MJA-Sectorrapport 2012 Margarine-, vetten- en oliënindustrie

Vergelijkbare documenten
MJA Sectorrapport 2011 Margarine-, Vetten- en Oliënindustrie

MJA-Sectorrapport 2013 Margarine-, vetten- en oliënindustrie

MJA-Sectorrapport 2014 Margarine-, vetten- en oliënindustrie

MJA-Sectorrapport 2015 Cacao-industrie

MJA-Sectorrapport 2013 Cacao-industrie

MJA-Sectorrapport 2014 Cacao-industrie

MJA-Sectorrapport 2013 Wetenschappelijk onderwijs

MJA-Sectorrapport 2012 Textielservicebedrijven

MJA-Sectorrapport 2012 Wetenschappelijk onderwijs

MJA-Sectorrapport 2017 Margarine-, vetten- en oliënindustrie

MJA-Sectorrapport 2012 Kalkzandsteen- en cellenbetonindustrie

MJA-Sectorrapport 2014 Tapijtindustrie

MJA-Sectorrapport 2012 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport 2015 Margarine-, vetten- en oliënindustrie

MJA-Sectorrapport 2014 Kalkzandsteen- en cellenbetonindustrie

MJA-Sectorrapport 2012 Meelfabrikanten

MJA-Sectorrapport 2014 Universitair Medische Centra

MEE-Sectorrapport 2013 Bierbrouwerijen

MJA-Sectorrapport 2012 Nederlandse olie- en gasproducerende industrie

MJA-Sectorrapport 2012 Universitair Medische Centra

MJA3-Sectorrapport 2014 Nederlandse olie- en gasproducerende industrie

MEE-Sectorrapport 2011 Bierbrouwerijen

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer

MJA-Sectorrapport 2015 Nederlandse olie- en gasproducerende industrie

MEE-Sectorrapport Overige industrie

e Sectorrapport 2015 Universitair Medische Centra

MJA-Sectorrapport 2015 Frisdranken, Waters en Sappen

MJA-Sectorrapport 2011 Koffiebranderijen

MEE-Sectorrapport 2011 METALLURGISCHE INDUSTRIE. Datum: 24 augustus 2012

MJA-Sectorrapport 2013 Frisdranken, Waters en Sappen

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. MEE-Sectorrapport 2014 Nederlandse Glasindustrie

MEE-Sectorrapport 2012 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport 2011 Kalkzandsteen- en cellenbetonindustrie

MEE-Sectorrapport 2014 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport 2015 Wetenschappelijk onderwijs. Beste energiebesparingsproject 2015 Gebouw Helix, TU Eindhoven

MJA-Sectorrapport 2012 Hoger beroepsonderwijs

MJA-Sectorrapport 2015 Koffiebranderijen

MEE-Sectorrapport 2013 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport 2014 Textielindustrie

MEE-Sectorrapport 2015 Raffinaderijen

MJA-Sectorrapport 2012 Frisdranken, Waters en Sappen

MEE-Sectorrapport 2013 Raffinaderijen

MJA-Sectorrapport 2011 Fijnkeramische industrie

MJA-Sectorrapport 2013 Aardappelverwerkende industrie

MJA-Sectorrapport 2013 Textielindustrie

MJA-Sectorrapport 2015 Meelfabrikanten

MJA3-Bedrijfsrapport 2012 Railsector

MJA-Sectorrapport 2013 Hoger beroepsonderwijs

MJA-Sectorrapport 2013 Gieterijen

MEE-Sectorrapport Papier- en kartonindustrie

MJA3-Bedrijfsrapport 2013 Railsector

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer

MEE-Sectorrapport 2014 Raffinaderijen

MEE-Sectorrapport 2015 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport 2013 Meelfabrikanten

MJA-Sectorrapport 2015 Hoger beroepsonderwijs

MJA-Sectorrapport 2014 Frisdranken, Waters en Sappen

MJA-Sectorrapport 2011 Railsector

MJA-Sectorrapport 2014 Wetenschappelijk onderwijs. Wageningenur was in 2014 de beste binnen de universiteiten op het gebied van proces efficiency

MJA-Sectorrapport 2015 Aardappelverwerkende industrie

MJA-Sectorrapport 2014 Koffiebranderijen

MJA-Sectorrapport 2012 ICT

MJA Sectorrapport 2011 Frisdranken, Waters en Sappen

MJA-Sectorrapport 2015 Tankopslag en -overslagbedrijven

MJA-Sectorrapport 2012 Tankopslag en -overslagbedrijven

MEE-Sectorrapport Papier- en kartonindustrie

MJA-Sectorrapport 2015 ICT

MJA-Sectorrapport 2013 Koffiebranderijen

MEE-Sectorrapport Papier- en kartonindustrie

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer

MJA Sectorrapport 2011 Aardappelverwerkende industrie

MJA3-Bedrijfsrapport 2013 Wetenschappelijk onderwijs

MJA-Sectorrapport 2014 Aardappelverwerkende industrie

Sectorrapport Metallurgische industrie 2011 (MJA-3)

MJA-Sectorrapport 2013 Financiële dienstverleners

MJA-Sectorrapport 2014 Asfaltindustrie

MJA-Sectorrapport 2014 Meelfabrikanten

MJA-Sectorrapport 2015 ICT

MJA-Sectorrapport 2014 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport 2012 Grofkeramische industrie

MJA3-Bedrijfsrapport 2014 Railsector

MJA-Sectorrapport 2014 Financiële dienstverleners

MJA-Sectorrapport 2013 Groenten- en Fruitverwerkende industrie

MJA-Sectorrapport 2013 Railsector

MJA-Sectorrapport 2014 Groenten- en fruitverwerkende industrie

MJA-Sectorrapport 2014 ICT

MJA-Sectorrapport 2014 Tankopslag en -overslagbedrijven

MJA-Sectorrapport 2012 Railsector

MJA-Sectorrapport 2015 Financiële dienstverleners

MJA-Sectorrapport 2014 Gieterijen

MJA-Sectorrapport 2015 Metallurgische industrie

MEE-Sectorrapport Overige industrie

MJA-Sectorrapport 2014 Textielservicebedrijven

MJA- Sectorrapport 2013 ICT

MJA-Sectorrapport 2015 Zuivelindustrie

MJA-Sectorrapport 2016 ICT

MJA-Sectorrapport 2014 Grofkeramische industrie

MJA-Sectorrapport 2015 Groenten- en fruitverwerkende industrie

MEE-Sectorrapport 2014 Bierbrouwerijen

MJA-Sectorrapport 2015 Asfaltindustrie

Transcriptie:

MJA-Sectorrapport 2012 Margarine-, vetten- en oliënindustrie

Colofon Projectnaam: MJA-monitoring Margarine-, vetten- en oliënindustrie Datum: 31 mei 2013 Status: Definitief Kenmerk: 1235678/223/TDL/AB/158005 Locatie: Utrecht Contactpersoon: Tobias de Ligt Ondersteunend adviesbureau: ARCADIS Nederland BV

Inhoud Hoofdstuk 1. Inleiding... 1 Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energiegebruik... 1 Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energiegebruik... 2 Hoofdstuk 4. Spiegeling aan het MJP... 3 Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler... 5 Hoofdstuk 6. Tabellen... 7 Databaseversie d.d.: 14-05-2013 19:35

Samenvatting Kerngegevens Sectorgegevens Margarine-, vetten- en oliënindustrie Aantal MJA-deelnemers in 2012 17 Aantal beschouwde bedrijven voor 2012 in dit rapport 17 Aantal toetreders in 2012 1 Aantal uittreders in 2012 1 Werkelijk energiegebruik 2012 (TJ) 9.292 Effecten van maatregelen 2012 t.o.v. 2011 2012 t.o.v. 2005 Procesefficiencyverbetering 0,3% 10,4% Besparing in de keten [TJ] -1,7 3,7 Duurzame energie [TJ] 39,2 37,8 Resultaten Energiegebruik Het totale werkelijke energiegebruik van de sector bedroeg 9.292 TJ in 2012. Dit is ongeveer 18% hoger dan in 2011 toen het energiegebruik 7.878 TJ bedroeg. Het verschil in energiegebruik tussen 2011 en 2012 (+1.414 TJ) wordt voor een belangrijk deel verklaard door wijzigingen in de deelnemende bedrijven (een uittreder en een toetreder). Uitvoering van het meerjarenplan van de sector In het meerjarenplan (MJP) 2009-2012 heeft de sector toegezegd maatregelen te treffen die in 2012 tot een jaarlijkse besparing van 1.106 TJ leiden. Na vier jaar bedraagt het jaarlijkse effect van maatregelen 513 TJ. Hiermee is 46% van de MJP-doelstelling gerealiseerd. Het achterblijven van de realisatie van de plannen, wordt vooral veroorzaakt door het niet realiseren van maatregelen gericht op verbeteren van de procesefficiency. Van de geplande 934 TJ procesefficiency is ongeveer de helft (482 TJ) gehaald. Daarnaast is van de beoogde 149 TJ duurzame energie een kwart (38 TJ) gehaald. De belangrijkste redenen voor het (nog) niet uitvoeren van maatregelen zijn de gewijzigde marktomstandigheden en vertragingen in aanpassingen van een fabriek. Energiebesparing in het proces Nieuwe procesmaatregelen in 2012 hebben een besparing van 0,3% (30 TJ) opgeleverd. De belangrijkste procesmaatregelen zijn: Installatie warmtewisselaars Isolatie opslagtanks Vermindering verliezen stoomsysteem I

Energiebesparing in de keten Ketenmaatregelen hebben in 2012 een totale besparing van 4 TJ opgeleverd ten opzichte van 2005. De ketenmaatregelen hebben betrekking op de optimalisatie van de distributieketen. Inzet duurzame energie De totale inzet van duurzame energie in de sector in 2012 bedraagt 39 TJ ten opzichte van 2005. De belangrijkste duurzame-energiemaatregelen zijn: Inkoop duurzame energie Met biomassa gestookte stoomketels Vooruitblik Algemene ontwikkelingen De Nederlandse MVO-sector is in Europa een zeer belangrijke verwerker van oliezaden en bewerker van vetten en oliën. Import van oliezaden en tropische oliën is dan ook voornamelijk bedoeld voor export na bewerking. De Nederlandse afzet concentreert zich steeds meer op de rest van Europa, en steeds minder op de andere continenten. Redenen zijn de toegenomen crush- en raffinagecapaciteit in Azië en Zuid-Amerika. Om dezelfde reden bestaat al enkele jaren de trend om minder sojabonen te importeren. Door het aangekondigde stilleggen van een aantal lijnen van een grote crusher is de verwerking van oliezaden in 2012 met 12% gedaald. De productie van ruwe plantaardige oliën daalde overeenkomstig met 17%. Dat heeft ook effect op het absolute energiegebruik en mogelijk op de energie-efficiëntie. In 2012 zijn gemiddeld 2% meer bewerkte vetten en oliën geproduceerd. Met name palmolie, goed voor twee derde van het totaal bewerkte vetten en oliën, is met 3,4% meer dan gemiddeld gestegen. De productie van margarine, bak-/braad en frituurvetten en oliën bleef stabiel. De Nederlandse productie van dierlijke vetten is in 2012 met gemiddeld 8,5% gedaald ten opzichte van 2011. De daling was het sterkst bij pluimveevet (-17%) en mengsels van dierlijke vetten (-11%). Ook de productie van varkensvet daalde licht met 5%. Hoewel de belangstelling voor biomassa als bron van hernieuwbare energie ertoe heeft geleid dat een deel van de plantaardige en dierlijke oliën en vetten wordt aangewend voor energietoepassingen, staan met name biodieselfabrieken die methylester produceren op basis van plantaardige olie momenteel stil. Daar koolzaadolie in Europa de belangrijkste grondstof is voor biodiesel, zijn de afgelopen jaren enkele productielijnen die sojabonen verwerkten omgebouwd voor de verwerking van koolzaad. Onduidelijkheid over de toekomst van het Europese biobrandstoffenbeleid zet de bezettingsgraad echter onder druk. Een grote crushfabriek is voornemens een oude WKK te vervangen door een nieuwe efficiëntere. Bij het bedrijf is afgelopen periode substantieel meer aandacht ontstaan voor energie, wat het aannemelijk maakt dat de maatregelen in de komende planperiode zal worden uitgevoerd. Dat kan naar verwachting over een à twee jaar een substantieel positief effect hebben op de energie-efficiëntie van zowel het bedrijf als de hele sector. II

Convenantactiviteiten Membraantechnologie biedt de sector een belangrijk energie-efficiëntiepotentieel, vooral bij de crush en raffinage. Twee MVO-bedrijven voeren in samenwerking met MACT en Solsep onder leiding van NL GUTS en ISPT een praktijkproef uit met nieuwe membraansystemen. Eind 2012 hebben de MJA-deelnemers uit de sector beschikking gekregen over een rekentool voor waterbehandeling. De rekentool helpt bedrijven bij strategische keuzes omtrent aanpassingen in de waterbehandeling. De tool omvat zowel waterinname en -behandeling als toepassing en zuivering van afvalwater. Daarbij staan energie- en kostenbesparing centraal. Medio 2013 worden de resultaten van de waterbenchmark bekend waarmee de bedrijven zich kunnen vergelijken met andere bedrijven uit de sector. Het productschap organiseert bijeenkomsten voor kennisoverdracht over energieefficiëntieverbetering. Een belangrijke tool voor bedrijven is de cursus voor energiebewuste operator, ontwikkeld in samenwerking met VAPRO. Het Productschap MVO zoekt samen met andere sectororganisaties zoals VNCI, NRK en de tapijt- en textielindustrie naar mogelijkheden om innovatieve biobased producten en nieuwe ketens te ontwikkelen. Bovendien werkt MVO samen met kennis en onderwijsinstellingen om studenten vertrouwd te maken met mogelijkheden van oliën en vetten. Uit het meerjarenplan 2013-2016 van de sector blijkt dat de deelnemende bedrijven voor de komende vier jaren energiemaatregelen hebben gepland met een totale omvang van circa 20% van het energiegebruik. III

Hoofdstuk 1. Inleiding Dit rapport bevat de resultaten van uw sector in het kader van het MJA3-convenant. De grafieken in hoofdstuk 2 tot en met 5 geven u overzichten van: de ontwikkeling van het energiegebruik van uw sector vanaf 2005; de verklaring van de verandering in energiegebruik ten opzichte van vorig jaar; de spiegeling ten opzichte van het meerjarenplan (MJP) 2009-2012 van uw sector; de ontwikkeling van het effect van de PE-, KE- en DE-maatregelen vanaf 2006. Hoofdstuk 6 geeft de achterliggende informatie weer in tabellen. Dit sectorrapport is opgesteld op basis van de door bedrijven aangeleverde gegevens in het kader van de jaarlijkse MJA-monitoring. De berekeningen in dit rapport zijn gebaseerd op de methodiek energie-efficiency zoals die is afgesproken in het MJA3-convenant. Details over de methodiek kunt u vinden in de Handreiking Monitoring op de website van Agentschap NL. Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energiegebruik Onderstaande grafiek laat het jaarlijkse energiegebruik van uw sector vanaf 2005 zien. 10.000 Jaarlijks primaire-energiegebruik Elektriciteitsverbruik Aardgasverbruik Warmteverbruik Energiegebruik [TJ primair] 9.000 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 In 2012 bedraagt het totale energiegebruik van de sector 9.292 TJ. De bedrijven rapporteerden in totaal 1.864 TJ elektriciteit (206 miljoen kwh) en het aandeel aardgas is 6.954 TJ (220 miljoen m 3 gas). Definitief MJA-Sectorrapport 2012 Margarine-, vetten- en oliënindustrie Pagina 1 van 1

Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energiegebruik Onderstaande grafiek geeft aan in welke mate verschillende factoren de verandering in het energiegebruik tussen het verslagjaar en het jaar daarvóór verklaren. Verandering energiegebruik 2011-2012 10.000 Energie [TJ primair] 9.000 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 Energiegebruik vorig jaar 7.878 PE-maatregelen (besparend) 30 Volume-effect (verlagend) 440 Overige invloedsfactoren (ontsparend) 68 Restpost (ontsparend) 1.816 Energiegebruik verslagjaar 9.292 2.000 1.000 0 Maatregelen in het proces (PE-maatregelen) hebben een besparend effect tot doel (het relatieve energiegebruik wordt minder). Het Volume-effect (effect door verschil in productiehoeveelheid) is verhogend (meer energiegebruik) bij hogere productie of verlagend bij lagere productie. Het deel Overige invloedsfactoren is de optelsom van alle invloedsfactoren die de sector heeft gerapporteerd, zoals hogere/lagere capaciteitsbezetting ten opzichte van vorig jaar of gunstige/ongunstige weersomstandigheden ten opzichte van vorig jaar. Deze optelsom kan uiteindelijk besparend of ontsparend zijn. De restpost bestaat uit wijzigingen in het energiegebruik ten gevolge van toetreders en uittreders, én uit een post onverklaard. De restpost is besparend wanneer het verwachte energiegebruik in het monitoringjaar (de optelsom van de eerste vier posten in de grafiek) hoger is dan het werkelijke energiegebruik. De restpost is ontsparend wanneer het verwachte energiegebruik lager is dan het werkelijke energiegebruik. Hoe kleiner het aandeel onverklaard, des te beter het werkelijke energiegebruik in de sector is verklaard. Het verschil in energiegebruik tussen 2011 en 2012 (+1.414 TJ) wordt vooral verklaard door restpost waar het energiegebruik van de nieuwe MJA-deelnemer en de uittreder voor een groot deel in verdisconteerd zitten. In deze restpost zit ook een relevant deel energiegebruik (ontsparend) dat onverklaard is. Het onverklaarde deel is net als in 2011 opvallend groot. Definitief MJA-Sectorrapport 2012 Margarine-, vetten- en oliënindustrie Pagina 2 van 2

Hoofdstuk 4. Spiegeling aan het MJP Onderstaande grafieken A en B geven de jaarlijkse ontwikkeling aan van het effect van de getroffen EEP-maatregelen binnen de sector ten opzichte van het EEP-basisjaar, de ene grafiek A in absolute besparingscijfers, de andere grafiek B in percentage. A: Energiebesparing cumulatief (TJ) 1.200 1.000 800 600 400 200 0 Voortschrijdend resultaat versus MJP-doelstelling Doelstelling Resultaat 2009 2010 2011 2012 B: 14% Voortschrijdend resultaat versus MJP-doelstelling Doelstelling Resultaat Aandeel van energieverbruik 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% 2009 2010 2011 2012 De horizontale lijn is de MJP-doelstelling voor 2012 op basis van zekere en voorwaardelijke maatregelen. Deze bedroeg 1.106 TJ ofwel 12,7%. Na vier jaar bedraagt het jaarlijkse effect van maatregelen 474 TJ en is slechts 5,5% van de doelstelling van 12,7% gerealiseerd. Hieronder wordt nader ingegaan op de door bedrijven aangegeven redenen voor het niet realiseren van de plannen. De MJA3 kent drie pijlers: procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie. Ketenefficiency kan nog worden onderverdeeld in twee categorieën: deelketen productie en deelketen Definitief MJA-Sectorrapport 2012 Margarine-, vetten- en oliënindustrie Pagina 3 van 3

product. Voor de MVO-sector zijn geen maatregelen opgevoerd voor de productieketen en deze categorie is derhalve buiten beschouwing gelaten. Voor duurzame energie is eveneens een splitsing mogelijk: inkoop en (eigen) opwekking. Uitsplitsing van de resultaten naar de verschillende pijlers levert onderstaande grafiek op. Ook hier worden de jaarlijkse cijfers gepresenteerd ten opzichte van de situatie in het EEPbasisjaar. Aandeel van energiegebruik 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% -1% Voortschrijdend resultaat per pijler PE KE-productie DE-inkoop DE-opwekking 2009 2010 2011 2012 De MJP-ambitie en realisatie per pijler zijn in cijfers weergegeven in tabel 2 hoofdstuk 6, en worden hoofdzakelijk bepaald door maatregelen gericht op verbetering van de procesefficiency. Maatregelen gericht op duurzame energie omvatten een beperkt aandeel in de ambitie en realisatie, en de ketenmaatregelen zijn zowel in de ambitie als de realisatie verwaarloosbaar. Van de geplande maatregelen gericht op de procesefficiency (934 TJ) is ongeveer de helft (482 TJ) gehaald. Van het aantal geplande zekere maatregelen is driekwart (75 maatregelen) gerealiseerd, en minder dan de helft (14 maatregelen) van de voorwaardelijke maatregelen. De door bedrijven aangegeven redenen voor het (nog) niet realiseren van de PE-maatregelen zijn divers. De belangrijkste redenen zijn de gewijzigde marktomstandigheden en een vertraging in aanpassingen van het productieproces. Van de beoogde 149 TJ aan maatregelen in de categorie duurzame energie is een kwart (38 TJ) gehaald. De omvang van de maatregelen die niet gerealiseerd zijn wordt bepaald door één voorwaardelijke maatregel. Deze maatregel is voor het bedrijf niet rendabel gebleken doordat tegen de verwachting in de kosten van biogas met die van aardgas zijn meegestegen. Definitief MJA-Sectorrapport 2012 Margarine-, vetten- en oliënindustrie Pagina 4 van 4

Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler De grafieken geven de jaarlijkse effecten per pijler vanaf 2006 weer. Deze resultaten zijn aangegeven als percentage van het energiegebruik van de sector. 12% PE-maatregelen (cumulatief vanaf 2006) 10% PE-besparing 8% 6% 4% 2% 0% 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Nieuwe procesmaatregelen in 2012 hebben een besparing van 0,3% (30 TJ) opgeleverd. De belangrijkste procesmaatregelen zijn: Installatie warmtewisselaars Isolatie opslagtanks Vermindering verliezen stoomsysteem 0,16% KE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2005) KE-productieketen KE-productketen KE-besparing 0,14% 0,12% 0,10% 0,08% 0,06% 0,04% 0,02% 0,00% 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Ketenmaatregelen, die in het MJP 2009-2012 slechts een bescheiden bijdrage leveren aan de totale MJP-doelstelling, hebben in 2012 een totale besparing van 4 TJ opgeleverd ten opzichte van 2005. De ketenmaatregelen hebben allen betrekking op de optimalisatie van de distributieketen. Van de logistieke maatregelen die in 2011 nog worden uitgevoerd, worden er twee niet meer uitgevoerd in 2012; vandaar een lichte daling van de energiebesparing ten opzichte van 2011. Definitief MJA-Sectorrapport 2012 Margarine-, vetten- en oliënindustrie Pagina 5 van 5

0,8% DE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2005) DE-inkoop DE-opwekking Aandeel DE 0,7% 0,6% 0,5% 0,4% 0,3% 0,2% 0,1% 0,0% 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 De totale inzet van duurzame energie in de sector in 2012 bedraagt 39 TJ. De duurzame energiemaatregelen zijn: Inkoop duurzame energie Met biomassa gestookte stoomketels Definitief MJA-Sectorrapport 2012 Margarine-, vetten- en oliënindustrie Pagina 6 van 6

Hoofdstuk 6. Tabellen De eerste tabel hieronder bevat de gerapporteerde gegevens over het jaarlijkse energiegebruik en de uitgevoerde maatregelen vanaf 2005. Alle waarden zijn in TJ primair per jaar. Tabel 1 Energie- en besparingscijfers Resultaten per jaar [TJ] 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Werkelijk energiegebruik 7.116 6.838 7.005 7.575 7.951 8.431 7.878 9.292 Besparing door PE-maatregelen 292 263 101 37 71 264 79 30 KE-besparing in de productieketen 0 0 10 10 8 12 5 4 Inkoop van duurzame energie 0 0 0 0 0 0 0 32 Opwekking van duurzame energie 0 27 53 0 0 0 0 7 Toelichting bij tabel: De MJA rekenmethodiek Energie-efficiency stelt dat procesmaatregelen éénmaal worden gerapporteerd (in het jaar van ingebruikname). Ketenprojecten en inzet duurzame energie worden jaarlijks gerapporteerd, zolang ze actief zijn. Als gevolg hiervan kunnen negatieve waarden voorkomen bij de vergelijking van de realisatie voor ketenprojecten en inzet duurzame energie van jaar op jaar. De tweede tabel geeft een overzicht van het effect van geplande en gerealiseerde maatregelen op jaarbasis ten opzichte van het MJP-basisjaar 2008. Er is daarbij niet gecorrigeerd voor gewijzigde omstandigheden (bijvoorbeeld het productieniveau). Tabel 2 Effecten van uitgevoerde maatregelen in 2012 Categorie Subcategorie Verwacht eindresultaat in 2012 (MJP) Effect [TJ] ten opzichte van basisjaar 2008 Gerealiseerd jaarlijks effect in 2012 Procesmaatregelen 408,0 230,8 Installaties en gebouwen 456,0 195,3 Procesefficiency Energiezorg en gedragsmaatregelen 11,0 13,5 Strategische projecten 59,0 3,0 Subtotaal procesefficiency 934,0 442,6 Maatregelen in de productieketen 23,0-6,6 Ketenefficiency Maatregelen in de productketen 0,0 0,0 Subtotaal ketenefficiency 23,0-6,6 Inkoop van duurzame energie 0 31,8 Duurzame energie Opwekking van duurzame energie 149,0 6,2 Subtotaal duurzame energie 149,0 38,0 Totaal 1.106,0 473,9 Toelichting bij de tabel: De MJA rekenmethodiek Energie-efficiency stelt dat procesmaatregelen éénmaal worden gerapporteerd (in het jaar van ingebruikname). Ketenprojecten en inzet duurzame energie worden jaarlijks gerapporteerd, zolang ze actief zijn. Dit heeft gevolgen voor de spiegeling tov het MJP: Het effect van procesmaatregelen in 2012 is bijgeteld bij het resultaat van procesmaatregelen in 2009, 2010 en 2011. Het resultaat voor ketenefficiency en inzet duurzame energie is het resultaat door nieuwe maatregelen in 2012 plus het resultaat in 2012 van maatregelen die in 2009, 2010 en 2011 voor het eerst zijn uitgevoerd. Op die manier is een transparante vergelijking met het MJP mogelijk. Tabel 3 geeft een overzicht van het aantal geplande en gerealiseerde maatregelen voor de periode 2009-2012. Het blijkt dat een groot aantal zekere en voorwaardelijke maatregelen niet zijn gerealiseerd. De energiebesparing is mede tot stand gekomen door het uitvoeren van onzekere of niet geplande maatregelen. Definitief MJA-Sectorrapport 2012 Margarine-, vetten- en oliënindustrie Pagina 7 van 7

Tabel 3 Aantal geplande en gerealiseerde maatregelen voor de periode Kwalificatie Categorie Aantal geplande maatregelen 2009-2012 Zeker Voorwaardelijk Aantal gerealiseerde maatregelen 2009-2012 Procesefficiency 103 75 Ketenefficiency 7 5 Inzet duurzame energie 1 - Procesefficiency 37 14 Ketenefficiency 2 1 Inzet duurzame energie 1 - Onzeker of aanvullend Procesefficiency 70 38 Ketenefficiency - 2 Inzet duurzame energie 4 2 Totaal 225 137 Tabel 4 tot slot geeft een overzicht van alle bedrijven die vanaf 2005 hebben gerapporteerd. Van deze bedrijven zijn alle beschikbare cijfers vanaf 2005 tot en met 2012 in het sectorrapport verwerkt. Tabel 4 Deelnemers monitoring 2012 Onderneming Inrichting Vestigingsplaats Aveno NV/Groeneveld Boskoop Beheer BV Aveno Nederland BV/Romij BV Vlaardingen AarhusKarlshamn AB Karlshamns BV Zaandijk ADM Archer Daniels Midland Europoort BV Rotterdam Cargill Cargill BV (Multiseed) Amsterdam Cargill BV (Soja) Amsterdam Cargill Refined Oils Europe Rotterdam Zaanlandse Olieraffinaderij BV Zaandam IOI Loders Croklaan Wormerveer IOI - Loders Croklaan Oils BV Maasvlakte Rotterdam Romi Smilfood Romi Smilfood (Heerenveen) Heerenveen Unilever Nederland Foods Factories Unilever Nederland Foods Factories BV Rotterdam Unimills Unimills BV Zwijndrecht Van Dijk Food Products Van Dijk Food Products (Zeewolde) Zeewolde Vetsmelterij Bosland Vetsmelterij C.M. Bosland BV Almere Vermont Investment Contitank B.V. Farmsum Wilmar Edible Oils Wilmar Edible Oils BV Rotterdam Neste Oil Netherlands B.V. Neste Oil Netherlands B.V. Rotterdam In het monitoringjaar 2012 namen bovenstaande ondernemingen met in totaal 17 inrichtingen deel aan de MJA. In 2012 is in vergelijking met 2011 1 bedrijf toegevoegd aan de MJAmonitoring (Neste Oil) en is 1 inrichting uit de monitoring verdwenen (uittreder Van Dijk Food Products, vestiging Lopik). *** Definitief MJA-Sectorrapport 2012 Margarine-, vetten- en oliënindustrie Pagina 8 van 8