinnen de Politieonderwijsraad, Expertgroepen, Programmaraden en Ontwikkelgroepen een grote rol spelen. De Politieonderwijsraad is een adviesorgaan en adviseert de Minister van BZK en de Minister van Justitie over het Nederlandse Politieonderwijs. De Politieonderwijsraad fungeert tevens als een afstemmingsorgaan tussen directe en indirecte betrokkenen bij het Nederlandse Politieonderwijs. Expertgroepen bestaan uit experts uit het politieveld en adviseren de Faculteitsdirecties over de inhoud van specifieke aandachtsgebieden binnen een politiekundig domein. Programmaraden adviseren over de inrichting van een domein. Bij met name de ontwikkeling van het curriculum spelen ontwikkelgroepen een belangrijke rol. De ontwikkelgroepen bestaan uit docenten en vertegenwoordigers uit het werkveld. Het panel is van mening dat de wijze van borging van de actualisatie in het Politieonderwijs op deze wijze adequaat is vormgegeven. Uit de LSOP Onderwijs Evaluatie Postinitieel 2005 (LOEP) blijkt dat studenten vinden dat de verschillende kernopgaven aansluiten bij de beroepspraktijk. De vraag of in de leergang situaties uit de beroepspraktijk centraal staan scoort gemiddeld 4.1 (schaal van 1 tot 5, waarbij 3.0 als norm wordt gehanteerd). In gesprekken met studenten, vertegenwoordigers van het werkveld en examinatoren worden de resultaten bevestigd. Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Voldoende Criteria: - Het beoogde programma, het didactisch concept, de werkvormen en de wijze van toetsing weerspiegelen de te bereiken eindkwalificaties van de opleiding. - De te bereiken eindkwalificaties zijn aantoonbaar vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het beoogde programma. NQA - visitatie Politieacademie Apeldoorn, TNO Master Leergang Tactisch Leidinggevende 19

Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten: De opleiding bestaat voor de helft uit een algemeen deel en voor de andere helft uit een afstudeerrichting. Er zijn twee afstudeerrichtingen, de algemene afstudeerrichting en de afstudeerrichting recherche. Deze zijn in uitvoering, dat wil zeggen dat het curriculum is ontwikkeld en de eindkwalificaties volledig zijn gevalideerd. De competenties uit het beroepsprofiel dienen als basis voor de ontwikkeling van de kernopgaven. Per kernopgave worden deze competenties uitgewerkt en onderverdeeld in vier clusters. Na bestudering van het materiaal is duidelijk geworden dat de uitgewerkte competenties (bekwaamheden) goed aansluiten bij het beroepsprofiel. De proeven van bekwaamheid en leeropdrachten per kernopgave worden onderwijskundig en politiekundig gevalideerd. Op basis van bestudering van het programma, de Proeven van Bekwaamheid en de gevoerde gesprekken, concludeert het panel dat de competenties, zoals benoemd in de kernopgaven en de proeven, gerelateerd zijn aan de competenties uit het gehanteerde Beroepsprofiel Tactisch Leidinggevende Master (2002). Het panel heeft zich verdiept in het materiaal om na te gaan of de opleiding van masterniveau is. Op basis daarvan stelt het panel vast dat het materiaal van een goed masterniveau is. Zo heeft het panel onderzoeksrapporten bekeken, zowel met een voldoende als een onvoldoende beoordeling. Het panel vindt de onderzoeksrapporten praktijkgericht en sterk geanalyseerd. Het panel is onder de indruk van de hoeveelheid toegepast onderzoek die verwerkt is in de rapportages. Er worden goed verbindingen gelegd tussen theorie (modellen) en praktijk (in korps). De literatuurlijsten zijn van hoog niveau en compleet. De uitgangspunten van het politieonderwijs zijn het competentiegerichte onderwijs, duaal leren in deeltijd en zelfverantwoordelijkheid van de student. Het onderwijs gaat uit van de sociaalconstructivistische leerprincipes. Binnen de leergang Tactisch leidinggeven komen zelfstudie, werken aan casuïstiek of in simulaties, presenteren van eigen leerervaringen, onderzoeken en discussiëren veelvuldig aan bod. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van ICT-leermiddelen en Blackboard. Op basis van gesprekken, bestudering van materiaal en resultaten van de STEM (2005) stelt het panel vast dat de gehanteerde werkvormen aansluiten bij het didactisch concept van de opleiding. Het leren in drie verschillende leeromgevingen draagt bij aan het ontwikkelen van verschillende competenties. Leren in het korps betekent dat de student als tactisch leidinggevende in de praktijk zijn competenties verwerft. Aandachtspunt hierbij is dat lopende zaken nog onder de rechter zijn en dat de student verplicht is tot geheimhouding. In de gevallen dat een student problemen ondervindt bij het uitvoeren van een specifieke opdracht binnen zijn korps, kan een student uitwijken naar een ander korps. Leren op de Politieacademie betekent dat de student regelmatig aan de hand van een casus of authentieke praktijksituatie, die is ingebracht door student of docent, zijn competenties ontwikkelt. Leren door zelfstudie kan het bestuderen van vakliteratuur zijn, maar ook ervaringen kunnen een basis vormen voor het reflecteren. De student wordt aangezet om zelf leervragen te formuleren en kritisch naar het eigen handelen te kijken. 20 NQA - visitatie Politieacademie Apeldoorn, TNO Master Leergang Tactisch Leidinggevende