Auditcriteria Plus audit Fysiotherapie verkorte versie 2016



Vergelijkbare documenten
Auditcriteria Plus audit Fysiotherapie verkorte versie 2014

Auditcriteria Plus audit Fysiotherapie verkorte versie 2013

Auditcriteria Effectiviteitsaudit Fysiotherapie 2016

Auditcriteria HER Plus audit Fysiotherapie verkorte versie 2017

Auditcriteria Plus audit Fysiotherapie reguliere versie 2013

Auditcriteria Plus audit Fysiotherapie reguliere versie 2015

Auditcriteria Beheersmodel audit Fysiotherapie 2016

Auditcriteria Plus Heraudit Fysiotherapie reguliere versie 2016

Auditcriteria Beheersmodel audit Fysiotherapie 2014

Auditcriteria Beheersmodel audit Fysiotherapie 2013

Auditcriteria Plus audit Fysiotherapie reguliere versie 2014

Auditcriteria Plus audit Fysiotherapie reguliere versie 2017

Auditcriteria Beheersmodel audit Fysiotherapie 2017

Auditcriteria Effectiviteitsaudit Fysiotherapie 2017

Webinar Beheers- en Plusaudit René Zandstra Fysiotherapeut Leadauditor Plus- en Beheersaudits Certificeringsdeskundige HKZ / ISO

Auditcriteria Beheersmodel audit Fysiotherapie 2015

Auditcriteria Plus audit Oefentherapie reguliere versie 2014

Kwaliteitstoets en audit. Nicole Cremers, HCA Henriëtte Delsing, MSc., Kiwa

Verzekeraar: Rapportage bevindingen TOP-audit

Beheersmodel Fysiotherapie 2013

Webinar Beheersaudit René Zandstra Fysiotherapeut Leadauditor Plus- en Beheersaudits Certificeringsdeskundige HKZ / ISO

Auditcriteria Beheersmodel audit Oefentherapie 2015

Voorlichting Kwaliteitstoets Logopedie. Henriëtte Delsing, MSc., logopedist Leadauditor/Materiedeskundige Kiwa

Voorlichting Kwaliteitstoets Logopedie. Henriëtte Delsing, MSc., logopedist Materiedeskundige Kiwa

Auditcriteria Beheersmodel audit Oefentherapie tot

1. Plus audit 2. Motivational Paper 3. Reguliere Plus audit Fysiotherapie 4. Verkorte Plus audit Fysiotherapie 5. Reguliere Plus audit Oefentherapie

Auditcriteria Plus audit Oefentherapie reguliere versie 2017

Praktijkorganisatie/inrichting en organisatie

Voorlichting Kwaliteitstoets Logopedie. Henriëtte Delsing, MSc., logopedist Leadauditor/Materiedeskundige Kiwa

AUDITPRODUCTEN Fysiotherapie t.b.v. De Friesland Zorgverzekeraar december 2011 versie 3.0

Versie 1.0 REGLEMENT PLUS AUDIT FYSIOTHERAPIE 2014

Reglement SKMZ EffectiviteitsTraject Fysiotherapie Inleiding

Voorlichting Kwaliteitstoets Logopedie. Henriëtte Delsing, MSc., logopedist Materiedeskundige Logopedie, Kiwa

FAQ na Webinar Beheers-Plus 27 februari 2015

REGLEMENT PLUS AUDIT 2016

Onderscheid door Kwaliteit

Voorlichting Kwaliteitstoets Logopedie

REGLEMENT PLUS AUDIT 2015

REGLEMENT KWALITEITSTOETS LOGOPEDIE 2014 Vrijwillige toets. (Versie 1.0 okt 2013)

Stichting Keurmerk Fysiotherapie Entree visitatie criteria 2019

Keurmerk Fysiotherapie Visitatieproduct 2019

Procedure De Friesland Zorgverzekeraar AV optimaal - meer dan 36/50 behandelingen versie 3.0. laatst gewijzigd op

TOP-audit Auditreglement

Reglement SKMZ EffectiviteitsTraject Fysiotherapie Inleiding

Aanvraag Fysiotherapie / Oefentherapie FNV Zorg 4 meer dan 40 behandelingen

Beheersmodel Fysiotherapie en Oefentherapie

Stichting Kwaliteitsmonitoring Zorg Motivational Paper Plus audit Fysiotherapie versie 1.0 september 2016-

Procedure De Friesland Zorgverzekeraar AV Optimaal meer dan 36 behandelingen

Bijlage 4 Kwaliteitstoets/beheersmodel audit

PLUSAUDIT JA OF NEE. Laat zien wat je doet! ROEL WINGBERMÜHLE, MSc, MMT, FT. kwaliteitsconferentie

Stichting Kwaliteitsmonitoring Zorg

REGLEMENT KWALITEITSTOETS LOGOPEDIE 2016 en (versie 1.0 september 2016)

Bijlage 4 Kwaliteitstoets/beheersmodel audit

Bijlage 4 Kwaliteitstoets/beheersmodel audit

Formats voor verslagen

Stichting Kwaliteitsmonitoring Zorg

Bijlage 4 Kwaliteitstoets/beheersmodel audit

Overeenkomst Fysiotherapie 2015

Stichting Kwaliteitsmonitoring Zorg

Peer review Het elektronisch Kinesitherapeutisch dossier

Overeenkomst Fysiotherapie

De Friesland 3*Motivational Paper Fysiotherapie 2015 (DFZ 3*MP)

Handleiding Auditmanager regulier dossier Versie 5.2 Juli HANDLEIDING Audit manager regulier dossier

Overeenkomst Fysiotherapie 2016

FysioTopics Praktijkaudit 2019 versie 1.0 nov 2018

Stichting Kwaliteitsmonitoring Zorg Motivational Paper SKMZ EffectiviteitsTraject Fysiotherapie versie 1.0 april 2015-

REGLEMENT KWALITEITSTOETS LOGOPEDIE. (versie 1.0 november 2017)

Criteria kwaliteitstoets logopedie De criteria bestaan uit drie onderdelen 1 : Deel 1: Methodisch logopedisch handelen / dossiertoets

Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma

PLUS-manager. Module binnen epd-software FysioRoadmap FRM-N1305

REGLEMENT KWALITEITSTOETS LOGOPEDIE

Inleiding Gedragsprotocol Kinderfysiotherapie op het basisonderwijs

Stichting Kwaliteitsmonitoring Zorg Motivational Paper Plus audit Fysiotherapie versie 2.1 april 2016-

Inleiding Welkom bij de digitale profielenlijst Fysiotherapie van Menzis

Handreiking Kwaliteitstoets logopedie voor kwaliteitskringen

Logic Data KEURMERK FYSIOTHERAPIE

Einddoel: hoe maak je deze meetbaar bij kinderen in het speciaal onderwijs (die testen wij 1x per

Bijlage 4 Beheersmodel audit Logopedie

Methodisch handelen: graag nog SMARTER!

Verzekeringsvoorwaarden 2014 inzake fysiotherapie, voor zover relevant

Evaluatie Visitatie Stichting Keurmerk Fysiotherapie

Contractering. fysiotherapie 2013

Open zeker ambitie Oktober 2017

Concept zorgprotocol Beweeginterventies in de chronische ketenzorg 2014

Overeenkomst 1 e lijns fysiotherapie AWBZ-instelling

Geachte heer/mevrouw,

Beoordelingskader voor de kwaliteit van verslaglegging door fysiotherapeuten

De bekkenfysiotherapeut helpt met diagnostiek en behandeling van klachten in het gebied van buik, bekken, bekkenbodem en lage rug

Centre for. Care Research (WOK, KWAZO) (CEBP) Universiteit Maastricht. Centre for Evidence Based Physiotherapy

Patient gegevens. Patiënt gegevens. Bakker, Sanne Adres: Spaarne 153

Jaarcijfers 2006 Fysiotherapie Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Beschikbare klinimetrie

INFORMATIEFOLDER Oktober 2017

Programma. Slotbijeenkomst Rug-netwerk Kwaliteitsfysiotherapie Noord Holland Noord. PROMs pilot het Rug-netwerk

PRESTATIELIJST VOOR FYSIOTHERAPIE. Bijlage bij beschikking TB/CU van 15 juli 2015

Inleiding De digitale profielenlijst van Menzis

Schijndel Praktijk van Berkel. Wegwijs in de fysiotherapie

Patiëntoverzicht. Inhoud. Inleiding. FysioRoadmap 4.3

Basisovereenkomst Paramedische zorg 2016 Persoonlijk deel

EXTRA HCA NIEUWSFL!TS - fysiotherapie en oefentherapie -

Transcriptie:

Auditcriteria Plus audit Fysiotherapie verkorte versie 2016 versie 1.1 juni 2015 Criterium 1 Het Motivational Paper Score Eindbeoordeling algemeen deel Eindbeoordeling zorgverzekeraarsspecfieke deel Achmea Voor Achmea gelden de volgende aandachtspunten: Eindbeoordeling zorgverzekeraarsspecfieke deel CZ-Delta Lloyd-OHRA Voor CZ-Delta Lloyd-OHRA gelden de volgende aandachtspunten: Eindbeoordeling zorgverzekeraarsspecfieke deel De Friesland Zorgverzekeraar Voor De Friesland Zorgverzekeraar gelden de volgende aandachtspunten: Eindbeoordeling zorgverzekeraarsspecfieke deel Menzis Voor Menzis gelden de volgende aandachtspunten: Normering Bij de beoordeling van de vragen die gesteld worden n.a.v. het MP stelt de auditor vast of de praktijk voldoet aan de gestelde normen van de verzekeraars. Er zal dus sprake zijn van een zorgverzekeraarspecifieke beoordeling. Bij de beoordeling van de normen t.a.v. criterium 1 kan het dus voorkomen dat de praktijk voor één verzekeraar geen certificaat uitgereikt krijgt, terwijl er voor de andere verzekeraars geen reden is om het certificaat niet toe te kennen. Bij een negatieve eindbeoordeling op het algemene deel, is de uitkomst van de MP te allen tijde negatief. Bij een negatieve beoordeling op (onderdelen van) dit criterium zal/zullen de betreffende verzekeraar(s) met de praktijk in gesprek gaan en een definitief oordeel geven, dan wel een verbetertraject opstellen t.a.v. de gevonden afwijkingen. Eindscore Als er bij criterium 1 sprake is van een definitief negatief advies t.a.v. één of meer onderdelen vanuit het MP, dan zal er geen certificaat worden verstrekt voor de betreffende verzekeraar(s). 1 Auditcriteria Plus audit Fysiotherapie verkorte versie 2016 versie 1.1 All rights reserved by SKMZ.

Criterium 2 Kwaliteitsregistratie Fysiotherapie Score 2.1 Staan alle in de praktijk werkzame fysiotherapeuten ingeschreven in het CKR van het KNGF of geregistreerd Normering in het Keurmerk Fysiotherapie? Bij de beoordeling van criterium 2 mag er op het onderdeel 2.1 geen NC gescoord worden. Er wordt op basis van het MP van tevoren gekeken of de opgegeven medewerkers in het CKR of in het door de deelnemende zorgverzekeraar(s) goedgekeurde kwaliteitsregister staan vermeld. Op locatie worden de gegevens van de medewerkers die opgegeven zijn gecontroleerd. De gegevens van eventuele niet opgegeven medewerkers of waarnemers worden tijdens de audit gecontroleerd. Eindscore Als er bij criterium 2 sprake is van een NC op het onderdeel 2.1 is de audituitkomst negatief. 2 Auditcriteria Plus audit Fysiotherapie verkorte versie 2016 versie 1.1 All rights reserved by SKMZ.

Criterium 3 Kwaliteitszorg 3.1 Heeft de praktijk een recent kwaliteitsjaarverslag* (KJV) gemaakt? (versie 2014** of 2015) * Zoals beschreven door het KNGF (zie toelichting op Handleiding bij het opstellen van het kwaliteitsjaarverslag versie maart 2005). ** Bij het uitvoeren van de Effectiviteitsaudit kan tot 1 mei 2016 gebruik gemaakt worden van het KJV 2014. Na 1 mei 2016 dient er een KJV 2015 aanwezig te zijn. 3.2 Bevat het KJV* elementen waarin gebruik is gemaakt van de PDCA-cirkel i.r.t. patiëntervaringen of medewerkers? * Zoals beschreven door het KNGF (zie toelichting op Handleiding bij het opstellen van het Kwaliteitsjaarverslag). 3.3 Heeft de praktijk een recent beleidsplan gemaakt? (versie 2015) 3.4 Is er een aantoonbare review met evaluatie op doelstellingen van een eerder beleidsplan* aanwezig? * Bij het uitvoeren van de Effectiviteitsaudit kan tot 1 mei 2016 gebruik gemaakt worden van een review van het beleidsplan 2014. Na 1 mei 2016 dient er een revieuw van het beleidsplan 2015 aanwezig te zijn. 3.5 Heeft de praktijk een recent klantervaringsonderzoek* (KEO) uitgevoerd? * Een recent uitgevoerd klantervaringsonderzoek, niet ouder dan één jaar, vergelijkbaar met de CQ-index. 3.6 Heeft de praktijk n.a.v. de uitkomsten van het uitgevoerde KEO de verbetermogelijkheden schriftelijk vastgelegd? Normering Bij de beoordeling van criterium 3 mag er op de onderdelen 3.1 t/m 3.6 geen NC gescoord worden. Eindscore Als er bij criterium 3 sprake is van een NC op de onderdelen 3.1 t/m 3.6 is de audituitkomst negatief. 3 Auditcriteria Plus audit Fysiotherapie verkorte versie 2016 versie 1.1 All rights reserved by SKMZ.

Criterium 4 KNGF richtlijnen J N 4.1 Worden er in de praktijk patiënten met richtlijn/es indicaties behandeld*? (Ja of Nee) * De verzekeraar(s) kan (kunnen) dit na afloop van de audit toetsen via controle op de aanwezige data. Bij onjuist aangeleverde informatie kan dit invloed hebben op de audituitslag. 4.2 Is in de getoonde richtlijndossiers aantoonbaar dat de in de richtlijn geadviseerde meetinstrumenten* systematisch (>1x) worden ingezet? * Onder meetinstrumenten wordt verstaan het gebruik van vragenlijsten en performance testen. 4.3 Is in de getoonde richtlijndossiers aantoonbaar dat de in de richtlijn geadviseerde FT-verrichtingen systematisch worden ingezet? 4.4 Is in de getoonde richtlijndossiers aantoonbaar dat er sprake is van een doelmatige behandelstrategie, welke overeenkomt met het advies dat hierover vermeld staat in de richtlijn? 4.5 Is in de getoonde richtlijndossiers aantoonbaar dat er een patiëntspecifieke motivatie aanwezig is, indien er afgeweken wordt van het gebruik van de richtlijn? Overzicht van de KNGF richtlijnen en evidence statements: Artrose heup/knie, Enkelletsel, Osteoporose, Hartrevalidatie, Whiplash, Parkinson, COPD, KANS, Lage rugpijn, Stress Urine incontinentie, Beroerte, Reumatoide artritis, Meniscectomie, Symptomatisch perifeer arterieel vaatlijden, Zwangerschapsgerelateerde bekkenpijn, Borstkanker (ES), Subacromiaal Impingement (ES), Motorische schrijfproblemen bij kinderen (ES), Anale incontinentie (ES), Revalidatie na VKB (ES), vigerend NVFK Gedragsprotocol kinderfysiotherapie op het basisonderwijs. Normering De beantwoording van onderdeel 4.1 heeft geen invloed op de audituitslag, behalve als later uit evt. onderzoek van de verzekeraar(s) blijkt dat er door de praktijk onjuiste informatie is verstrekt over het behandelgedrag i.r.t. richtlijnindicaties. Bij de beoordeling van criterium 4 mogen er op de onderdelen 4.2 t/m 4.5 géén NC's gescoord worden. Een NC wordt gescoord bij een score van lager dan 80% over alle getoetste dossiers (n=5). Tijdens de Effectiviteitsaudit worden er 5 dossiers at random getoetst op dit criterium. Dit kunnen dossiers zijn die onderdeel uitmaken van de dossiertoets, doch kunnen dit ook afzonderlijke dossiers zijn die alléén op het gebruik en de implementatie van de richtlijn worden getoetst. Eindscore Als er bij criterium 4 sprake is van een NC op de onderdelen 4.2 t/m 4.5 is de audituitkomst negatief. 4 Auditcriteria Plus audit Fysiotherapie verkorte versie 2016 versie 1.1 All rights reserved by SKMZ.

vervolg Criterium 4 KNGF richtlijnen Extra opmerking 1. Indien een richtlijn* of Evidence Statement op datum x geldend is, dan wordt verwacht dat deze na 6 maanden volledig geïmplementeerd is. Mocht een richtlijn* of Evidence Statement op datum y niet meer geldend zijn, dan geldt vanaf datum y dat de dossiers niet aan die richtlijn kunnen worden getoetst. * met uitzondering van de Richtlijn Fysiotherapeutische verslaglegging 2011. 5 Auditcriteria Plus audit Fysiotherapie verkorte versie 2016 versie 1.1 All rights reserved by SKMZ.

Criterium 5 Methodisch handelen Rubriek 1A: Algemeen (intake na verwijzing) 5.1 Zijn de verwijsgegevens* vastgelegd in de getoonde dossiers? (ga verder naar 9.4) * Dit betreft aanmelddatum en verwijsdiagnose/diagnostische gegevens. Rubriek 1B: Algemeen (intake na screening) 5.2 Is de conclusie van de screening aanwezig in de getoonde dossiers? (pluis/niet pluis) 5.3 Heeft de fysiotherapeut de patiënt toestemming gevraagd voor overleg met de arts? Normering rubriek 1A en 1B Eindscore rubriek 1 Op de totale rubriek 1 (5.1 t/m 5.3) mag er één NC gescoord worden. Bij twee of meer NC's is de audituitkomst negatief. 6 Auditcriteria Plus audit Fysiotherapie verkorte versie 2016 versie 1.1 All rights reserved by SKMZ.

vervolg Criterium 5 Methodisch handelen Rubriek 2: Gegevens ten behoeve van de anamnese en het onderzoek 5.4 Is de aard en ernst van de functioneringsproblemen* vastgelegd in de getoonde dossiers? * De aard en ernst van de problemen wordt beschreven in termen van stoornissen in functies/ anat. eigenschappen en/of beperkingen in activiteiten en/of participatieproblemen. Dit wordt in eigen bewoordingen van de patiënt vastgelegd, dan wel vastgesteld via een meetinstrument. 5.5 Zijn de verwachtingen* van de patiënt vastgelegd in de getoonde dossiers en sluiten deze aan op het hoofddoel? * In relatie tot het proces en het te verwachten resultaat vanuit perspectief patiënt en FT (in maat en getal), incl. een prognose in de tijd. 5.6 Zijn de bevindingen* van de fysiotherapeut afkomstig uit het FT-onderzoek vastgelegd in maat en getal? * Zijn de belangrijkste gegevens vanuit het FT-lichamelijk onderzoek (lokaal en functioneel), m.b.v. een meetinstrument in maat en getal (ernst) beschreven in ICF-termen. Dit kan zowel als losse gegevens genoteerd staan, als in een allesomvattende conclusie/samenvatting. 5.7 Is de FT-diagnose/conclusie* aanwezig in de getoonde dossiers en is deze beschreven conform de richtlijn Verslaglegging? (KNGF versie 2011) * De FT - diagnose/conclusie bestaat uit leeftijd/geslacht/contactreden-hulpvraag/functioneringsproblemen, onderliggende medische/persoonlijke factoren in termen van stoornissen, beperkingen en participatieproblemen, het beloop en het te verwachten herstel (in aard en ernst). De FT-diagnose is een verzameld geheel van gegevens die bij elkaar gerubriceerd staan. Normering rubriek 2 Eindscore rubriek 2 Op de onderdelen 5.4 t/m 5.7 mag géén NC gescoord worden. Bij een NC op één van deze onderdelen is de audituitkomst negatief. Opmerking Korte zorgtrajecten zijn zorgtrajecten waarbij het aantal behandelingen 12 is. Lange zorgtrajecten zijn zorgtrajecten waarbij het aantal behandelingen > 12 is. 7 Auditcriteria Plus audit Fysiotherapie verkorte versie 2016 versie 1.1 All rights reserved by SKMZ.

vervolg Criterium 5 Methodisch handelen Rubriek 3: Gegevens ten behoeve van het behandelplan 5.8 Is het hoofddoel of het beoogd eindresultaat SMART* geformuleerd in de getoonde dossiers in relatie tot de actualiteit van de klachten? * Vastgelegd worden zowel de aard van het doel/resultaat, als de mate waarin en de periode waarbinnen het doel/resultaat moet zijn behaald. 5.9 Sluiten het hoofddoel en de subdoelen aan op de verwachtingen van de patiënt en fysiotherapeut*? * I.r.t. de prognose in de tijd, bij zowel korte- als lange zorgtrajecten. 5.10 Zijn er subdoelen, bedoeld als stappenplan* om het hoofddoel/eindresultaat te bereiken, benoemd in de getoonde dossiers? * Zodat het methodisch handelen op basis van de behandelbare grootheden herleidbaar is in de tijd (de subdoelen moeten worden ingezet als een dynamisch geheel naar het einddoel toe). 5.11 Staan de subdoelen i.r.t. het gestelde hoofddoel/eindresultaat geformuleerd en zijn deze SMART? 5.12 Is het behandelplan* qua inhoud en tijdsduur afgestemd op het gestelde hoofddoel/eindresultaat en subdoelen? * Het behandelplan moet een specifieke beschrijving omvatten, waarin aard en duur van de gekozen FT-verrichtingen zijn vermeld, zoals begeleiden, sturen/oefenen, FT i.e.z., manuele verrichtingen en informatie/adviezen die worden verstrekt aan de patiënt. Normering rubriek 3 Eindscore rubriek 3 Op de onderdelen 5.8 t/m 5.12 mag géén NC gescoord worden. Bij een NC op één van deze onderdelen is de audituitkomst negatief. Opmerking Korte zorgtrajecten zijn zorgtrajecten waarbij het aantal behandelingen 12 is. Lange zorgtrajecten zijn zorgtrajecten waarbij het aantal behandelingen > 12 is. 8 Auditcriteria Plus audit Fysiotherapie verkorte versie 2016 versie 1.1 All rights reserved by SKMZ.

vervolg Criterium 5 Methodisch handelen Rubriek 4: Gegevens ten behoeve van de uitgevoerde behandeling(en) 5.13 Is in de getoonde dossiers aantoonbaar dat van elke behandelsessie journaalgegevens* worden vastgelegd? * De datum, naam van de FT en het klachtenbeloop (dit is de mate van verandering, zoals zelf door de patiënt wordt beoordeeld). 5.14 Is in de getoonde dossiers aantoonbaar dat er sprake is van vastlegging van de uitgevoerde verrichtingen in de dagjournaals*? * Vastgelegd wordt de specifieke inhoud van de fysiotherapeutische behandeling, aan de hand van de uitgevoerde verrichtingen, w.o. begeleiden, sturen/oefenen, fysische therapie in engere zin, manuele verrichtingen en informeren/adviseren (in maat en getal). Expliciet wordt hier gesteld dat het van belang is vast te leggen welke informatie wordt verstrekt en welke adviezen worden gegeven (bijv. leefregels). Met informatie wordt zowel mondelinge als schriftelijke informatie bedoeld over de klacht en het gezondheidsprobleem, of uitleg over het doel van de behandeling en de inhoud van de FT-behandeling (fysiotherapeutische verrichtingen). Met adviezen worden instructies bedoeld ten aanzien van ADL, beroep, sport, hobby en zelfmanagement. Tevens wordt benoemd het klachtbeloop gezien vanuit de patiënt (subjectief) en het vermelden van tussenresultaten (objectief) door de fysiotherapeut. * Voor een positieve beoordeling op dit onderdeel geldt dat het dagjournaal die specifieke informatie moet bevatten die relevant is bij acute overname of afwezigheid van de behandelend fysiotherapeut. De collega FT die de behandeling overneemt moet m.b.v. de genoteerde gegevens uit het dagjournaal de behandeling kunnen overnemen. Normering rubriek 4 Eindscore rubriek 4 Op de onderdelen 5.13 en 5.14 mag géén NC gescoord worden. Bij een NC op één van deze onderdelen is de audituitkomst negatief. Opmerking Korte zorgtrajecten zijn zorgtrajecten waarbij het aantal behandelingen 12 is. Lange zorgtrajecten zijn zorgtrajecten waarbij het aantal behandelingen > 12 is. 9 Auditcriteria Plus audit Fysiotherapie verkorte versie 2016 versie 1.1 All rights reserved by SKMZ.

vervolg Criterium 5 Methodisch handelen Rubriek 5: Gegevens ten behoeve van het evaluatief proces NVT 5.15 Is er in de getoonde dossiers, bij langdurige zorgtrajecten (> 12 behandelingen), sprake van een systematische* tussentijdse evaluatie i.r.t. de gestelde subdoelen, waarin de in de subdoelen genoemde meetinstrumenten worden gebruikt? * Bij langdurige zorgtrajecten met een behandelduur tussen de drie en zes maanden dient er in ieder geval iedere 8 weken sprake te zijn van een tussentijdse evaluatie. Bij langdurige zorgtrajecten met een behandelduur van langer dan 6 maanden dient er in ieder geval iedere 12 weken sprake te zijn van een tussentijdse evaluatie. Te allen tijde dienen de tussentijdse evaluaties (in tijd) overeen te komen met de gekozen subdoelen. Bij de tussentijdse evaluaties dient aantoonbaar te zijn dat de in de subdoelen genoemde meetinstrumenten (vragenlijsten en performance testen) gebruikt zijn om de outcome (het resultaat) i.r.t. het doel inzichtelijk te maken. 5.16 Is er in de getoonde dossiers, waarbij er sprake is van een langdurig zorgtraject (> 12 behandelingen), sprake van een evt. bijstelling* van de subdoelen i.r.t. de actualiteit? * Deze evt. bijstelling dient systematisch plaats te vinden gedurende de totale duur van het zorgtraject en aan te sluiten bij het tijdstip van de gekozen doelstellingen (zie 9.15). 5.17 Wordt het hoofddoel bij langdurige zorgtrajecten van langer dan 12 maanden periodiek geëvalueerd (tenminste 1x per 6 maanden) en vindt er evt. bijstelling plaats? Normering rubriek 5 Eindscore rubriek 5 Op de onderdelen 5.15 t/m 5.17 mag géén NC gescoord worden. Bij een NC op één van deze onderdelen is de audituitkomst negatief. Opmerking Korte zorgtrajecten zijn zorgtrajecten waarbij het aantal behandelingen 12 is. Lange zorgtrajecten zijn zorgtrajecten waarbij het aantal behandelingen > 12 is. 10 Auditcriteria Plus audit Fysiotherapie verkorte versie 2016 versie 1.1 All rights reserved by SKMZ.

vervolg Criterium 5 Methodisch handelen Rubriek 6: Klinisch Redeneren en meetinstrumenten 5.18 Maken de ingezette meetinstrumenten in de getoonde dossiers onderdeel uit van het geformuleerde hoofddoel/eindresultaat Normering rubriek 6 en de gekozen subdoelstellingen? Eindscore rubriek 6 Op het onderdeel 5.18 mag géén NC gescoord worden. Bij een NC op dit onderdeel is de audituitkomst negatief. Opmerking Korte zorgtrajecten zijn zorgtrajecten waarbij het aantal behandelingen 12 is. Lange zorgtrajecten zijn zorgtrajecten waarbij het aantal behandelingen > 12 is. 11 Auditcriteria Plus audit Fysiotherapie verkorte versie 2016 versie 1.1 All rights reserved by SKMZ.

vervolg Criterium 5 Methodisch handelen Rubriek 7: Gegevens ten behoeve van de eindevaluatie en afsluiting 5.19 Vindt er bij beëindiging van de behandeling een eindevaluatie* plaats, waarbij gebruik gemaakt wordt van eerder ingezette meetinstrumenten? * De eindevaluatie dient binnen een termijn van 4 weken na de laatste behandeling te zijn uitgevoerd, tenzij er in het dossier afwijkende afspraken zijn vastgelegd (door bijv. vakantie of ziekte van de patiënt). 5.20 Is er in de getoonde dossiers een eindrapportage aan de verwijzer aanwezig? Normering rubriek 7 Eindscore rubriek 7 Op de onderdelen 5.19 en 5.20 mag géén NC gescoord worden. Bij een NC op één van deze onderdelen is de audituitkomst negatief. 12 Auditcriteria Plus audit Fysiotherapie verkorte versie 2016 versie 1.1 All rights reserved by SKMZ.

Algemene opmerkingen t.b.v. het auditproces 1. Bij de dossiertoets is sprake van een "horizontale" beoordeling. Dit betekent dat bij de beoordeling van de dossiers er per vraag (onderdeel) van iedere rubriek wordt beoordeeld of de gestelde vraag met een C (conformity) kan worden beantwoord. Voorbeeld: Bij een score van 90% betekent dit dat er in één van de beoordeelde dossiers een afwijking van de norm aanwezig is (bij het toetsen van 10 dossiers). 2. Bij dossiers waarbij er op onderdelen sprake is van een NVT score geldt dat deze score op geen enkele wijze wordt doorberekend (zowel negatief als positief) in de totaalscore. Voorbeeld: Bij 5 dossiers is er nog geen sprake van einde zorg omdat de patiënt nog in behandeling is. In dat geval zullen onderdelen 5.19 en 5.20 beoordeeld worden over de 5 dossiers waarbij dat in dit voorbeeld wel van toepassing is. 3. Bij een dossiertoets van 10 dossiers zullen er tenminste 5 dossiers worden getoetst van zorgtrajecten die binnen de gestelde toetstermijn zijn afgerond (voor 15 dossiers geldt een totaal van 8 dossiers). 4. Bij een dossiertoets van 10 dossiers zullen er tenminste 5 dossiers worden getoetst van langdurige zorgtrajecten (zowel lopende als afgesloten trajecten) (bij dossiertoets van 15 dossiers geldt een totaal van 8). Er zullen bij het toetsen van langdurige zorgtrajetcen 3 resp. 5 dossiers getoetst worden met een behandelduur van langer dan 6 maanden. 5. Bij een praktijk waarbij er sprake is van meerdere behandellocaties zal het aantal dossiers afhangen van het aantal FTE en aantal werkzame fysiotherapeuten. Voorbeeld: Een praktijk beschikt over 4 FTE, 4 werkzame fysiotherapeuten en 3 vestigingen. Op de behandellocatie worden er 10 dossiers getoetst. Voorbeeld: Een praktijk beschikt over 15 FTE, 21 werkzame fysiotherapeuten en 3 vestigingen. Op de behandellocatie worden er 21 dossiers getoetst. 13 Auditcriteria Plus audit Fysiotherapie verkorte versie 2016 versie 1.1 All rights reserved by SKMZ.