Deel 1. In actie voor het Rode Kruis Hoeveel kleding kan jouw klas inzamelen?



Vergelijkbare documenten
Handleiding. Handleiding

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

lesmateriaal Taalkrant

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Improving peoples lives!

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / SG Schiedam Tel.: /

Spreekbeurt, en werkstuk

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

PeerEducatie Handboek voor Peers

Groep. 3t/m5. thema: Schriften uitdelen WAT. what do you say? Cómo dices? ZEG JIJ? Que ditesvous? Een toren Fotostrip

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Teken een architect. Lees het volgende verhaal:

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

Hoe moet je een prachtige presentatie maken?

Handleiding voor het maken van je eigen webpagina op de schoolsite

Hoe maak ik... Naam: Groep:

Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Teken een architect. Lees het volgende verhaal:

Opname hulp. Stap voor stap uitleg over het opnemen van een Babbel - voor kinderen. Videoverhalen over kinderboeken, voor en door kinderen, 8+

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen

Waarom ga je schrijven: Jeugdjournaalfilmpje kijken

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

Voordoen (modelen, hardop denken)

De lamp. Copyright Vakcollege Groep B.V Alle rechten voorbehouden.

Uitleg bij de spellingskaartjes.

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

H.A.N.G. PLEKKEN. Heel Aardig? Niet Geweldig! > OP BEZOEK BIJ HET NAI

Bijlage interview meisje

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Bloggen met blogdirect

De tussenstand VOLG DE WEDSTRIJD VIA

SCHOON GENOEG van ZWERFAFVAL? Een lespakket voor groep 5 & 6

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Hoe maak ik een werkstuk?

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

HUISWERKGIDS SCHOOLJAAR

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

LESBRIEF BIJ DE VOORSTELLING LATER ALS IK DOOD BEN

informatiepakketje voor leerlingen van de basisschool

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Werkbladen Groep 7 & 8

werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids?

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8

Vragenkaartjes voor kinderen van 4 t/m 6 jaar

Introductie. Lesinstructie. Lesinstructie. Leerdoelen. Introductie. Opzet. Bronnen

Hoe bereid ik een spreekbeurt voor?

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Opdracht 1 Nodig: kleurpotloden of stiften, poster Maak je huis mooi.

Werkboek Het is mijn leven

Stappenplan: een spreekbeurt maken

De nieuwe zorgmedewerker

Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar

Wedstrijd Digitale Week de graad: Poster jezelf. op (de leerkracht maakt best een account aan voor de klas)

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

De Huiswerkgids beschrijft de doorgaande lijn van het huiswerk dat we geven en de aanbevolen aanpak.

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Het houden van een spreekbeurt

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Waar een wil is, is een Weg!

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Maak samen een glossy groep 8

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hey Russel! Een bijzondere vriendschap

Nieuwsbrief CliëntAanZet

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

Presenteren. Oriëntatie

GEBRUIKSAANWIJZING WEBSITE

december 2012 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Paul Natte Kerstkaart

Juf Sabine en juf Maaike

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

What s up Zuiderzeeland? aardrijkskunde, praktische opdracht

Vragenlijst: Wat vind jij van je

Een spreekbeurt houden

a. Een zin lees je van links naar rechts. Waarom eigenlijk? Wat denk jij?

(5) Handleiding verhalen invoeren

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

Sta in je recht. Lessen over (kinder)rechten voor PO

Hoe maak je een werkstuk?

Tips voor een goede spreekbeurt

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Handleiding Facebook Pergamano International Augustus 2012

CP9. In gesprek over de toekomst

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken. Wat voor tekst schrijf je en aan wie?


maak zelf een filmpje

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Soms gebeurt er wel eens iets wat jij niet wilt. Dit noemen wij onvrijwillige zorg. Onvrijwillige zorg mag alleen als jij in gevaar bent, of als jouw

HANDLEIDING. Kom In Actie

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

Transcriptie:

Deel 1 In actie voor het Rode Kruis Hoeveel kleding kan jouw klas inzamelen?

In actie voor het Rode Kruis Hoeveel kleding kan jouw klas inzamelen? De kledingactie In de week van 3 tot en met 7 oktober kun je als leerling van de basisschool meehelpen aan het inzamelen van kleding voor het Rode Kruis. Speciaal in die week is het de bedoeling om zoveel mogelijk kleding in te zamelen. Het geld dat hiermee verdiend wordt, gaat naar de Aidswezen in Afrika. Aidswezen in Afrika In Afrika hebben veel mensen Aids. Als je het vergelijkt met Europa, zijn er veel meer mensen in Afrika die deze ziekte hebben. Er is weinig geld voor medicijnen en ook weten veel mensen niet hoe ze kunnen voorkomen dat ze de ziekte krijgen. Aidswezen zijn kinderen die allebei hun ouders verloren hebben aan de ziekte Aids. Deze kinderen hebben hulp nodig. Het Rode Kruis zorgt ervoor dat ze die krijgen. Meedoen Wil je meedoen aan de actie om kleding in te zamelen? Je kunt verschillende opdrachten maken die bij het lespakket horen. Je leert van alles over het Rode Kruis, de ziekte Aids, Afrika en nog veel meer. Ook krijg je de mogelijkheid om zelf een mooie actie te bedenken met je klas om zoveel mogelijk kleding in te zamelen. Wat is Aids? Je krijgt de ziekte aids van een virus dat HIV heet. Dit virus zorgt ervoor dat de stofjes in je lichaam die vechten tegen andere ziektes niet meer goed werken. Daardoor kun je bijvoorbeeld van een griepje heel erg ziek worden. Er zijn medicijnen die Aids afremmen, maar je kunt de ziekte niet laten verdwijnen uit je lijf. Meer informatie vind je op www.wikikids.nl. 2 Deel 1

In actie voor het Rode Kruis Mindmap van het Rode Kruis Rode Kruis Deel 1 3

In actie voor het Rode Kruis KICI Kledinginzameling Wat is KICI? KICI is een stichting die landelijk kleding inzamelt. Het geld dat de stichting hiermee verdient gaat naar goede doelen. Het Rode Kruis is de belangrijkste begunstigde van KICI. Wat doet KICI? KICI heeft in Nederland 800 containers staan waar mensen kleding in kunnen deponeren. De helft van de kleding is opnieuw te gebruiken. Deze kleding gaat naar Oost-Europa en Afrika. De rest van de kleding wordt zoveel mogelijk gerecycled. Ze maken er bijvoorbeeld vilt van. Het vilt is geschikt voor de meubelindustrie, waar ze het in matrassen stoppen. Ook maken ze er poetslappen van. Deze poetslappen exporteren ze naar 40 verschillende landen. Woordenlijst Begunstigde Dit is de persoon of organisatie die geld of materiaal ontvangt zonder dat ze daarvoor iets hebben moeten doen. Haar dochter is de begunstigde van de erfenis. Deponeren Als je iets deponeert, dan gooi of leg je het ergens in. Ik deponeerde de brief in de brievenbus. Mijn geld heb ik bij de bank gedeponeerd. Gerecycled Recyclen is het opnieuw gebruiken van afval en oude spullen. Je maakt er iets nieuws van. IJzer en papier kun je recyclen. 4 Deel 1

In actie voor het Rode Kruis Aidswezen in 2009 Aidswezen in 2009 Aidswezen in 2009 Aidswezen in 2009 Europa Europa166.000 166.000 Europa 166.000 Oeganda Oeganda 1.200.000 1.200.000 Oeganda 1.200.000 Kenia Kenia 1.200.000 1.200.000 Tanzania Tanzania Kenia 1.300.000 1.200.000 1.300.000 Tanzania 1.300.000 Zuid-Afrika Zuid-Afrika 1.900.000 1.900.000 Zuid-Afrika 1.900.000 Afrika Afrika 14.800.000 14.800.000 Afrika 14.800.000 Deel 1 5

Rode Kruis Opdrachtkaart 1 Aidswezen in Afrika 1 Bekijk het volgende filmpje over Bernard. http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20051031_aids01 A B Bedenk welke verschillen er zijn tussen het leven van Bernard en zijn familie in Afrika en jouw leven in Nederland. Schrijf het in steekwoorden voor jezelf eerst op in één van de vakken op het werkblad placemat. Drie van jouw klasgenoten doen dit ook op hetzelfde werkblad, voor henzelf. Laat iedereen uit het groepje om de beurt vertellen wat ze dachten. Je kunt hierbij de trefwoorden gebruiken om je gedachten van zonet terug te halen. C D E Overleg nu met je groepje wat er in het midden moet komen te staan. Dat wat jullie in het midden opschrijven, is waar jullie het alle vier over eens zijn. Doe nu hetzelfde opnieuw (begin weer bij opdracht a), maar bekijk welke overeenkomsten er zijn tussen het leven van Bernard en zijn familie in Afrika. Schrijf dit op dezelfde placemat, maar met een andere kleur pen. Hang de placemat op in de klas. Bekijk ook de placemats van de ander groepjes. Hebben zij nog dingen bedacht waar jullie niet op zijn gekomen? Maak voor jezelf een mindmap van het leven van Bernard. 2 Je kunt de mindmap over het Rode Kruis als voorbeeld gebruiken. Tips van de redactie: - Welke kleren heeft hij aan? - Hoe ziet de omgeving eruit waar hij leeft? - Wat doet hij allemaal? - Wat doet/kan hij niet, vanwege zijn situatie? Deel 1 - Opdrachtkaart 1

Werkblad 1 Aidswezen in Afrika Deel 1 - Werkblad 1

Opdrachtkaart 2 Maps Oeganda 1 A Start de computer op en ga naar www.google.nl. Klik daarna op het woord maps. Typ in de zoekbalk Kampala, Oeganda. Klik nu op zoeken en je vliegt er nu naartoe. In welke buurt kom je uit? B Klik nu in de linkerbalk op verken dit gebied. Als het goed is, staan er nu fotootjes. Bekijk er twee van. Waarom denk je dat deze foto s op Google Maps zijn gezet? Schrijf jouw ideeën op. C D Klik nu rechts boven op de pagina op het woord satelliet. Je ziet nu hoe het dorp er uitziet vanuit een vliegtuig. Als je op de plus of min klikt, vlieg je hoger of lager. Wat kun je nu vertellen over de stad Kampala? Schrijf het op in steekwoorden. Klik nu in de linkerbalk op routebeschrijving. Vul bij A het volgende in: Watoto Bbira Children s Village. Hoeveel kilometer moet je rijden om hier te komen? E Type nu jouw adres in de zoekbalk en vlieg er naar toe. Klik vervolgens op satelliet. Kun je jouw huis terug vinden vanuit de lucht? F Wat zijn de verschillen in de omgeving tussen jouw woonplaats en Kampala? Schrijf ze op in steekwoorden. KICI 2 Staat er een KICI container bij jou in de buurt? Wat is de dichtstbijzijnde container, die je kunt vinden? Probeer de antwoorden op deze vragen te vinden op internet. Ga naar http://kici.nl/index.php?page=textielcontainers. Volg de instructies op de website. Het werkt hetzelfde als Google Maps. Om de bovenstaande vragen te beantwoorden, kun je gebruik maken van datgene wat je bij opdracht 1 hebt gedaan. En. moet je er heel ver voor lopen/rijden? Deel 1 - Opdrachtkaart 2

Werkblad 2 Maps Oeganda 1 A...... B...... C...... D...... E...... F...... KICI 2 Bij ons staat er WEL / GEEN KICI container in de buurt. De dichtstbijzijnde container staat En. moet je er heel ver voor lopen/rijden? Ja, wel.kilometer Nee hoor, het is maar.. meter lopen/rijden. Deel 1 - Werkblad 2

Opdrachtkaart 3 Speel het spel Je gaat het bordspel spelen. Lees eerst het stappenplan. Veel plezier! 1 2 Lees de brochure. Bekijk nu het bordspel dat bij deze opdrachtkaart zit. 3 4 Nog niet alles op het bordspel is netjes ingevuld. Vul de lege plekken (.) op het bordspel in. Gebruik hiervoor de tekst van de brochure. Zorg voor pionnen en een dobbelsteen. 5 Bespreek vooraf de spelregels bij het spel. - Je kunt het spel met 2, 3 en 4 spelers spelen. - Degene die het hoogste gooit, mag beginnen. - Je mag met meer dan één pion op een cijfer staan. - Als je op 1, 4, 9, 13, 17, 24 komt, moet je doen wat er in het vakje geschreven staat. Soms heb je geluk en soms heb je pech. - Wie het eerste op 27 komt, heeft gewonnen. 6 Speel het spel! Deel 1 - Opdrachtkaart 3

Werkblad 3 Bordspel Het Rode Kruis is heel blij met de opbrengsten van al jullie acties. Bedenk voor jullie klas een leuke manier om dit te vieren. Hoe ziet dat eruit? 24 1 2 3 In de week van 3 t/m 7 oktober kun je inzamelen voor het Rode Kruis. Je doet mee! Zet de pion op nummer.. 25 23 26 22 20 21 19 13 18 14 15 16 12 11 17 10 4 5 9 6 7 8 HELAAS, Je wordt ziek en kunt geen kleding verzamelen. Sla. beurt(en) over. START 28 EINDE KICI heeft veel. kunnen maken voor in de matrassen. Je mag nu.. 28 27 De ziekte aids krijg je van een virus dat heet. Er zijn in Afrika heel veel mensen die Aids hebben. Bedenk een mooie actie om geld in te zamelen. Vinden de andere spelers het een goed plan? Ga dan naar nummer.. De belangrijkste begunstigde van KICI is:. Goed? Je mag nu. Niet goed? Sla een beurt over. Als de kleding bij KICI binnenkomt, gaat ongeveer de helft van de kleding naar. en.. Goed geantwoord? Ga.. stappen verder Niet goed? Ga. stappen terug Deel 1 - Werkblad 3

Opdrachtkaart 4 Spelkaart ontwerpen Je gaat een opdrachtkaart ontwerpen die hoort bij het spel op Werkblad 1.3. De bovenkant 1 Een spelkaart heeft een onder- en een bovenkant. Van een spel kaarten is de bovenkant altijd hetzelfde. Hiervan ga je een ontwerp maken. Bedenk of brainstorm over wat er belangrijk is voor het ontwerp van de boven(achter)kant. Maak een ontwerp op het werkblad. Overleg met je groepje of de klas welke jullie kiezen. Tips van de redactie: Bekijk, als je deze hebt, voorbeelden van bestaande spelkaarten. Maak eerst een schets, voordat je het ontwerp gaat inkleuren. Het moet er niet te druk/ingewikkeld uitzien. De kleuren die je gebruikt moeten goed bij elkaar passen. Gebruik kleuren die mooi blijven als je ze kopieert (even controleren voordat je kiest). Je hoeft geen tekst te gebruiken voor de boven(achter)kant. Mocht je de kaarten echt gaan gebruiken, moet je met de klas of met jouw groepje een keuze maken voor één bepaald ontwerp. De onderkant Je gaat nu een ontwerp maken voor de onderkant van de kaart. Bedenk eerst een goede opdracht die past bij het spel van Werkblad 3. Schrijf er eerst een paar op en kies dan de beste eruit. Schrijf deze netjes in de kaart van Werkblad 4. Versier de kaart volgens jouw eigen ideeën. Tips van de redactie: 2 Bekijk, als je deze hebt, voorbeelden van bestaande spelkaarten waar opdrachten op staan. Lees de brochure nog eens door en/of bekijk de filmpjes nog eens, om te kijken of je hier vragen bij kunt maken. De opdracht moet voor een speler leuk zijn om te doen. Maak het niet te moeilijk, maar ook niet te makkelijk. De spelkaarten gebruiken 3 Maak kopieën van het gekozen ontwerp van de bovenkant. Knip deze netjes uit. Verzamel de opdrachtkaarten van de andere leerlingen. Plak ze netjes op elkaar. Je kunt vragen of het mogelijk is om de kaarten te lamineren. Dan blijven ze langer goed..en SPELEN MAAR! Deel 1 - Opdrachtkaart 4

Werkblad 4 Spelkaart ontwerpen Deel 1 - Werkblad 4

Deel 2 Verhalen van... Nancy, Lisa en Jildo

Verhalen van... Nancy Nancy woont in Pajule Nancy is 12 jaar oud en woont in Pajule in Oeganda. Zij woont daar samen met haar vier broertjes en zusjes. Haar moeder is doodgegaan aan Aids. Toen haar moeder ziek werd, moest ze naar het ziekenhuis. Daar dachten de doktoren dat ze iets aan haar lever had. Toen bleek dat ze ongeneeslijk ziek was, is ze weer naar huis terug gestuurd. Haar moeder is thuis overleden aan Aids. Met hulp van het Rode Kruis kan Nancy in leven blijven. Zij krijgt van vrijwilligers van het Rode Kruis voedsel en aandacht. Het voedsel bestaat uit bonen, maïsmeel en kookolie. Woordenlijst Ongeneeslijk ziek Wanneer je ongeneeslijk ziek bent, kun je niet meer beter worden. Heel vaak betekent dit, dat je dan zult doodgaan aan de ziekte die je hebt. Maar met de goede medicijnen die er zijn, kun je bij sommige ongeneeslijke ziektes toch lang blijven leven. Mijn buurmeisje is ongeneeslijk ziek en krijgt heel veel medicijnen. Vrijwilliger Een vrijwilliger doet werk zonder dat hij of zij daar geld voor krijgt. Vrijwilligers vinden het gewoon leuk of belangrijk om dat werk te doen. Wil je ook vrijwilliger worden voor het Rode Kruis? 2 Deel 2

Verhalen van... Lisa Lisa woont in Kampala Lisa woont in Kampala in Oeganda. Zij woont bij haar oma. Haar moeder is overleden aan Aids. Niet lang daarna moest haar vader naar een ander dorp omdat hij ook ziek werd. Hij is toen ook overleden. Lisa wil heel graag leerkracht worden. Het Rode Kruis helpt kinderen als Lisa met schoolspullen, zoals potloden, schriften, boeken en uniformen. De kinderen willen heel graag leren; zij hebben een honger naar kennis; ze gaan zelfs graag op zaterdag naar school. Woordenlijst Overleden Overlijden is een ander woord voor doodgaan of sterven. Haar vader en moeder zijn overleden aan de ziekte Aids. Uniform Een groep mensen die een uniform dragen, hebben allemaal dezelfde kleren aan. Iedereen kan zien dat ze bij die groep horen. In veel landen hebben kinderen die naar school gaan, een uniform aan. Maar ook bij een fanfare of bij het leger dragen mensen een uniform. Het schooluniform wat de kinderen dragen, ziet er netjes uit. Deel 2 3

Verhalen van... Jildo Jildo woont in Kitkum Jildo is 9 jaar en woont samen met zijn moeder in Kitkum in Oeganda. Ze zijn allebei HIV-positief. Toen zijn moeder hoorde dat ze HIV-positief was, kon ze niets doen. Ze heeft het gevoel dat het bij het leven hoort. Ze had ook een ongeluk kunnen krijgen. Buitengesloten Heel veel mensen in Afrika begrijpen niet precies wat het betekent om besmet te zijn met het HIV virus. Daardoor willen ze niet altijd iets te maken hebben met Jildo en zijn moeder. Zij worden door anderen buitengesloten. Soms worden ze zelfs met geweld bedreigd. De mensen die dat doen zijn bang om ook besmet te worden. Besmet Waarschijnlijk is Jildo tijdens de bevalling besmet geraakt met het HIV virus. Hij moet zijn medicijnen twee keer per dag nemen. Hij voelt zich goed, hij vraagt zich af waarom hij ze moet innemen. Hij moet ze wel de rest van zijn leven blijven gebruiken. Maar dan kan hij een normaal leven leiden. Young Positives Club In de club Young Positives Club kunnen kinderen elkaar steunen. Ze vertellen elkaar hun verhalen. Het Rode Kruis geeft geld om dit soort bijeenkomsten mogelijk te kunnen maken. Ook krijgt hij geld voor medicijnen en schoolspullen. 4 Deel 2

Opdrachtkaart 1 Eens, oneens Stellingen Lees de tekst van Verhalen van. Ga in een tweetal tegenover elkaar zitten. Kies samen één van de stellingen. Denk eerst goed na over deze stelling. Ben je het ermee eens of niet? Leg uit aan de klasgenoot die tegenover je zit, waarom je het ermee eens bent of niet. Laat jouw klasgenoot zijn/haar mening vertellen over dezelfde stelling. Kies een nieuwe partner en een nieuwe stelling en doe wat je zojuist gedaan hebt met de eerste stelling. Nadat je alle stellingen besproken hebt, kies je er drie uit waar je het helemaal mee eens bent. Zet daar een streepje of kruis achter. Deel 2 - Opdrachtkaart 1

Werkblad 1 Eens, oneens Stelling: Besproken met: Eens: 1. 2. 3. 4. 5. 6. In Afrika hebben de Aids-wezen vooral geld nodig. Er is nog weinig bekend over Aids in Afrika. Ik kan niet veel doen voor de Aids-wezen in Afrika. De doktoren in Oeganda moeten meer weten over Aids. Ik vind het vreemd dat de kinderen daar ook op zaterdag naar school willen. Vertellen over vervelende dingen die je zijn overkomen, geeft je steun. Opmerkingen: Deel 2 - Werkblad 1

Opdrachtkaart 2 Een dag uit het leven van... Lees de tekst van Verhalen van. Kies één van de kinderen uit de verhalen uit. Bedenk hoe een dag van dit kind eruit zou zien, volgens jou. Maak een stripverhaal van. Gebruik hiervoor Werkblad 2. Striptekenen Kaartnummer: vk5 Tips striptekenen Laat de strip nu door iemand lezen en haal met potlood dede vakjes van dedie strip, 01. MaakTeken een afspraak met persoon je gaat interviewen. Bijvoorbeeld de conciërge. foutjes eruit met de gum 6 1 sommige groot, andere klein 02. Maak als je samenwerkt met een groepje goede afspraken over wanneer je het interview gaat afnemen en oppotlood, welk tijdstip. de potloodlijntjes met een dunne met teken in elk vakje een 7 Trek zwarte viltstift over 2 Weer stukje van je verhaal 03. Zorg dat je een duidelijke afspraak maakt met degene die je gaat interviewen. vooraan staan mogen potlood de tekst in de 04. MaakDan zelfschrijf of alsmet je samenwerkt met je groepje, van tedingen vorendie interviewvragen. Tip: een Maak niet 8 3 dikkere lijn krijgen tekstballonnen alleen maar gesloten vragen. Gesloten vragen zijn vragen waar je alleen met ja of nee op kan antwoorden. Bijvoorbeeld: Vindtin uhet uw beroep leuk? Het beste zijn vragen allemaal die beginnen met: wie, Gum de potloodlijntjes uit Zorg dat de grap of verrassing laatste wat, wanneer, open vragen. Open vragen zijn vragen waarbij 4 plaatje komtwaar, welke, waarom enz. Dit zijn9 iemand meer uitleg moet geven. Bijvoorbeeld: waarom vindt u uw beroep zo spannend? Kleur de plaatjes in met kleurenpotloden of Bij een gesprek, zorg dat de tekst van de ecoline eerste spreker links in het plaatje komt 5 de vragen in goede volgorde op papier.10 05. Schrijf Laat hierbij ruimte open zodat je daaronder Hoe kan ik een interview houden: meteen het antwoord kan opschrijven. Zo is het heel duidelijk welk antwoord bij welke vraag hoort. Tekst dieje eerst Een beetje eenschrijft 06. Als met een groepje werkt dan verdeel je vooraf de taken: Wie stelt de vragen en wie moetzeworden lichte achtegrondop? Je kan een interview ook opnemen op een bandje. gelezen, plaats je kleur werkt meestal bovenaan, de interview voordat je naar de persoon gaat die je gaat interviewen. het beste 07. Oefeninhet linkerhoek 08. Stel jezelf netjes voor aan degene die je interviewt en leg uit waarvoor je komt. Gebruik tekst09. Praat rustig en duidelijk. ballonnen met 10. Luister goed. grote vraag en Zweetdruppeltjes geven angst of juist vreugde aan uitroeptekens 11. Schrijf je antwoord op de vragen in steekwoorden op. Steekwoorden zijn woorden die kort beschrijven wat je bedoelt of waar je aan denkt. Bijvoorbeeld: spannend (omdat iemand je vertelt Figuurtjes die ver Figuurtjes vooraan dat zijn of haar beroep best spannend is). Of neem het gesprek op met een cassetterecorder. weg staan teken je teken je groter, met 12. Vraag om uitleg, als je iets niet snapt. klein, met dunne lijntjes 13. Vraag door. Ben niet te snel tevreden met een antwoord. 14. Bedank de persoon die je hebt geïnterviewd voor het gesprek. Kleur donkere 15. Neem afscheid. plekken onder figuurtjes bij wijze van schaduw dikkere lijnen Felle kleuren voor dingen dichtbij Deel 2 - Opdrachtkaart 2

Werkblad 2 Een dag uit het leven van... Deel 2 - Werkblad 2

Opdrachtkaart 3 Wie - Wat - Waar? Kies twee klasgenoten om het spel Wie-Wat-Waar te spelen. Knip de speelkaarten van Werkblad 3 uit. Gebruik de Wie-Wat-Waar spelkaarten. Elke speler mag ongezien een speelkaart pakken. Bedenk samen een toneelstukje waar alle drie de W s in voorkomen. Tips Wie-Wat-Waar Bedenk eerst een begin, midden en eind. Het moet zich afspelen op de plek die staat op de spelkaart Waar. Probeer er zo goed mogelijk voor te zorgen dat het publiek kan zien waar het toneelstuk zich afspeelt. In het toneelstuk moet dat wat op spelkaart Wat staat, gebruikt worden in het spel. Je hoeft hiervoor het voorwerp niet echt te hebben, je kunt het zo spelen, dat iedereen begrijpt wat er bedoeld wordt met dit voorwerp*. Verdeel de rollen goed over de drie spelers. Één van jullie speelt de rol die op de spelkaart Wie staat. De andere twee rollen mogen jullie zelf bedenken. Houd het toneelstuk kort en krachtig (niet langer dan 5 minuten). * Als je bijvoorbeeld geen telefoon bij de hand hebt, kun je met je hand duidelijk maken dat je aan het bellen bent. Ook kun je iets anders gebruiken; bijvoorbeeld een leeg spel kaarten, zodat het net lijkt alsof er een telefoon in het spel gebruikt wordt. Deel 2 - Opdrachtkaart 3

Werkblad 3 Wie - Wat - Waar? Wie De Rode Kruis medewerker Wat Boeken Waar Op straat Wie Leerkracht Wat Telefoon Waar In het vluchtelingenkamp Wie Moeder Wat Raam Waar In de klas Wie Vader Wat T-shirt Waar In het ziekenhuis Wie Broer of zus Wat Bankje Waar In het weiland Wie Klasgenoot Wat Fiets Waar Op het schoolplein Deel 2 - Werkblad 3

Opdrachtkaart 4 Schrijf een brief... Schrijf een brief aan iemand in jouw familie; bijvoorbeeld een opa, tante of neef. Een buurman of buurvrouw kan natuurlijk ook. In de brief vraag je aandacht voor het Rode Kruis en de Aids-wezen in Afrika. Het is de bedoeling dat degene waar je de brief aan stuurt, jou kleding geeft om in te leveren bij KICI voor het Rode Kruis. Type je brief uit in Word, als dat mogelijk is. Stuur hem per post op, als dit kan. Tips voor het schrijven van een brief Bedenk eerst wat je wil gaan vertellen. Maak een paar verschillende zinnen/teksten en kies er de beste uit. Gebruik Werkblad 4 om de brief goed in elkaar te zetten. Als je iets wilt vragen of iets voor elkaar wilt krijgen, leg dan goed uit waar het voor is en waarom hij/zij dit zou moeten doen. Laat jouw gemaakte brief door iemand anders lezen, dan kun je de brief misschien nog verbeteren. Deel 2 - Opdrachtkaart 4

Werkblad 4 Schrijf een brief... Voorbeeld indeling: 1. Plaats en datum 1 Plaats en datum Voorbeelden: Amsterdam, 14 maart 2007 Utrecht, 29 december 2006 a. De plaatsnaam en de datum schrijf je rechtsboven (zie indeling). b. Zet een komma tussen de plaatsnaam en de datum. c. Schrijf de plaatsnaam altijd met een hoofdletter: Amsterdam, Utrecht. d. Schrijf de maand altijd met een kleine letter. e. Schrijf de datum altijd voluit. Dus niet: 14/03/ 07 maar 14 maart 2007. f. Geen punt aan het eind zetten! 2 Aanhef (naam van persoon aan wie je de brief schrijft) Voorbeelden: Beste Suzanne, Lieve Suzanne, 2. Aanhef 3. Inhoud 4. Afsluiting 5. Je naam De aanhef kun je op allemaal verschillende manieren schrijven. Het maakt bijvoorbeeld uit hoe goed je de persoon kent aan wie je je brief schrijft. a. Na de aanhef zet je altijd een komma. 3 Inhoud Hierin staat wat je wil vertellen aan de persoon voor wie je brief bedoelt is. Begin altijd met een hoofdletter. Denk aan hoofdletters, punten en komma s. En let op de spelling natuurlijk! 4 Afsluiting Voorbeeld: In de afsluiting eindigt je brief. Heel veel groetjes, Tot snel, a. Na de afsluiting zet je een komma. 5 Je naam Voorbeeld: Paul Paul van der Zanden Onder aan je brief zet je altijd je naam. Als je iemand niet zo goed kent zet je je achternaam erbij. Als je iemand wel al goed kent, hoef je er niet per se je achternaam bij te zetten. Deel 2 - Werkblad 4

Deel 3 Kom in actie! Stappenplan

Kom in actie! Doe mee! Willen jullie meedoen om zoveel mogelijk kleding in te zamelen voor de Aids-wezen in Afrika? Lees dan het stappenplan en kijk wat jij met jouw groep of school kunt doen. Alvast bedankt! 2 Deel 3

Kom in actie! Stappenplan Bedenk eerst welke kleding jij thuis hebt, die je niet meer gebruikt en kunt weggeven aan KICI. Overleg met je vader/moeder/verzorger of je dit ook mag inleveren. Bedenk waar op school of in de klas deze kleding het beste verzameld kan worden. Misschien is het handig om dit al in vuilniszakken te laten doen. Brainstorm in een groepje over de mogelijkheden om ook van anderen in jouw omgeving kleding te krijgen. Hieronder een aantal mogelijkheden: - Ontwerp en maak een flyer waarin je uitlegt wat je nodig hebt en waarvoor en waarom mensen hier aan mee moeten werken. Het moet duidelijk zijn wat ze moeten inleveren en waar! Deel deze flyer uit aan mensen die je kent en gooi ze in de postbus in jullie wijk. Tip: Kijk op internet voor voorbeelden bij afbeeldingen flyer. - Een website maken om aandacht te vragen voor jullie actie(s) kan natuurlijk ook. Weet je hoe je eenvoudig een website maakt? Tip: Vraag het je leerkracht en/of familie en vrienden. Ze willen je vast helpen. - Organiseer een informatiemiddag voor ouders, familie, vrienden en kennissen, waarbij je informatie geeft en op een leuke manier zorgt dat mensen kleding gaan inleveren. Tip: Het is altijd leuk voor bezoekers van zo n dag om iets te bekijken. Je kunt bijvoorbeeld een muziek- of dansoptreden geven. Maar een mooie modeshow van gepimpte kleding (die na de modeshow naar KICI wordt gebracht) is ook leuk om naar te komen kijken. - Vraag aan vriendjes/vriendinnetjes en kinderen in jouw familie of zij met je mee willen helpen. Dan kunnen zij bij hen op school ook kijken of ze willen meewerken aan het project voor het Rode Kruis. Als de school meer informatie wil, ben jij de expert die ze over alles kan informeren! Misschien hebben jullie op school wel een heel ander idee om veel kleding in te zamelen. Dat kan natuurlijk ook. Veel succes! Wat mag nu eigenlijk in de KICI-container? Oude kleren, schoenen en textiel is van harte welkom en kan goed gebruikt worden. Stop het textiel in een gesloten zak, zo behoudt het zijn waarde of zet het apart voor de huis-aan-huisinzamelingen. Bruikbare kleren gaan naar liefdadigheidsinstellingen. Wat niet bruikbaar is, wordt gebruikt als vulling voor kussens of matrassen of wordt verwerkt in de tapijtindustrie. Wat wel mag: alle textiel dat niet vervuild of nat is. Niet toegestaan: vervuild of nat textiel, een enkele schoen, tapijten, kussens, elektrische dekens, dekbedden en matrassen. Bron: KICI Deel 3 3

Woordenlijst Textiel Textiel is de stof waar bijvoorbeeld kleren of lakens van gemaakt zijn. Wol en katoen zijn soorten textiel. Je kunt het textiel inzamelen voor het goede doel. Waarde behouden Als je ervoor zorgt dat iets zijn waarde behoudt, zorg je ervoor dat het netjes en heel blijft. Als je bijvoorbeeld goed voor je Nintendo DS 3D zorgt, behoudt het zijn waarde. Textiel in een gesloten zak behoudt zijn waarde. Vervuild Als iets vervuild is, dan is het vies geworden. Vervuilde grond is grond waar bijvoorbeeld heel veel chemische stoffen in zitten. Vervuilde grond moet je eerst schoonmaken. Vervuild textiel mag niet ingeleverd worden. Liefdadigheidsinstelling Bij een liefdadigheidsinstelling werken mensen die geld of spullen inzamelen voor een goed doel. Van dat geld wordt bijvoorbeeld voedsel gekocht voor mensen in arme landen. Het Rode Kruis is een liefdadigheidsinstelling. Toegestaan Toestaan betekent dat je iets goed vindt of dat je zegt dat iets mag. Als er een bord staat picknicken toegestaan mag je er dus picknicken. Het is niet toegestaan om nat textiel in te leveren. 4 Deel 3

Opdrachtkaart 1 Pimp Up Your Shoe Je gaat een schoen die je normaal gesproken niet meer aantrekt pimpen. Dat kan op heel veel verschillende manieren. Je kunt bijvoorbeeld denken aan inkleuren, versieren, maar ook aan iets toevoegen aan de schoen wat jij zelf helemaal bedacht hebt. Wat ga je doen? Zorg voor één schoen. Als je een paar schoenen hebt, is dat helemaal mooi natuurlijk. Dan kun je ze zelfs nog dragen, nadat ze gepimpt zijn. Je kunt deze pimpen met kleurstiften, verf, gekleurde veters, kralen, stof, kant, lovertjes en nog veel meer. Misschien heb je zelf ook hele goede ideeën.in school zijn er vast veel van deze materialen aanwezig. Verzamel ze, voordat je begint. Bedenk van te voren hoe je schoen er ongeveer uit gaat zien. Je kunt hiervoor eerst een ontwerp maken op Werkblad 1. Daarna ga je aan de slag. Bedenk dat je voor het vastmaken van de materialen gebruik kan maken van lijm, stoflijm, maar ook van naald en draad! Als je hem gemaakt hebt, kun je hem showen aan anderen (misschien in een door jullie georganiseerde modeshow), maar je kunt natuurlijk ook vragen of anderen jouw schoen willen hebben. Je kunt ze hiervoor laten betalen in..kledingstukken OF SCHOENEN. Dan kun je die weer inzamelen voor het Rode Kruis. Tip: Bekijk de volgende filmpjes op Youtube voor inspiratie: http://www.youtube.com/watch?v=idyrcj87jls http://www.youtube.com/watch?v=c9yrymb0zee Deel 3 - Opdrachtkaart 1

Werkblad 1 Pimp Up Your Shoe Linkerkant Rechterkant Bovenkant Deel 3 - Werkblad 1

Opdrachtkaart 2 Maak een flyer Maak een ontwerp voor een flyer. Deze kun je bij jou in de buurt of in de buurt van jouw school in de bus doen, zodat mensen weten dat jullie kleding inzamelen voor het Rode Kruis. Wat ga je doen? Bedenk eerst wat er op de flyer moet komen te staan. Denk aan: Wat kunnen mensen precies inleveren; Waar kunnen ze dat doen; Waarom is het belangrijk dat ze het doen; Van wanneer tot wanneer kunnen ze het doen. Jullie flyer moet opvallen tussen alle andere post die mensen binnen krijgen. Zorg ervoor dat hij opvalt; door kleur of een opvallende tekening. Houd hier rekening mee als je de flyer ontwerpt. Tip: Je kunt op Google afbeeldingen flyer intypen om voorbeelden te bekijken. Maak eerst een schets met potlood. Ga daarna pas met stift en/of kleur aan het werk. Laat jouw schets bekijken door een klasgenoot of de leerkracht. Dan kun je nog iets veranderen, mocht je dat willen. Je kunt er natuurlijk ook een op de computer maken. Tip: Je kunt gebruik maken van het werkblad bij deze opdrachtkaart. Laat jouw ontwerp goed bekijken als het klaar is. Wat vinden anderen ervan? Vraag hen vooral te kijken en rekening te houden met punt 1 en 2. Overleg met de leerkracht of je de flyer mag laten kopiëren en of printen. Veel succes! Deel 3 - Opdrachtkaart 2

Werkblad 2 Maak een flyer Deel 3 - Werkblad 2

Opdrachtkaart 3 Jullie actie op internet! Je gaat via internet aandacht vragen voor de actie(s) die jullie voeren op school voor het Rode Kruis. Hiervoor kun je een pagina of groep aanmaken op bijvoorbeeld Hyves of Facebook. Een eigen website bouwen kan natuurlijk ook. Hyves/Facebook Via hyves kun je een account of groep aanmaken om aandacht te vragen voor jullie actie. Waarschijnlijk kun je dit al zelf of weet je iemand die je daarbij kan helpen. Kijk of je dit voor elkaar kunt krijgen. Bedenk wat je op de homepage zet. Het moet interessant zijn voor anderen en het is goed als je snel kunt zien wat het doel is van de actie. Bedenk hoe je groepsleden gaat werven (je gaat proberen zoveel mogelijk mensen lid te laten worden van deze hyves/facebook groep. Bedenk wat er te doen is op deze pagina: Tip: Waarom is het leuk om deze pagina te bekijken en in actie te komen? Kunnen de groepsleden iets winnen of krijgen als ze iets inleveren? Overleg met de leerkracht of je de flyer mag laten kopiëren en of printen. Eigen website Een hele eigen website kan ook. Je kunt op de site van www.orbs.com een website maken. Als je weet hoe je met Word werkt, kun je al snel je eigen site bouwen. Wat heb je dan nodig: Een computer Een e-mailadres (van school) Een goed en veilig wachtwoord. Vraag aan je leerkracht of je de speciale instructiekaart (Werkblad 3) kunt krijgen om hiermee een website te bouwen. De tips die bij Hyves/Facebook staan, gelden ook voor de eigen website. Veel succes! Deel 3 - Opdrachtkaart 3

Werkblad 3 Jullie actie op internet! Wat ga je doen? Ga naar de site www.orbs.com. Kies sign up for fee. Vul de gevraagde gegevens in. Het gaat om achternaam, voornaam, gebruikersnaam en wachtwoord*. Bedenk een goede naam voor de site; deze moet je als laatste invullen. Bijvoorbeeld kominactie.orbs.com. Je moet hun voorwaarden accepteren; klik op Accept. Je ontvangt een bevestiging van orbs via je e-mail. Je kunt nu direct aan de slag! *Denk erom dat je een veilig wachtwoord neemt; geen wachtwoord dat anderen over jou kunnen bedenken. Gebruik kleine letters en zorg ervoor dat je één of twee cijfers in je wachtwoord gebruikt. Aanpassen en bouwen website Om de naam en de bovenkant van de website te veranderen moet je klikken op design. Kies voor customize. Daar kun je het lettertype aanpassen en de kleur. Je kunt een afbeelding inladen. Ook kun je de tekst verschuiven en de kleur veranderen. Om meer pagina s toe te voegen klik je bovenaan op het tabblad add page. Dan kun je meteen de tekst intypen. Een afbeelding toevoegen kan ook*. Dit kan door te klikken op. Als je tekst selecteert kun je dit dik gedrukt maken of schuin gedrukt. Let erop dat je de veranderingen bewaart: save changes. Wil je beter weten hoe je de site kunt bouwen, ga dan naar: http://www.makeuseof.com/tag/orbsonline-tool-quickly-create-beautiful-websites-web-design-skill-needed/. Let op, veel afbeeldingen, maar de tekst is in het Engels! *Je moet dan wel de afbeelding ergens hebben opgeslagen. Deel 3 - Werkblad 3