Onderhandelingsresultaat Cao 2014 en overgang 2013-2014 CDA fractie Hieronder zetten wij de elementen van het onderhandelaars akkoord uiteen. Het akkoord en de afspraken bij de jaarovergang 2013 2014 moeten in zijn onderlinge samenhang bezien worden. Het akkoord bevat in de kern vier hoofdpunten: 1. vakantie en verlof regeling in 2014; 2. het pensioendossier; 3. salaris en werkgelegenheid; 4. tussentijdse wetswijzigingen. Ad 1 Vakantie- en verlofregeling in 2014 In de huidige Cao is geregeld dat maximaal 72 verlof uren mee genomen kunnen worden naar het volgende jaar. Die bepaling is in strijd met de in werking getreden vakantie wetgeving. Daarin is bepaald dat de wettelijke vakantie dagen vervallen na 6 maanden van het jaar waarin die vakantie dagen zijn opgebouwd. De bovenwettelijk vakantie dagen vervallen na 5 jaar. Met de oude 72 uurs regeling werden grote verlof stuwmeren voorkomen. Dat beleid wil de werkgever ons inziens terecht voortzetten. Daarom is gezocht naar een manier om dat te realiseren. Daartoe zijn de volgende afspraken gemaakt: 1.1 De nog niet genoten vakantie uren 2013 worden gelijktijdig met het decembersalaris uitbetaald conform het geldende uurloon verhoogd met een premie van 10 %. Hiermee wordt beoogd het jaar 2014 met een schone lei te kunnen beginnen. 1.2 In de Cao regeling 2014 wordt een onderscheid aangebracht tussen de wettelijk en de bovenwettelijke vakantie uren. Het recht voor de werknemer om ook buiten de reces verlof op te nemen wordt verruimd, maar daar staat tegenover dat de werkgever perioden kan aanwijzen waarin verlof moet worden opgenomen. Verplichte opname van vakantie uren; 108 uur tijdens het zomer reces, parttimers naar rato, de periode tussen kerst en oud en nieuw worden collectieve verlofdagen en de dag na Hemelvaartsdag wordt ook een collectieve verlofdag. Ook kan geen vakantie worden opgenomen in de week voorafgaand aan het zomerreces en het kerstreces.
Ook tijdens arbeidsongeschiktheid bouwt de werknemer verlof op zij het alleen de wettelijke verlofuren. Vroeger was geregeld dat de dat de verlofopbouw stopte na een halfjaar. Daar staat tegenover dat als een werknemer tijdens de arbeidsongeschikt verlof wil opnemen dat dient te geschieden conform de geldende regels. Wettelijke verlofuren kunnen meegenomen worden naar het volgende jaar met een houdbaarheid van 6 maanden. Bovenwettelijke verlofuren kunnen meegenomen worden naar het volgend jaar met een houdbaarheid van 5 jaar. De werkgever zal per medewerkers inzichtelijk maken hoe de verdeling van wettelijke en bovenwettelijke uren worden geadministreerd, zodat de medewerker ook helder kan aangeven uit welk type opgebouwd verlof, het verlof wordt opgenomen. 2 Het pensioendossier In dit dossier zijn de volgende afspraken gemaakt: 2.1 Als gevolg van wettelijke maatregelen wordt de opbouw percentage per jaar van het pensioen verlaagd van 2% naar 1,84% Over deze wijziging bent u in begin november geïnformeerd door de werkgever. De opgebouwde pensioenrechten over het jaar 2013 worden geïndexeerd. Vanaf 2014 tot aan de eerst volgende Tweede Kamer verkiezingen wordt er niet geïndexeerd. Tenzij er voldoende overrente is in het depot bij verzekeraar Aegon. 2.2 Het werknemersdeel van de pensioenpremie blijft 6% ongeacht wijzigingen in de totale premie en of andere wijzigingen in de pensioenregeling. 2.3 In het verleden zijn er onvoorwaardelijke toezeggingen voor de indexering aan exwerknemer gedaan. De financiële last daarvan is zwaar voor de fractie als werkgever. Cao partijen zijn overeengekomen dat zij gaan proberen die onvoorwaardelijke toezegging gewijzigd te krijgen in een voorwaardelijk toezegging, net als bij de werknemers die op dit moment in dienst zijn. Wellicht moet hiervoor de gang naar de rechter worden gemaakt, maar naar het oordeel van Cao partijen is zo n gang naar de rechter onvermijdelijk omdat er een grote onrechtvaardigheid zit in de toezegging van het verleden en de voorwaardelijke toezegging van nu die daarmee een zware wissel trekken op de financierbaarheid van te indexeren pensioenen. Ad 3 Salaris en werkgelegenheid
De werkgever wenst vast te blijven houden aan de (rijks) ambtenaren salarissen. Zolang zich daar niets wijzigt, wijzigen ook de salarissen van de CDA medewerkers niet. Wel is de werkgever bereid in december een loyaliteitsbonus uit te keren van 1 maandsalaris, verhoogd met 8% vakantietoeslag en 8,3 % eindejaarsuitkering en 4 of 8 % Prinsjesdag bonus. Dit uitgaande van het gehele jaar in dienst bij de fractie, bij een korter dienstverband naar rato. Deze uitkering wordt meegenomen in de optelling bij wat het pensioengevend salaris in 2013 is. Anders gezegd over deze uitkering wordt ook pensioen opgebouwd. Bovendien heeft de werkgever ons meegedeeld dat eind 2013 alle ipads en iphones van medewerkers worden vervangen. De oude apparaten mogen door werknemers worden overgenomen voor 50,- per stuk waarbij de Simkaarten worden overgezet. Indien dit totaal pakket van maatregelen wordt aangenomen, heeft de werkgever geen intentie tot verdere formatieverlaging zolang de financiële positie dat toestaat. Zoals bekend zijn er nu een aantal extra formatie plaatsen die gefinancierd uit de reserves van de fractie. Daardoor krimpt de reserve wel, maar in een aanvaardbaar tempo. Indien door externe oorzaken wijziging komt in het krimp tempo dan kan de werkgever zijn standpunt wijzigen. Ad 4 Tussentijdse wetswijzigingen Tot slot is afgesproken dat als in 2014 wet- en regelgeving zich wijzigen, de Cao partijen over de gevolgen voor de Cao overleggen (te verwachten zijn: wijzigingen van het ontslagrecht en de WW).
Tekstvoorstel CAO Als de werkgever zich door omstandigheden genoodzaakt ziet om in negatieve zin van de CAO af te wijken, of om een wijziging in de CAO aan te brengen, of wanneer de (fiscale) wet- en regelgeving wijzigt dan stelt hij de CAO-partijen daarvan onverwijld op de hoogte. Er vindt zo spoedig mogelijk een gesprek plaats tussen CAO-partners waarin de werkgever de omstandigheden en zijn overwegingen uiteenzet, en waarin gestreeft wordt naar overeenstemming over de te nemen maatregelen. IX Vakantie 1. Aantal vakantie-uren 1.1 De werknemer heeft met behoud van salaris recht op maximaal 144 wettelijke vakantieuren per kalenderjaar bij een volledig dienstverband en een evenredig deel daarvan bij een deeltijddienstverband; 1.2 De werknemer heeft met behoud van salaris recht op maximaal 56 bovenwettelijke vakantie-uren per kalenderjaar bij een volledig dienstverband en een evenredig deel daarvan bij een deeltijddienstverband; 1.3 De werknemer heeft verder met behoud van salaris recht op 1 recesdag per recesweek met een maximum van 14, bij een volledig dienstverband en een evenredig deel daarvan bij een deeltijddienstverband, op te nemen tijdens de Kamerrecessen; 1.4 Werknemers ingedeeld in schaal 10 of hoger hebben tevens recht op maximaal 36 bovenwettelijke vakantie-uren per kalenderjaar bij een volledig dienstverband en een evenredig deel daarvan bij een deeltijddienstverband, op te nemen tijdens Kamerrecessen. 2. Opbouw van vakantie-uren 2.1De vakantie-uren per jaar worden opgebouwd in 12 stappen van 16,6 uur per maand uitgaand van een volledig dienstverband. 2.2Na één maand arbeidsongeschiktheid bouwt de werknemer vakantie uren op, m.u.v. de bovenwettelijke vakantie-uren en de reces uren deze komen te vervallen.medewerkers dienen tijdens arbeidsongeschiktheid conform de geldende regels verlof op te nemen. 3. Opnemen van vakantie-uren en vrije dagen 3.1 Opnemen van vakantie-uren en vrije dagen kan alleen plaatsvinden na toestemming van de leidinggevende.
3.2 De bij paragraaf 1.3 genoemde dagen kunnen niet worden opgenomen in het verkiezingsreces of buiten de recesperioden. 3.3Medewerkers zijn zelf verantwoordelijk voor het aanvragen van het juiste verloftype. (wettelijk, bovenwettelijk of reces) 4. Tijdstip van opnemen en spreiding van vakantie-uren 4.1 Vakantie-uren kunnen in tegenstelling tot de recesuren het hele jaar worden opgenomen. Cf. het bepaalde in paragraaf 3.1 4.2Gedurende het zomerreces moeten minimaal 108 vakantie-uren worden opgenomen. Parttimers naar evenredigheid van de werktijd.4.2 de werkdagen tussen Kerst en Nieuwjaar worden als collectieve verlofdagen aangemerkt. 4.3De dag na Hemelvaartsdag is een verplichte verlofdag 4.4 Geen vakantie mag worden opgenomen in de week voorafgaand aan het zomer- en kerstreces.. 4.4 Onder recesperioden wordt verstaan de perioden zoals aangewezen door de Tweede Kamer. 5. Wijziging vakantieperiode 5.1 De werkgever kan, indien zich omstandigheden voordoen, welke hij op het moment van vaststelling van het tijdvak van de vakantie niet kon voorzien en tengevolge waarvan het functioneren van de Stichting ernstig in gevaar komt, het door hem vastgestelde tijdvak van de vakantie wijzigen. 5.2 Het nieuwe tijdvak van de vakantie wordt door de werkgever in overleg met de werknemer vastgesteld. 5.3 De schade welke de werknemer ten gevolge van deze wijziging lijdt, wordt door de werkgever vergoed. 6. Arbeidsongeschiktheid tijdens vakantie Voor de toepassing van deze regeling worden niet als vakantieverlof aangemerkt de dagen vanaf de dag dat de werknemer de werkgever overeenkomstig het in paragraaf IX van de CAO genoemde reglement ziekmelding op de hoogte heeft gesteld van zijn arbeidsongeschiktheid. 7. Niet opgenomen verlofuren en recesuren 1. Wettelijke verlofuren kunnen worden meegenomen naar het volgende jaar met een houdbaarheidsduur van 6 maanden. 2. Bovenwettelijke verlofuren kunnen worden meegenomen naar het volgende jaar en hebben een houdbaarheidsduur van 5 jaar.
3. Voor de opgebouwde wettelijke verlofuren tijdens de arbeidsongeschiktheid gelden de wettelijke regels. 4. De werkgever stimuleert werknemers om hun verlofsaldi zoveel mogelijk af te bouwen bijvoorbeeld door, wanneer de dienst dit toelaat, uren op te nemen. 5. Recesuren komen aan het eind van elk jaar te vervallen en kunnen dus niet meegenomen naar het volgende jaar. 6. Verlofregeling - Definities 1.1 In deze regeling wordt verstaan onder betaald verlof, het in de werktijdenregeling door de werknemer op grond van deze regeling op te nemen aantal uren waarop geen arbeid behoeft te worden verricht. Deze uren tellen mee bij de vaststelling van de totale arbeidsduur. 1.2 In deze regeling wordt verstaan onder onbetaald verlof het recht op vrij van elke werkzaamheid. Het op grond van deze regeling verleende onbetaalde verlof wordt bij de vaststelling van de totale arbeidsduur buiten beschouwing gelaten. 1.3 De in het gezin van de werknemer verblijvende kinderen voor wie een adoptieaanvraag is ingediend, worden voor de toepassing van deze Uitvoeringsregeling als kind van de werknemer aangemerkt. 1.4 Voor de toepassing van deze regeling geldt voor deeltijdwerkers het naar-rato-beginsel. 8. Pensioen De werknemer valt onder de collectieve pensioenregeling 2011 zoals deze geldt voor het Partijbureau en de Stichting Fractiebureau CDA. De werknemersbijdrage voor het Pensioen voor medewerkers van de Stichting Fractiebureau CDA is en blijft 6%, ondanks eventuele wijzigingen in de Pensioenovereenkomst, zoals een lagere pensioenopbouw of afwijkende bepalingen inzake pensioenpremies en -afdrachten.ter ondersteuning en monitoring van de collectieve pensioenregeling is een Pensioencommissie ingesteld. In deze commissie zal namens de werknemers van de Stichting in elk geval de CNV Publieke Zaak plaatsnemen.