Naam student: Elke Brys Leergroep OLO Naam mentor: Philip O Neill Klas 4A Aantal lln.: 20 School: Oefenschool Jakob van Artevelde DAG / / Handtekening mentor + datum: Van 10.20 uur tot 11.10 uur Leergebied(onderdeel): Lesonderwerp: Muzische opvoeding muziek met integratie van beeld en woord Verklanken van beelden, O Echo Leerinhoud: Feiten, begrippen, relaties, methodes, attitudes. Klanken melodisch en harmonisch rangschikken. Instrumenten kiezen i.f.v. de betekenis van klanken, toonhoogte en tempo. Begrippen binnen timbre: helder, dof, houtachtig, metaalachtig, rinkelend, galmend, Begrippen binnen toonintensiteit: forte (luid), piano (zacht), crescendo (verluiden), decrescendo (verstillen). Leerplandoelen: leerplan algemeen deel + muziek Onderwijsnet: VVKBaO 2.1 De klankmogelijkheden van voorwerpen en (lichaams) instrumenten onderzoeken 3.1 Beelden, klanksymbolen en grafische notatie vocaal verklanken 5.1 Kenmerken van de geluidsomgeving onderscheiden en ervaren 8. 2 een grafische partituur ontwerpen 11.2 Een eigen mening over de omgang met klank en muziek verwoorden 11.3 Veel voorkomende begrippen uit de wereld van klank en muziek passend gebruiken 12.1 Zich door middel van klank en muziek durven uiten 13.2 Actief deelnemen aan het groepsmusiceren en zich kunnen aanpassen aan de eisen van het samenspel 14.2 Openstaan voor de muzikale uitdrukking van anderen AD5: De ander in zijn expressie willen ontmoeten Lesdoelen: 1. verschillende geluiden maken met lichaam en stem (2.1) 2. geluiden uit de nabije omgeving reproduceren met lichaam en stem (5.1) 3. De begrippen crescendo en diminuendo kennen en toepassen (2.1) 4. De begrippen versnellen en vertragen kennen en toepassen (2.1) 5. afbeeldingen verklanken met aandacht voor verschil in toonhoogte en tempo (3.1) 6. afbeeldingen verklanken met aandacht voor dynamische verschillen (3.1) 7. geluiden koppelen aan specifieke locaties: typische geluiden van de zee, het bos, de stad, herkennen (5.1) 8. een partituur opbouwen met touw, grafische letters en persoonlijke aanvullingen bij het thema stad (8.2) 9. eigen partituur verklanken rekening houdend met de regels voor samenspel (3.1, 12.1, 13.2) Uitgeprint op xx/xx/2015 1
10. inbreng van anderen kritisch beluisteren de toegepaste begrippen in een evaluatie correct gebruiken (14.2) Beginsituatie specifiek voor deze les: Situering in het leerproces: aanbreng inoefening herhaling evaluatie Voorkennis van de klasgroep: Lln. werkten al eerder met bodypercussion. Lln. verklanken voor het eerst een jeugdboek. Lln. werkten al met een grafische partituur bij het aanleren van een lied. Leerling-specifieke gegevens: Ibrahim speelt piano, Sander speelt accordeon, Lise speelt gitaar en Hadice zingt heel toonvast hen inzetten bij de demonstraties. Sander volgt ook woord en durf zichzelf, samen met Cezar en Joren expressief te uiten opletten dat ze de aandacht niet te veel naar zich toetrekken. Jade, Tim en Berten staan niet graag in de schijnwerpers hen niet in hetzelfde groepje plaatsen. Bronnen: volgens de APA-normen Deelleerplan Muzikale Opvoeding, VVKBaO, 1999. Van Steendam, S., Echo, stadsgeluidenboek. (2012) Vrijdag. Uitgeprint op xx/xx/2015 2
Bijlagen: bordschema, ingevulde werkbladen, teksten, Bordschema met eindopdracht Materiaal/locatiewijziging: Afbeeldingen uit boek Touw Alle tafels worden aan de kant geschoven. Lesopbouw 1. Geluiden maken met je lichaam en je stem oriëntatie instructie Verwerking afronding 6 1 Geen attributen Niet met Jade, Tim of Berten starten. de leerlingen vormen een kring. Alle stoelen en tafels staan gedurende de hele les aan de kant. 1) Ik geef een geluid door, iedereen neemt dit geluid over en maakt de beweging van het hoofd richting buur. 2) Idem maar: nu kan je ook de richting veranderen door de klank terug te geven aan je buur. 3) Bedenk nu zelf een geluid dat je maakt met je stem of je lichaam, je mag dit even uitproberen maar als ik op de trommel sla word je meteen stil. 4) Wanneer ik nu een geluid doorgeef voer jij je eigen geluid uit, je mag ook beslissen van richting te veranderen. Extra opdracht, indien voldoende tijd: 5) We doen terug dezelfde opdracht maar we voeren het tempo op en iemand mag beslissen om een pauze in te lassen. 2. geluiden opvangen en reproduceren oriëntatie Instructie verwerking afronding 5 1, 2, 3 Ibrahim, Sander, Lise en Hadice demonstreren de opdracht. Alle leerlingen gaan zitten in de kring. De leerkracht opent de vensters. Uitgeprint op xx/xx/2015 3
Voorbereidende oefeningen, verkennende opdrachten: We sluiten gedurende één minuut onze ogen en we luisteren naar alle geluiden die we horen. We proberen zo veel mogelijk geluiden te onthouden. Na de stilte, richtvragen: wat was het hoogste geluid dat je hoorde? Wat was het laagste geluid? Welk geluid kwam steeds terug?. Je kiest er één geluid uit dat je probeert na te bootsen, je mag hiervoor ofwel je stem of lichaam gebruiken. Richtvraag: Welke geluiden zouden we kunnen maken met ons lichaam? (stampen, knippen, klappen, ). En met de stem? (hoge en lage klanken, van laag naar hoog en van hoog naar laag). We bouwen nu samen een klankdecor op. Je maakt het geluid wanneer ik jou aanduid en je voert het steeds na elkaar uit tot ik teken geef dat je mag stoppen. Eerst musiceren we stil en rustig, dan komen er meer geluiden bij en bouwen we terug af. Ik zal jou ook soms teken geven met mijn hand om luider en stiller te musiceren. In muziek noemen we dat crescendo en diminuendo. Demonstratie: Ik probeer dit kort uit met Ibe, Sander, Lise en Hadice. Belangrijke afspraak Er wordt niet gesproken. Ook als alle geluiden gedaan zijn, eindigen we in stilte. Ondersteuning: Ik dirigeer deze oefening. We beginnen in stilte en zonder af te spreken maken enkele leerlingen geluiden. Ik stimuleer hen met bewegingen tot een crescendo en een diminuendo. Uitgeprint op xx/xx/2015 4
3. Geluiden plaatsen in hun context en omgeving oriëntatie Instructie verwerking afronding 12 1, 2, 3, 4, 7 Papieren met plaatsen In de klas hangen verschillende plaatsen: de zee, het bos, New York, de ruimte, de metro en Marrakech. De instrumenten liggen terug vooraan op de tafel. Verkennende opdracht: De leerlingen luisteren naar geluidsfragmenten die werden opgenomen op diverse plaatsen, New York, Marrakech, het bos, de zee, de ruimte en de metro in Shanghai. In de klas werden de verschillende plaatsen aangeduid. Wanneer je een fragment hoort probeer jij je in te beelden waar die geluiden zouden opgenomen zijn. Je kiest er één geluid uit dat je wilt verklanken. Daarna verplaats jij je naar die plek in de klas waar je het geluid samen mag verklanken. Je mag opnieuw gebruik maken van je stem of je lichaam. Ik dirigeer opnieuw de klanken en geef hen telkens een opdracht: verluiden, verstillen, herhaling, versnellen, vertragen. 4. Verklanken van afbeeldingen uit het boek O Echo oriëntatie instructie verwerking afronding 7 1, 5, 6, 8, 9 één touw, afbeeldingen uit boek Echo Link naar 2 fragmenten hiervan: http://youtu.be/uplf2x7slu0 en http://youtu.be/mvarqwb9ulw (enkel ter illustratie van de student) Verdiepende opdrachten Kennismaking met het boek: De leerlingen kijken even naar de afbeeldingen uit het boek Echo. Er is ruimte voor spontane reacties. Waarover zou dit boek gaan? (Het boek gaat over de geluiden in de stad.) Elk kind krijgt een afbeelding. Ik leg een touw doorheen de klas. De kinderen zitten in twee rijen eromheen, zodat iedereen alles goed kan zien. De leerlingen leggen hun gekozen afbeelding op het touw. Richtvragen: Wat valt je op aan deze prenten? Hoe zou deze prent klinken? Uitgeprint op xx/xx/2015 5
Je krijgt nu elk een afbeelding uit het boek, je mag geluiden bedenken bij deze afbeelding. Wanneer je een geluid bedacht hebt mag je dit laten horen aan een medeleerling. Je kiest zelf een vriendje aan wie je jouw geluid laat horen. Richtvragen: Dit touw en deze afbeeldingen vormen onze partituur. Weet er iemand wat een partituur is? (Een partituur is een manier om muziek te noteren.) Jullie zijn het orkest. We spelen een compositie, weet iemand wat een compositie is? (Een compositie is het samenbrengen van klanken tot je een muziekstuk hebt.) Bij mijn teken voeren we zo dadelijk de compositie uit, let op: op de ogenblikken dat er enkel touw ligt, moet er stilte zijn. 5. Een eindopdracht uitvoeren waarin alle geziene elementen verwerkt zitten oriëntatie instructie verwerking afronding 15 1, 5, 6, 8, 9 één touw, afbeeldingen uit boek Echo 1 Eindopdracht De leerlingen worden in groepjes van 4 verdeeld en krijgen er enkele nieuwe afbeeldingen bij. Bedenk bij de nieuwe afbeeldingen een nieuw geluid -je mag ook eventueel bij de oorspronkelijke afbeeldingen een nieuw geluid bedenken- en leg nu alle afbeeldingen opnieuw ergens langs het touw. Je mag nu je afbeelding bij of op een andere afbeelding leggen binnen je groepje zodat het ene geluid uit het andere ontstaat of zodat er samenspel ontstaat. Je zal dus niet alleen naar jezelf moeten luisteren, maar belangrijker is dat je naar je medemuzikanten luistert zoals echte muzikanten dit ook doen: musiceer ik niet te luid of te stil, ga ik even snel of traag dan de andere, spreken we een teken af wanneer we samen invallen, Houd zeker rekening met onderstaande zaken: Schema op het bord: Je maakt een muziekstuk waarin alle leerlingen musiceren (instrumenten en/of stem) hoge en lage klanken voorkomen tempowisselingen zitten stil en luid wordt gespeeld of verstild of verluid minstens één duidelijke pauze voorkomt minstens 6 verschillende afbeeldingen uit het boek O Echo voorkomen minstens twee afbeeldingen tegelijk worden uitgevoerd of in elkaar overvloeien Uitgeprint op xx/xx/2015 6
Dames en heren, hartelijk welkom op dit heel bijzonder touwconcert! Wij brengen u vanavond een klankdecor weergegeven door een geluidentouw en heel bijzondere muzikanten, sluit gerust de ogen en geniet van deze bijzondere compositie!. 6. Afronding en terugblik op de les oriëntatie instructie verwerking afronding 5 10 Evaluatie De leerlingen geven feedback aan mekaar. Er worden positieve vragen gesteld. Kwamen alle leerlingen aan bod? Welke klanken heb je gehoord? Welke instrumenten werden er gebruikt? Wat vond je een knap moment in hun klankdecor? Hoeveel afbeeldingen werden gebruikt? Geef hen eens een pluim en ook Welke tip kunnen we geven? Afronding We evalueren deze les kort. Wat vond je een fijne oefening? Wat vond je een leuk/moeilijk moment? Wat heb je geleerd? Wat ga je onthouden? Evaluatie: Evalueer hier je eigen handelen (did., ped. en/of org.). Wat deed je goed en waarom? Wat ging niet goed en waarom? (Denk aan voorbereiding en realisatie.) Doe een verbetervoorstel. Uitgeprint op xx/xx/2015 7