Onteigening in de gemeente Nijmegen VROM

Vergelijkbare documenten
Onteigening in de gemeente Bunschoten

Onteigening in de gemeente Apeldoorn

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

ONTEIGENING TEN BEHOEVE VAN DE ONTWIKKELING VAN HET BEDRIJVENTERREIN BPMAA

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Hilversum VROM

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan de raad AGENDAPUNT 7

Onteigening in de gemeente Denekamp

Onteigening in de gemeente Leeuwarden VROM

Aan de Gemeenteraad. Onderwerp : Procedure administratieve onteigening t.b.v. gronden rondweg Buitenpost. Raad. 6 maart Status.

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Amsterdam

Onteigening in de gemeente Arnhem

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Onteigening in de gemeente Groesbeek

Raadsvergadering d.d.: 25 oktober 2010 Agenda nr: Onderwerp: verzoek aan de Kroon de administratieve onteigening te entameren

Raadsvoorstel. Onderwerp:

Onteigening in de gemeente Venlo VROM

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening Lisbloemstraat 9 t/m 19 (Kleiwegkwartier) (nr. 604)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Doetinchem

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Utrecht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 27 februari 2013 ALDUS VASTGESTELD 7 MAART Start onteigeningsprocedure oostelijke randweg

Wijziging van de onteigeningswet

Onteigening in de gemeente Schiedam

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Amsterdam

Heerhugowaard Stad van kansen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aanwijzing van gronden ter onteigening in de gemeente Beesel

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Harderwijk

Doelstelling van onderhavig plan is het juridisch-planologisch mogelijk maken van de bouw van maximaal één woning op voornoemde locatie.

Onderwerp Start administratieve onteigeningsprocedure ten behoeve van realisatie bestemmingsplan 'Neptunus' te Kessel.

ontwerpvoorstel aan de raad

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: BEC Onteigening Wijksestraat 3, Heusden 2013

Voorstel. (2003) nummer 103

Onteigening in de gemeente Eindhoven VROM

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onteigening in de gemeente Amsterdam VROM

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Utrecht

Gemeente Aalten. Bestemmingsplan. Buitengebied. Groot Deunkweg Aalten 6

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Houten

Onteigening in de gemeente Barendrecht

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Raadsvoorstel. drs. D.M.P.G. Smolenaers 27 september juli De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Onteigening in de gemeente Maasdriel VW

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

ONTWERP BESCHIKKING OMGEVINGS(DEEL-)VERGUNNING

Ambtelijke bijstand: Janke Bolt 1

Onteigening in de gemeente Helmond VROM

TOELICHTING. Compositie 5 stedenbouw bv Boschstraat GB Breda info@c5s.nl

Onteigening in de gemeente De Bilt

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Notitie bezwaren vestiging voorkeursrecht Centrum Boekel.

Onteigening in de gemeenten Culemborg en Geldermalsen

Onteigening in de gemeente Oisterwijk VROM

Voorstel aan de gemeenteraad

Ontwerpbeschikking d.d. 6 september 2012 Omgevingvergunning L

COLLEGEVOORSTEL. ONDERWERP: Wet voorkeursrecht gemeenten plan Kop van de Noordstraat te Terneuzen

Wet van 20 oktober 2006, houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening (Wet ruimtelijke ordening)

Nota van zienswijzen Aanvragen omgevingsvergunning 1 e fase voor de activiteit gebruik Nuenen-West bouwveld A (artikel 2.12, lid 1, onderdeel a, onder

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G

Gemeente Delft. Raadsvoorstel

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Grondverwerving; een introductie

Registratienummer: Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Sector : III Nr. : 98

lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllll Landgraaf, 23 april 2019

gemeente eijsdervmargraten

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:7684, Bekrachtiging/bevestiging

AAN DE GEMEENTERAAD. Nummer : 2007/78 Datum : 20 september 2007 : Vestiging voorkeursrecht ex artikel 8 Wvg 'Vroonlandseweg en Goessestraatweg'

Toelichting over de behandeling van:

ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783

G E N N E P. : Verzoek aan Kroon tot onteigening. Geachte raad,

Ons kenmerk


Vestiging voorkeursrecht plangebied "Ten noorden van de Nieuwe Maasdijk" in Heusden


Transcriptie:

Onteigening in de gemeente Nijmegen VROM «Onteigeningswet» Percelen begrepen in het bestemmingsplan Nijmegen West II-63 Besluit van 20 mei 1999 no. 99.002193 tot gedeeltelijke goedkeuring van het besluit van de raad van Nijmegen van 23 september 1998 tot onteigening als bedoeld in Titel IV van de onteigeningswet. Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 26 maart 1999, no. MJZ99154830, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Algemeen Juridische en Bestuurlijke Zaken, en van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Directoraat- Generaal Openbaar Bestuur. Gelezen de brief van burgemeester en wethouders van Nijmegen van 29 oktober 1998, kenmerk 98.8359. Gelet op Titel IV van de onteigeningswet, Titel V van de Gemeentewet en Titel 10.2 van de Algemene wet bestuursrecht. De Raad van State gehoord (advies van no. 29 april 1999 W08.99.0150/V.). Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 12 mei 1999 no. MJZ99170574, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Algemeen Juridische en Bestuurlijke Zaken. Beschikken bij dit besluit over de goedkeuring van het besluit van de raad van Nijmegen van 23 september 1998 tot onteigening ingevolge artikel 77, eerste lid, aanhef en onder 1, van de onteigeningswet, ten name van die gemeente, van de bij dat besluit aangewezen percelen. Overwegingen Ingevolge voornoemd artikel 77 van de onteigeningswet kan, zonder voorafgaande verklaring bij de wet dat het algemeen nut onteigening vordert, onteigening plaatsvinden onder meer ten behoeve van de uitvoering van een bestemmingsplan. De ter onteigening aangewezen percelen zijn begrepen in het bestemmingsplan Nijmegen West II-63 van de gemeente Nijmegen. Blijkens het raadsbesluit tot onteigening wenst de gemeente Nijmegen de daarin bedoelde gronden in eigendom te verkrijgen ter uitvoering van evengenoemd bestemmingsplan. In verband met het feit, dat ten tijde van het nemen van het raadsbesluit tot onteigening het bestemmingsplan Nijmegen West II-63 nog niet onherroepelijk was goedgekeurd, is in het raadsbesluit onder meer bepaald, dat: a. niet tot dagvaarding zal worden overgegaan voordat onherroepelijk is beslist over het bestemmingsplan Nijmegen West II-63 en b. het onteigeningsbesluit vervalt indien en voor zover in hoogste instantie goedkeuring wordt onthouden aan het bestemmingsplan Nijmegen West II-63. De in het onteigeningsplan begrepen gronden zijn in meergenoemd bestemmingsplan aangewezen voor Woondoeleinden (Wo) en Verkeersdoeleinden (V). De door de gemeente Nijmegen ter plaatse voorgestane wijze van planuitvoering, zo heeft het ter zake ingestelde onderzoek uitgewezen, behelst sloop van de op de in het onteigeningsplan begrepen percelen en naastgelegen percelen bevindende bebouwing met het oog op de realisering van vervangende nieuwbouw aan de Koninginnelaan en de Begoniastraat in die gemeente. Het raadsbesluit tot onteigening heeft ter voldoening aan artikel 84 van de onteigeningswet van 30 oktober 1998 tot en met 27 november 1998 voor een ieder ter inzage gelegen op de secretarie van de gemeente Nijmegen. Binnen deze termijn zijn tegen het raadsbesluit bij Ons schriftelijk bedenkingen naar voren gebracht door: a. E.H. Heijser te Nijmegen en b. C.A.J. Feld te Nijmegen. Aan artikel 86, tweede lid, van de onteigeningswet, inhoudende dat degenen, die tijdig ingevolge het derde lid van artikel 84 van die wet bedenkingen naar voren hebben gebracht, door Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen, is voldaan. Allereerst overwegen Wij het volgende. Met betrekking tot het mede ter onteigening aangewezen perceel kadastraal bekend gemeente Neerbosch, sectie B, no. 5073, is uit de overgelegde stukken en uit het ter zake ingestelde onderzoek gebleken dat de tenaamstelling als bedoeld in artikel 83, eerste lid, onder 3º, van de onteigeningswet niet in overeenstemming is met de kadastrale registratie. Te dezen is derhalve niet voldaan aan het vereiste van artikel 83 van de onteigeningswet. Het raadsbesluit tot onteigening komt dan ook, voorzover het bovengenoemd perceel betreft, niet voor goedkeuring in aanmerking. Met betrekking tot het mede ter onteigening aangewezen perceel kadastraal bekend gemeente Neerbosch, sectie B, no. 5091, overwegen Wij dat het ter zake ingestelde onderzoek heeft uitgewezen dat een gedeelte van deze grond is gelegen buiten de begrenzing van het ter uitvoering staande bestemmingsplan Nijmegen West II-63. Nog daargelaten de vraag of in dit geval voor toepassing van Titel IV van de onteigeningswet een grondslag aanwezig is, strekt de voorgenomen onteigening van de buiten het plangebied gelegen grond in elk geval niet ter uitvoering van bedoeld bestemmingsplan. Het gedeelte van het perceel dat buiten het plangebied is gelegen is nader aangegeven op de bij dit besluit behorende lijst en kaart. Het raadsbesluit tot onteigening kan ten aanzien van dit gedeelte van het perceel eveneens geen goedkeuring verkrijgen. Overwegingen ten aanzien van de naar voren gebrachte bedenkingen De totstandkoming van de door Ons op grond van artikel 79 van de onteigeningswet te nemen beslissing omtrent goedkeuring van een raadsbesluit tot onteigening is omgeven met wettelijke waarborgen voor een zorgvuldige belangenafweging onder meer in de vorm van een bezwarenprocedure. Deze procedure is onder andere Uit: Staatscourant 1999, nr. 114 / pag. 6 1

geregeld in de artikelen 80, 84 en 85 van de onteigeningswet. Zo is in artikel 84, derde lid, van de onteigeningswet bepaald, dat belanghebbenden, die tijdig hun zienswijze bij het gemeentebestuur naar voren hebben gebracht, gedurende de in het eerste lid van artikel 84 genoemde termijn, schriftelijk bij Ons bedenkingen naar voren kunnen brengen tegen een raadsbesluit als het onderwerpelijke. De reclamant onder a. voert in zijn geschrift met bedenkingen onder meer aan dat het onderhavige bestemmingsplan nog niet onherroepelijk is. De reclamant is van mening dat er met sloop van zijn woning, gelet op het bestemmingsplan, geen algemeen belang wordt gediend. Zo zou er geen verkeersader op het perceel waarop zijn woning staat zijn gepland. Ook heeft één van de huiseigenaren van het kleine huizenblok waarin het woonpand van de reclamant zich bevindt, aangeboden geheel voor eigen rekening twee naastgelegen panden te renoveren. De reclamant onder b. voert in zijn geschrift met bedenkingen onder meer aan dat onteigening niet in het publieke belang is. De financiële positie van de gemeente Nijmegen is al jaren deplorabel. De gemeente kampt, zo stelt de reclamant, met miljoenenverliezen en dreigt opnieuw een zogenaamde artikel 12 gemeente te worden. Uit de overgelegde stukken blijkt evenwel, dat de reclamanten de vorenaangehaalde bedenkingen niet overeenkomstig artikel 3:13 van de Algemene wet bestuursrecht als zienswijze bij het gemeentebestuur naar voren hebben gebracht. Artikel 84, derde lid, van de onteigeningswet strekt ertoe, dat alleen door de gemeenteraad gekende en niet erkende zienswijzen door de Kroon in het kader van de behandeling van de bij Ons naar voren gebrachte bedenkingen beoordeeld worden. De reclamanten kunnen derhalve niet in hun voormelde bij Ons naar voren gebrachte bedenkingen worden ontvangen. In dit verband overwegen Wij voorts, dat in het kader van de door Ons te nemen beslissing omtrent goedkeuring van een raadsbesluit tot onteigening overigens ook een ambtshalve toetsing plaatsvindt. De reclamant onder a., rechthebbende op de mede ter onteigening aangewezen percelen kadastraal bekend gemeente Neerbosch, sectie B, nos. 5028, 4618 en 5114, merkt voorts op, dat zijn pand zich in een perfecte staat van onderhoud bevindt, hetgeen door de gemeente zou zijn bevestigd. Door dit pand dan toch te slopen treedt kapitaalvernietiging op. Gelet op het feit dat de overheid is gehouden zuinig met de haar door de burgerij ter beschikking gegeven middelen om te gaan, kan er dan ook geen sprake zijn van noodzaak van sloop van zijn pand. Te dien aanzien overwegen Wij, dat, zoals in de raadsvoordracht van 18 augustus 1998 ter zake staat vermeld, de gemeente voornemens is over te gaan tot sloop van de bestaande bebouwing in de Koninginnelaan en omgeving met het oog op realisering van vervangende nieuwbouw. Uit de overgelegde stukken blijkt dat de aanleiding van het onderhavige bestemmingsplan is gelegen in de noodzakelijke verbetering van het slechte woonen leefklimaat in die buurt. Het renoveren van de particuliere woningen weegt niet op tegen de sloop ervan, gevolgd door nieuwbouw, zo blijkt uit bouwkundig onderzoek dat in opdracht van de gemeente is uitgevoerd door een architectenbureau. De gemeente wenst, in de plaats van de, uit twee bouwlagen bestaande, te slopen woningen Koninginnelaan 94 tot en met 108 inclusief bijgebouwen op het achterterrein, twee nieuwbouwblokken met gestapelde woningen in drie bouwlagen te realiseren. Met bedoelde nieuwbouw zal worden aangesloten op de bestaande bouwhoogten langs de Koninginnelaan. Voorts wordt met de vervanging van de bestaande woningen Begoniastraat 2 tot en met 24 door eengezinshuizen, die, ten opzichte van de huidige woningen iets naar achteren worden geplaatst, het mogelijk gemaakt een aantrekkelijker woonklimaat te realiseren. Er ontstaat hierdoor ruimte voor zowel voor- als achtertuinen en de straat kan aangenamer worden ingericht. De gemeente meent met de beoogde planaanpak ook beter te kunnen voldoen aan de parkeerbehoefte in het openbare gebied. Met deze voorgestane aanpak kan naar Ons oordeel worden bijgedragen aan een verbetering van het woon- en leefklimaat in het betrokken gebied. Onder deze omstandigheden en in aanmerking genomen dat de onteigeningswet belanghebbenden een volledige schadeloosstelling waarborgt, dient naar Ons oordeel aan het belang van de volkshuisvesting en een goede ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Nijmegen, dat is gediend met de door de gemeente voorgestane uitvoering van voornoemd bestemmingsplan ter plaatse, in redelijkheid een groter gewicht te worden toegekend dan aan het persoonlijk belang van de reclamant bij het behoud van zijn pand. De reclamant stelt voorts dat sloop van zijn pand niet gerechtvaardigd is omdat hij, voor wat betreft zijn levensonderhoud, afhankelijk is van zijn zaak in lederwaren en schoenreparatie. Ten aanzien van deze bedenking van de reclamant overwegen Wij dat dit feitelijk een bedenking van financiële aard is. Bedenkingen van financiële aard kunnen evenwel aan de goedkeuring van een raadsbesluit tot onteigening niet in de weg staan, aangezien de onteigeningswet belanghebbenden, zoals in het vorenstaande reeds overwogen, een volledige schadeloosstelling waarborgt. De hoogte van deze schadeloosstelling staat in dezen niet ter beoordeling, aangezien de vaststelling daarvan geschiedt in het kader van de gerechtelijke procedure. De reclamant stelt tenslotte dat door de uitvoering van het onderhavige bestemmingsplan de bestaande winkelbestemming van diverse panden verdwijnt terwijl de Koninginnelaan bij uitstek een straat is waar de werkgelegenheid dient te worden gepromoveerd. Branches als dames- of herenkapper, drogist, dierenspeciaalzaak en schoenen(reparatie) annex lederwaren behoeven winkelruimten. De gemeente Nijmegen is echter al jaren bezig, zo stelt de reclamant, met het omzetten van bestemmingen anders dan wonen, in wonen. De reclamant stelt zich op het standpunt dat hieraan een halt moet worden toegeroepen. Bij voortdurende grote bouwactiviteiten dreigt er, gelet op de verdwijnende woningnood, binnen afzienbare tijd een woningleegstand, zoals in sommige wijken van Nijmegen al zichtbaar is. Ten aanzien van deze bedenkingen overwegen Wij, dat deze bedenkingen in feite zijn gericht tegen het ter uitvoering staande bestemmingsplan als zodanig. Dergelijke bedenkingen zijn van planologische aard en behoren in eerste instantie in het kader van de in de Wet op de Ruimtelijke Ordening voorgeschreven procedure met betrekking tot de totstandkoming van Uit: Staatscourant 1999, nr. 114 / pag. 6 2

bestemmingsplannen naar voren te worden gebracht. Door middel van deze procedure en door middel van de hiervóór aangehaalde, aan het raadsbesluit tot onteigening verbonden opschortende en ontbindende voorwaarden, verband houdende met de goedkeuring van het ter uitvoering staande bestemmingsplan, zijn de rechtszekerheid en de rechtsbescherming van de justitiabelen naar Ons oordeel voldoende gewaarborgd. Dergelijke bedenkingen dienen hier derhalve thans buiten beschouwing te blijven en kunnen er daarom niet toe leiden, dat aan het raadsbesluit tot onteigening de goedkeuring wordt onthouden. De reclamant onder b., rechthebbende op de mede ter onteigening aangewezen percelen kadastraal bekend gemeente Neerbosch, sectie B, nos. 3088, 3860 en 3861, plaatselijk bekend Koninginnelaan 106 en 108, voert in zijn geschrift met bedenkingen, aangevuld door mr S.E. Storm te Arnhem namens de reclamant, aan dat de gemeente op onzorgvuldige wijze het raadsbesluit tot onteigening heeft voorbereid. Zo heeft de reclamant uit de krant moeten vernemen dat een onteigeningsprocedure is gestart. Dienaangaande overwegen Wij dat ingevolge artikel 80, eerste lid, van de onteigeningswet in samenhang met artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht voorafgaand aan de terinzagelegging in een of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze kennis wordt gegeven van het onteigeningsplan. De onteigeningswet kent geen verplichting naast vorenbedoelde kennisgeving ook een persoonlijke kennisgeving van het onteigeningsplan te doen. Uit de overgelegde stukken is gebleken dat de terinzagelegging van het onteigeningsplan op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. Overigens is uit de overgelegde stukken gebleken dat, alvorens de gemeente Nijmegen het onteigeningsplan ter inzage heeft gelegd, naast haar wettelijke verplichting inzake de bekendmaking hiervan, de reclamant met een brief van 12 juni 1998 heeft bericht inzake het voorgenomen onteigeningsplan. De reclamant stelt vervolgens dat de gemeente, voordat zij het raadsbesluit tot onteigening heeft genomen, in het geheel geen minnelijk overleg heeft gevoerd inzake de (ver)koop van de onderwerpelijke percelen van de reclamant. In dit kader stelt de reclamant dat de gemeente begin 1997 voor het eerst een schriftelijk bod heeft uitgebracht op beide panden van de reclamant. Later heeft de gemeente dit bod verhoogd. De reclamant merkt in dit verband tevens op dat de gemeente met het bepalen van de taxatiewaarde in het kader van de onroerend zaak belasting een veel hoger bedrag noemt dan zoals zij heeft geboden ter verkrijging in eigendom van de panden van de reclamant. Ten aanzien van deze bedenkingen overwegen Wij vooreerst dat in het algemeen niet eerder tot onteigening behoort te worden overgegaan, dan nadat een redelijke doch vruchteloos gebleken poging is ondernomen om hetgeen onteigend moet worden langs minnelijke weg te verwerven. Aan deze eis is naar Ons oordeel genoegzaam voldaan indien voor de eerste terinzagelegging van het onteigeningsplan met de onderhandelingen over de minnelijke verwerving een aanvang is gemaakt en ten tijde van het nemen van het raadsbesluit tot onteigening voldoende aannemelijk is dat die onderhandelingen vooralsnog niet tot het gewenste resultaat zullen leiden. Uit het ter zake ingestelde onderzoek is gebleken dat de gemeente Nijmegen de reclamant reeds in maart 1995 heeft benaderd inzake de verwerving van de betrokken percelen. Nadien heeft de gemeente een tweetal biedingen gedaan waarop de reclamant met een brief van 23 juni 1997 aan de gemeente heeft laten weten in september 1997 op het laatste bod terug te komen. De reclamant zou echter geen gevolg hebben gegeven aan zijn schrijven van 23 juni 1997. Als gevolg van een hernieuwd bouwkundig onderzoek (haalbaarheidsonderzoek) omtrent woningen aan de Begoniastraat heeft de gemeente de verdere verwervingspogingen ten aanzien van de panden van de reclamant tijdelijk opgeschort. Met een schrijven van 30 maart 1998 heeft de gemeente de onderhandelingen met de reclamant weer hervat. Nu de gemeente, vóór de eerste terinzagelegging van het onteigeningsplan, met de onderhandelingen over de minnelijke verwerving van de percelen van de reclamant een aanvang heeft gemaakt en het ten tijde van het nemen van het raadsbesluit voldoende aannemelijk was dat minnelijke verwerving vooralsnog niet tot de mogelijkheden behoort heeft zij, teneinde op een redelijk tijdstip tot de uitvoering van het onderwerpelijke bestemmingsplan te kunnen overgaan, in beginsel tot onteigening van de desbetreffende percelen kunnen besluiten. Het minnelijk overleg, dat ingevolge artikel 17 van de onteigeningswet aan de gerechtelijke procedure vooraf zal moeten gaan, zal wellicht alsnog tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing kunnen leiden. De reclamant stelt vervolgens dat de huidige bestemming woon/winkel gehandhaafd moet blijven. Vestiging van dienstbedrijven zoals een kapper, schoenmaker en computer softwareverkoop moet mogelijk blijven. In een volksbuurt zijn dergelijke producten nog betaalbaar in tegenstelling tot de verkoop hiervan in het stadshart. De reclamant stelt zich tevens op het standpunt dat zijn panden in vergelijkbare staat verkeren als de panden plaatselijk bekend Koninginnelaan 80 tot en met 92. Deze laatstgenoemde panden blijven wel buiten het bestemmingsplangebied en zullen dan ook niet gesloopt worden. Niet valt in te zien, zo stelt de reclamant, dat zijn panden dan wel dienen te worden gesloopt om te worden vervangen door nieuwbouw. De reclamant is tevens van mening dat het achterom bij zijn twee panden gehandhaafd moet blijven. Twee grote, achter de panden van de reclamant, gelegen loodsen zijn namelijk bedoeld als werkgelegenheidsobject of voor stalling van bedrijfswagens. Ten aanzien van deze bedenkingen overwegen Wij, dat deze bedenkingen in feite zijn gericht tegen de begrenzing van het ter uitvoering staande bestemmingsplan als zodanig. Zoals reeds is overwogen bij dergelijke bedenkingen van de reclamant onder a. dienen deze thans buiten beschouwing te blijven en kunnen er niet toe leiden, dat aan het raadsbesluit tot onteigening de goedkeuring wordt onthouden. De reclamant stelt vervolgens dat er geen noodzaak bestaat tot onteigening. De woningen zijn niet onbewoonbaar verklaard of ontruimd en ook heeft de gemeente nimmer een aanschrijving doen uitgaan wegens achterstallig onderhoud. Met uitzondering van één gemeenteraadslid hebben de gemeenteraadsleden zich niet Uit: Staatscourant 1999, nr. 114 / pag. 6 3

persoonlijk van de kwaliteit van de betrokken panden overtuigd. De onderwerpelijke panden van de reclamant bevinden zich, na de door de reclamant uitgevoerde renovatie, naar de mening van de reclamant in redelijke staat en gaan nog zeker 25 jaar mee. Er is sprake van kapitaalvernietiging als deze panden alsnog gesloopt worden. De reclamant is voorts bereid twee andere panden die in het bezit zijn van de gemeente, aan te kopen en te renoveren. Als gevolge van de inspanningen van de reclamant zou het leefklimaat van de buurt er de laatste jaren op vooruit zijn gegaan. Ook is de reclamant van mening dat hij, door zijn panden in eigen beheer te houden, aan de doelstelling van de gemeente, het realiseren van goedkope woningen in de sociale sector, volledig tegemoet komt. De gemeente heeft de reclamant nimmer benaderd om de uitvoering van het bestemmingsplan zelf te realiseren. De reclamant is tevens van mening dat ook vanuit kostenperspectief de gemeente niet in redelijkheid heeft kunnen besluiten tot onteigening. Uit voornoemd haalbaarheidsonderzoek zoals de gemeente door een architectenbureau heeft laten uitvoeren, zou blijken dat de bestaande woningen wel te renoveren zijn. De stelling van de gemeente dat de kosten hiertoe te hoog zijn, is gebaseerd op de kosten zoals die door bedoeld architectenbureau zijn geraamd. Overigens zou de reclamant niet benaderd zijn door het architectenbureau voor onderzoek van zijn panden. De reclamant stelt zich op het standpunt dat hij, doordat hij de renovatie in eigen beheer wenst te realiseren, deze kosten aanzienlijk kan reduceren. Met betrekking tot het woningenblok Koninginnelaan 94 tot en met 108 heeft, zo blijkt uit de overgelegde stukken, voor alle woningen, zo ook voor de panden waarvan de reclamant eigenaar is, meergenoemd haalbaarheidsonderzoek plaatsgevonden. De verbeteringen die de reclamant heeft aangebracht zijn, anders dan de reclamant stelt, niet van zodanige aard dat zij intrekking van de sloopplannen zouden rechtvaardigen. De bouwkundige staat van de panden kan op grond van het haalbaarheidsonderzoek als niet meer dan matig worden gekwalificeerd. Wat er ook van zij van de kosten van renovatie, waarvan de reclamant van mening is dat hij bedoelde renovatie goedkoper kan uitvoeren dan in het haalbaarheidsonderzoek staat vermeld, het bestaande gebruik van de panden voldoet op dit moment slechts gedeeltelijk aan de geprojecteerde bestemming Woondoeleinden die de gemeente wenst te realiseren. De gemeente heeft dienaangaande naar Ons oordeel in redelijkheid tot sloop van de panden, bestaande uit twee bouwlagen, kunnen besluiten. Het deels zelf realiseren van de door de gemeente voorgestane bestemming ligt, gelet op het feit dat de reclamant wenst te renoveren terwijl de gemeente sloop met vervangende nieuwbouw in drie bouwlagen voor ogen staat, niet voor de hand. Met de uitvoering van het door de gemeente voorgestane sloopplannen met vervangende nieuwbouw kan naar Ons oordeel worden bijgedragen aan een verdere verbetering van het woonen leefklimaat in het betrokken gebied. Gelet hierop heeft de gemeente naar Ons oordeel mede in aanmerking genomen, dat de onteigeningswet belanghebbenden een volledige schadeloosstelling waarborgt in redelijkheid tot onteigening van de onderwerpelijke gronden voor dit doel kunnen besluiten. De reclamant is tenslotte van mening dat de gemeente niet heeft voldaan aan een aantal formele vereisten die een onteigeningsprocedure met zich meebrengt. Zo heeft de gemeente het besluit tot onteigening niet binnen één maand na afloop van de terinzagelegging op 17 juli 1998 genomen, maar pas op 23 september 1998. Het onteigeningsbesluit zou vervolgens vier weken ter inzage hebben gelegen en niet, zoals naar zeggen van de reclamant is voorgeschreven, een maand. Ook de tenaamstelling ten aanzien van het pand Begoniastraat 10, zoals de gemeente deze heeft opgenomen in het onteigeningsbesluit is niet in overeenstemming met de kadastrale registratie. Dienaangaande overwegen Wij dat, anders dan de reclamant stelt, de termijn van de terinzageligging van het onteigeningsplan, ingevolge het eerste lid van artikel 3:11 van de Algemene wet bestuursrecht een periode van ten minste vier weken bedraagt. De termijn van de terinzageligging van het uiteindelijke raadsbesluit tot onteigening bedraagt, ingevolge het eerste lid van artikel 84 van de onteigeningswet, vier weken. Vervolgens bepaalt het derde lid van artikel 80 van de onteigeningswet dat een raadsbesluit tot onteigening vervalt indien het niet uiterlijk zes maanden na afloop van de termijn als bedoeld in artikel 3:13, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht aan Ons is voorgedragen. Nu de gemeente het onderhavige besluit tot onteigening met haar brief van 29 oktober 1998 aan Ons ter goedkeuring heeft voorgedragen, voldoet zij hiermee aan de wettelijke vereisten. Er bestaat geen aanvullend wettelijk vereiste dat een raadsbesluit tot onteigening binnen één maand na afloop van de terinzagelegging van het onteigeningsplan moet zijn genomen. Ten aanzien van de tenaamstelling met betrekking tot het perceel plaatselijk bekend Begoniastraat 10 te Nijmegen, overwegen Wij dat de gemeente, zowel ter voldoening aan het tweede lid, onder 2º, sub b., van artikel 80 van de onteigeningswet als aan het eerste lid, onder 3º, van artikel 83 van die wet, een lijst van de te onteigenen percelen, behorende bij het onderhavige raadsbesluit tot onteigening ter inzage heeft gelegd. Blijkens de overgelegde stukken zijn de gegevens in bedoelde lijst betreffende de eigenaar van het pand Begoniastraat 10 in overeenstemming met de kadastrale registratie. Gezien het vorenstaande kunnen de bedenkingen van de reclamanten er niet toe leiden, dat aan het raadsbesluit tot onteigening geheel of gedeeltelijk de goedkeuring wordt onthouden. Overige overwegingen Zoals in het vorenstaande reeds is overwogen wordt ten aanzien van het perceel kadastraal bekend gemeente Neerbosch, sectie B, no. 5073 alsmede ten aanzien van het gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Neerbosch, sectie B, no. 5091, zoals nader aangegeven op de bij dit besluit behorende lijst en kaart, de goedkeuring aan het raadsbesluit tot onteigening onthouden. De verwerving van de overige in het onteigeningsplan begrepen gronden moet in het belang van de volkshuisvesting en een goede ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Nijmegen worden geacht. Er bestaan ook overigens te dien aanzien geen termen aan het raadsbesluit tot onteigening de goedkeuring te onthouden. Uit: Staatscourant 1999, nr. 114 / pag. 6 4

Beslissing Wij hebben goedgevonden en verstaan: vorengenoemd besluit van de raad van Nijmegen goed te keuren, behoudens voor zover het strekt tot onteigening van het perceel kadastraal bekend gemeente Neerbosch, sectie B, no. 5073, alsmede behoudens voor zover vorengenoemd besluit van de raad van Nijmegen strekt tot onteigening van het gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Neerbosch, sectie B, no. 5091, zoals nader aangegeven op de bij dit besluit behorende lijst en kaart, aan welk deel van het raadsbesluit de goedkeuring wordt onthouden. Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met het raadsbesluit in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State. s-gravenhage, 20 mei 1999. Beatrix. De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J.P. Pronk. Raadsbesluit De Raad van de Gemeente Nijmegen, bijeen in zijn openbare vergadering van 23 september 1998; Gelezen het voorstel van Burgemeester en wethouders van 18 augustus 1998; Overwegende: dat bij besluit van 10 juni 1998 het bestemmingsplan NIJMEGEN WEST II- 63 is vastgesteld; dat dit plan daarna gedurende vier weken ter visie is gelegd; dat dit plan daarna aan Gedeputeerde Staten van Gelderland ter goedkeuring is aangeboden; dat dit plan nog niet onherroepelijk is; dat dit plan onder andere voorziet in de realisering van de bestemmingen woondoeleinden (Wo) en verkeersdoeleinden (V); dat verdere realisering van de bestemmingen woondoeleinden en verkeersdoeleinden essentieel is in verband met de ruimtelijke ontwikkeling en van de kwaliteit van de volkshuisvesting binnen de gemeente Nijmegen; dat ter realisering van bovengenoemde bestemmingen de eigendommen verkregen dienen te worden van de percelen, plaatselijk bekend als Koninginnelaan 94 tot en met 108 en Begoniastraat 2 tot en met 24, een en ander als op de aan dit besluit gehechte grondplantekening en lijst van de te onteigenen percelen is aangegeven; dat burgemeester en wethouders er tot op heden niet in zijn geslaagd om langs minnelijke weg en tegen een aannemelijke prijs de eigendom van een aantal van de benodigde percelen voor de gemeente te verwerven; dat onteigening derhalve noodzakelijk is; dat de betrokken eigenaren van de bovengenoemde percelen een vooraankondiging hebben gehad over het in gang zetten van een onteigeningsprocedure; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 augustus 1998; gelet op de Onteigeningswet en op het bestemmingsplan NIJMEGEN WEST II-63. Besluit: ter uitvoering van het bestemmingsplan NIJMEGEN WEST II-63 te onteigenen ten name van de gemeente Nijmegen de percelen overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte grondplantekening en lijst van te onteigenen percelen. te bepalen dat: a. niet tot dagvaarding zal worden overgegaan voordat onherroepelijk is beslist over het bestemmingsplan NIJ- MEGEN WEST II-63 en b. dit onteigeningsbesluit vervalt indien en voor zover in hoogste instantie goedkeuring wordt onthouden aan het bestemmingsplan NIJMEGEN WEST II-63. de door vier eigenaren ingebrachte zienswijzen met inachtneming van de in het voorstel van burgemeester en wethouders vermelde overwegingen ongegrond te verklaren; Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Nijmegen in zijn openbare vergadering van 23 september 1998. Voorzitter. Secretaris. Uit: Staatscourant 1999, nr. 114 / pag. 6 5

Volgnummer Perceel Grootte van het perceel Grootte van het door Grootte van het gedeelte Grootte van het gedeelte van het kadastraal volgens de registers de raad ter onteigening ten aanzien waarvan ten aanzien waarvan grondplan bekend van het kadaster aangewezen gedeelte goedkeuring wordt goedkeuring wordt gemeente verleend onthouden Neerbosch Sectie nummer ha a ca ha a ca ha a ca ha a ca 12 B 5091 00 00 80 00 00 80 ±00 00 56 ±00 00 24 Behoort bij Koninklijk besluit van 20 mei 1999, no. 99.002193. grondplan nummer kadastraal bekend als sectie + nr. grootte Omschrijving te onteigenen eigenaar woonplaats oppervlakte ha a ca ha a ca 1 B 3088 0 2 22 huis, schuur, erf 0 1 22 FELD, Carl August Jozef Nijmegen 2 B 3860 0 0 86 garage, erf 0 0 86 FELD, Carl August Jozef Nijmegen 3 B 3861 0 2 11 huis, erf, tuin, berging 0 2 11 FELD, Carl August Jozef Nijmegen 4 B 3862 0 2 8 huis, gar./schuur, erf, tuin 0 2 8 Gemeente Nijmegen Nijmegen 5 B 5029 0 1 35 huis ondergr., erf en tuin 0 1 35 Gemeente Nijmegen Nijmegen 6 B 5028 0 0 73 schuur, erf 0 0 73 HEIJSER, Everhardus Nijmegen Huibertus 7 B 4618 0 1 25 huis, erf, tuin 0 1 25 1/2 eigendom van PAPE, Anna Dorothea Helena, weduwe van HEIJSER, Everhardus Huibertus; Henderika Henriette, gehuwd met VAN DRUMPT, Nicolaas te Nijmegen; Everthart Huibertus te Nijmegen; Anna Dorothea Helena, weduwe van TASSENAAR, Johannes te Nijmegen; Alberta, gehuwd met KRUISSEN, Petrus Paulus te Nijmegen 8 B 5113 0 2 23 huis, schuur, tuin, erf 0 2 23 Gemeente Nijmegen Nijmegen 9 B 5114 0 0 56 tuin 0 0 56 HEIJSER, Everhardus Huibertus Nijmegen 10 B 3101 0 1 26 huis, erf 0 1 26 WONG, Cheung Sing, gehuwd Monnickendam met CHUN, Chan Wai 11 B 3764 0 1 10 huis, tuin 0 1 10 WONG, Cheung Sing, Monnickendam gehuwd met CHUN, Chan Wai 12 B 5091 0 0 80 bouwterrein 0 0 80 Gemeente Nijmegen Nijmegen 13 B 5031 0 1 4 huis, tuin, erf, berging 0 1 4 VAN DEN HOUT, Theodorus Nijmegen Paulus Dionysius 14 B 5077 0 1 17 huis, schuur, tuin 0 1 17 BOUTS, Remi Louis Fernand Nijmegen Marie 15 B 4868 0 0 85 huis, erf, tuin 0 0 85 Gemeente Nijmegen Nijmegen 16 B 5076 0 0 37 tuin 0 0 37 Gemeente Nijmegen Nijmegen 17 B 5075 0 1 20 huis, schuur, erf, tuin 0 1 20 RADSTAKE, Karin Mariska Nijmegen Uit: Staatscourant 1999, nr. 114 / pag. 6 6

grondplan nummer kadastraal bekend als sectie + nr. grootte Omschrijving te onteigenen eigenaar woonplaats oppervlakte ha a ca ha a ca 18 B 5074 0 1 22 huis, schuur, tuin 0 1 22 VIJGHEN, Johannes Ludovicus Nijmegen Hubertus Maria 19 B 5073 0 1 24 huis, schuur, tuin 0 1 24 ROSEVAL, Gerard Henri Nijmegen Celeste 20 B 5072 0 0 49 tuin 0 0 49 VAN HAM, Petra Henriette Nijmegen 21 B 4669 0 0 81 huis, erf, tuin 0 0 81 VAN HAM, Petra Henriette Nijmegen 22 B 5071 0 1 25 huis, schuur, tuin 0 1 25 VAN HEESWIJK, Stef Nijmegen 23 B 5070 0 0 47 tuin 0 0 47 Gemeente Nijmegen Nijmegen 24 B 4874 0 0 79 huis, erf, tuin 0 0 79 Gemeente Nijmegen Nijmegen 25 B 5069 0 1 28 huis, schuur, tuin 0 1 28 Gemeente Nijmegen Nijmegen 26 B 5068 0 1 20 huis, schuur, tuin 0 1 20 Gemeente Nijmegen Nijmegen 27 B 5067 0 0 73 tuin 0 0 73 VAN ELDIK, Cornelis Nijmegen Hendrikus, gehuwd met WERTS, Theodora 28 B 4873 0 0 76 huis, tuin 0 0 76 VAN ELDIK, Cornelis Nijmegen Hendrikus, gehuwd met WERTS, Theodora 29 B 5090 0 0 9 trafo 0 0 9 N.V. NUON ZUID-GELDERLAND Nijmegen Behoort bij raadsbelsuit van Nijmegen 23 september 1998. Uit: Staatscourant 1999, nr. 114 / pag. 6 7