VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR Agendapunt 12 Onderwerp: vaststellen onderhandelingsakkoord LAWA SAW 2009-2011 Nummer: 310263 In D&H: 17-08-2010 / 31-08-2010 Steller: B.M.H. Dortmans In Cie: BMZ Telefoonnummer: (030) 634 59 36 SKK Afdeling: MO Personeel In AB: 22-09-2010 Portefeuillehouder: Poelmann Geheim: ja nee Voorstel gelet op het op 7 juli 2010 gesloten akkoord tussen vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers in de sector waterschappen Stelt het college u voor om het onderhandelingsakkoord van het Landelijk Arbeidsvoorwaardenoverleg Waterschappen (LAWA) voor de CAO 2009-2011 formeel vast te stellen Advies commissie BMZ SKK Aangezien het hier gaat om een noodzakelijke, formele bekrachtiging van een bindend onderhandelingsresultaat, is afgezien van agendering van dit onderwerp in de commissie BMZ. Reactie college op advies commissie 310263-1 -
INLEIDING Op 7 juli 2010 hebben de Unie van Waterschappen enerzijds, en de bonden ABVAKABO FNV, CNV Publieke Zaak en CMHF anderzijds, een akkoord gesloten over de arbeidsvoorwaarden in de sector Waterschappen. Dit akkoord loopt van 1 oktober 2009 tot 1 januari 2012. De nieuwe afspraken leiden tot een modernere CAO met meer flexibiliteit en keuzevrijheid voor individuele medewerkers. De belangrijkste wijzigingen zijn de invoering van een 36-urige werkweek, de versobering van bijzonder verlofregelingen, de mogelijkheid om via een keuzesysteem tussen 30 en 42 uur per week te werken en vanaf 2012 een individueel keuzebudget. Verder zijn afspraken gemaakt rondom employability en loopbaanontwikkeling. Het is een bevoegdheid van het Algemeen Bestuur om de sectorale arbeidsvoorwaarden waterschappen (SAW) vast te stellen. Het akkoord is wél bindend voor de waterschappen want de Unie van Waterschappen heeft hiervoor onderhandelingsmandaat. De Unie is echter niet het bevoegde gezag dat de regeling ook kan vastellen. Daarvoor zijn formele besluiten nodig van de algemene besturen van de waterschappen. De gemaakte afspraken gaan onmiddellijk in, tenzij anders is aangegeven. Als bijlage is het onderhandelingsakkoord en de daarbij behorende afspraken en bijlagen gevoegd. De laatste bijlage, de modelverordening reiskosten woon-werkverkeer maakt deel uit van de stukken omdat daar in het onderhandelingsakkoord naar verwezen wordt. Deze modelregeling is voor ons waterschap niet relevant aangezien wij enkele jaren gelden een eigen regeling hebben vastgesteld die voor onze medewerkers aantrekkelijker is en voor fietsend personeel betere voorzieningen biedt. ARGUMENTEN De overeengekomen CAO past binnen het mandaat dat door de waterschappen aan de onderhandelingsdelegatie is meegegeven. RELATIE MET ORGANISATIEMISSIE, COLLEGEPROGRAMMA OF ANDERE BELEIDSDOCUMENTEN FINANCIËLE CONSEQUENTIES De financiële gevolgen van het CAO-akkoord zijn nog niet zeker omdat de individuele keuzevrijheid van medewerkers bij de omschakeling naar een 36-urige werkweek de uitkomsten kan beïnvloeden. Over de grote lijn kunnen wij het volgende aangeven: Theoretisch blijven de personeelslasten bij een omzetting naar een 36-urige werkweek gelijk, maar de omzetting betekent wel een vermindering van de urencapaciteit in de organisatie met één uur per fte per week. Bij een gelijkblijvend ambitieniveau is dit niet realistisch. De 36-urige werkweek komt bij een formatie van 350,45 fte maal 52 weken neer op een bruto vermindering van 18.000 uur per jaar. De ervaring leert dat vanwege ziekte en vakantieverlof ongeveer 12% van deze capaciteit vervalt bij omzetting naar netto beschikbare uren. Verder neemt de capaciteit toe door het vervallen van naar verwachting 2.800 uur bijzonder verlof. Netto betekent dit een vermindering in urencapaciteit van ongeveer 13.200 uur op jaarbasis wat overeenkomt met ongeveer 8 fte. Bij een volledige herbezetting van de urencapaciteit zou dit (uitgaande van 60.000,= per fte) 480.000,= kosten. 310263-2 -
Verder is het van belang rekening te houden met de kosten van de éénmalige uitkeringen in december 2010 en 2011 ter hoogte van 1,32 resp. 1,68% van het bruto jaarsalaris voor medewerkers die wel of geen gebruik maken van de seniorenregeling. Deze éénmalige uitkeringen worden vanaf 2012 opgenomen in het individueel keuzebudget en hebben dus ook een structureel karakter. De kosten voor de eindejaarsuitkering bedraagt 336.000,= per jaar. De totale verwachte financiële consequentie is ( 480k + 336k) 816.000,=. Binnen de begroting is een dekking van 300.000,= opgenomen, waardoor een restant van 516.000 overblijft. Door niet over te gaan tot volledige herbezetting en het niet invullen van vacatures en minder te besteden aan inhuur kan dit gat worden verkleind. Verder kan een verder kostenstijging worden voorkomen, door bij het Keuzesysteem 30-42 uur voor 2011 als voorwaarde te stellen dat de kosten daarvan die van 2010 niet overstijgen. KANTTEKENINGEN Vanwege de afspraak in de SAW dat parttime medewerkers het recht hebben om hun huidige aantal aanstellingsuren te blijven werken, houden wij rekening met een toename van de bezetting met ongeveer twee fte. Deze fte s (en de uren die dat oplevert) zijn uiteraard al meegenomen in de 8 fte die in de vorige paragraaf is genoemd. UITVOERING (niet van toepassing) COMMUNICATIE BIJLAGE(N) nee ja, namelijk stukken Unie van Waterschappen TER INZAGE nee ja, namelijk Dijkgraaf en hoogheemraden, dijkgraaf, P.J.M. Poelmann secretaris-algemeen directeur, drs. E.Th. Meuleman 310263-3 -
310263-4 - BIJLAGE