MODULE Leraar en verantwoordelijkheden (LEV) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X Aantal studiepunten 3 (1 studiepunt staat voor een studiebelasting van minimum 25u) Lestijden Totaal 40 Contacturen 24 Afstandsuren 16 Lectoren Kim di Nicola Vrijstelling of overdracht Mogelijk onder specifieke voorwaarden X Niet mogelijk Vereiste begincompetenties / volgtijdelijkheid Verplicht Advies Geslaagd zijn voor Gevolgd hebben van PPC DCO, DCS2 Samen opnemen met OMA, DCS 3 Datum laatste wijziging 7/09/2015 1
B. Competentieontwikkeling Centrale functioneel gehe(e)l(en) Functioneel geheel 7: leraar als lid van een schoolteam Functioneel geheel 10: leraar als cultuurparticipant Basiscompetenties Competentieniveau* 4.3 De leerkracht kan op correcte wijze administratieve taken uitvoeren. 6.1 De leerkracht kan zich informeren over en discreet omgaan met gegevens over de leerling. 7.1 De leerkracht kan overleggen en samenwerken binnen het schoolteam. 7.2 De leerkracht kan binnen het team zowel vakspecifiek als vakoverschrijdend over een taakverdeling overleggen en de afspraken naleven. 7.4 De leerkracht kan zich documenteren over de eigen rechtspositie en die van de leerlingen. Inzicht hebben in de administratieve taken van de leerkracht en het belang ervan (1). Eenvoudige administratieve taken plannen en uitvoeren (2). Tijdens de les vraagstukken in verband met discreet en deontologisch verantwoord handelen ten opzichte van leerlingen bespreken met medecursisten (2). Inzicht hebben in de noodzaak en de structuren van samenwerking binnen een schoolteam (1). Aan de hand van een spreekoefening kunnen overleggen en samenwerken (2). Inzicht hebben in de functies en taken binnen een school en beseffen dat overleg en het naleven van afspraken cruciaal zijn voor een goede werking (1). Tijdens een rollenspel een taakverdeling opstellen en afspraken naleven (2). Inzicht hebben in de eigen rechtszekerheid en die van de leerlingen en de goed toegangkelijke informatiebronnen hiervoor vinden (1). Tijdens het project worden goed toegangkelijke informatiebronnen geraadpleegd om relevante informatie te verzamelen over de eigen rechtszekerheid en die van de leerlingen (2). 2
7.5 De leerkracht kan in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met alle leden van het schoolteam. 9.2 De leerkracht kan dialogeren over zijn beroep en zijn plaats in de samenleving. 10.1 De leerkracht kan actuele thema s en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen rond de volgende domeinen: het sociaal- politieke domein; het sociaal- economische domein; het levensbeschouwelijke domein en het cultureel- wetenschappelijke domein. Inzicht hebben in de basiscompetenties en het beroepsprofiel van de leraar (1). Inzicht hebben in de basiscompetenties en het beroepsprofiel van de leraar (1). Actuele maatschappelijke thema s / ontwikkelingen interpreteren en hierover dialogeren met lector en medecursisten (2). * Toelichting competentieniveaus Niveau 4 - Doen in eigen praktijk Niveau 3 - Doen Niveau 2 - Tonen A thenticiteit Niveau 1 - Weten (hoe) 3
Attitudes** A1 beslissingsvermogen A2 relationele gerichtheid A3 kritische ingesteldheid A4 leergierigheid A5 organisatievermogen A6 zin voor samenwerking A7 verantwoordelijkheidszin A8 flexibiliteit ** Toelichting attitudes Aan de basiscompetenties worden acht attitudes gekoppeld. Het gaat om beslissingsvermogen, relationele gerichtheid, kritische ingesteldheid, leergierigheid, organisatievermogen, zin voor samenwerking, verantwoordelijkheidszin en flexibiliteit. Volgende attitudes worden binnen deze module beoogd: Beslissingsvermogen: Durven een standpunt in te nemen of tot een handeling over te gaan, en er ook de verantwoordelijkheid voor dragen. Relationele gerichtheid: In contacten met anderen kenmerken van echtheid, aanvaarding, empathie en respect tonen. Kritische ingesteldheid: Bereid zijn zichzelf en zijn omgeving ter discussie te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen. Leergierigheid: Actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen. Organisatievermogen: Erop gericht zijn de taken zo te plannen, te coördineren en te delegeren, dat het beoogde doel op een efficiënte manier bereikt kan worden. Zin voor samenwerking: Bereid zijn in interactie te treden met anderen en probleemoplossend te werk te gaan. Verantwoordelijkheidszin: Zich verantwoordelijk voelen voor de school als geheel en het engagement aangaan om een positieve ontwikkeling van leerlingen te bevorderen. Flexibiliteit: Bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden, zoals middelen, doelen, mensen en procedures. 4
Omschrijving inhoud C. Inhoud en organisatie Onze maatschappij, en dus ook het onderwijs, kent een toenemende regelgeving. De leerkracht dient hiermee gepast om te gaan door zich op de hoogte te stellen van de eigen rechtszekerheid en die van de leerlingen. Bovendien is het van belang weet te hebben van de wettelijke en reglementaire verantwoordelijkheden, en van de verschillende samenwerkingsvormen en overlegorganen binnen een schoolteam. Omschrijving organisatie Studiemateriaal en leermiddelen Cursus LEV Extra info die via smartschool beschikbaar gesteld wordt zoals de presentatie van de lessen, nieuwe documentatie, interessante links. Werkvormen Tijdens de lessen wordt gebruik gemaakt van een combinatie van werkvormen: doceren, OLG, leergesprek, groepswerk, partnerwerk, oefening aanbieden, zelfstandig opzoeken, Er wordt zo veel mogelijk gebruik gemaakt van activerende werkvormen. Opdrachten gecombineerd onderwijs Het gecombineerd onderwijs bestaat uit het maken van een aantal opdrachten. De eerste opdracht is het maken van een portfolio over verschillende onderwijskundige thema s die aansluiten bij de cursus. De cursist gaat op zoek naar een aantal actuele (kranten)artikels die aansluiten bij de inhouden uit de cursus. Basiscompetenties 4.3 en 10.1 worden met deze onderzoeksopdracht afgetoetst. De tweede opdracht is een projectmatig werk. De cursisten werken in groep rond de verschillende thema s die in de cursus aan bod komen. Zij gaan zelfstandig op zoek naar informatie om de leerstof te verwerken. Met dit project ligt de klemtoon op differentiatie, alle projectgroepen werken op hun eigen tempo aan de opdrachten en kunnen de nodige vragen stellen en feedback krijgen waar nodig. Basiscompetenties 4.3, 6.1, 7.1, 7.2, 7.4, 7.5 en 9.2 worden in dit project afgetoetst. 5
Evaluatieactiviteiten Opdrachten gecombineerd onderwijs Eindexamen Evaluatiemodaliteiten D. Evaluatie De module LEV wordt op een totaal van 300 punten beoordeeld De cursist moet de basiscompetenties verbonden aan de module beheersen op het competentieniveau dat gekoppeld is aan de module. Om te kunnen slagen moet er worden deelgenomen aan alle evaluatieactiviteiten. Bovendien moet de cursist op elke evaluatieactiviteit geslaagd zijn en minimaal 50% in het totaal om te slagen voor de module. Herexamen Na gunstig advies van de delibererende klassenraad is een herexamen mogelijk voor de evaluatieactiviteiten waarop de cursist een onvoldoende heeft behaald. 6