leren in en om organisaties

Vergelijkbare documenten
Leerstijlen. - pagina 1 van 5

Zelftest leerstijlen van Kolb

Leervoorkeuren. Language of Learning / Situgram. Datum Naam Functie Organisatie

Situgram: uw voorkeuren in het leren

Leren leuker door (brein)lol!

1. Concrete ervaringen. 2. Observatie en reflectie. 3. Vorming van abstracte begrippen en generalisaties.

ILS-K 1 12/1/2016 INSTRUMENT LEER STIJL - K PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN. Marc van Dongen

Leervoorkeuren. Hoe werkt leren voor jou/jullie? Ria Slingerland-Blom De Reehorst, Ede

Uit het resultaat van mijn test kwamen voornamelijk de doener en beslisser naar voren.

Leren en instrueren NHB DEURNE

Hieronder staan 80 uitspraken. Kruis aan of je het er mee eens bent of juist niet. Sla geen uitspraken over.

Leergang Transformatief Leiderschap

Kolb als kapstok. 12 april Tonnie Prinsen & Uschi Koster.

Achtergrondinformatie Leerstijlen en Werkvormen

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

MULTIPERSPECTIVITEIT EN ERFGOEDEDUCATIE

Samenwerken met re-integratiebedrijven

Stellingen en uitleg over talentgerichte ontwikkeling op de basisschool

VISIEVORMING & LEIDERSCHAP

David A. Kolb. Leerstijlen

Leiderschap op school

HOE-boek voor de trainer

David Kolb en de leerstijlen

Het sociaal regelsysteem: externe sturing door discipline. Het systeem van communicatieve zelfsturing: zelfsturing in communicatie

1 Leren op de werkplek

PG Educational leadership

Leren en ontwikkelen in organisaties. NVTZ congres

Reflectie op het VELOV-onderzoek De lerende lerarenopleider, Brussel 15 januari 2015 Mieke Lunenberg

Leer- en doceerstijlen

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Ieder mens heeft een favoriete leerstijl. Grofweg gezegd bestaan er 4 manieren van leren;

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk

Samenvatting (Dutch)

Fase B. Entree. Leerstijlen Stichting Entreprenasium. Versie 0.1: januari 20]3

Lineair- en non lineair

Opleiding Intervisiementor Foocus2

OCAI. veelgestelde vragen

LES 2: Ontwikkel een mindset voor groei PRESENTATIE 1: Mindset-theorieën

Opleiding Leidinggeven

Brochure studenten vaardigheidstrainingen

Faciliteren & Participerend Leren Beter proces en resultaat

Opleidingsprogramma DoenDenken

The influence of team diversity inside and outside the team on the level of ambidexterity

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

LESSON STUDY IN DE TWEEDEGRAADS LERARENOPLEIDING

HUMOR IN PROFESSIONELE COMMUNICATIE: FOCUS OP DE MEDIATOR. Verdiepingstraining

FACILITATION TRAINING. De kunst en kunde van het faciliteren

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012)

Evaluatie PMA Training Gesprekken met leerlingen - Da Vinci College

Samenwerken in Procesmanagement ACE en Ancora

Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie

Werken aan 21 e eeuwse vaardigheden met NPDL

MAXIME VOLLERS OPLEIDINGSADVISEUR & ONTWIKKELAAR

SUCCESVOL IN COACHING

Leer Opdrachten ontwerpen voor Blended Learning

Educatief arrangeren rond LOB

A BUSINESS SIMULATION

Leerstijlentest van Kolb Richard Van WP16.c

10 voordelen van business games

Trainingen. Attitude en Mindset. Moraal Resultaatgericht Coachen

Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Leerling Gezel Meester Feedback. Zet in een kortcyclisch proces creatieve ideeën, specificaties en concepten om tot werkende prototypes

TOPSIDE staat in het Engels voor Training Opportunities for Peer Supporters with Intellectual Disabilities in Europe. Richtlijnen

Leervoorkeuren van de brandweer

Leerstijlentest Kolb

Heeft trainen zin? De coachende benadering in trainingen

Rapport: Delegeren is te leren.

Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans

Training KED-Coach Basis

Verschillende opstellingen op een rij

Nieuw curriculumontwerp De nieuwe rol van de docent. Willy Reijrink Innovatiedocent Innoverend onderzoeken/ onderzoekend innoveren

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Liefde voor leren. Over de diversiteit van leren en ontwikkelen in en van organisaties.

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Anders kijken, anders leren, anders doen

WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN

Minithema: Leren in Projecten. Omgaan met tegengestelde belangen. Projectonderwijs in het MBO. Geen competenties, wel competent

Master in. Leadership MAAK HET VERSCHIL VERBIND HART EN HARD START: ZIE AGENDA KLANTWAARDERING:

Competentieprofiel voor coaches

De mindset van een verbinder Focus op balans, afstemming en integratie

Visie op leren. Didactische uitgangspunten voor leeractiviteiten

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers

Training Conflicthantering

Mening van het digitaal Burgerpanel Oss over: Kunst en Cultuur. Gemeente Oss. December 2013

oeners: Doordat doeners een brede praktische interesse heeft en vooral leert door te doen lijkt mij de volgende opzet iets voor doeners.

Integratie theorie & praktijk met 250 studenten. Frido Smulders Industrial Design Engineering Delft University of Technology

Samenvatting. Introductie

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Onderzoeksvaardigheden de chemie

Ontwikkeling. 1 Sari van Poelje, Esther de Kleer, Peter van de Berg, Leren voor Leiderschap, een nieuwe kijk op Management

Ideeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf

Wijzer in de professionele ruimte

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL

Om te beginnen. Waarom dit boek?

Werken met jouw eigen omgangsstijl

Situgram: uw voorkeuren in het leren

Trainingen. Leiderschapstraining Inspirerend leiderschap Gedragsinzichtgevende training Reflect Intervisie

21 Niveaus van interveniëren in groepen 22

Transcriptie:

cirkel. Ergens ontstaat weerstand tegen bepaalde vormen van leren. Problemen op school kunnen er bijvoorbeeld de oorzaak van zijn dat mensen ook opleidingssituaties in het werkende bestaan negatief labelen. Naarmate iemand dan vaker in een opleiding terechtkomt, wordt die aversie alleen maar groter. Claxton e.a. (1996) zegt hierover dat deze beelden vooral invloed hebben op de tolerantie voor oncomfortabele dingen rond het leren. Met negatieve ervaringen neemt deze tolerantie af. Mensen raken uit balans, worden zelfkritisch en verliezen hun moed. Overigens kan deze allergie ook weggenomen worden of afnemen. Dat hangt samen met inzicht in wat leren is, welke diversiteit er is, hoe het werkt, hoe het eigen leren eruit ziet en dergelijke. Inzicht in het (eigen) leren leidt tot een betere sturing, zo veronderstelt Claxton e.a. (1996). De beelden over leren gaan niet alleen over wat leren is, maar ook over hoe mensen zichzelf zien als lerenden. Daarbij ontstaan complicaties die zichzelf in de staart bijten. Leren gaat bijvoorbeeld per definitie over het niet-weten. Ziet iemand zichzelf als iemand die het moet weten, dan wordt het hele idee van leren behoorlijk ingewikkeld. Het is met name het bewustzijn van het eigen leren dat problemen in het leren kan oplossen (Säljö, 1979; Claxton e.a., 1996). 2.6 Leerstijlen Instructie leidt niet zonder meer tot leeractiviteiten constateert Vermunt (1992). Leren is dus niet iets wat je zomaar van buitenaf kunt sturen of opleggen. Omdat leren in organisaties steeds belangrijker wordt, is het goed om te weten wat je kunt doen om iemands leren te optimaliseren. Hoe kun je het leren en ontwikkelen van mensen in organisaties zo soepel mogelijk laten verlopen? Kernbegrip in deze discussie is naast de hierboven besproken beelden van leren, het begrip leerstijlen. Ook leren leren en meta-leren zijn veel gehoorde termen in deze discussie. De grote bekende op het terrein van het vormgeven van leren is natuurlijk Kolb, maar ook veel anderen hebben er onderzoek naar gedaan en geprobeerd leerstijlen in kaart te brengen. De individuele verschillen op dit terrein zijn zo groot dat het bijna ontmoedigend is om er diepgaand kennis van te nemen. Ik was dan ook heel blij te merken dat er een groot metaonderzoek naar is gedaan. Coffield, Moseley, Hall en Ecclestone (2004) heeft een verslag gemaakt van de twee jaar durende zoektocht van een interdisciplinair team van psycholoog, onder- 52 liefde voor leren

perspectieven op leren hoofdstuk 2 wijskundige, praktijkmensen, sociologen en politicologen naar de ins en outs van leerstijlen. Wat weten we nu inmiddels, wat werkt er en wat niet? Een paar kengetallen: de praktijk rond het werken met leerstijlen bestaat bijna vijftig jaar, in die tijd zijn er meer dan 71 modellen ontwikkeld, waarvan er 13 een grotere bekendheid hebben verworven. Coffield en zijn team hebben zich tot doel gesteld een compleet beeld te krijgen van deze 13 modellen. Dat betekent dat alle beschikbare analyses zijn samengebracht in een meta-analyse, dat de argumenten van voor- en tegenstanders zijn onderzocht, dat onderzoek door de maker zelf is aangevuld met onderzoek door neutrale derden. Voor Kolb leverde dit zo n 1004 entries (lees; artikelen en onderzoeksrapporten) op. Het rapport geeft een behoorlijk goed beeld van wat er inmiddels bekend is, zowel binnen elk model als overstijgend. Een aantal van hun conclusies: Ja, het werken met leerstijlen heeft zin en nee dat geldt zeker niet voor alle modellen. Stijlen geven de mogelijkheid tot aansluiten, om irritatie en afhaken te voorkomen of bewust mismatchen om verveling te voorkomen en te prikkelen. Coffield geeft daarbij vooral de nuance mee dat het kunnen benoemen van onderlinge verschillen in het leren al een wereld van verschil oplevert. Even belangrijk is dat je je als trainer of begeleider bewust bent van je eigen voorkeuren. Leren is geen cyclisch proces zoals Kolb en makers van varianten op zijn model als uitgangspunt nemen. Het leren als achtereenvolgens ervaren, reflecteren, theoretiseren en experimenteren wordt niet door onderzoek gesteund. 2.6.1 het model van kolb Het is ongetwijfeld Kolb die leerstijlen op de kaart heeft gezet. Hij begon zijn onderzoek in 1967 en deed er in 1984 verslag van in zijn boek Experiential Learning. De titel geeft al aan dat hij vooral gegrepen was door leren van ervaring. Hij stoelt zijn werk voornamelijk op Dewey, Lewin en Piaget. De onderliggende aanname is dat ontwikkeling het gevolg is van het leren uit ervaringen. 4 Kolb typeert ervaringsleren uiteindelijk als: een proces, niet een uitkomst; gegrond in ervaring; waarbij het gaat om het oplossen van conflicterende manieren van kijken naar de wereld. Dat kan het conflict zijn tussen een concrete ervaring en een abstracte theorie, of tussen observatie en actie, of tussen denken en doen. 4 Kanttekening is dat Kolbs opvatting van ervaringsleren niet de opvatting is zoals gehanteerd wordt richting het impliciete leren (Simons, 1997). In het ene geval gaat het om gestructureerde oefeningen, rollenspel, spelsimulaties, studieopdrachten en dergelijke, in het andere geval is de aanname dat je niet niet kunt leren, dat het leren voortkomt uit je dagelijkse bezigheden. liefde voor leren 53

Het gaat dus in zijn opvatting per definitie over spanning en conflict. De confrontaties kunnen zich voordoen tussen vier typen vaardigheden: Concrete ervaringsvaardigheden (CE): je volledig, open en zonder vooroordeel durven storten in een ervaring. Reflectieve observatievaardigheden (RO): kunnen reflecteren en observeren van die ervaring vanuit verschillende perspectieven. Abstracte conceptualiseringvaardigheden (AC): concepten kunnen creeren waarmee de observaties onderdeel worden van logisch klinkende theorieën. Actieve experimenteervaardigheden (AE); deze theorieën kunnen gebruiken om beslissingen te nemen en problemen op te lossen. Kolb vervat deze vier polen in een cyclisch leerproces en leidt van hieruit de stijlen af. Overigens ziet hij de stijlen als manieren om naar de wereld te kijken, manieren van zijn en volgt daarbij de ideeën van Jung (Kolb, 1984). Veel gebruikt en geëvalueerd Opvallend detail is dat bij navraag bij een grote boekhandel in Amsterdam bleek dat Experiential Learning (1984), het basisboek van Kolb, in de afgelopen vijf jaar slechts één keer was besteld. Maar laten we eerlijk zijn, Kolb pluk je ook in veelvoud van het net; dit kan dit verkoopcijfer nuanceren. Kolbs model is ontegenzeggelijk het bekendste model onder trainers. Problemen rondom validiteit en betrouwbaarheid, evenals rond de leercyclus en de toepasbaarheid in de praktijk blijven dit model echter plagen. Een paar interessante feitjes uit het werk van Coffield: Bij onafhankelijk onderzoek blijken de twee assen niet te bestaan. Proces, niveau en stijl worden teveel door elkaar gebruikt. Kolbs model is een cyclus, maar zegt ook iets over voorkeuren en heeft daarbij bovendien een opvatting over leervermogen; dat alles in één keer. De aanbevelingen van Kolb voor leervormen (Kolb, 2000), bijvoorbeeld hij die graag leert door experiencing heeft een voorkeur voor spelsituaties en rollenspel en hij die graag leert door reflectie prefereert lezingen, blijken niet te kunnen worden onderbouwd. De aanbeveling van Coffield en zijn onderzoeksgroep is dan ook om vanwege serious weaknesses het gebruik in onderzoek en praktijk te discontinueren. Zelf denk ik dat Kolb méér dan zijn bijdrage heeft geleverd aan praktijk en wetenschap en dat het vooral het voortschrijdende inzicht in leren is, evenals de verbreding van het concept, dat het moeilijk maakt om Kolb te blijven hanteren. Het gaat dan om constateringen als (http://reviewing.co.uk/research/experiential.learning.htm#2, Luckett and Luckett, 1999): 54 liefde voor leren

perspectieven op leren hoofdstuk 2 Het instrument gaat over het individuele leren en biedt geen plaats aan het leren in sociale interactie of collectief leren. De focus ligt alleen op het ervaringsleren in een beperkte zin en plaatst daarbij het begeleide of zelfgestuurde leren alsmede het impliciete leren, buiten de scope. Een aantal onderzoekers, zoals Honey en Mumford (1982) en Juch (1983), heeft geprobeerd een oplossing te vinden voor de problemen in dit verder zo populaire instrument; de problemen zijn echter gebleven. Kanttekeningen bij varianten Bij al de varianten is ook een aantal praktische kanttekeningen te maken, die wellicht eerder toe te schrijven zijn aan de praktijk zelf dan aan Kolb. De leerstijlentesten worden vaak ingezet aan het begin van een wat langer leertraject (meer dan een dag). Vaak wordt er dan wat verteld over verschillen in leren en wordt de test gemaakt. Iedereen weet dan wat ie is! En dan? Dit gebruik heeft een aantal problemen. Volgens mij is het weinig zinvol te praten over het hoe als je niet eerst in het wat bent gedoken. Dat heeft te maken met de situationele geaardheid van leren (Brown, Collins en Duguid, 1989). Het praten over leren zonder te praten over wat je wilt leren is weinig betekenisvol. Door aan het begin van een traject een test te laten invullen, is er nauwelijks koppeling te maken met het ontwerp. Ook geeft dit instrument weinig houvast voor groepsoverzichten of het trekken van conclusies op organisatieniveau. Het is mijn ervaring dat het hebben van een leerstijl, zowel door de lerenden, als door de begeleiders en ontwerpers van leerstijlen, eerder als excuus wordt gebruikt dan als middel om te leren leren. De constatering is op een gegeven moment: tja, ik ben niet zo van het denken of in deze groep moet je niet aankomen met theorie, het zijn echte doeners. 2.6.2 andere aanpakken Naast Kolb zijn er nog een flink aantal andere benaderingen te vinden om individuele verschillen in kaart te brengen. Opvallend is dat deze in het merendeel van de gevallen gaan over onderwijssettings. Voorbeelden zijn het werk van Vermunt (1992), dat Coffield e.a. overigens één van de beste noemde, Entwistle en Ramsden (1983) en Schmeck (1983). Opvallend is dat verschillen in leren dan voornamelijk gaan over enerzijds diepe, betekenisgerichte, holistische aanpakken versus meer oppervlakkige, op feiten gerichte manieren van leren. Daarnaast onderscheiden ze voorkeuren in begeleiding: zelfgestuurd liefde voor leren 55

of extern gestuurd. Deze onderscheidingen zijn zeker succesvol en informatief gebleken in de onderwijscontext. Volgens mij zijn ze echter niet erg geschikt voor werksituaties en voor levenslang leren. In het bijzonder omdat er een beperkte opvatting over leren onder ligt, met weinig aandacht voor het leren van en met anderen en de combinatie van impliciet en expliciet leren. 2.7 Leerprofielvoorkeuren, gewoonten en stijlen Hierboven heb ik het begrip leerstijlen als uitgangspunt genomen, aangezien het in praktijk en onderzoek zo duidelijk naar voren komt. Je kunt je er iets bij voorstellen, zeg maar. Op sommige punten heb ik echter gebruik gemaakt van het begrip individuele verschillen. Op zich is dat een betere aanduiding van dit veld. Er bestaan veel verschillende opvattingen over leerstijlen (Coffield e.a., 2004). Het ene moment wordt bij leerstijlen verwezen naar persoonlijkheidskenmerken, de andere keer naar intellectuele vermogens; soms gaat het over vaste eigenschappen, andere keren over heel veranderlijke kenmerken. Ook de achterliggende aannames weerspiegelen de enorme verschillen. Een extreem voorbeeld daarvan is Gregorc (1985), die ervan uitgaat dat een leerstijl door god gegeven is en dat ertegen ingaan een ziekmakend effect heeft. Dit voorbeeld daargelaten impliceert het concept stijl een in de tijd stabiel kenmerk. Curry (1993) en ook Coffield e.a. (2004) komen met een indeling van soorten stijlen, van vast tot zeer variabel. Het idee is dat je een bepaalde benadering dan kunt plaatsen tegenover andere benaderingen. Wij gaan er echter vanuit dat leren een zodanig complex begrip is dat het niet mogelijk is één model te kiezen waarmee je individuele verschillen typeert. Wij stellen voor meerdere begrippen naast elkaar te hanteren. Binnen de Language of Learning is de keuze gevallen op leervoorkeuren en denkgewoonten. We werken deze twee kernbegrippen nader uit. Leervoorkeuren Leervoorkeuren gaan over de context waarin je graag leert. Voorkeuren ontwikkel je in de loop van je leven, maar zijn ook in wisselwerking met de organisatie en de beroepsgroep waarin je functioneert. We gaan ervan uit dat leervoorkeuren redelijk stabiel zijn, maar dat er wel ontwikkeling in zit. Leervoorkeuren kunnen beïnvloed worden door de organisatie waarin je werkt, maar ook door de ontwikkelingsfase waarin je zit. Bovendien kan na een overstap naar een andere organisatie of een stevige verandering in je vak (bijvoorbeeld van professional naar manager) een barrière ontstaan in het leren, omdat je voorkeuren en de nieuwe context niet meer met elkaar sporen. 56 liefde voor leren