Toxicologie behandelinformatie



Vergelijkbare documenten
METHADON ALS PIJNSTILLER IN DE PALLIATIEVE ZORG

Pijn en pijnbehandeling. Vincent Baartmans 5 e jaars AIOS Anesthesiologie / Fellow IC LUMC LEIDEN

Behandeling van pijn bij kanker. Dr. S. De Wulf Anesthesioloog/pijnbestrijder 21/02/2017

9 Pijnbestrijding. 9.1 Medicamenteus stappenschema

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Morfinehydrochloride 500 mg in 100 ml medicatiecassette (ZI )

Obstipatie door gebruik pijnmedicatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Farmacologie van de opioïden. Prof. J. Van Hemelrijck

Workshop Toxicologie Casuistiek. PAO Labdag 4 december 2014 Inge van Berlo

Toxicologie Farmacotherapeutisch onderwijs SEH. Marsha Voll - Ziekenhuisapotheker i.o. 16 januari 2014

Opioïden bij benigne pijn

Marijse Koelewijn huisarts

Behandeling van pijn bij palliatieve en oncologische patiënten

Omgaan met chronische pijn

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Voorraadproducten. Methadon HCL 5 mg = 1 ml (ZI )

Morfine wordt gebruikt bij chronische hevige pijn die behandeling met een opiotd noodzakelijk maakt; bij

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Noscaflex 15 mg tabletten. Noscapine

Hoofdstuk 8. Samenvatting en conclusies

Pitfalls in Oncologische Pijnbehandeling

1. WAT IS NOSCAFLEX 15 MG TABLETTEN EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL INGENOMEN?

INHOUD Anesthesie. Farmacologie in de Anesthesie : OPIOÏDEN. Geschiedenis terminologie. Geschiedenis terminologie. Papaver somniferum

Biotransformatie en toxiciteit van

Bevat per ampul van 1 resp. 10 ml 0,1 mg /10 mg / 20 mg morfinehydrochloride.o-water.

Palliatieve pijnbestrijding : thuis en in het W.Z.C.

Summary of product characteristics / 1 van 7

Deel IB: Samenvatting van de kenmerken van het product

Toxicologie behandelinformatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

overgevoeligheid. Voorzichtigheid is geboden bij ouderen en kinderen (vanwege verhoogde gevoeligheid.

Naam: MORFINE HCL 3WATER INJVLST 1MG/ML AMP 10ML Artnr.: )

BIJSLUITER. MORFINE HCL 2 mg en 5 mg zetpil

TRAMADOL TEVA 100 mg/ml druppels voor oraal gebruik, oplossing Tramadolhydrochloride

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp mg paracetamol.

Middelenmisbruik en crisis

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. Imovane 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Imovane bevat 7,5 mg zopiclon per tablet. 3. FARMACEUTISCHE VORM

Farmacologie van. Tine Hendrickx, apotheker AZ Sint-Lucas Gent

Pijnstilling. Na uw bezoek aan de spoedeisende hulp

NOSCAPINE HCl TEVA 1 MG/ML stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 13 november : Productinformatie Bladzijde : 1

Publieksbijsluiter Fentanyl-Janssen

Disclosure belangen spreker Bas Peeters

Opiaten. door drs. L.H.E. Maat Alkmaar

Pijn en pijnbestrijding in de palliatieve fase

BIJSLUITER. MORFINE HCL10 mg en 20 mg zetpil

Acute pijntherapie voor de geriatrische patiënt

Behandeling van pijn bij patiënten met kanker

Een woordje uitleg over morfine WELKOM BIJ HET H. HARTZIEKENHUIS MOL

BIJSLUITER. METHADON HCL 5 mg/ml drank

Pijnstilling. Poli Chirurgie Spoedeisende Hulp

Tramadol Sandoz 100 mg/ml druppels voor oraal gebruik, oplossing in druppelflacon.

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER R CALM DIMENHYDRINATE 50 MG TABLETTEN

EUCALYPTINE Le Brun 20mg/120mg zetpillen volwassenen EUCALYPTINE Le Brun 5mg/80mg zetpillen kinderen

PETHIDINE HCl 50 MG/ML PCH oplossing voor injectie. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 22 september : Productinformatie Bladzijde : 1

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. 10 mg/ml oplossing voor injectie voor paarden, honden en katten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Pijnmedicatie. dr. Bart G.J. Dekkers, AIOS ziekenhuisfarmacie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Richtlijn morfine per continue subcutane toediening Doseren van morfine subcutaan bij dyspnoe of pijn

Het gebruik van morfine en veel voorkomende vragen

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

Tramadol HCl 50 mg dispers en Tramadol HCl 100 mg dispers, dispergeerbare tabletten

BIJSLUITER. MORFINE HCL 10 mg en 20 mg zetpil

Programma. Doorbraakpijn Vera Middel, apotheker. Casuïstiek Onno van der Velde, huisarts

Codeinoform Qualiphar, 10 mg / 15 ml, siroop Codeïne

Dosering bij beperkte nierfunctie. In geval van nierinsufficiëntie moet men de dosering van TINALOX verminderen.

DETOXIFICATIE VAN OPIATEN : KLINISCH BEELD

Toxicologie behandelinformatie

M E MEDICINES EVALUATION BOARD

Bijsluiter: Informatie voor de gebruiker. Dextromethorfanhydrobromide

TRANSMURAAL PROTOCOL PALLIATIEVE ZORG BIJ ONCOLOGISCHE PATIËNTEN

Naam: Morfine HCL.3-water 0,1 mg = 1 ml (Artnr.: )

PARACETAMOL TEVA 500 MG OVAAL tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 19 juli : Productinformatie Bladzijde : 1

Pijnmedicatie bij acute en chronische pijn In mond, hoofd en aangezicht Denise van Diermen, arts

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. TINALOX, Druppels voor oraal gebruik, oplossing. Tilidine hydrochloride / Naloxone hydrochloride

Verdovende middelen gebruikt voor pijnbestrijding Versie 4.3

Farmacotherapeutische toelichting Pijnbestrijding gaat in het algemeen volgens het WHO-stappenplan.

Farmacotherapeutische toelichting Pijnbestrijding gaat in het algemeen volgens het WHO-stappenplan.

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Matrifen 12, 25, 50, 75, 100 microgram/uur, pleister voor transdermaal gebruik

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. NEVRINE CODEINE 30mg Tabletten. Paracetamol 500 mg Coffeïne 50 mg Codeïnefosfaat 30 mg

BIJSLUITER. METHADON HCL 2 mg tablet

Opioïd geïnduceerde Hyperalgesie Opioïd Induced Hyperalgesia (OIH)

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 24 augustus : Productinformatie Bladzijde : 1

Pijn bij kanker telt extra zwaar

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Dextromethorphan Teva 1,5 mg/ml drank dextromethorphan hydrobromide

Codocalyptol, 20 mg/15 ml, siroop. Codeïne

Dosering en wijze van toediening: Oraal gebruik. De behandelingsduur moet zo kort mogelijk zijn en beperkt blijven tot de symptomatische periode.

Intoxicaties met drugs Presentatie voor Minisymposium drugsgerelateerde incidenten Trimbos

Dit product mag niet gebruikt worden bij: Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Butomidor 10 mg/ml - oplossing voor injectie voor paarden, honden en katten

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Tramadolhydrochloride, capsules bevatten 50 mg tramadolhydrochloride per capsule

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Fabels en Feiten over morfine en andere opioïden

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum: 8 april : Bijsluiter Bladzijde: 1

BIJSLUITER. Butomidor 10 mg/ml - oplossing voor injectie voor paarden, honden en katten

Werkzame stof: codeïnefosfaathemihydraat. Bevat 0,5 mg codeïnefosfaathemihydraat per ml, overeenkomend met 0,39 mg codeïne (hydraat) per ml.

1 ml bevat 0,1 mg oxymetazolinehydrochloride. Eén druppel met 28 μl oplossing bevat 2,8 μg oxymetazolinehydrochloride.

Version 3.1, 06/2015 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Bijsluiter: Informatie voor de gebruik(st)er. BRONCHOSEDAL Dextromethorphan HBr 1,5 mg/ml siroop. Dextromethorfanhydrobromide

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker CODETHYLINE ERFA, 5 MG TABLETTEN. ethylmorfinehydrochloride

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Oramorph 20 mg/ml drank Morfinesulfaat

Transcriptie:

Opioïden Algemeen Opioïden zijn analgetica, die (in de vorm van opium) hun oorsprong vinden in het melksap van de Papaver somniferum. De opioïden kunnen worden onderscheiden in opioïdagonisten en partieel agonisten/antagonisten. De opioïdagonisten kunnen op hun beurt worden onderverdeeld in de opiumalkaloïden en de (semi)synthetische opioïdagonisten (zie tabel I)(2). Er bestaat verwarring over het gebruik van de termen opiaten en opioïden. De term opiaten refereert oorspronkelijk aan natuurlijk verkregen opiumderivaten, terwijl de term opioïden refereert aan (semi)synthetische verbindingen met farmacologische effecten gelijkend op opium. De farmaceutische technologie is echter dermate veranderd dat heden ten dage elk opiaat synthetisch kan worden verkregen, zodat onderscheid tussen beide termen niet meer van toepassing is (3). Derhalve zal in dit schrijven worden gesproken over opioïden. Tabel I: Onderscheid opioïdagonisten (2;4) Opiumalkaloïden Semisynthetische Synthetische opioïdagonisten opiaatagonisten Morfine Buprenorfine Alfentanil Tramadol Codeïne Hydromorfon Fentanyl Pethidine Opium Nalbufine Pethidine Methadon heroine Oxycodon Sufentanil Piritramide Hydrocodon Dextropropoxyfeen Nicomorfine dihydrocodeine Dextromoramide De verschillende opioïden hebben allen een vergelijkbaar werkingsmechanisme, maar verschillen onderling qua snelheid, mate en duur van het analgetisch effect, het optreden van bijwerkingen en de kans op gewenning. De farmacologische effecten van opioïdagonisten worden bewerkstelligd door aangrijpen op opioïdreceptoren. Deze opioïdreceptoren zijn onder te verdelen in tenminste 4 subtypen: mu (µ), kappa (κ), delta (δ) en sigma (σ). Hieronder volgt een overzicht van de effecten bij stimulatie van deze receptoren. Alle opioïdagonisten hebben een grote affiniteit voor de µreceptoren, een wisselende activiteit voor de δ en λreceptoren en nagenoeg geen voor de σreceptoren (4). Tabel II: Effecten stimulatie opioïdreceptoren (4) µ κ δ σ Supraspinale Spinale Affectief gedrag Dysforie analgesie analgesie (Analgesie) Hallucinaties Ademhalingsdepressie Miosis (pinpoint Ademhalingsprikkelin Euforie pupils) g Fysieke afhankelijkheid Sedatie Stimulatie vasomotore centra Bij overdosering van de verschillende opioïden zijn het klinisch beeld en de gewenste therapie vergelijkbaar. Onderscheid kan gemaakt worden tussen acute en chronische intoxicatie met opioïden. Hier zal niet worden ingegaan op de verslavingsproblematiek van opioïden (chronische intoxicatie), maar zal besproken worden hoe een acute intoxicatie gediagnosticeerd en behandeld wordt. Preparaten: De in Nederland geregistreerde opioïden zijn weergegeven in de onderstaande tabel (2). Monografie opioïden versie 2 20071025 Pagina 1 van 7

Tabel III: Overzicht opioïden en toxiciteit Generiek Specialité Toxiciteit Ref. Alfentanil Rapifen Buprenorfine Temgesic Codeïne dosis >1 mg/kg C plasma > 0,2 mg/l Dextromoramide Palfium letale dosis >100 mg p.o. / >1525 mg i.v. Dextropropoxyfeen Depronal Fentanyl Durogesic C plasma >34 ng/ml: verlies van bewustzijn Hydromorfon Palladon letale C bloed >0,1 mg/l (n=12) letale C bloed 0,5 mg/l en 1,2 mg/l (2 cases) Methadon Pinadone, Symoron dosis >4060 mg initiële dosis >1530 mg: ademhalingsdepr. letale C bloed =2,1 µmol/l (6) Morfine Sevredol, Kapanol, MS Contin, Noceptin dosis >0,1 mg/kg C plasma > 0,05 mg/l letale dosis >120 mg Nalbufine Nubain Nicomorfine Morzet, Vilan Oxycodon OxyContin, OxyNorm letale C bloed >4 mg/l, echter ook 2 cases met 0,6 en 0,7 mg/l Pentazocine Fortral inname 150mg + 50mg tripelenamine: MI Pethidine Piritramide Dipidolor Sufentanil Sufenta Tramadol Tramagetic, Tramal kind 6 mnd: 100mg rectaal / 2,0 mg/l (cerebrosp.) / 20 mg/l (urine) Bij een intoxicatie met het zeer verslavende heroïne dient rekening gehouden te worden met de mogelijkheid van een dubbelintoxicatie doordat heroïne meestal versneden is met andere stoffen. Het heroïnegehalte van in Nederland verkrijgbare straat heroïne varieert meestal tussen de 2080%. Het wordt versneden met verschillende stoffen als coffeïne, paracetamol, suikers, papaverine, noscapine, fenobarbital, diazepam, strychnine, kinine, cocaïne, amfetamine, fenacetine, indometacine en gluthetimide. Synoniemen Slang namen van vaak misbruikte opioïden: China white (α of 3methylfentanyl), 3s and 4s (codeïne), loads, packs (codeïne en glutethimide), H, horse, junk, smack (heroïne), speedball (heroïne met amfetamine of cocaïne), Dolly (methadon), M, Emma (morfine), perks (oxycodon), blues (oxymorfon), Ts and blues (pentazocine en tripelennamine) (4). Mainlining is de veel gebruikte combinatie van heroine met cocaine. (6) Toxische dosis Geen opmerkingen. Monografie opioïden versie 2 20071025 Pagina 2 van 7

Kinetiek Tabel IV: Kinetiek opioïden (2;5;6) Opioïd BB (%) Vd (l/kg) Eiwitbinding (%) Excretie (%) t 1/2 t max Renaal Hepatisch Alfentanil 0,41,0 90 90110 min Direct ± 100 (0,2% Buprenorfine 5070 oromucosaal 90100 Codeïne 60 oraal/ rectaal 95 34 h 45 min i.v. / 3060 min 2,5 h 3,5 725 34 h 12 h >95 (5 17% 1527 6871 Dextromoramide Dextropropoxyfeen Goede orale absorptie 1215 h / 2540 h norprop. ± 100 Fentanyl 90 transder.; 25 oraal / oromucosaal 4,0 85 24 h <30 min Heroïne 25 40 6090 min / 23 h M3G 10 min Hydromorfon 32 oraal 1,2 1,54 h 1,52 h oraal 0,51 h Methadon Goede orale absorptie Morfine 2540 rectaal enigszins hoger Nalbufine 620 oraal 2,9 14,4 90 1347 h 4 h 12 s.c./ 34 3437,5 1,92,6 h; Overdosis (2500 mg CR): 22 h / 3133 h M3G, M6G <1 h /s.c. 27,5 h 23 min i.v.; 0,5 h 85 (6% (0,1 (6 40 1045 90 (8,512 710 Monografie opioïden versie 2 20071025 Pagina 3 van 7

Nicomorfine Direct na i.v.; 1015 min ; 2030 min rect. Oxycodon 40 23 h; 48 h bij CR 1,5 h oraal Pentazocine <20 60 23 h 13 h oraal / rectaal; 1530 min i.v. Pethidine 5060 60 24 h / 1520 norpeth. 12 h 3050 min / s.c. Piritramide 212 h 15 min Sufentanil 2,9 92,5 2,5 h <10 min epiduraa l Tramadol 6095 2,62,9 20 6 h; 16 h CR 1 h 3 h rect. 3361 (13 19% (523% Deel via gal via feces Klinisch beeld De belangrijkste effecten die optreden bij een opioïdintoxicatie zijn onder te verdelen in effecten op verschillende orgaansystemen (zie Tabel V). Tabel V: Indeling fysiologische effecten opioïdintoxicatie op orgaansysteem. Centraal zenuwstelsel Respiratoir Cardiovasculair Gastrointestinaal Analgesie Sedatie ( bewustzijn tot coma) Misselijkheid en braken Miosis (pinpoint pupils) Dysforie Hypothermie Urineretentie Hyporeflexie Ademhalingsdepressie of onregelmatig ademhalingspatroon (Evt i.a.v. longoedeem) Bradycardie Hypotensie Obstipatie Daarnaast kunnen verwardheid, hoofdpijn, spierspasmen en jeuk voorkomen. Bij kinderen Monografie opioïden versie 2 20071025 Pagina 4 van 7

kunnen tevens convulsies ontstaan. Differentiaaldiagnose Metabole veranderingen zoals hypoglycemie, hyponatriëmie, hypernatriëmie, hypercalciëmie, hypoxie, hypothermie en hypothyreoïdie. Geneesmiddelen zoals antidepressiva, antiepileptica, CO, cholinergica, fenothiazine, clonidine, tetrahydrozoline en andere imidazoolderivaten kunnen ook coma, miosis en ademhalingsdepressie veroorzaken. Pinpoints: opiaten of organofosfaten, thiocarbamaten en ander parasympathicomimetica. Patiënten met een clonidine of valproaat intoxicatie kunnen soms reageren op naloxon, maar meestal minder goed en minder snel dan bij een opioïdintoxicatie (4). Cave voor pseudointoxicaties om (door vriendjes) tijdens de behandeling te shoppen Bloedspiegelbepaling Indien het gebruik/misbruik van opioïden kwalitatief dient te worden vastgesteld, is een immunoassay mogelijk. Wanneer tevens de kwantiteit van het betreffende middel vastgesteld dient te worden, zijn chromatografische methoden (GC/MS, HPLC/UV, HPLC/MS) noodzakelijk. Men dient zich bij de interpretatie van de urinespiegels te realiseren, dat urine een afgeleid compartiment is (afhankelijk van o.a. metabolisme en vochtinname), zodat er geen eenduidige relatie bestaat tussen de gevonden concentratie en de ingenomen hoeveelheid van het betreffende middel (7). Benodigd voor het kwalitatief bepalen van opioïden: Medium : urine/bloed Methode : immunoassay, bevestiging en differentiatie met chromatografie en evt. massadetectie Benodigd voor het kwantitatief bepalen van opioïden: Medium : bloed Methode : HPLC/UV, HPLC/MS; in serum ook immunoassay semikwantitatief Het is zinvol in de urine een totale DOA (drugs of abuse)screening en alcohol bepaling uit te voeren. Overige diagnostiek Ter vaststelling van opioïdgebruik: 0,2 mg naloxon i.v.; indien na 30 sec. geen negatieve reactie optreedt: 0,6 mg i.v. Hierna nog 30 min. op onthoudingsverschijnselen controleren. Bij twijfel: 1,6 mg i.v. (2). Therapie Na orale inname : Herhaald laxeren i.v.m. stilleggen darmperistaltiek door opioïden. Door piloruscontractie kan maagspoelen langer zinvol zijn. Convulsies en woeste patienten, zeker na naloxon, preventief voorkomen met diazepam. Toediening antidotum naloxon (1;2;5;9): Monografie opioïden versie 2 20071025 Pagina 5 van 7

Naloxon gaat de coma en ademhalingsdepressie tegen bij alle opioïden.. Pas op voor een acute ontrekking (cold turkey). Dus voorzichtig doseren, de patiënt hoeft niet helemaal bij zijn positieven te komen, ademen is voldoende. Initiële dosering volwassenen 0,4 mg i.v. Kinderen en pasgeborenen begindosering 0,0050,01 mg/kg lichaamsgewicht. In specifieke gevallen kan de dosering bij kinderen oplopen tot 0,4 mg/kg lichaamsgewicht Cave: een intoxicatie met opioïden kan zorgen voor terugkeer van de intoxicatie nadat eerder respons op naloxon is geconstateerd: z.n. iedere 2060 min herhalen. Dit geldt vooral door een intoxicatie met methadon (heeft tot 2436 uur effect). Indien geen respons na herhaalde toediening naloxon i.v.: heroverweeg diagnose Buprenorfineintoxicatie: >10 mg naloxon i.v. kan nodig zijn Bij intoxicatie in aanwezigheid van opioïdverslaving: initiële dosering 0,10,2 mg naloxon i.v., geleidelijk verhogen op geleide van effect Naloxon kan aanwezige convulsies moeilijk antagoneren, hiervoor dienen benzodiazepines (m.n. diazepam) te woren ingezet Naltrexon is ook een zuivere opioïd antagonist, maar wordt niet als antidotum gegeven vanwege het risico op een acuut onthoudingssyndroom, dat tot 48 uur kan aanhouden. Kenmerken van het onthoudingssyndroom zijn transpiratie, tranende ogen, gapen, diarree, misselijkheid en braakneigingen, krampen, gewrichtspijn, angst, rusteloosheid en slapeloosheid. Het onthoudingssyndroom veroorzaakt door naloxon duurt minder lang. Naltrexon kan worden toegepast als aanvullende therapie bij de behandeling van ontwende opioïdafhankelijke patiënten. Als een heroinecocaine combinatie is ingenomen geen naloxon toedienen. Het optreden van een acuut onttrekkingssyndroom in de aanwezigheid van cocaïne kan tot levensbedreigende complicaties (longoedeem, acuut myocard infarct, convulsies) aanleiding geven. Voorts dienen de vitale functies tijdens de behandeling te worden gemonitord. De behandeling van eventuele complicaties is symptomatisch. Cave: bij methadonintoxacatie vallen de meeste doden tijdens hun slaap Indien een patiënt verdacht wordt van body packing met heroïne dient eventueel rectale en vaginale examinatie plaats te vinden. Bij aanwezigheid van bolletjes dienen deze voorzichtig met de hand te worden verwijderd om het risico op beschadiging te beperken. Indien bolletjes in de tractus digestivus zijn aangetoond, wordt gehele darmlavage (12 L/uur PEG oplossing) toegepast totdat alle bolletjes zijn verwijderd. Bij intoxicatie verschijnselen dient de patiënt tevens te worden behandeld als een normale heroïne intoxicatie (4). Auteurs S.N. Bouwman, F.E.R.M. Schreurs Literatuur Meulenbelt J, De Vries I, Joore JCA. Behandeling van acute vergiftigingen, praktische richtlijnen. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 1996. (2) CVZ/CFH. Farmacotherapeutisch Kompas. Amstelveen: CVZ, 2005. (3) Opiates or opioids? Lancet 1983; 1(8326 Pt 1):687. (4) Viccellio P. Handbook of medical toxicology. Boston: Little, Brown and co., 1993. Ellenhorn MJ. Ellenhorn's medical toxicology. 2 ed. Baltimore: Williams & Wilkins, 1997. Monografie opioïden versie 2 20071025 Pagina 6 van 7

(6) Hardman JG, Limbird LE. Goodman & Gilman's The pharmacological basis of therapeutics. 9 ed. New York: McGrawHill, 1996. (7) CVZ/CAD. Diagnostisch Kompas. Amstelveen: CVZ, 2003. (8) http://www.drugbase.com. Geraadpleegd op 9 februari 2005. (9) Micromedex. Geraadpleegd op 9 februari 2005 Bijlagen Geen bijlagen. Revisie 2 e versie 20071025: toegevoegd aan therapie Toediening antidotum naloxon: laatste bullet: Als een heroinecocaine combinatie. Monografie opioïden versie 2 20071025 Pagina 7 van 7