CIOS Arnhem Sporting Events SPELREGELS. Sportdag Sportaccentscholen

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "CIOS Arnhem Sporting Events SPELREGELS. Sportdag Sportaccentscholen"

Patricia Willemsen
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 SPELREGELS Sportdag Sportaccentscholen

2 Basketbal 1. Geen lichamelijk contact. 2. Niet de bal uit handen slaan/trekken. 3. Geen second dribbel. 4. Terugspelen op eigen helft mag niet. (Cross court) 5. Niet lopen met de bal, pivoteren mag. Voor lay-up mag 2 passen gedaan worden alvorens naar de ring te gaan. Bij vangen mogen 2 passen gebruikt worden om af te stoppen. 6. Overtredingen worden bestraft met een vrije bal die wordt genomen bij de dichtstbijzijnde zijlijn. 7. Bal is uit als deze op of buiten de lijnen van het veld de grond raakt. Tevens is een bal uit als de persoon die deze vast heeft of er mee dribbelt, op de lijn of buiten het veld staat. 8. Scheidsrechters hebben het recht om spelers uit het veld te sturen voor 9. Na een score wordt de bal onder de basket, achter de achterlijn, uitgenomen door een pass naar een medespeler. 10. Basketbal zal gespeeld worden in teams van 5 spelers. Unihockey 1. Stick mag bij het naar voren en achter zwaaien niet boven de heup uitkomen. 2. Bal mag met voet worden gestopt. Daarna is gebruik van stick verplicht. 3. Er mag niet met voet een doelpunt worden gemaakt of een pass worden gegeven. 4. Na een doelpunt wordt de bal vanuit het midden uitgenomen waarbij de teams op eigen speelhelft staan. 5. Bij een overtreding moet de verdedigende partij minimaal 2 meter afstand bewaren. 6. Spel(st)ers moeten ten allen tijden de stick vasthouden. 7. De doelverdediger mag het doel niet afsluiten door er voor te gaan liggen. Deze moet ten allen tijden op de voeten blijven staan. 8. Scheidsrechters hebben het recht om spelers uit het veld te sturen voor 9. Uni-hockey zal gespeeld worden in teams van 4 spelers. 2

3 Waterpolo 1. Er wordt 5 5 gespeeld op een half veld met aan beide zijde een doel. 2. Bal mag niet met 2 handen worden gepakt, gegooid of gevangen, tenzij je keeper bent. 3. Spelers mogen andere spelers niet hinderen/vastpakken/wegduwen. Straf hierop is een vrije worp. 4. Vrije worp wordt genomen op de plaats van overtreding waarbij verdediger 1 meter afstand moet bewaren. 5. Aanvallers zonder bal mogen niet in het 2 meter gebied komen (Buitenspel). Bevindt de bal zich in de 2 meter dan mogen aanvallers tot aan de ballijn het 2 meter gebied betreden. 6. Bij zware overtredingen wordt een uitsluiting gegeven gedurende de rest van de aanval. Bij overname van de bal mag de uitgesloten spel(st)er weer deelnemen aan het spel. 7. Heeft een speler de bal vast, dan mag een verdediger de speler hinderen, vastpakken om de bal te bemachtigen. Zodra de speler de bal loslaat, moet de spel(st)er ook worden losgelaten. 8. Een vrije bal mag nooit in één keer op doel worden geschoten. 9. We spelen zonder schotklok. 10. Bij begin en herbegin van de wedstrijd wordt er gestart vanuit het water terwijl je met minimaal 1 hand de kant vastpakt. Op het fluit signaal zwemmen de spelers naar het midden van het veld waar de scheidsrechter de bal in het water gooit. 11. Keepers mogen niet over de helft van het veld komen. 12. Scheidsrechters hebben het recht om spelers uit het veld te sturen voor 3

4 Frisbee 1. Spelers moeten de frisbee al gooiende in de eindzone van de tegenstanders vangen, waarbij de frisbee een vlucht moment moet hebben (overgeven is niet toegestaan). 2. Frisbee kan overgaan naar het andere team als: - Deze wordt onderschept door ander team (gevangen of naar beneden geslagen met vlakke hand bovenop de frisbee). - Deze op de grond belandt, binnen of buiten de lijnen van het veld. 3. Verdediging mag tot 1 meter van de persoon naderen. 4. Overtredingen worden genomen op de plaats van overtreding waarbij verdedigers minimaal 3 meter afstand moeten houden. 5. Vliegt de frisbee buiten de lijnen dan wordt deze op de plaats van verlaten uit genomen. 6. Komt een frisbee op de grond en rolt deze vervolgens door, dan wordt deze op de plaats waar de frisbee de grond raakt uitgenomen. 7. Lichamelijk contact is niet toegestaan. 8. Scheidsrechters hebben het recht om spelers uit het veld te sturen voor 9. Bij een score blijft het scorende team in de eindzone waar gescoord is. Het andere team wisselt van eindzone en stelt zich op in de nieuw eindzone. Als de scorende partij de frisbee in het veld gooit, dan mag het niet scorende team de eindzone verlaten en de frisbee in bezit nemen om zo een aanval te kunnen beginnen. 10. Scheidsrechters hebben het recht om spelers uit het veld te sturen voor 11. De frisbee mag maximaal 10 sec. vastgehouden worden door één speler. 12. Frisbee zal gespeeld worden in teams van 6 spelers. 4

5 Badminton 1. Er wordt gespeeld met een rallypointsysteem. 2. Serveren moet onderhands gebeuren. 3. Bij service; Spel(st)er moet shuttle diagonaal naar de andere kant van het net slaan, waarbij de shuttle in het servicevak gespeeld moet worden. 4. Na de service mogen spel(st)er(s) shuttle overal binnen het veld spelen. 5. Dubbelspel wordt gespeeld op een breed en lang veld (buitenste lijnen van de tramrails en achterste lijn aan de achterkant). 6. In geen enkel geval mag een spel(st)er het net aanraken of overschrijden. Dit geldt voor zowel het racket als lichamelijk. 7. Na een gewonnen punt gaat de service naar diegene die het punt heeft gewonnen. 8. Serveer je en scoor je een punt, dan moet er gewisseld worden van kant. 9. Bij de dubbels serveert persoon 1, totdat de service naar de andere partij gaat. Komt de service dan weer terug, dan serveert persoon 2. Wederom wordt er gewisseld van kant (links/rechts) als je serveert en ook het punt scoort. Je serveert dus telkens op persoon 1 en daarna persoon 2 van de andere partij. 10. Badminton zal gespeeld worden in teams van 2 spelers (dubbel). Volleybal 1. Er wordt 4-4 gespeeld op een beachvolleybalveld. 2. Er wordt gespeeld met rallypointsysteem. 3. Bal mag boven of onderhands gespeeld worden, zowel bij service als tijdens het spel. 4. Bal mag na 1, 2 of 3 keer over het net worden gespeeld. Meer is niet toegestaan. 5. Spel(st)ers mogen de bal slechts 1 maal raken waarna hij door een ander gespeeld moet worden. Daarna mag hij wel weer door persoon 1 worden aangeraakt. 6. Spel(st)ers mogen het net niet raken of overschrijden. 7. Na 3 maal serveren en score moet er worden doorgedraaid. 5

6 Atletiek 1. De volgende atletiek disciplines vinden plaats -Hoogspringen meter -Discus werpen -Verspringen -Kogelstoten meter -Hink stap sprong -400 meter 2. De regels voor wat betreft uitvoering en aantal pogingen worden opgesteld in het draaiboek. Voetbal 1. Wordt 7-7 gespeeld. Waarbij er minimaal 1 meisje moet meespelen. 2. Sanctie voor het niet meespelen van een meisje is een dat de tegenpartij automatisch met 3-0 wint. 3. Wordt gespeeld naar afgeleide regels van KNVB. 4. Lichte overtredingen worden bestraft met een vrije trap. 5. Scheidsrechters hebben het recht om spelers uit het veld te sturen voor 6

7 Softbal Softbal wordt op tijd gespeeld. Zo kom je niet in de knoei met je speelschema s omdat de ene inning langer duurt dan de andere. Op tijd spelen waarbij veldpartij en slagpartij punten kunnen scoren gedurende een bepaalde tijd is een manier die goed werkt. Na bepaalde tijd wissel je van functie, dus niet na 3 uitjes, en ga je de andere functie (veld/slag) vervullen.) Er mogen niet meer dan 9 spelers in het veld staan (aan slag doen alle spelers mee!) Je kunt als slagpartij punten scoren door een volledige ronde te lopen zonder uitgemaakt te worden (thuis=1 punt, home-run=1 punt) Je kunt als veldpartij punten scoren door uitjes te maken (een uitje=1 punt) Om uitjes te maken mag je altijd tikken, uitbranden kan alleen als er sprake is van een gedwongen loop (naar honk 1 is altijd een gedwongen loop). Van een gedwongen loop is sprake als alle honken achter je bezet zijn. Bij een vangbal (=1 punt) mogen de lopers pas gaan lopen als de bal gevangen is. Is een loper al gestart, dan moet hij eerst terug naar het honk waar hij gestart was en mag dan pas verder. Als een honkloper zijn honk niet vast heeft gehad nadat de vangbal gemaakt is, mag hij uitgetikt worden, maar ook gebrand op het honk waar hij gestart was. Doorlopen (uitlopen) van een honkloper is alleen toegestaan op honk 1. Bij elk ander honk moet het honk worden vastgehouden. Een geslagen bal is geldig als 1. De bal tussen de foutlijnen (van thuis naar 1 en van thuis naar 3) in het binnenveld blijft liggen of aangeraakt wordt door een veldspeler. 2. Een bal die na contact met de grond in het binnenveld voorbij de honken buiten het veld rolt. Stelen is toegestaan op meerdere honken(pas lopen als de pitcher de bal loslaat). Het spel stopt als een veldspeler de bal naar de pitcher gooit, en alle honklopers op hun honk staan. Als de pitcher vervolgens de bal niet vangt, mogen lopers eventueel weer gaan lopen. Als bij 3 slag de bal niet is geraakt door de slagman zal hij gedwongen moeten lopen naar het eerste honk, mits dit honk vrij is. Wordt de bal bij 3 slag gevangen door de catcher dan is de loper uit. 7

Vergelijkbare documenten

Softbal. LOCATIE : Quick 20 veld 2. Makkelijk om te weten:

Softbal. LOCATIE : Quick 20 veld 2. Makkelijk om te weten: Softbal LOCATIE : Quick 20 veld 2 - Op ieder veld zullen 2 Scheidsrechters/tellers komen te staan. Er zijn 6 velden! - Wedstrijden duren 24 minuten. Beide partijen spelen per wedstrijd 12 minuten in het