De route naar de Glazen Kooi

Vergelijkbare documenten
Diploma Squashen. Squashvereniging Amsterdam

SQUASH. 1. Spelregels. Schoenen: no black or dirty soles! Ballen: zwarte en blauwe ballen. Bril

Onder schooltijd: groep 5-6

Spelregels. Samenvatting van de squashregels

Prinsen en prinsessen les 2. Doelen:

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 TENNIS.

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 TENNIS.

Verkorte versie van de regels voor squash

Let s Smash! StreetSmash Spellenboek Voor Sportleiders. Superhandig. boekje

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON DOELSTELLINGEN:

Special Olympics Belgium. Tennis: Skills. Februari Belgium

Je begint het spel badminton met de tos. De scheidsrechter gooit de shuttle in het midden van het veld de lucht in.

Overzichtskaart: Onder schooltijd, groep 3-4, groep van 30 leerlingen

Regel 1: puntentelling De puntentelling bij padel is hetzelfde als bij tennis en verloopt in game, set en match.

1. Het spel. 2. De puntentelling

Badminton spelregels

Aankleding: speelgoed zwaarden, kroontjes, prinsen- en prinsessenkleding

TENNISSPELREGELS IN EEN NOTENDOP

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 TENNIS.

Tennis. Algemene lesinformatie 1

SpecialOlympics.be. Reglement Special Olympics Belgium. Tennis. Februari Belgium

Leskaarten muurkaatsen

Volleybaltoernooi 2019

HOOFDSTUK 1: HET TERREIN 2 HOOFDSTUK 2: DE SHUTTLE 2 HOOFDSTUK 3: HET NET 2 HOOFDSTUK 4: DE SPELERS 2 HOOFDSTUK 5: DE LOTING 2 HOOFDSTUK 6: DE MATCH 3

Prinsen en prinsessen les 4. Doelen:

TENNISSPELREGELS IN EEN NOTENDOP

Methodische aspecten van badminton

01. Smashen op voorwerp

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON

Werkstuk LO Sport: Badminton

Aankleding: koffers, zwembadje (bij mooi weer), strandballen, opblaas materiaal, parasol

Kinderen tot 8 jaar. +/- 10 min Kern A2: Aanleren slag beweging bij de Forehand

Regels voor het schoolvolleybaltoernooi

Op vakantie les 8. Doelen: punt. vindt.

Prinsen en prinsessen les 1. Doelen:

Prinsen en prinsessen les 9. Doelen:

Circus les 1. Doelen:

Reglement Special Olympics Belgium. Badminton. November Belgium

Warming up. Shuttle tikkertje. Hoe lang? Doel van het spel Wat heb ik nodig? Organisatie. Start. Speelregels Hoe maak ik het makkelijker?

Aankleding: ballonnen, slingers, rode neuzen, jongleerspullen,

MODULE BADMINTON Bron: Periode 2. Lestijd : 4 weken. Naam:

HANDLEIDING VOOR DE ZATERDAGMORGEN ZAALWACHT

Spelboekje. Districtstoernooi 2015

Voorbeeldspelen / -oefeningen

2. Duur van het experiment. Het experiment loopt van 1 augustus 2005 tot 1 juni 2006.

CMV Inhoudsopgave

Spelend leren Kaatsen. met de zachte bal

BEKNOPTE SPELREGELS.

Overzichtskaart Kennismaken met Cool moves Volley

Circus les 6. Doelen:

AANGEPAST BADMINTON BEKNOPTE SPELREGELS

Wedstrijdregels Buitentoernooi Switch 87

LES 41. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, Springen, Doelspelen

Spelregels Baseball5. #playeverywhere. Versie 1 januari 2019 Nederlandse vertaling van de officiële WBSC-spelregels.

1 van :36

Op vakantie les 2. Doelen:

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 Balanceren, jongleren, doelspelen. DOELSTELLINGEN:

Prinsen en prinsessen les 8. Doelen:

Sportdag. 26 september Klas 1 & 2

Kamphuis De Blokken Baarle-Nassau

de tennis reglementen kwis

Reglement Special Olympics Belgium. Tennis. Mei Belgium

KAMPHUIS "DE BLOKKEN" BAARLE - NASSAU

HANDLEIDING VOOR DE ZATERDAGMORGEN ZAALWACHT

CMV Inhoudsopgave

Prinsen en prinsessen les 3. Doelen:

Voornaamste aanpassingen

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL DOELSTELLINGEN:

SPELREGELS Kadijk Beachvolleybal Start Systeem (KBSS) Versie 1.0

SAMEN TENNIS SPELEN MET JE ZOON OF DOCHTER -QUALITY TIME MET JE GEZIN-

TENNIS SECTIE A OFFICIËLE ONDERDELEN SECTIE B WEDSTRIJDREGELS

Scheidsrechter bij Recvol en Nevobo

Spelvormen 1-tegen-1 (seizoen )

LES 38 GROEP: 3 t/m 8 Handstand, mikken, over de kop gaan

Veranderingen spelregels Topdivisie, divisies en klassen. Spelregels. Ondertitel

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 VOLLEYBAL. DOELSTELLINGEN:

CMV 6-7. Inhoudsopgave

De vernieuwde spelvormen

LES 3. GROEP 3 t/m 8 HANDBAL. DOELSTELLINGEN:

Basisprincipes. - Veel balcontacten. - Stoer, actie, smashen en scoren. - Veel beweging. - Makkelijk om mee te doen. - Als-dan-principe.

TRI-TENNIS NEDERLAND DIVERSE SPELVORMEN. zowel voor jong als oud, ongeacht je spelniveau

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON

Volleybal binnen het basisonderwijs

Internationale spelregels Padel

REGELS VOOR HET WERELD SQUASH ENKELSPEL 2009 OFFICIELE VERTALING VAN DE WSF REGELS IN HET NEDERLANDS APRIL 2009 (MET AANHANGELS 1-8)

De Strafworp. Allereerst worden algemene punten genoemd waarmee een oefening gevarieerd kan worden.

CIOS Arnhem Sporting Events SPELREGELS. Sportdag Sportaccentscholen

Tennis Fit Oefeningen

Werkstuk LO Badminton

+ Rally Point telling systeem: Update:

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 BASKETBAL

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 Trefbal

LES 39 GROEP: 3 t/m 8 Springen, Hardlopen, Doelspelen DOELSTELLINGEN:

Circus les 2. Doelen:

1 tegen 1 / 2 tegen 2 / 3 tegen 3 / 4 tegen 4 / 6 tegen 6

REGELS VOOR HET WERELD SQUASH ENKELSPEL 2009 OFFICIELE VERTALING VAN DE WSF REGELS IN HET NEDERLANDS APRIL 2009 (MET AANHANGELS 1-8) VERSIE 1a

Hockey en Korfbal. Kennismakingsmappen PRAKTIJK

Scholentoernooi. Woensdag 15 februari Sporthal de Spont

Inleiding. Kern A B A B A B A B A B A B A B. Groep 7 en 8 Les 1 Klassikale les. Kerndoel

Reglement. Jeugd Clubkampioenschappen Enkelspel All Out 2017

Transcriptie:

15 SQUASH SPELLEN VOOR IN DE LES BEWEGINGSONDERWIJS De route naar de Glazen Kooi 11 en 12 juni 2016 Grote Markt Groningen www.squashgrotemarkt.nl www.allesinbeweging.net In dit document vind je squash spellen, geschikt voor de bovenbouw van het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Van circa 10 tot 15 jaar. Squash spelregels en techniek Squash is een intensieve racketsport waarbij twee spelers naast elkaar in een gesloten ruimte met een speciaal squashracket en squashbal met elkaar spelen. Hieronder wordt de basisspelregels en de puntentelling bij squash uitgelegd. Squash speelveld en regels Squash word gespeeld in een afgesloten ruimte, vaak met een achterwand (met toegangsdeur) van gehard glas. De ruimte heeft een afmeting van 9,75 diep en 6,4 breed. Doormiddel van lijnen op de zijwanden en achterwand is de speelruimte waar de bal terecht mag komen weergegeven. De puntentelling gaat tot 11 punten, waarbij door beide spelers een punt kan worden gescoord, ongeacht wie er serveert. Er moet echter wel minimaal 2 punten verschil worden gemaakt, dus bij en stand van 10 tegen 10 zal er worden doorgespeeld tot 12, of zelfs verder als het verschil telkens maar 1 punt blijft. Bij het serveren mag er gekozen worden vanuit welk vak wordt gestart. De bal wordt nu op de achterwand gespeeld en moet in het vak van de tegenstander terecht komen. De bal moet boven de rode servicelijn worden geslagen, maar onder de bovenste uitlijn blijven. Na 1 stuiter van de bal, kan deze door de tegenstander worden teruggeslagen. Na de service wordt de bal om en om teruggeslagen, tussen de onderste en bovenste rode lijnen. De bal mag voor het slaan 1 x stuiteren, maar daarna de grond niet meer raken. Het raken van de lijnen mag ook niet, want dan is de bal uit.

Squash ballen Er zijn een aantal verschillende squash ballen die gebruikt worden. Het gebruik is afhankelijk van het niveau van spelen. Hieronder een kort overzicht met korte uitleg: Pro bal = een zwarte bal met 2 gele stippen. Dit is de officiële wedstrijdbal. Competition bal = een zwarte bal met 1 gele stip. Deze bal is even groot als de pro bal, maar stuiterd ongeveer 10% meer. Progress bal = een zwarte bal zonder stip of met een rode stip. Deze is iets groter dan de wedstrijdballen (ongeveer 6%) en stuiterd 20% meer. Max bal = een blauwe bal zonder stip of een zwarte bal met blauwe stip. De bal is 12% groter en stuitert 40% beter dan de pro bal. De pro ballen en competition ballen zijn trager en stuiteren minder. Dit is beter voor gevorderde spelers. De competition en max ballen zijn weer beter geschikt voor beginnende spelers of recreatief spel. Door de hogere snelheid en betere stuiter eigenschappen is het spel met deze ballen wat makkelijker. Squash slag technieken Hieronder een aantal gebruikte uitdrukkingen en overtredingen bij het squash spel: Drive - is een bal die met een lange slag, dicht langs een zijmuur wordt geslagen. Dropshot - is een bal die zacht en kort wordt geslagen waardoor deze vlak bij de muur op de grond komt. Lob - een hoge bal op de muur waardor en snelheid uit het spel wordt gehaald. Nick of nickbal - is een bal die schuin van de achterwand in de overgangsrand tussen wand en vloer komt waardoor deze verder rolt en onhaalbaar is geworden voor de tegenstander. Boast - een bal die via een zijmuur naar de achterwand wordt geslagen. Hinderen Omdat je in een kleine ruimte bent met z n tweeën, komt het regelmatig voor dat je elkaar hindert, doordat je elkaar in de weg loopt. In een wedstrijd kan de scheidsrechter de volgende beslissingen nemen: Stroke; waarbij een punt wordt toegekend als iemand verhindert wordt om te spelen. Let; het overspelen van een punt als er niet kan worden geslagen door een onveilige situatie. No let; een afwijzing op een aangevraagde let, omdat er geen sprake was van overspelen om een onveilige reden. Als een speler die gehinderd wordt toch slaat, kan er een gevaarlijke situatie ontstaan. De andere speler kan geraakt worden door de bal of het racket. Kennis van de veiligheidsregels zijn dan ook erg belangrijk als je gaat squashen. Veiligheid op de squashbaan Het is belangrijk om vanaf het allereerste begin wanneer de leerlingen de baan willen gaan betreden, een beroep te doen op rekening houden met elkaar. Basisregel daarbij is: Sla niet als je denkt dat je met de bal of het racket de ander kunt raken! Op dat moment dien je meteen te stoppen en een let te spelen. Dit houdt in dat het laatste punt opnieuw wordt gespeeld. Vooral bij beginnende squasher is deze regel voldoende. In een later stadium, wanneer men vaardiger is, kan dan de let / stroke situatie worden geïntroduceerd (zie regels voor uitleg). Dragen van een bril De bal heeft de ideale afmetingen om in de oogkas te passen. Vanuit dat oogpunt is het raadzaam om tijdens het spelen een bril te dragen.

OPSLAG SPEL 1 Met een onderhandse opslag de bal via de muur in het doel spelen. Nodig: kleine foamballen, squashballen, rackets, mat, hoepel, emmer en muur van grotere doelen naar kleinere doelen Spelen met echte squashballen heeft een hoge gevaarfactor (bal in het oog). Zorg voor een veilige organisatie, zoals voldoende afstand tussen de leerlingen en het reguleren van het ophalen van de ballen. Sla van achter de lijn onderhands op en raak via de muur: 1 de mat op. meter van de muur 1 keer 2 de mat op. meter van de muur 1 keer 3 de mat op. meter van de muur 1 keer 4 de mat op. meter van de muur 1 keer 5 de hoepel op. meter van de muur 1 keer 6 de hoepel op. meter van de muur 1 keer 7 de hoepel op. meter van de muur 1 keer 8 de emmer op. meter van de muur 1 keer 9 de emmer op. meter van de muur 1 keer 10 de emmer op. meter van de muur 1 keer

OPSLAG SPEL 2 Met een bovenhandse opslag de bal via de muur in het doel spelen. Nodig: kleine foamballen, squashballen, rackets, mat, hoepel, emmer en muur van grotere doelen naar kleinere doelen Spelen met echte squashballen heeft een hoge gevaarfactor (bal in het oog). Zorg voor een veilige organisatie, zoals voldoende afstand tussen de leerlingen en het reguleren van het ophalen van de ballen. Sla van achter de lijn bovenhands op en raak via de muur: 1 de mat op. meter van de muur 1 keer 2 de mat op. meter van de muur 1 keer 3 de mat op. meter van de muur 1 keer 4 de mat op. meter van de muur 1 keer 5 de hoepel op. meter van de muur 1 keer 6 de hoepel op. meter van de muur 1 keer 7 de hoepel op. meter van de muur 1 keer 8 de emmer op. meter van de muur 1 keer 9 de emmer op. meter van de muur 1 keer 10 de emmer op. meter van de muur 1 keer

SOLO RALLY SPEL 1 Individueel een zolang mogelijke rally tegen de muur spelen. Nodig: kleine foamballen, squashballen, rackets en muur Speel een zolang mogelijke rally tegen de muur: 1 een rally van 4 keer 1 keer 2 een rally van 6 keer 1 keer 3 een rally van 8 keer 1 keer 4 een rally van 10 keer 1 keer 5 een rally van 15 keer 1 keer 6 een rally van 20 keer 1 keer 7 een rally van 25 keer 1 keer 8 een rally van 30 keer 1 keer 9 een rally van 40 keer 1 keer 10 een rally van 50 keer 1 keer

SOLO RALLY SPEL 2 Individueel een zolang mogelijke rally tegen de muur spelen, waarbij beurtelings forehand en backhand gespeeld wordt. Nodig: kleine foamballen, squashballen, rackets en muur Speel een rally, beurtelings FH en BH, tegen de muur: 1 een rally van 3 keer 1 keer 2 een rally van 5 keer 1 keer 3 een rally van 7 keer 1 keer 4 een rally van 10 keer 1 keer 5 een rally van 12 keer 1 keer 6 een rally van 15 keer 1 keer 7 een rally van 20 keer 1 keer 8 een rally van 25 keer 1 keer 9 een rally van 30 keer 1 keer 10 een rally van 35 keer 1 keer

SOLO RALLY SPEL 3 Individueel een rally tegen de muur spelen, waarbij je een vlak op de muur zo vaak mogelijk probeert te raken. Nodig: kleine foamballen, squashballen, rackets, muurvlakken en muur van grotere naar kleinere mikvlakken 6 4 1 Speel een rally tegen de muur en raak binnen dezelfde rally: Maak verschillende grootte mikvlakken. 1 het grootste vlak 2 keer 1 keer 2 het grootste vlak 3 keer 1 keer 3 het grootste vlak 4 keer 1 keer 4 het op een na grootste vlak 3 keer 1 keer 5 het op een na grootste vlak 4 keer 1 keer 6 het op een na kleinste vlak 3 keer 1 keer 7 het op een na kleinste vlak 4 keer 1 keer 8 het kleinste vlak 3 keer 1 keer 9 het kleinste vlak 5 keer 1 keer 10 het kleinste vlak 10 keer 1 keer

DUO RALLY SPEL 1 Met een tweetal een zolang mogelijke rally tegen de muur spelen. Nodig: kleine foamballen, squashballen, rackets en muur Speel om de beurt een zolang mogelijke rally tegen de muur: 1 een rally van 4 keer 1 keer 2 een rally van 6 keer 1 keer 3 een rally van 8 keer 1 keer 4 een rally van 10 keer 1 keer 5 een rally van 15 keer 1 keer 6 een rally van 20 keer 1 keer 7 een rally van 25 keer 1 keer 8 een rally van 30 keer 1 keer 9 een rally van 40 keer 1 keer 10 een rally van 50 keer 1 keer

DUO RALLY SPEL 2 Met een tweetal een zolang mogelijke rally tegen de muur spelen, waarbij 1 speler forehands speelt en de andere speler backhands. Nodig: kleine foamballen, squashballen, rackets en muur Speel een zolang mogelijke rally tegen de muur, speler 1 met de FH en speler 2 met de BH: 1 een rally van 3 keer 1 keer 2 een rally van 5 keer 1 keer 3 een rally van 7 keer 1 keer 4 een rally van 10 keer 1 keer 5 een rally van 12 keer 1 keer 6 een rally van 15 keer 1 keer 7 een rally van 18 keer 1 keer 8 een rally van 20 keer 1 keer 9 een rally van 25 keer 1 keer 10 een rally van 30 keer 1 keer

DUO RALLY SPEL 3 Met een tweetal een rally tegen de muur spelen, waarbij je een vlak op de muur zo vaak mogelijk probeert te raken. Nodig: kleine foamballen, squashballen, rackets, muurvlakken, schilderstape en muur van grotere naar kleinere mikvlakken 6 4 1 Sla om de beurt tegen de muur en raak binnen dezelfde rally: Maak verschillende grootte mikvlakken op de muur. 1 het grootste vlak 2 keer 1 keer 2 het grootste vlak 3 keer 1 keer 3 het grootste vlak 4 keer 1 keer 4 het op een na grootste vlak 3 keer 1 keer 5 het op een na grootste vlak 4 keer 1 keer 6 het op een na kleinste vlak 3 keer 1 keer 7 het op een na kleinste vlak 4 keer 1 keer 8 het kleinste vlak 3 keer 1 keer 9 het kleinste vlak 5 keer 1 keer 10 het kleinste vlak 10 keer 1 keer

DUO RALLY SPEL 4 Met een tweetal een rally tegen de muur spelen, waarbij je een vlak op de grond zo vaak mogelijk probeert te raken. Je speelt gewoon door, ook als de bal naast het vlak is. Nodig: kleine foamballen, squashballen, rackets, muurvlakken, schilderstape en muur van grotere naar kleinere mikvlakken Maak verschillende grootte mikvlakken op de grond. Spelen met echte squashballen heeft een hoge gevaarfactor (bal in het oog). Zorg voor een veilige organisatie, zoals voldoende afstand tussen de leerlingen. Sla om de beurt tegen de muur en raak binnen dezelfde rally: 1 beide vlakken 1 keer 1 keer 2 beide vlakken 2 keer 1 keer 3 beide vlakken 3 keer 1 keer 4 beide vlakken 4 keer 1 keer 5 beide vlakken 5 keer 1 keer 6 beide vlakken 6 keer 1 keer 7 beide vlakken 7 keer 1 keer 8 beide vlakken 8 keer 1 keer 9 beide vlakken 9 keer 1 keer 10 beide vlakken 10 keer 1 keer

DUO RALLY SPEL 5 Met een tweetal een zolang mogelijke rally via 2 muren spelen. Nodig: kleine foamballen, squashballen, rackets en 2 muren. Speel via 2 muren een rally van: 1 3 keer 1 keer 2 4 keer 1 keer 3 5 keer 1 keer 4 6 keer 1 keer 5 7 keer 1 keer 6 8 keer 1 keer 7 9 keer 1 keer 8 10 keer 1 keer 9 15 keer 1 keer 10 20 keer 1 keer

VOLLEY SPEL 1 Speel een zolang mogelijke volleyrally tegen de muur. Nodig: kleine foamballen, squashballen, rackets en muur Speel een volleyrally tegen de muur en haal: 1 een rally van 3 keer 1 keer 2 een rally van 5 keer 1 keer 3 een rally van 7 keer 1 keer 4 een rally van 10 keer 1 keer 5 een rally van 12 keer 1 keer 6 een rally van 15 keer 1 keer 7 een rally van 20 keer 1 keer 8 een rally van 25 keer 1 keer 9 een rally van 30 keer 1 keer 10 een rally van 35 keer 1 keer

VOLLEY SPEL 2 Speel met een tweetal een zolang mogelijke volleyrally tegen de muur. Nodig: kleine foamballen, squashballen, rackets en muur Speel met tweetal om de beurt een volleyrally tegen de muur en haal: 1 een rally van 3 keer 1 keer 2 een rally van 5 keer 1 keer 3 een rally van 7 keer 1 keer 4 een rally van 10 keer 1 keer 5 een rally van 12 keer 1 keer 6 een rally van 15 keer 1 keer 7 een rally van 20 keer 1 keer 8 een rally van 25 keer 1 keer 9 een rally van 30 keer 1 keer 10 een rally van 35 keer 1 keer

SQUASH WEDSTRIJD Speel een wedstrijd tegen verschillende tegenstanders. Sla op van buiten het speelveld tegen 1 van de 2 dikke matten. De bal moet via de dikke mat in het speelveld komen. Sla om de beurt. De rally stopt als de bal buiten het vak komt of 2 keer stuitert. en krijgt de leerling die geen fout maakte een punt. De opslag is voor de leerling die het laatste punt won. Spreek af om hoeveel punten wordt gespeeld (bv. tot 11). Hinder elkaar niet, zorg ervoor dat je direct aan de kant gaat als je de bal geslagen hebt. Dit voorkomt ook dat de leerlingen elkaar raken met een racket. Bij hinderen speel je het punt over. Nodig: 2 kleine foamballen, 2 squashballen, rackets, schilderstape en 4 dikke matten Spelen met echte squashballen heeft een hoge gevaarfactor (bal in het oog). Zorg voor een veilige organisatie, zoals voldoende afstand tussen de leerlingen. van kleiner naar groter speelveld voor maken speelveld Speel een wedstrijd. Aantal keer gewonnen aan einde: 1 van 1 tegenstander 1 keer 2 van 2 tegenstanders 1 keer 3 van 3 tegenstanders 1 keer 4 van 4 tegenstanders 1 keer 5 van 5 tegenstanders 1 keer 6 van 6 tegenstanders 1 keer 7 van 7 tegenstanders 1 keer 8 van 8 tegenstanders 1 keer 9 van 9 tegenstanders 1 keer 10 van alle tegenstanders 1 keer

SQUASH CONDITIE 1 Haal zoveel mogelijk ballen op in 30 seconden bij de 6 hoepels. Je mag zelf de volgorde bepalen. Je moet wel eerst bij alle 6 hoepels langs, voor je voor de 2 e keer dezelfde hoepel bezoekt. Elke opgehaalde bal eerst terugbrengen naar het midden en in de emmer gooien. Nodig: veel (squash)ballen en 6 hoepels en 1 emmer van kortere tot langere tijdsduur van kleinere naar grotere loopafstanden Ren 30 seconden en haal op: 1 4 ballen 1 keer 2 5 ballen 1 keer 3 6 ballen 1 keer 4 7 ballen 1 keer 5 8 ballen 1 keer 6 9 ballen 1 keer 7 10 ballen 1 keer 8 11 ballen 1 keer 9 12 ballen 1 keer 10 14 ballen 1 keer

SQUASH CONDITIE 2 Loop minimaal 20 lengtes in 1 minuut. Tik de lijn steeds aan met je voet. Je mag zelf kiezen welke afstand je loopt, maar moet wel minimaal 20 lengtes lopen. Loop de 2 e keer een grotere afstand als het gelukt is. Loop de 2 e keer een kleinere afstand als het niet lukte. Nodig: schilderstape van kortere tot langere tijdsduur van kleinere naar grotere loopafstanden Ren 20 lengtes in 1 minuut bij een afstand van: 1 4 meter 1 keer 2 5 meter 1 keer 3 6 meter 1 keer 4 7 meter 1 keer 5 8 meter 1 keer 6 9 meter (volleybalzijlijnen) 1 keer 7 9 meter en 21 lengtes 1 keer 8 9 meter en 22 lengtes 1 keer 9 9 meter en 23 lengtes 1 keer 10 9 meter en 24 lengtes 1 keer