Beeldkwaliteitplan Onderdijk - Woningbouwlocatie Dirk Bijvoetweg
Beeldkwaliteitplan Onderdijk Woningbouwlocatie Dirk Bijvoetweg Code 087508 / 13-01-2010
GEMEENTE WERVERSHOOF 087508 / 13-01-2010 BEELDKWALITEITPLAN ONDERDIJK - WONINGBOUWLOCATIE DIRK BIJVOETWEG INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1. 1. Aanleiding 1. 2. Afstemming op de Welstandsnota gemeente Wervershoof 1. 3. Inhoud 2. STEDENBOUWKUNDIG PLAN EN BEELDZONES 3. WELSTANDSCRITERIA 4. OPENBARE RUIMTE 4. 1. Wegen 4. 2. Water 4. 3. Groen 4. 4. Bijzondere aspecten 1 1 1 2 3 6 10 10 12 14 15
087508 blz 1 1. INLEIDING 1. 1. Aanleiding Deze notitie heeft betrekking op de uitbreidingslocatie voor woningbouw direct ten zuiden van de Dirk Bijvoetweg te Onderdijk. De locatie van 4,5 ha is momenteel in agrarisch gebruik, maar staat in de structuurvisie aangegeven als nieuwe woonlocatie. Recentelijk is voor de locatie een stedenbouwkundig plan opgesteld (notitie Narre Vliet - Waterrijk Wonen in Onderdijk, zie figuur 2). Dit plan geldt als uitgangspunt voor dit beeldkwaliteitplan. Het beeldkwaliteitplan heeft als doel de beoogde algemene beeldkwaliteit voor het plangebied in criteria vast te leggen. Figuur 1. Ligging plangebied 1. 2. Afstemming op de Welstandsnota gemeente Wervershoof Het beeldkwaliteitplan vormt een aanvulling op het welstandsbeleid van de gemeente Wervershoof. Volgens de Woningwet kan de welstandsbeoordeling alleen worden gebaseerd op door de gemeenteraad vastgestelde welstandscriteria. Deze welstandscriteria zijn vastgelegd in de gemeentelijke welstandsnota. Voor nieuwe ontwikkelingen, zoals de uitbreidingslocatie ten zuiden van de Dirk Bijvoetweg, is een aanvulling op dit welstandsbeleid noodzakelijk. De in deze notitie geformuleerde welstand aspecten voor de nieuwe woningbouwlocatie zullen op grond van de Woningwet door de gemeenteraad als aanvulling / wijziging op de Welstandsnota gemeente Wervershoof worden vastgesteld.
blz 2 087508 1. 3. Inhoud Het beeldkwaliteitplan bevat zowel richtlijnen voor de bebouwing als voor de inrichting van de openbare ruimte. De richtlijnen voor de bebouwing vormen een handvat voor toekomstige bouwers en tevens een toetsingskader voor de welstandsbeoordeling. De richtlijnen voor de openbare ruimte voorzien in principes en uitgangspunten die door de gemeente zelf zullen worden gehanteerd als basis voor de inrichting van het gebied. Het beeldkwaliteitplan bestaat uit de volgende onderdelen. 1. De beeldkaart (H2) 2. De welstandscriteria voor de bebouwing (H3) 3. Richtlijnen voor de openbare ruimte (H4)
087508 blz 3 2. STEDENBOUWKUNDIG PLAN EN BEELDZONES Beschrijving stedenbouwkundig plan Water Een belangrijk structurerend element in het plan is het water. De in het landschap bestaande eilandenstructuur is in het plan versterkt in en vertaald naar een opzet van twee eilanden. Zowel het noordelijk als het zuidelijk gelegen eiland zijn voorzien van duidelijk waterranden. Aan de noordzijde van het noordelijke eiland ligt een bebouwingsvrije zone die gekoppeld is aan de bestaande brede watergang ten zuiden van de Dirk Bijvoetweg. Deze oever heeft het karakter van een representatieve groene rand met langs het water een aantal steigers. Op het zuidelijke eiland is aan de noordzijde hiervan een bomenrij gepland welke het natuurlijke karkater van het eiland versterkt. Er wordt getracht de bestaande windsingel zoveel mogelijk in tact te houden en daar waar gewenst onderbrekingen te maken voor een doorkijk van de woningen op het water.voor de beleving van het plan en de kwaliteit van het wonen is de relatie met het water vanuit het nieuwe woongebied ook op andere plekken zoveel mogelijk versterkt. Zo zijn voor doorvaarbaarheid van het gebied bestaande watergangen verbreed en zijn doorvaarbare bruggen en duikers aangelegd. Groen Een tweede belangrijk element van de ruimtelijke structuur is het groen. De eilanden van het Narre Vliet maken deel uit van een ecologische structuur. Het stedenbouwkundige plan voorziet in een groenbuffer langs het Narre Vliet, in de vorm van twee gekoppelde smalle eilandjes. Aan de noordzijde het rieteiland met een smal pad en aan de zuidzijde het eiland met de te handhaven groensingel. De bestaande groensingel is ook elders (aan de noordelijke rand van het zuidelijke eiland) deels geïntegreerd in het plan. Het groene karakter van de wijk wordt verder bepaald door groene elementen in de openbare ruimte zoals ruime profielen met bomen en een groenpleintje op elk eiland. Bebouwing Voor de bebouwing geldt als uitgangspunt dat bebouwingskenmerken uit de omgeving worden toegepast zodat de identiteit van het nieuwe woongebied hierbij aansluit. Dit resulteert in een divers bebouwingsbeeld, met verschillende woningtypen en een gevarieerd straatbeeld. Anderzijds geldt als belangrijk uitgangspunt het creëren van een sterke onderlinge samenhang en een evenwichtige harmonieuze sfeer van het geheel. De noordzijde van de wijk heeft een duidelijk voorkant gekregen. Deze wordt gevormd door een openbare oever en een tiental vrije kavels gericht op de Dirk Bijvoetweg, de entree van Onderdijk. Het parkeren is opgenomen in een ruim groen straatprofiel en op de eigen kavel. Op het noordelijk eiland wordt op de overgang naar openbaar gebied (groene pleintje) een groene erfafscheiding in de vorm van een schanskorf gerealiseerd.
blz 4 087508 Op de andere overgangen van voor- en zijtuinen naar openbaar gebied is het wenselijk dat er groene erfscheidingen worden aangebracht, zodat er een openbare ruimte met een vriendelijk, groen karakter ontstaat. Figuur 2. Stedenbouwkundig plan Beeldzones Het ontwerp is vertaald in twee beeldzones. Op bijgaande kaart zijn de verschillende beeldzones aangegeven.
087508 blz 5 Figuur 3. Beeldkaart
blz 6 087508 3. WELSTANDSCRITERIA In dit hoofdstuk worden per beeldzone welstandscriteria geformuleerd waaraan toekomstige bebouwing moet voldoen. Tevens zijn referentiebeelden toegevoegd die een indruk geven van de sfeer die wordt nagestreefd. BEELDZONE 1 VRIJSTAANDE WONINGEN TEGENOVER DE DIRK BIJVOETWEG Omschrijving Beeldzone 1 bestaat uit uitsluitend vrijstaande kavels in een open bebouwingspatroon. De woningen zijn gericht op de Dirk Bijvoetweg. Uitgangspunt voor de bebouwing is het op een eigentijdse manier interpreteren van de bebouwingskarakteristiek van de omgeving waardoor het lokale karakterbeeld van Onderdijk sterk leesbaar wordt in de nieuwe wijk. Algemeen uitgangspunt voor het gehele plan (beeldzone 1 en 2) is het creëren van een harmonieuze balans tussen eenheid en verscheidenheid. Plaatsing Woningen staan in de rooilijn. De vrijstaande woningen staan haaks op de weg. Hoofdvorm Algemeen uitgangspunt met betrekking tot de onderlinge samenhang in hoofdvorm is dat er een gevarieerd straatbeeld ontstaat Woningen hebben een enkelvoudige of samengestelde hoofdvorm. De bouwvolumes zijn klein tot middelgroot. De bouwvolumes bestaan uit één, anderhalf of twee lagen met een kap. De twee vrijstaande hoekwoningen aan weerszijden van de entreeweg bestaan uit twee lagen met een kap De kap bestaat uit een schildkap, mansardekap, zadeldak of samengestelde kap De dakhelling is 30 60 graden. Daken hebben bij voorkeur een minimale dakhelling van 40 graden, vanwege het uitgangspunt zoveel mogelijk aan te sluiten bij de lokale bebouwingskarakteristiek. Bijgebouwen zijn ondergeschikt aan het hoofdgebouw en kennen een eenvoudige vorm. Bijgebouwen zijn voorzien van een kap. De kapvorm dient passend te zijn bij de kapvorm van het hoofdgebouw. Aanzichten Voorgevels hebben een duidelijke gerichtheid op de openbare ruimte (Dirk Bijvoetweg). Hoekwoningen (in het bijzonder de woningen grenzend aan de hoofdontsluitingsweg) hebben een meerzijdige gerichtheid. Dakvlakken hebben aan de voorzijde een gesloten karakter. Er is sprake van een evenwichtige gevelindeling. De compositie van de gevels is traditioneel.
087508 blz 7 Opmaak Het materiaalgebruik bestaat uit overwegend baksteen en gebakken dakpannen Gevels bestaan overwegend uit een donkerrode baksteen of bruine baksteen in een midden of donkere kleurtoon. De daken bestaan uit overwegend oranje gebakken pannen, en accenten in zwart. Kozijnen worden uitgevoerd in wit, gebroken wit of crème. Van de toe te passen materialen en kleuren dient een monster overlegd te worden. De detaillering is sober en zorgvuldig. Referentiebeelden deelgebied 1 BEELDZONE 2 GEVARIEERDE BEBOUWING OP HET NOORDELIJKE EN ZUIDELIJKE EILAND
blz 8 087508 Omschrijving Beeldzone 2 betreft het gehele woongebied buiten beeldzone 1 en kenmerkt zich door een gevarieerde invulling met vrijstaande, halfvrijstaande en rijenwoningen. Uitgangspunt voor de bebouwing is (evenals in beeldzone 1) het op een eigentijdse manier interpreteren van de bebouwingskarakteristiek van de omgeving waardoor dit lokale karakter sterk leesbaar wordt in de nieuwe wijk. De bebouwing kent een diversiteit, resulterend in verschillende woningtypen. Belangrijke voorwaarde daarbij is dat er een harmonieuze balans ontstaat tussen eenheid en verscheidenheid. Plaatsing Woningen staan hoofdzakelijk in de rooilijn. Accenten en vrijstaande woningen mogen van de rooilijn verschillen. De richting van de woningen is wisselend waarbij als uitgangspunt geldt dat er een gevarieerd straatbeeld ontstaat. Vrijstaande woningen staan haaks op de weg; halfvrijstaande woningen staan haaks op of evenwijdig aan de weg; rijenwoningen staan evenwijdig aan de weg. Langs de hoofdontsluitingsweg en langs de westelijke rand van het plan is de richting van de woningen wisselend; aan de oostelijke rand van het plan zijn de woningen gericht op de woonstraat. Hoofdvorm Algemeen uitgangspunt met betrekking tot de onderlinge samenhang in hoofdvorm is dat er een gevarieerd straatbeeld ontstaat Woningen hebben een enkelvoudige of samengestelde hoofdvorm. De bouwvolumes zijn klein tot middelgroot. Afwisseling met grotere volumes (in de vorm van rijenwoningen van 5-7 woningen) is mogelijk mits in overeenstemming met de hierboven genoemde omschrijving van beeldzone 2. De bouwvolumes bestaan uit één, anderhalf of twee lagen met een kap. De kap bestaat uit een schildkap, mansardekap, zadeldak of samengestelde kap. Een afwijkende hoofdvorm, bijvoorbeeld in de vorm van een levensloopbestendige bungalow met een (deels) platte afdekking, is bij uitzondering, mogelijk. Bij een platte afdekking is de voorgevel voorzien van een verbijzondering / architectonische bovenbeëindiging. De dakhelling is 30-60 graden. Daken hebben bij voorkeur een minimale dakhelling van 40 graden, vanwege het uitgangspunt zoveel mogelijk aan te sluiten bij de lokale bebouwingskarakteristiek. Minder steile kappen zijn mogelijk mits in overeenstemming met de hierboven genoemde omschrijving van beeldzone 2. Bijgebouwen zijn ondergeschikt aan het hoofdgebouw en kennen een eenvoudige vorm. Bijgebouwen zijn voorzien van een kap. De kapvorm dient passend te zijn bij de kapvorm van het hoofdgebouw.
087508 blz 9 Aanzichten Voorgevels hebben een duidelijke gerichtheid op de openbare ruimte (water-)weg. Hoekwoningen (in het bijzonder de woningen grenzend aan de hoofdontsluitingsweg) hebben een meerzijdige gerichtheid. Er is sprake van een evenwichtige gevelindeling. De compositie van de gevels is traditioneel. De dakvlakken van de vrijstaande woningen aan de oost- en westrand van het plan hebben een gesloten karakter. Opmaak Het materiaalgebruik bestaat uit overwegend baksteen en gebakken dakpannen Gevels bestaan overwegend uit een donkerrode baksteen of bruine baksteen in een midden of donkere kleurtoon De daken bestaan uit overwegend oranje gebakken pannen, en accenten in zwart. Kozijnen worden uitgevoerd in wit, gebroken wit of crème. Van de toe te passen materialen en kleuren dient een monster overlegd te worden. De detaillering is sober en zorgvuldig Referentiebeelden deelgebied 2
blz 10 087508 4. OPENBARE RUIMTE Het woongebied krijgt een samenhangende inrichting met een hoogwaardige uitstraling. De inrichting van de openbare ruimte en de voorwaarden die gesteld worden ten aanzien van de bebouwing dragen hieraan bij. Een aantal bijzondere aspecten die betrekking hebben op buitenruimte verdienen extra aandacht. In het navolgende wordt aan de hand van profielen en/of referentiebeelden het beoogde beeld van de openbare ruimte nader toegelicht. Figuur 4. Openbare ruimte 4. 1. Wegen Hoofdontsluiting De hoofdontsluiting is een belangrijke ruimtelijke drager van het plan. Het profiel biedt ruimte aan auto s en fietsers. Voor voetgangers worden voetpaden aangelegd. Aan de hoofdontsluiting wordt een boomstructuur gekoppeld. Parkeren vindt plaats onder de bomenrij en op eigen terrein.
087508 blz 11 Figuur 5. Profiel 1: Hoofdontsluitingsweg Figuur 6. Profiel 2 : Secundaire ontsluiting Secundaire ontsluiting De secundaire ontsluiting wordt gevormd door wegen die niet gekoppeld zijn aan de doorgaande structuur. Deze wegen hebben een doodlopend karakter. De weg wordt gebruikt voor zowel auto- als fietsverkeer.
blz 12 087508 Voor voetgangers worden voetpaden aangelegd. Het parkeren is opgenomen in het profiel en op de eigen terrein. Materialisering Zowel de hoofdontsluitingsweg als de secundaire ontsluitingen bestaan hoofdzakelijk uit betonklinkerkeien in de kleur rood. Ook de parkeerstrook onder de bomen wordt uitgevoerd in een rode straatsteen. Door middel van verschil in kleurtoon wordt een onderscheid gemaakt tussen het weg- en parkeergedeelte. De weg is opgesloten met trottoirbanden in de kleur antraciet. De opsluitbanden van de wegen en parkeergedeeltes zijn minimaal 20 cm. dik. De opsluitbanden van de voetpaden zijn minimaal 10 cm. dik.het trottoir bestaat uit betontegels van 30x30 centimeter in de kleur antraciet. Figuur 7. Referentiebeeld inrichting en materialisering 4. 2. Water Het water vormt een belangrijk onderdeel van de stedenbouwkundige hoofdopzet en fungeert als drager van het plan. Door verbreding van bestaande watergangen is de doorvaarbaarheid verbeterd. Vanuit de openbare ruimte is het water zoveel mogelijk zichtbaar gemaakt zodat er een sterke beleving is van het waterelement. De samenhang en ruimtelijke kwaliteit van de wijk kan verder versterkt worden door bij de aanleg van de wijk reeds gemeenschappelijke kades, met eventuele steigers, aan te leggen. Langs alle waterranden worden beschoeiingen aangelegd. Voor walbeschoeiingen en kades geldt als algemeen uitgangspunt dat deze met elkaar een samenhangend beeld leveren. Insteekhavens Een groot deel van de kavels is direct aan het water gelegen.in de waterzone grenzend aan de privé tuinen kunnen insteekhavens gerealiseerd worden.
087508 blz 13 Figuur 8. Referentiebeeld insteekhavens. Bebouwingsvrije oever Aan de noordzijde van het noordelijke eiland ligt een bebouwingsvrije oever (ten zuiden van de Dirk Bijvoetweg). Deze rand heeft het karakter van een representatieve groene oever met langs het water een aantal steigers. Figuur 9. Profiel 3: Bebouwingsvrije oever noordelijk eiland.
blz 14 087508 4. 3. Groen Behoud bijzondere windsingel Aan de noordzijde van het zuidelijke eiland wordt de bestaande windsingel (elzensingel) deels gehandhaafd. Onderstaande referentiebeelden (en figuur c) geven het beoogde beeld weer. Figuur 10. Referentiebeeld windsingel Groene pleintjes / speelplekken Op elk van de beide eilanden wordt een groenpleintje (met speelplek) gecreëerd. Het groenpleintje op het noordelijk eiland is voorzien van een vissteiger aan de waterrand. Figuur 11. Referentiebeeld groenpleintje noordelijk eiland - met vissteiger
087508 blz 15 Twee smalle groene eilandjes Als groenbuffer langs de Narre Vliet worden twee gekoppelde smalle eilandjes gecreëerd. Aan de noordzijde is dit het rieteiland met een smal schelpenpad. Aan de zuidzijde het eiland in combinatie met (voor zover onderhoudstechnisch mogelijk) te handhaven groensingel. Mogelijk wordt nieuwe beplanting toegevoegd. Langs de oevers wordt walbeschoeiing aangebracht. Figuur 12. Referentiebeeld groene eilanden 4. 4. Bijzondere aspecten Erfafscheidingen Het wensbeeld voor de overgang van tuinen naar de openbare ruimte is dat er groene elementen in de vorm van erfbeplanting, hagen of een combinatie van stenen muurtjes met groenelementen worden aangelegd. Figuur 13. Referentiebeeld erfafscheidingen
blz 16 087508 Bruggen In het plan bevinden zich een drietal bruggen. De meest noordelijke brug heeft een doorvaarbare hoogte. De twee zuidelijke bruggen zijn doorvaarbare duikers. Boothuizen en steigers Boothuizen mogen niet in het water gerealiseerd worden. Boothuizen dienen op eigen erf te worden gerealiseerd. Steigers worden seriematig aangelegd met goedkeuring van HHNK ( Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier). Overige steigers dienen vooraf bij het HHNK te worden overlegd ter goedkeuring. Boottakel inrichtingen dienen op eigen erf te worden aangebracht. Overig Ten zuiden van plandeel B, wordt een langzaam verkeersroute aangelegd welke tevens dienst doet als calamiteitenontsluiting voor beide plandelen. Aan de westzijde worden twee eilanden aangelegd. Deze worden ontsloten door houten loopbruggetjes.