Rapport AWVN Pensioenbenchmark 2015
1 Inhoudsopgave Inleiding... 4 Totaal... 5 Bedrijfstakpensioenfondsen... 8 Ondernemingspensioenfondsen... 11 Opdrachtgever: AWVN Samensteller: Ian Lendering Telefoon: 06 456 668 37 E-mail: Lendering@awvn.nl 2015 AWVN De inhoud en ontwerp van dit document is eigendom van AWVN en wordt beschermd door het intellectuele eigendomsrecht. Dit recht gaat op geen enkele wijze over op (rechts)personen die beschikking hebben over dit document. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, door te sturen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar stellen aan derden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van AWVN. AWVN is niet verantwoordelijk voor de inhoud van dit document indien de inhoud daarvan is gewijzigd of aangevuld door (rechts)personen die de beschikking hebben gekregen over dit document
2 Management samenvatting Voor het vijfde opeenvolgende jaar heeft AWVN een survey uitgevoerd naar de hoofdpunten van de pensioenregelingen van pensioenfondsen. Aangezien ca. driekwart van alle werknemers verzekerd is via één van de 87 fondsen geeft dit een goed beeld van de Nederlandse pensioenmarkt per 1 januari 2015. Op basis van de uitkomsten van de survey kunnen de volgende conclusies worden getrokken: Het aantal pensioenfondsen neemt af. Een aantal pensioenfondsen (met name kleinere ondernemingspensioenfondsen) is ofwel geliquideerd ofwel gesloten voor nieuwe deelnemers. De meerderheid (90%) van de pensioenregelingen is gebaseerd op middelloon. Slechts één van de 87 pensioenfondsen heeft een eindloonregeling, (ten opzichte van 5 in 2014). De gemiddelde pensioenrichtleeftijd gaat opnieuw flink omhoog. Slechts 5 pensioenfondsen hanteren een pensioenrichtleeftijd van 65 jaar. Het gemiddelde opbouwpercentage voor ouderdomspensioen is in 2015 wederom lager dan in het voorgaande jaar. Het merendeel van de pensioenfondsen meegenomen in deze survey heeft de pensioenopbouw verlaagd. De gemiddelde franchise is lager dan in 2014. Bijna de helft van de pensioenfondsen (met name ondernemingspensioenfondsen) heeft de franchise verlaagd 1. De pensioenpremie bij de onderzochte bedrijfstakpensioenfondsen 2 is lager dan in 2014. Daarmee is de stijging van de afgelopen jaren een halt toegeroepen 3. Het gemiddelde nabestaandenpensioen op opbouwbasis uitgedrukt in een percentage van het ouderdomspensioen is gestegen ten opzichte van 2014. 1 NB: In 2015 ligt de fiscale minimum franchise 900 lager dan in 2014. 2 Er is onvoldoende informatie beschikbaar over de pensioenpremies van ondernemingspensioenfondsen om hierover een uitspraak te doen. 3 Meer dan 10 pensioenfondsen hebben de pensioenpremie verlaagd.
3 De gemiddelde werknemersbijdrage is in 2015 lager dan in het voorgaande jaar. Dit is waarschijnlijk een gevolg van de wettelijke versobering van pensioenregelingen waarbij een deel van de premievrijval is teruggegeven aan de deelnemers. Voor het salaris boven 100.000 heeft een aantal (met name ondernemings-) pensioenfondsen vrijwillige netto pensioenmodules geïntroduceerd. In hoeverre dit verdere navolging krijgt is op dit moment nog onduidelijk. Tussen de pensioenregelingen van bedrijfstakpensioenfondsen en de regelingen van ondernemingspensioenfondsen zijn duidelijke verschillen te zien. In het algemeen kan worden gesteld dat de gemiddelde pensioenregeling van de ondernemingspensioenfondsen een hoger opbouwpercentage en een hogere franchise kent dan de gemiddelde pensioenregeling van bedrijfstakpensioenfondsen. De belangrijkste verschillen van bedrijfstakpensioenfondsen ten opzichte van ondernemingspensioenfondsen zijn: Het gemiddelde opbouwpercentage is lager De gemiddelde franchise is lager De gemiddelde werknemersbijdrage is aanzienlijk hoger Het gemiddelde maximum pensioengevend salaris is flink lager. In de uitkomsten van de pensioensurvey 2015 zien we effecten terug van de nieuwe wetgeving ingevoerd afgelopen januari. Deze maatregelen hebben geleid tot een verdere versobering van pensioenregelingen.
4 Inleiding Dit rapport geeft de uitkomsten van een survey naar de hoofdpunten van pensioenregelingen. De survey is gebaseerd op de pensioenregelingen van 87 pensioenfondsen, waarvan 40 bedrijfstakpensioenfondsen en 47 ondernemingspensioenfondsen. Onder deze 87 pensioenfondsen vallen ca. driekwart van alle actieve deelnemers aan pensioenregelingen. De survey is gebaseerd op openbare informatie, veelal te vinden op de websites van de betreffende pensioenfondsen. De informatie opgenomen in de survey wordt door AWVN met de grootst mogelijke zorg samengesteld. De verstrekte informatie is uitsluitend indicatief en aan verandering onderhevig. AWVN is niet aansprakelijk voor de juistheid en volledigheid van de getoonde informatie. Aan de verstrekte informatie kunnen dan ook geen rechten worden ontleend. De survey is gebaseerd op de pensioenregelingen zoals die gelden voor werknemers bij indiensttreding. Pensioenregelingen gericht op werknemers geboren vóór 1950 en andere overgangsmaatregelen zijn buiten beschouwing gelaten. De survey gaat in op de volgende hoofdpunten van pensioenregelingen: Pensioenleeftijd Pensioensysteem: middelloon, eindloon of beschikbare premie Opbouwpercentage Nabestaandenpensioen: op basis van opbouw/risico. Indien opbouw, het percentage van het ouderdomspensioen Maximum pensioengevend salaris Werknemersbijdrage Werkgeversbijdrage; uitsluitend voor bedrijfstakpensioenfondsen 4 Het eerste hoofdstuk geeft een analyse op basis van alle 87 pensioenregelingen. Het tweede hoofdstuk gaat in op de bedrijfstakpensioenfondsen. Vervolgens worden in het derde hoofdstuk de ondernemingspensioenfondsen behandeld. De uitkomsten van de survey zijn gebaseerd op de optelsom van de pensioenregelingen. De uitkomsten zijn niet gewogen naar het aantal deelnemers per fonds. 4 De werkgeversbijdrage van ondernemingspensioenfondsen wordt zelden aangegeven.
5 Totaal In dit hoofdstuk wordt een analyse gedaan op basis van alle 87 pensioenregelingen meegenomen in de survey. De meerderheid van pensioenregelingen is gebaseerd op het middelloonsysteem. Het aandeel van middelloonregelingen tussen 2011 en 2015 is vrijwel constant. Het aantal eindloonregelingen is gedaald van 7 in 2011 naar 1 in 2015. De pensioen(richt)leeftijd is sinds 2011 gestegen van 64,9 jaar naar 66,9 jaar.
6 Het gemiddelde opbouwpercentage (OP) is sinds 2011 gedaald van 2,024% naar 1,802% van de pensioengrondslag. Tussen 2011 en 2014 is de gemiddelde franchise gestegen min of meer in lijn met de prijsindex. In 2015 is de gemiddelde franchise lager dan in het jaar daarvoor.
7 De gemiddelde werknemersbijdrage in de pensioenpremie is in 2014 en 2015 enigszins lager dan in het jaar daarvoor. Dit is een trendbreuk met de voorgaande jaren. Het gemiddelde nabestaandenpensioen op opbouwbasis uitgedrukt in een percentage van het ouderdomspensioen is gestegen ten opzichte van 2014.
8 Bedrijfstakpensioenfondsen Dit hoofdstuk gaat in op de 40 bedrijfstakpensioenregelingen meegenomen in de survey. De meerderheid van pensioenregelingen is gebaseerd op het middelloonsysteem. Het aandeel van middelloonregelingen tussen 2011 en 2015 is vrijwel constant. De pensioen(richt)leeftijd is sinds 2011 gestegen van 65 jaar naar 66,8 jaar.
9 Het gemiddelde opbouwpercentage (OP) is sinds 2011 gedaald van 1,978% naar 1,753% van de pensioengrondslag. Tussen 2011 en 2014 is de gemiddelde franchise gestegen min of meer in lijn met de prijsindex. In 2015 is de gemiddelde franchise lager dan in het jaar daarvoor.
10 De gemiddelde totale pensioenpremie is in 2014 en 2015 lager dan in het jaar daarvoor. Dit is een trendbreuk met de voorgaande jaren. Het gemiddelde nabestaandenpensioen op opbouwbasis (uitgedrukt als een percentage van het ouderdomspensioen) is in 2015 en 2014 hoger dan in het jaar daarvoor.
11 Ondernemingspensioenfondsen Dit hoofdstuk gaat in op de 47 ondernemingspensioenregelingen meegenomen in de survey. De meerderheid van pensioenregelingen is gebaseerd op het middelloonsysteem. Het aandeel van middelloonregelingen tussen 2011 en 2015 is vrijwel constant. Het aantal eindloonregelingen is gedaald van 7 in 2011 naar 1 in 2015. De pensioen(richt)leeftijd is sinds 2011 gestegen van 64,8 jaar naar 67 jaar.
12 Het gemiddelde opbouwpercentage (OP) is sinds 2011 gedaald van 2,067% naar 1,847% van de pensioengrondslag. Tussen 2011 en 2014 is de gemiddelde franchise gestegen min of meer in lijn met de prijsindex. In 2015 is de gemiddelde franchise lager dan in het jaar daarvoor.
13 De gemiddelde werknemersbijdrage in de pensioenpremie is in 2014 en 2015 enigszins lager dan in het jaar daarvoor. Dit is een trendbreuk met de voorgaande jaren. Het gemiddelde nabestaandenpensioen op opbouwbasis (uitgedrukt als een percentage van het ouderdomspensioen) is sinds 2012 elk jaar gestegen ten opzichte van het jaar daarvoor.
AWVN Bezuidenhoutseweg 12 2594 AV Den Haag Postbus 93050 2509 AB Den Haag AWVN-werkgeverslijn +31 (0) 70 850 86 05 werkgeverslijn@awvn.nl www.awvn.nl