Naam student: Quentin Renaux Leergroep OLO3 A2 Naam mentor: Carine De Coninck Klas 4L Aantal lln.: 24 Basisschool Sint-Medardus Ursel

Transcriptie

1 ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat Gent Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS Naam student: Quentin Renaux Leergroep OLO3 A2 Naam mentor: Carine De Coninck Klas 4L Aantal lln.: 24 School: Basisschool Sint-Medardus Ursel WOENSDAG DONDERDAG 10/05/ /05/2017 Handtekening mentor + datum: Deze les gaat door op twee momenten, eventueel wordt de les zelfs nog in meerdere afzonderlijke delen gesplitst als dit beter past in de planning. Als de les wordt verspreid over meerdere momenten, dan wordt de tweede fase opgesplitst in meerdere delen. Fase één en fase drie van deze voorbereiding zullen enkel bij het begin van het eerste moment en op het einde van het laatste moment plaatsvinden. Van uur tot uur Van uur tot uur Leergebied(onderdeel): Lesonderwerp: Muzische Opvoeding & Sociale Vaardigheden Kennismakingsspel a.d.h.v. het spel Parachute Leerinhoud: Feiten, begrippen, relaties, methodes, attitudes. Attitudes: - De kinderen kunnen: o Respect voor elkaar opbrengen; o Samenwerken om een bepaald doel te halen; o Verwoorden waar de andere goed in is; o Elkaar helpen; o Zichzelf uitdrukken zoals ze zelf willen, zonder hiervoor rekening te moeten houden met wat gangbaar is in de groep. Quentin Renaux 1

2 Leerplandoelen: Onderwijsnet: VVKBaO Leerplan: Muzische Opvoeding, net: VVKBaO. Muz 5 De ander in zijn expressie willen ontmoeten. Dat houdt in dat ze: - De verbondenheid met anderen ervaren en ervan genieten. Muz 12 Erop gericht zijn de eigen ervaringen, ideeën, gevoelens en waardering in muzische talen uit te drukken. Dat houdt in dat ze: - Beseffen dat het de moeite waard is om te proberen je te uiten, en weten dat je daar plezier aan kunt beleven. Muz 18 Werken vanuit geloof in eigen kunnen. Dat houdt in dat ze: - Vertrouwen hebben in je eigen expressiemogelijkheden (zonder voortdurend je prestaties met die van anderen te vergelijken; - Positief omgaan met je eigen beperkingen; - Je trachten uit te drukken in een oorspronkelijke stijl, los van het gangbare of het voor de hand liggende; - Jouw creatieve uitingen aan anderen durven tonen. Muz 19 Genoegen beleven aan muzisch bezigzijn. Dat houdt in dat ze: - Ervaren hoe je een stukje van jezelf kunt ontdekken in wat je met je hele zijn vorm geeft; - In het samen beleven en muzisch bezigzijn de nabijheid van anderen ervaren en daarvan genieten. Leerplan: Concept Relationele Vorming, net: VVKBaO. RV4 Kinderen kunnen met de andere(n) in relatie treden. Dat houdt in dat ze: - RV4.11 Zich openstellen voor anderen met de bedoeling ze beter te leren kennen of ermee samen te werken. RV6 Kinderen ervaren hoe mensen met de vele mogelijkheden van hun lichaam uitdrukking geven aan zichzelf en aan hun relatie met de andere(n). Dat houdt in dat ze: - RV6.1 Ontdekken en voelen dat iedereen uniek is. Lesdoelen: 1. Samenwerken om bepaalde opdrachten tot een goed einde te brengen. (RV4.11, Muz 5 19) 2. Zich uiten voor de groep door wat meer te vertellen over zichzelf. (RV6.1, Muz ) 3. Talenten bij elkaar verwoorden. (RV6.1, Muz 5, Muz 18, Muz 19) 4. Verwoorden hoe ze dit spel ervaren hebben. (Muz ) Uitgeprint op 22/05/2017 Quentin Renaux 2

3 Beginsituatie specifiek voor deze les: Situering in het leerproces: aanbreng inoefening herhaling evaluatie Voorkennis van de klasgroep: De klasgroep kent het spel Parachute nog niet uit de schoolcontext. Enkele kinderen kunnen het wel kennen uit jeugdbewegingen, activiteiten na de schooluren, Leerling-specifieke gegevens: Activiteit in het kader van de Stadsklas Gent. Met de groepen zullen er goede afspraken gemaakt worden. Zo weet iedereen wat er van hen verwacht wordt en zorgt dit voor rust binnen de groep. De groep durft nog al eens door elkaar praten tijdens kringgesprekken. Als dit zich voordoet tijdens deze activiteit, zal ik de kinderen uitleggen dat het beleefd is om naar elkaar te luisteren. Als je zelf aan het woord bent, heb je ook graag dat de anderen naar je luisteren. De klasgroep hangt zeer goed aan elkaar en omdat dit ook beoogd wordt met de stadsklas, staat deze activiteit in het teken van elkaar beter te leren kennen. Zo wordt de groepsband nog hechter. Ik zal putten uit mijn beginsituatieanalyse om zo gepast om te gaan met alle kinderen en hen de zorgen te geven die ze nodig hebben. Bronnen: volgens de APA-normen YouTube [Website]. (z.j.). Geraadpleegd op 15 april 2017, via Bijlagen: bordschema, ingevulde werkbladen, teksten, Bijlage 1 Opdrachtenkaartjes. Materiaal/locatiewijziging: Parachute; 24 bijhorende ballen (horen samen met de parachute, beiden zitten in de doos); Opdrachtenkaartjes; GSM (om muziek mee af te spelen); Eén blinddoek; Pluimen; Zes dobbelstenen. Uitgeprint op 22/05/2017 Quentin Renaux 3

4 LESOPBOUW 1. Verkennend spel: Samen een ketting vormen om de Parachute te vinden. oriëntatie instructie verwerking afronding 5 min 1 Parachute (doos) Deze activiteit zal doorgaan tijdens de avondactiviteit of eventueel zelfs tijdens een ander geschikt moment. Deze activiteit zal normaal buiten plaatsvinden op het plein, bij goed weer. Organisatie Ik verstop de doos, met daarin de parachute en de 24 bollen. De kinderen komen rond mij staan zodat ze te horen krijgen wat ze moeten doen. Richtvragen uitleg instructie Ergens in de ruimte ligt er een doos verstopt. - Wie ziet de doos liggen? ( ) - Hoe kunnen we die gaan halen? ( ) Wel vandaag gaan we een paar opdrachten uitvoeren waarbij we elkaar beter gaan leren kennen en waarbij we elkaar ook nodig gaan hebben. We gaan de doos dus niet zomaar kunnen gaan halen. Jullie moeten de doos op een speciale manier gaan halen. Je moet elkaar de hand geven en als het ware een ketting vormen. De eerste leerling moet weliswaar recht en naast mij blijven staan. De andere kinderen moeten elkaar een hand geven, of elkaar op een andere plaats vasthouden (zoals aan de enkels ). Maar er zijn nog enkele regels: - Jullie mogen elkaar niet loslaten of jullie moeten opnieuw bij nul (bij de eerste leerling) beginnen; - Alle leerlingen moeten in de ketting staan; - Maar de helft van alle leerlingen mogen rechtstaan, de anderen moeten in een andere houding gaan staan/liggen. Dat kan buigen door de knieën zijn, op de buik gaan liggen enz. De kinderen vormen de ketting en proberen het pakje te nemen. Als ze het pakje met succes hebben vastgenomen, mogen ze de ketting verbreken en het pakje bij mij komen brengen. Uitgeprint op 22/05/2017 Quentin Renaux 4

5 2. Groepsopdracht: Elkaar leren kennen a.d.h.v. het spel Parachute. oriëntatie instructie verwerking afronding Parachute, 24 bollen, opdrachtenkaartjes, GSM, blinddoek, pluimen, 50 min 1, 2, 3 zes dobbelstenen Tijdens dit spel zal ik kordaat optreden als dat moet. Verder houd ik ook rekening met de leerlingengegevens die ik verzamelde in de beginsituatie. Organisatie Ik haal de parachute en de 24 bollen uit de doos. Ik leg alles klaar om dan te beginnen aan mijn uitleg. Alle andere materialen die we nodig hebben, liggen ook al klaar! Richtvragen uitleg instructie Wij zijn enkele dagen op stadsklas. Daarbij is het belangrijk dat we als groep elkaar beter leren kennen en ook plezier kunnen maken met elkaar. Daar gaan we met de volgende activiteit werk van maken. Vandaag gaan we het spel Parachute spelen. - Wie kent dat spel al? ( ) De kinderen mogen een poging doen om het spel uit te leggen. Vandaag gaan we een variant spelen. Straks gaan we allemaal in een kring gaan staan en gaan we het doek vasthouden. Als niet iedereen een handvat heeft, dan neem je gewoon de boord van het doek vast. In het midden leg ik straks een stapel opdrachtenkaartjes. Ik zal dan telkens twee kinderen bij naam noemen (eventueel zelfs drie of vier) en die kinderen moeten voor wie het snelst een kaartje van de stapel nemen. Alleen degene die als eerste een kaartje kan nemen, mag het houden (de anderen leggen hun kaartje terug). Het kind met het kaartje gaat dan terug in de kring gaan staan (moet niet dezelfde plaats zijn als de plaats waaruit hij/zij vertrokken was). Dan mag dat kind het kaartje voorlezen. De opdracht voeren we dan met zijn allen uit. Als de opdracht goed uitgevoerd is, keren we terug naar de kring en nemen we terug het doek vast. Maar er is nog iets belangrijks dat ik niet verteld heb. Na elke opdracht die we uitgevoerd hebben, komt er een bal in de parachute terecht. Terwijl we terug twee namen afroepen om een volgend kaartje te nemen, moeten de andere kinderen ervoor zorgen dat de bal op de parachute blijft liggen. Dat kunnen ze door het doek naar omlaag of naar omhoog te bewegen zodat de bal blijft rollen. Na de 24 opdrachten uitgevoerd te hebben (we moeten ze niet allemaal uitvoeren), kijken we hoeveel ballen er nog in de parachute liggen. Ballen die eruit vallen, tellen niet meer mee en keren dan ook niet terug in de parachute. Per twee ballen die nog in de parachute liggen, mogen de kinderen één minuut langer opblijven (maximum twaalf minuten dus). Op het einde gaan we dus de overgebleven ballen tellen. Afspraken Tijdens dit spel gaan we enkele afspraken maken: 1. We gaan elkaar niet uitlachen, maar we gaan respect opbrengen voor elkaar. 2. We gaan elkaar helpen en er geen competitie tegen elkaar van maken. De bedoeling is om samen, als groep, plezier te beleven aan deze opdrachten. Uitgeprint op 22/05/2017 Quentin Renaux 5

6 Verloop We kunnen de volgende opdrachten uitvoeren (die ook op de opdrachtenkaartjes staan): 1. We gaan de kring rond en we vertellen onze naam en onze hobby s. Wat doe jij zoal in je vrije tijd? 2. We gaan de kring rond en we vertellen aan elkaar wat ons lievelingskleur is. Wat zou de meester zijn lievelingskleur zijn? Kunnen jullie dat raden? 3. We gaan de kring rond en iedereen mag iets vertellen over elkaar. Dat kunnen talenten zijn, leuke herinneringen enz. Wat kan jij vertellen over je buur? 4. We gaan de kring rond en iedereen mag vertellen wat hij/zij vond van de meerdaagse uitstap tot nu toe. Hopelijk vond iedereen het al tof tot nu toe! 5. We spelen het spel We gaan op reis en we nemen mee. Je gaat alles toch wel kunnen onthouden he? 6. We gaan per twee gaan staan en we gaan elkaar vertrouwen. Iemand staat voor de andere en sluit zijn ogen. Op een bepaald moment mag je dan naar achter vallen maar dan moet de andere je opvangen. Vertrouwen we elkaar wel? 7. We leggen ons allemaal naast elkaar op de grond en we gaan één voor één over elkaar rollen. Rollen, rollen, rollen maar! 8. We zetten een willekeurig liedje op en we gaan even helemaal uit de bol. We kijken niet naar elkaar en we gaan ons even helemaal uitleven. Toon jij jouw beste dance moves? 9. We gaan één grote tekening samen maken. We duiden één leerling aan en die mag de andere leerlingen in bepaalde posities leggen zodat we één grote tekening vormen. Alle leerlingen moeten deel uitmaken van de tekening. Wat zouden we kunnen tekenen? 10. Er wordt één kind geblinddoekt en die moet de meester vinden. De andere kinderen moeten van de zijlijn instructies geven. Iemand zal wel bij de geblinddoekte persoon blijven staan en wat helpen. Niet te veel door elkaar praten is de boodschap. 11. We gaan de kring rond en iedereen mag zijn/haar lievelingsfilm uitbeelden. Kan de rest raden welke film jij koos? 12. We gaan één voor één allemaal van plaats verwisselen terwijl we het doek vasthouden. We doen dit op een snel tempo maar we mogen niet alle ballen op de grond laten vallen. Lukt dat wel of vallen alle ballen toch op de grond? 13. We gaan de kring rond en vertellen onze mooiste herinnering aan elkaar. Waar denk jij vaak aan terug? 14. Dromen doen we allemaal. Maar wat denken jullie van een kussengevecht? Of misschien beter, wie kan het langst een veertje in de lucht houden. Je mag alleen maar blazen. Werk maar met twee en laat het veertje de grond niet raken. 15. Eén, twee, drie, vier. Vandaag maken wij allemaal plezier. Vijf, zes, zeven, acht. Maar wacht! Kunnen jullie een piramide maken? Er mag maar één kind op een ander kind gaan staan. Maar hoe kan je dan een piramide maken met z n allen? Weten jullie dat? Wel voorzichtig zijn hoor! Bij deze activiteit help ik zelf mee op het kind in de lucht te houden. Veiligheid staat dan ook voorop bij deze activiteit. Als het niet lukt, dan starten we met een volgende opdracht. We willen zeker geen risico lopen met dit spel. 16. Kunnen wij niet eens allemaal gek doen? Laten we samen een schlagerliedje kiezen en samen de polonaise dansen. Doen we allemaal mee? 17. Jij bent de bom? Of nee, toch maar beter een bal. Geef de bal door en iemand komt in het midden staan. Als die leerling BOOM roept, ontploft de bal. Wie blijft in het spel en wie moet gaan zitten? 18. Wie kent verstoppertje in het donker? Wacht, we laten de lichten aan maar we zullen iemand blinddoeken. Kan die leerling, samen met zijn hulpje, de andere kinderen vinden? Uitgeprint op 22/05/2017 Quentin Renaux 6

7 19. Tikkie, jij bent hem. Wie wordt de tikker voor vandaag? De tikker vandaag moet wel op handen en voeten lopen. Zou hij toch nog sneller zijn dan de andere kinderen? 20. Kruiwagen. Werk per twee. De ene neemt de benen van de andere vast en samen gaan we zo snel mogelijk naar de overkant. Werken jullie straks goed samen? 21. We gaan de kring rond en iedereen mag zijn favoriete liedje zingen. Zo vals zingen als een kat is voor één keer toegelaten. Moet de meester dan beginnen? 22. We zijn al een beetje moe aan het worden. Laten we ons allemaal maar op de grond leggen. Maar de meester komt rond en gaat iedereen kriebelen. Als je beweegt, mag jij ook de anderen gaan kietelen. Wie heeft hier de meeste kriebeltjes? 23. Tijdens deze stadsklas zijn wij één team. Bedenk daarom de perfecte groet van onze klas. Wie kan hier creatief uit de hoek komen? 24. Laten we ons geluk testen. Ik heb hier zes dobbelstenen bij mij. We moeten samen 24 gooien. Wie gooit het winnende getal? Opmerking: Niet alle activiteiten zullen kunnen worden uitgevoerd. Dat is ook niet zo erg. Zolang de hele groep enkele opdrachten tot een goed einde kan brengen, is dit spel geslaagd. 3. Afronding: Kringgesprek over hoe de kinderen deze activiteit ervaren hebben. oriëntatie instructie verwerking afronding 5 min 3, 4 We gaan telkens de kring rond en iedereen die iets wil zeggen, kan dat doen in de groep. Iedereen krijgt hiertoe de kans en ik zorg ervoor dat iedereen luistert naar de leerling die aan het woord is. Organisatie De kinderen komen bij mij staan en we gaan samen in één grote kring gaan zitten. Richtvragen - Wat vonden jullie van deze activiteit? ( ) - Wat vonden jullie de leukste opdracht? ( ) - Ben je nieuwe dingen van elkaar te weten gekomen? ( ) - Heeft er iemand jou verrast bij een opdracht? ( ) Dat kan van alles zijn: iets waarvan je niet dacht dat hij/zij dat zo goed kon enz. Evaluatie: Evalueer hier je eigen handelen (did., ped. en/of org.). Wat deed je goed en waarom? Wat ging niet goed en waarom? (Denk aan voorbereiding en realisatie.) Doe een verbetervoorstel. De les verliep goed. De kinderen waren actief betrokken bij het gebeuren waardoor de groepssfeer werd bevorderd. Dit was ook zeker een activiteit die aansloot bij de leefwereld van de kinderen. Er was wel een trage start maar dit werd goedgemaakt éénmaal we gestart waren met de eerste opdracht. De volgende keer moet ik er wel zeker op letten dat ik niet teveel uitleg geef waar dit op zich niet echt nodig is. Uitgeprint op 22/05/2017 Quentin Renaux 7

8 Bijlage 1: Opdrachtenkaartjes. We gaan de kring rond en we vertellen onze naam en onze hobby s. Wat doe jij zoal in je vrije tijd? We zetten een willekeurig liedje op en we gaan even helemaal uit de bol. We kijken niet naar elkaar en we gaan ons even helemaal uitleven. Toon jij jouw beste dance moves? We gaan de kring rond en we vertellen aan elkaar wat ons lievelingskleur is. Wat zou de meester zijn lievelingskleur zijn? Kunnen jullie dat raden? We gaan de kring rond en iedereen mag iets vertellen over elkaar. Dat kunnen talenten zijn, leuke herinneringen enz. Wat kan jij vertellen over je buur? We gaan de kring rond en iedereen mag vertellen wat hij/zij vond van de meerdaagse uitstap tot nu toe. Hopelijk vond iedereen het al tof tot nu toe! We spelen het spel We gaan op reis en we nemen mee. Je gaat alles toch wel kunnen onthouden he? We gaan per twee gaan staan en we gaan elkaar vertrouwen. Iemand staat voor de andere en sluit zijn ogen. Op een bepaald moment mag je dan naar achter vallen maar dan moet de andere je opvangen. Vertrouwen we elkaar wel? We leggen ons allemaal naast elkaar op de grond en we gaan één voor één over elkaar rollen. Rollen, rollen, rollen maar! We gaan één grote tekening samen maken. We duiden één leerling aan en die mag de andere leerlingen in bepaalde posities leggen zodat we één grote tekening vormen. alle leerlingen moeten deel uitmaken van de tekening. Wat zouden we kunnen tekenen? Er wordt één kind geblinddoekt en die moet de meester vinden. De andere kinderen moeten van de zijlijn instructies geven. Iemand zal wel bij de geblinddoekte persoon blijven staan en wat helpen. Niet te veel door elkaar praten is de boodschap. We gaan de kring rond en iedereen mag zijn/haar lievelingsfilm uitbeelden. Kan de rest raden welke film jij koos? We gaan één voor één allemaal van plaats verwisselen terwijl we het doek vasthouden. We doen dit op een snel tempo maar we mogen niet alle ballen op de grond laten vallen. Lukt dat wel of vallen alle ballen op de grond? We gaan de kring rond en vertellen onze mooiste herinnering aan elkaar. Waar denk jij vaak aan terug? Uitgeprint op 22/05/2017 Quentin Renaux 8

9 Dromen doen we allemaal. Maar wat denken jullie van een kussengevecht? Of misschien beter, wie kan het langst een veertje in de lucht houden. Je mag alleen maar blazen. Werk maar met twee en laat het veertje de grond niet raken. Eén, twee, drie, vier. Vandaag maken wij allemaal plezier. Vijf, zes, zeven, acht. Maar wacht! Kunnen jullie een piramide maken? Er mag maar één kind op een ander kind gaan staan. Maar hoe kan je dan een piramide maken met z n allen? Weten jullie dat? Wel voorzichtig zijn hoor! Kunnen wij niet eens allemaal gek doen? Laten we samen een schlagerliedje kiezen en samen de polonaise dansen. Doen we allemaal mee? Jij bent de bom? Of nee, toch maar beter een bal. Geef de bal door en iemand komt in het midden staan. Als die leerling BOOM roept, ontploft de bal. Wie blijft in het spel en wie moet gaan zitten? Kruiwagen. Werk per twee. De ene neemt de benen van de andere vast en samen gaan we zo snel mogelijk naar de overkant. Werken jullie straks goed samen? We gaan de kring rond en iedereen mag zijn favoriete liedje zingen. Zo vals zingen als een kat is voor één keer toegelaten. Moet de meester dan beginnen? We zijn al een beetje moe aan het worden. Laten we ons allemaal maar op de grond leggen. Maar de meester komt rond en gaat iedereen kriebelen. Als je beweegt, mag jij ook de anderen gaan kietelen. Wie heeft hier de meeste kriebeltjes? Tijdens deze stadsklas zijn wij één team. Bedenk daarom de perfecte groet van onze klas. Wie kan hier creatief uit de hoek komen? Laten we ons geluk testen. Ik heb hier zes dobbelstenen bij mij. We moeten samen 24 gooien. Wie gooit het winnende getal? Wie kent verstoppertje in het donker? Wacht, we laten de lichten aan maar we zullen iemand blinddoeken. Kan die leerling, samen met zijn hulpje, de andere kinderen vinden? Tikkie, jij bent hem. Wie wordt de tikker voor vandaag? De tikker vandaag moet wel op handen en voeten lopen. Zou hij toch nog sneller zijn dan de andere kinderen? Uitgeprint op 22/05/2017 Quentin Renaux 9