DACT Treasury Beurs 2009 Bankkrediet: de prijs van lenen Inzicht in de dynamiek van de prijs van bankkrediet Charles Zondag Senior Manager 1 < >
DACT Treasury Beurs 2009 Bankkrediet: de prijs van lenen Introductie Regelgeving: Basel I & Basel II Kredietrisico - Kredietwaardigheid - Kredietvorm - Kredietstructuur Gevolgen voor financierbaarheid Speelruimte
DACT Treasury Beurs 2009 Bankkrediet: de prijs van lenen Introductie Regelgeving: Basel I & Basel II Kredietrisico - Kredietwaardigheid - Kredietvorm - Kredietstructuur Gevolgen voor financierbaarheid Speelruimte
Regelgeving Basel I (vanaf 1988): uniform minimaal kapitaalbeslag van 8% Lager kapitaalbeslag voor specifieke situaties (bv. woninghypotheek, off-balance sheet zoals bv. handelsfinancieringen, overheden) Voordeel: simpel Nadelen: geen risico differentiatie, beperkte tariefdifferentiatie, dus beperkte/geen korting op tarief u.h.v. zekerheden.
Regelgeving Basel II (vanaf 2007): gebouwd op drie pijlers waarborg voor een kapitaalverdeling in overeenstemming met het risicoprofiel van de bank Basel II Minimum kapitaal-eisen Toezicht Centrale Bank Markt discipline Krediet Risico Operationeel Risico Markt Risico Oordeel van DNB Openheid naar markt, (aandeelhouders e.a)
Regelgeving Basel II (vanaf 2007) Totaal van Kapitaalbeslag & Voorzieningen (minimum/bodem) op basis van risicoprofiel van cliënt, krediet en zekerheid 3 opties, voor kredietrisico: Standardised, Foundation IRB, Advanced IRB (markt risico & operationeel risico buiten beschouwing van deze presentatie) de grote & middelgrote banken in NL kiezen i.h.a. voor meer geavanceerde opties (IRB) Kapitaalbeslag van meer geavanceerde opties op basis van interne modellen stimulans voor RAROC (prijs o.b.v. risico) Nadelen: hoge eisen voor banken (validatie!), vooral voor geavanceerde opties, strikte eisen t.a.v. beleid en risicomodellen potentieel pro-cyclisch effect
KAPITAAL (buffer) Regelgeving Basel I & II: risicoprofiel kredietverlening versus door banken aan te houden minimale buffers (kapitaal) 20% Basel II: variabel % 15% 10% 5% Basel I: 8% 0% zeer laag laag midden verhoogd zeer hoog KREDIETRISICO
DACT Treasury Beurs 2009 Bankkrediet: de prijs van lenen Introductie Regelgeving: Basel I & Basel II Kredietrisico - Kredietwaardigheid - Kredietvorm - Kredietstructuur Gevolgen voor financierbaarheid Speelruimte
Kredietrisico Kredietrisico = het bedrag dat een bank potentieel kan verliezen in Euro s (per jaar) a.g.v. oninbare kredieten. Bepalende factoren van kredietrisico: Kredietwaardigheid van de onderneming Kredietvorm (aard van het kredietproduct en looptijd) Kredietstructuur (zekerheden) en daarnaast Kredietbeheer bij de bank Opbouw kredietportefeuille Portefeuille beheer Risk appetite Concentratie/diversificatie Risico mitigatie
Kredietwaardigheid Kredietwaardigheid = de kans dat een ondernemer binnen een termijn van 1 jaar niet aan haar verplichtingen kan voldoen. Bepalende factoren van kredietwaardigheid: Kwantitatitief: Financiële kengetallen Solvabiliteit Operational efficiency Liquiditeit Cash Flow & debt service capacity (b.v. interest coverage ratio) Kwalitatief: Management Markt/branche Economie Kredietwaardigheid staat strikt genomen los van een individuele kredietovereenkomst, maar is in hoge mate afhankelijk van de kwaliteit van de onderneming.
Kredietwaardigheid Aspecten in de financiële analyse van kengetallen (ter discretie van de bank) Definitie kengetal Ontwikkeling/trend in de jaren Soliditeit/volatiliteit (voor zover relevant) door de jaren heen. Peergroup analyse Normen van de bank Kwalitatieve aspecten: Kwaliteit van management, kwaliteit operations, marketing, marktpositie, afzetmarkt, leveranciers, reputatie, financieel beheer, voorraad- & debiteurenbeheer. Technische aspecten bij het vaststellen van een rating: Rating methode/techniek: expert model versus statistisch, met tussenvormen In het kader van Basel II zijn banken verplicht de betrouwbaarheid van modellen te bewijzen Banken hebben eigen modellen die een eigen visie reflecteren. ps. het aspect kredietwaardigheid is ook van toepassing op Uw debiteurenportefeuille
Kredietwaardigheid Bron: S&P default, transition and recovery: 2008 annual Global Corporate Default study welke PD hoort bij de rating van uw bedrijf? Jaar PD in % (rating B) PD in % (rating BBB) 2007 0,24% < 0,01% 2008 3,83% 0,47% Gem 81-08 5,5% 0,24%
Kredietvorm Verschillende kredietvormen impliceren een verschillend risicoprofiel. Het risicoprofiel van de kredietvorm wordt uitgedrukt in de verwachte Exposure at Default (EAD). Bepalende factoren voor de EAD zijn: Duur van het commitment (kort, revolverend, lang) Aflossingsschema (annuiteit, lineair, bullit) Duur van de rentelooptijd en daarnaast Kredietbehoefte versus financiering De kwaliteit van het kredietbeheer van de bank (vóór het moment van ingebrekestelling) Intensiteit Kwaliteit informatie, systemen & mensen
Kredietstructuur Zekerheden kunnen het kredietrisico (gedeeltelijk) verlagen. Het risicoprofiel van de kredietstructuur wordt uitgedrukt in de verwachte Loss Given Default (LGD). LGD wordt uitgedrukt als % van de EAD. Niet alle zekerheden geven een (gelijke) risicoreductie. Bepalende factoren zijn: Mate waarin een object duurzaam is Mate waarin een object identificeerbaar is Mate waarin een object verhandelbaar is Gegoedheid van de zekerheidsteller en daarnaast Het juridische stelsel Het succes van de afdeling bijzonder beheer van de bank Per zekerheid resulteert dit in een Uitwinpercentage (Nett Collateral Value). Na aftrek van kosten van uitwinning resulteert een mogelijk verlies (LGD). Harde zekerheden zijn steengoed, zachte zekerheden zijn boterzacht en covenants zijn geen zekerheid (maar zijn wel heel handig).
DACT Treasury Beurs 2009 Bankkrediet: de prijs van lenen Introductie Regelgeving: Basel I & Basel II Kredietrisico - Kredietwaardigheid - Kredietvorm - Kredietstructuur Gevolgen voor financierbaarheid Speelruimte
Gevolgen voor financierbaarheid Tarifering & risico versus rendement Stap 1 Vaststellen PD, EAD & LGD Stap 2 Expected loss -> Voorzieningen Stap 3 Un-expected loss -> Kapitaal -> Kosten van kapitaal Stap 4 Expected loss + kosten kapitaal = Risicokosten Stap 5 Risicokosten + operationele kosten + belasting + funding = TARIEF Risico en rendement in lijn brengen met elkaar: Raroc = Krediet inkomen -/- operationele kosten -/- EL -/- tax Kapitaal Iedere bank heeft eigen RAROC doelstellingen
Gevolgen voor financierbaarheid voorbeeld 1 Faciliteit 1.000.000 PD = 0,24% - Rating B (2007) of BBB (gem), Looptijd 7 jaar Blanco (LGD 90%) Expected loss EUR 2.160 Kapitaalkosten (7%) over 147.731 = EUR 10.341 Totaal risicokosten = EUR 12.501 Ofwel 1,25% marge u.h.v. risico voorbeeld 2 Faciliteit 1.000.000 PD = 0,24% - Rating B (2007) of BBB (gem) Looptijd 2,5 jaar Gemiddeld pakket zekerheden (LGD 45%) Expected loss EUR 1.080 Kapitaalkosten (7%) over 38.232 = EUR 2.711 Totaal risicokosten = EUR 3.791 Ofwel 0,379% marge u.h.v. risico Let op: TARIEF = funding + risicokosten + overige kosten + belasting
Gevolgen voor financierbaarheid, 2007 versus 2008
Gevolgen voor financierbaarheid, 2007 versus 2008 Jaar PD in % (rating B) PD in % (rating BBB) 2007 0,24% < 0,01% 2008 3,83% 0,47% Gem 81-08 5,5% 0,24%
DACT Treasury Beurs 2009 Bankkrediet: de prijs van lenen Introductie Regelgeving: Basel I & Basel II Kredietrisico - Kredietwaardigheid - Kredietvorm - Kredietstructuur Gevolgen voor financierbaarheid Speelruimte
Speelruimte Met betrekking tot de PD: Risicodragend vermogen (veelal niet-bancair) Mezzanine / achterstellingen (bancair danwel niet-bancair) Efficienter balansbeheer & working capital management (debiteuren, voorraden, crediteuren/leverancierskrediet) Off-balance sheet constructies (sale & leaseback van activa, mits geen window-dressing ) projecties zijn geduldig: niet alle banken gebruiken projecties bij bepaling van uw rating Hoofdelijkheid (meerdere kredietnemers) Met betrekking tot de faciliteit: Optimale vorm krediet o.b.v. kredietbehoefte. Let op looptijd! Met betrekking tot de structuur: Staatsgegarandeerd krediet of andere solide garanten (PD substitutie). Meer zekerheden verstrekken aan bank (waar zinvol & mogelijk, let op kosten) En verder: Specialistische geldverschaffers: lease, factoring (met mogelijke toegevoegde waarde) Onderhandelen mede o.b.v. additionele diensten Winkelen, voorzover gepast/mogelijk Hogere tarieven accepteren (let op de voorwaarden t.a.v. wijzigingen)
Disclaimer: Deloitte refers to one or more of Deloitte Touche Tohmatsu, a Swiss Verein, and its network of member firms, each of which is a legally separate and independent entity. Please see www.deloitte.com/about for a detailed description of the legal structure of Deloitte Touche Tohmatsu and its member firms. 22 < Hier komt de footer. Pas aan in de masterslide >