1. Inleiding. Woonwensen van mensen met een beperking pagina 1 van van deze notitie is het onderzoeksrapport samengevat.

Vergelijkbare documenten
Woonvoorkeuren en woningmarktgedrag van senioren in Oegstgeest Resultaten schriftelijke enquête onder 55-plussers in de gemeente Oegstgeest

WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN

Seniorenwoningen in Alphen aan den Rijn

Schouwen-Duiveland Levensloopbestendig? Eric Schellekens 26 mei

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017

25 juni 2015 Dorpsraad Waarland Bouwend Waarland Waarland Bouwt Zelf

Quick scan geschiktheid van de woningvoorraad voor mensen met beperkingen

Factsheet wonen Harderwijk

JONGERENPEILING WONEN IN EDE

Informatie Woonvisie Sliedrecht

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland

Woonwensen van 55-plussers in Pijnacker-Nootdorp; een samenvatting

absoluut % van totaal % van 55+ < % - Huishoudens

Ouderen op de woningmarkt: feiten en cijfers

WoON-themarapport: Ouderen en gezondheid. Nadet Somers en Dick van der Wouw augustus Inleiding

Opplussen Nieuwe Stijl

Onderzoek kleine kernen

Woningbehoefte onderzoek

Veel woningen van chronisch zieken nog niet toekomstbestendig

Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017

WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG

Mooi Wonen Geesteren 14 maart 2018

Senioren en mensen met beperkingen op de woningmarkt

Bewonerspanel Woonvormen

Dieteren - gemeente Echt-Susteren

Onderzoek wonen: Best. Rapport

Verhuis- en woonwensen van starters

Conclusies woningbehoefteonderzoek Reduzum

Visie op wonen. Open Huis 8 september 2016

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies

Koningsbosch - gemeente Echt-Susteren

Wonen. Basisinspanning. Ambities. Kansen. Voorkomen

Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel 2017

Woonwensenonderzoek Valkenswaard %

Sint Joost - gemeente Echt-Susteren

Ospel - gemeente Nederweert

Regio Midden-Limburg. Woningvoorraad. Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep

Fact sheet Wonen in Gooise Meren 2017

Susteren-Heide - gemeente Echt-Susteren

Peij-Slek - gemeente Echt-Susteren

Fact sheet Wonen in Velsen 2017

Dure scheefhuurders in Diemen meer zichtbaar gemaakt

Maatwerkafspraken Woonruimteverdeling

Westerkoog. bevolking woonkwaliteit woningmarkt nieuwbouw wonen en zorg KANSENVERKENNER WONEN

Monitor Leerdamse woningmarkt 2006

WONEN EN ZORG REGIO LEKSTROOM

Mogelijkheden woningbouw Oudega Afdeling Ontwikkeling woonbeleid, d.d. 14 november 2018

Fact sheet Wonen in Weesp 2017

De woningmarkt in Goirle Woonbehoefte gemeente Goirle

Fact sheet Wonen in Diemen 2017

Fact sheet Wonen in Uithoorn 2017

Fact sheet Wonen in Blaricum 2017

Woonwensen senioren. Studiemiddag comfortabel en levensloopbestendig wonen voor ouderen. 14 april 2010 Veerle Forschelen-Janssen

Onderzoeksrapport DSO/Programmamanagement, Strategie en Onderzoek

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Fact sheet Wonen in Heemskerk 2017

Inspiratiebijeenkomst

Aanbod woningen 2008/ ,25

OUDEREN IN DE TOEKOMST

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015

Waarom dit onderzoek?

Fact sheet Wonen in Almere. Kerncijfers

De resultaten van het panelonderzoek samengevat:

B&W-Aanbiedingsformulier

Fact sheet Wonen in Huizen 2017

Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden

Kan ik ook oud worden buiten de woonzorgzone?

Notitie Blijverslening Inleiding

Fact sheet Wonen in Lelystad 2017

Fact sheet Wonen in Almere 2017

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Naar een woonvisie voor Waterland

Vraag en aanbod Noord Veluwe Classificatie Staatssteun Betaalbaarheid

Fact sheet Wonen in Zaanstad 2017

Fact sheet Wonen in Beemster 2017

Op zich goed, ik bekijk gedurende het jaar wel hoe het bevalt. Daar heb ik geen zin in, wilt u mij van de enquêtelijst verwijderen?

Fact sheet Wonen in Aalsmeer 2017

Woonvisie gemeente Drimmelen

Woningmarktonderzoek Vught Isabella groep

Fact sheet Wonen in Haarlem 2017

Fact sheet Wonen in Beverwijk 2017

Raadsvergadering 6 december Portefeuillehouder C.Koppenol

Notitie Jongerenhuisvesting in de gemeente Stein

Doelgroepen TREND A variant

Fact sheet Wonen in Hilversum 2017

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

WOONVISIE VELSEN 2040

Startnotitie woonvisie Wassenaar

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit

Fact sheet Wonen in Heemstede 2017

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Fact sheet Wonen in Amstelveen 2017

Fact sheet Wonen in Zandvoort 2017

Woningbehoefteonderzoek Nieuw-Dijk

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Onderzoek naar informatie behoefte woningaanbod voor senioren in de regio Arnhem Opdrachtgever Volkshuisvesting Arnhem de heer G.

Fact sheet Wonen in Purmerend 2017

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Woonwensenonderzoek t.b.v. Ziekenhuislocatie BK-Laan Schiedam

Kernboodschappen Woningcorporaties Nederland dicht bij huis

Transcriptie:

Woonwensen van mensen met een beperking (onderzoek 2 uit het Projectplan uitvoering woononderzoeken ) Definitieve versie, 2 februari 2011 Wim Vos, in opdracht van de afdeling SEB van de gemeente Leiden 1. Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In de nota Wonen, Zorg en Welzijn van de gemeente Leiden uit 2004 is de ambitie opgenomen om in de periode tot 2010 3.500 extra levensloopgeschikte woningen te realiseren in Leiden. Dit zijn woningen die minimaal rollator toe- en doorgankelijk zijn. Deze ambitie is herhaald in de Woonvisie gemeente Leiden 2005-2015. In de recentelijk verschenen Nota winkelen, wonen, welzijn en zorg van oktober 2009 wordt aangekondigd dat het genoemde aantal van 3.500 woningen zal worden geëvalueerd. Uit recent onderzoek van Rigo 1 blijkt dat er in Leiden geen sprake is van een tekort aan woningen die voor ouderen geschikt zijn, maar dat het aanbod zelfs groter is dan de vraag. Toch ondervinden ouderen en anderen met beperkingen problemen om een voor hen geschikte woning te vinden. Het lijkt er daarom op dat het woningaanbod niet goed aansluit bij de vraag. In november 2009 heeft de gemeente met de woningcorporaties prestatieafspraken gemaakt. In dat document Prestatieafspraken Leiden 2009-2015 hebben partijen onder andere afspraken gemaakt over bestaande en nieuwe levensloopgeschikte woningen. Zie bijlage 3. Deze notitie is bedoeld om de volgende vragen te beantwoorden: 1. Klopt het dat in Leiden geen kwantitatief probleem is? Is het aanbod aan woningen die voor ouderen geschikt zijn, dus inderdaad groter dan de vraag? 2. Wat zijn de kwalitatieve belemmeringen van ouderen en van mensen met beperkingen om te verhuizen naar een voor hen geschikte(re) woning? 3. Welke problemen ervaren zij hierbij? 4. Hoe kunnen deze belemmeringen en problemen worden opgelost? Om deze onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden, wordt in deze notitie een aantal relevante en recente onderzoeken samengevat. Op basis van die samenvattingen worden conclusies getrokken. Vervolgens is deze notitie besproken met een aantal externe partijen (zie hoofdstuk 5) om de hierboven genoemde onderzoeksvragen te bespreken. De gemaakte opmerkingen en gedane suggesties zijn in de notitie verwerkt. 1.2 Leeswijzer Hoofdstuk 2 bevat een samenvatting van de relevante onderzoeksrapporten die over de woonwensen van mensen met een beperking en het aanbod van geschikte woningen zijn geschreven. In hoofdstuk 3 zijn de belangrijkste conclusies van dat literatuuronderzoek opgenomen en zijn de uitkomsten van die onderzoeken met elkaar vergeleken. Hoofdstuk 4 bevat de opmerkingen die bij de onderzoeken kunnen worden geplaatst. In hoofdstuk 5 zijn de resultaten van de gesprekken opgenomen, die zijn gehouden over het concept van deze notitie. Het afsluitende hoofdstuk 6 bevat de conclusies en aanbevelingen. 1 Het gaat hier om de Quick scan geschiktheid van de woningvoorraad voor mensen met beperkingen. In paragraaf 2.7 van deze notitie is het onderzoeksrapport samengevat. Woonwensen van mensen met een beperking pagina 1 van 39

De notitie gaat vergezeld van vier bijlagen. Bijlage 1 geeft een toelichting op de kanttekeningen van een onderzoek. Bijlage 2 licht de verschillende woningtypen toe die in deze notitie worden genoemd. Bijlage 3 bevat de prestatieafspraken die de gemeente en de woningcorporaties met elkaar hebben gemaakt over levensloopgeschikte woningen. In bijlage 4 zijn de verslagen opgenomen van de gehouden interviews. Woonwensen van mensen met een beperking pagina 2 van 39

2. Samenvatting van beschikbare onderzoeksrapporten In dit hoofdstuk zijn relevante onderzoeksrapporten samengevat. Begonnen wordt met landelijke onderzoeken en daarna wordt ingegaan op de situatie in de regio en Leiden. Het gaat achtereenvolgens om de volgende zeven documenten: 2 1. Geschikt wonen het aanpassen nú aanpakken (handreiking van de VNG en Aedes, juni 2010); 2. Senioren op de woningmarkt; nieuwe generaties, andere eisen en wensen (Ministerie van WWI/VROM, maart 2010); 3. Woonvoorkeuren en woningmarktgedrag van senioren in Oegstgeest; Resultaten schriftelijke enquête onder 55-plussers in de gemeente Oegstgeest (Tympaan Instituut, april 2008); 4. WWZ-beleid gemeente Leiden en de mogelijkheden van Portaal (USUS, in opdracht van Portaal Leiden, december 2009); 5. Ouderenpeiling 55-plus (onderdeel van de Stadsenquête 2009, gemeente, oktober 2009); 6. Uitkomsten WoON 2009 over wonen en zorg (gemeente en Explica, 2010); 7. Quick scan geschiktheid van de woningvoorraad voor mensen met beperkingen; de corporatievoorraad in beeld en een indicatie van de vraag (Rigo, augustus 2009). Na elke samenvatting worden opmerkingen bij het onderzoek geplaatst. In hoofdstuk 4 worden die opmerkingen gebundeld. 2.1 Geschikt wonen het aanpassen nú aanpakken Deze handreiking geeft een overzicht van de mogelijkheden en kansen om het aantal levensloopgeschikte woningen te vergroten. De kansen om de woningvoorraad meer levensloopgeschikt te maken liggen vooral in de bestaande bouw. Met nieuwbouw alleen kan de behoefte aan passende huisvesting namelijk niet volledig worden ingevuld en slechts weinig 75-plussers willen verhuizen. Aan de andere kant biedt nieuwbouw wel de mogelijkheid om tegen beperkte kosten levensloopgeschikte woningen te realiseren. Dit in tegenstelling tot de hoge kosten die aanpassing van de bestaande woningvoorraad vergt. Onderzoek toont aan dat slechts 20% van de 45- tot 64-jarigen verhuisgeneigd is (WoON 2009 3 ). Boven de 65 jaar neemt dat nog verder af tot zo n 10% onder 75-plussers. Dit is misschien wel de belangrijkste reden om mogelijkheden in de bestaande woningvoorraad optimaal te benutten. Uit de Doorzonscan 4 van Laagland Advies blijkt dat bij de huursector de meeste kansen liggen in eengezinswoningen die na 1990 zijn gebouwd. Oudere woningen in de sociale huursector zijn doorgaans veel minder makkelijk levensloopgeschikt te maken. Wel bieden woningen uit de jaren 60 en 70 door hun relatief grote breedte kansen voor aanbouwen. In de koopsector zijn veel meer eengezinswoningen levensloopgeschikt te maken. Maar op het levensloopgeschikt maken in de koopsector hebben de gemeente en corporaties veel 2 De laatste tijd zijn er veel meer onderzoeken gepubliceerd. Deze worden niet allemaal genoemd in deze notitie omdat de rapporten die wél in deze notitie zijn opgenomen al een goed beeld geven van de diverse aspecten die een rol spelen bij wonen voor ouderen. Zo heeft de Sleutels in 2008 de Kadernotitie Wonen, Zorg en Welzijn opgesteld. In dat document geeft de corporatie onder andere aan dat zij vermoedt dat het berekende aantal noodzakelijke aangepaste woningen tot 2015 vermoedelijk wordt overschat. 3 WoON 2009 is een landelijk onderzoek van het ministerie van VROM, dat elke drie jaar wordt gehouden. De gemeente Leiden heeft aan dat onderzoek meegedaan, waardoor het onderzoek betrouwbare uitkomsten oplevert voor Leiden. In paragraaf 2.6 zijn de uitkomsten van WoON 2009 opgenomen die voor deze notitie van belang zijn. 4 Met dit instrument kan men zowel de huidige woonplek van ouderen in beeld brengen als de plek waar de voor ouderen geschikte woningen staan (en de woningen die geschikt te maken zijn). Woonwensen van mensen met een beperking pagina 3 van 39

minder grip dan op de huursector. Toch is het belangrijk dat eigenaar-bewoners zelf nadenken over mogelijke toekomstige situaties waarin zij minder mobiel zijn en wat dat betekent voor hun woonplezier in eigen huis. Mensen zijn dan beter voorbereid op een eventuele zorgvraag en kunnen makkelijker in de eigen vertrouwde omgeving blijven wonen. Het heeft ook een praktische reden: eigen investeringen van eigenaar-bewoners zullen toekomstige Wmo-vragen beperken. Gemeenten en corporaties kunnen: - bijdragen aan bewustwording; - praktisch en persoonsgebonden advies geven; - services klussen en onderhoud door corporaties aanbieden; - financiële prikkels geven. Naast aandacht voor de woningen is ook de woonomgeving belangrijk. Die woonomgeving moet toegankelijk zijn voor alle doelgroepen. De verkeers- en sociale veiligheid en de leefbaarheid horen hier nadrukkelijk bij. Een toegankelijke openbare ruimte moet aan de volgende voorwaarden voldoen 5 : - Toegankelijke trottoirs zonder barrières (zoals winkeluitstallingen, op de stoep geparkeerde auto s en fietsen, overhangende struiken etc.). - Voldoende op- en afritten van trottoirs voor rolstoelen/rollators. - Goede verlichting op straat en goed verlichte loop- en fietsroutes. - Bankjes om uit te rusten op belangrijke looproutes tussen woongebieden en voorzieningen. - Veilig snoeiniveau van groen (met ruimte voor sociale controle langs loop- en wandelroutes). Dit geldt ook voor particuliere tuinen. - Openbare gebouwen toegankelijk voor rolstoelen en rollators. - Aanleg van voetpaden, daar waar ze ontbreken. - Trottoirs sneeuwvrij houden. - Relatief gladde bestrating zonder reliëf. Maar niet te glad, dan glijden mensen uit bij nat weer. - Toegankelijke stadsparken: begaanbare paden en voldoende avondverlichting. - Voldoende, veilige en goed verlichte oversteekplekken (vluchtheuvels, zebrapaden, verkeerslichten). - Bij aanleg van verkeerslichten: voldoende oversteektijd voor minder mobielen en speciale tegels voor visueel gehandicapten. Deze voorwaarden gelden voor bestaande gebieden en nieuwbouw. Belangrijk is om bij herstructurering en nieuwe ontwikkelingen in een vroeg planstadium dergelijke toegankelijkheidseisen in te brengen. Tabel 1: Opmerkingen bij dit onderzoek Positief - Benoemt het proces om het aantal levensloopgeschikte woningen te vergroten. - Maakt duidelijk dat niet alleen de woning belangrijk is, maar ook de woonomgeving. Kanttekening De woonomgeving wordt beperkt tot de toegankelijkheid en veiligheid van de omgeving. Maar het gaat om meer eisen, zoals winkels in de nabijheid en een brievenbus. 5 De gemeente stelt op dit moment het Handboek openbare ruimte op. Geadviseerd wordt om daarbij te checken of alle hier genoemde voorwaarden zijn vermeld in het handboek. Woonwensen van mensen met een beperking pagina 4 van 39

2.2 Senioren op de woningmarkt; nieuwe generaties, andere eisen en wensen In deze studie wordt de invloed verkend van de belangrijkste veranderingen die de komende generaties ouderen zullen laten zien. De vergrijzing in Nederland is net als in de meeste andere landen in West-Europa al geruime tijd aan de gang. Op het vlak van het wonen is de voornaamste uitdaging om de voorwaarden te scheppen voor een adequate huisvesting van de ouderen in de komende decennia. Die uitdaging wordt nog vergroot door een andere trend die belang is voor het wonen: de extramuralisering, ofwel de verkleining van het aantal plaatsen in verzorgingshuizen die mogelijk is doordat ouderen langer zelfstandig blijven wonen, mede dankzij mobiele zorgdiensten. Door de extramuralisering neemt het aantal personen in intramurale huisvesting volgens het CBS tot 2015 af, ondanks de vergrijzing en ondanks het feit dat ouderen net als voorheen met gezondheidsproblemen te kampen hebben. De ouderen van straks zullen op een flink aantal, voor het gedrag op de woningmarkt relevante, kenmerken anders zijn dan de ouderen van nu. De belangrijkste veranderingen zijn: 1. Toenemende diversiteit van de huishoudensituatie: a. Meer mensen die altijd alleenstaande zijn geweest en dat (dus) ook als oudere zullen zijn. b. Meer mensen die nooit kinderen hebben gekregen en daarop dus ook als oudere niet kunnen terugvallen of voor hoeven te zorgen. c. Meer ouderen die tot op hoge leeftijd als tweepersoonshuishouden blijven bestaan door vooral de toenemende levensverwachting van mannen. d. Meer ouderen die nog een gezinshuishouden vormen doordat vrouwen op latere leeftijd kinderen hebben gekregen. 2. Toenemend opleidingsniveau: door de hervormingen in het onderwijs in de jaren 60 is het opleidingsniveau van de (late) babyboomgeneratie en hun kinderen over de breedte flink toegenomen. Dit kan verschillende gevolgen hebben: a. Grotere kansen op een hoger inkomen. b. Tijdens hun wooncarrière zijn zowel de ouderen als hun kinderen vaker over grotere afstanden verhuisd, waardoor ouderen en (klein)kinderen mogelijk verder bij elkaar vandaan wonen. c. Toename van de zelfredzaamheid. Dit komt onder andere door een groter aandeel ouderen met een rijbewijs, waardoor zij in hun gedrag minder worden beperkt door geografische afstanden. 3. Toenemend eigenwoningbezit: steeds meer ouderen bewonen een koopwoning. Dit kan leiden tot: a. Verminderde verhuisgeneigdheid door lage woonlasten als de hypotheek is afgelost, door hogere kosten (overdrachtsbelasting) dan huurders bij verhuizing en doordat eigenaar-bewoners over het algemeen meer dan huurders hun woning naar wens (hebben) kunnen aanpassen. b. Verbeterde welvaartspositie als gevolg van het in de woning opgebouwde vermogen. 4. Verandering van de inkomenspositie van ouderen: a. Steeds meer ouderen hebben naast de AOW een (steeds ruimer) aanvullend pensioen. b. Een toenemend aandeel ouderen heeft beperkte aanspraken op AOW doordat een deel van het arbeidzame leven in het buitenland is doorgebracht. c. Steeds meer ouderen die samenwonen hebben beiden gewerkt en dus beiden (kans op) een aanvullende pensioenuitkering en een hoger inkomen. Woonwensen van mensen met een beperking pagina 5 van 39

Als gevolg van deze sociaal-culturele en sociaal-economische trends hebben de toekomstige ouderen andere wensen en andere mogelijkheden en gedragen zij zich anders op de woningmarkt dan de huidige ouderen. Maar de meeste trends leiden tot een sterkere wens om niet te verhuizen en langer zelfstandig te blijven wonen. Dat betekent dat er: - meer behoefte zal zijn aan nultredenwoningen; - een toename is van de behoefte aan zorgdiensten in de eigen (zelfstandige) woning; - sprake is van een potentiële verstopping op de woningmarkt en vooral bij de eengezinswoningen. Dit segment zal steeds meer worden bezet door ouderen die daar naar volle tevredenheid blijven wonen, ook al zijn de woningen wat te groot. Tabel 2: Opmerkingen bij dit onderzoek Positief - Maakt duidelijk dat de ouderen niet één homogene groep zijn. - Geeft inzicht in de sociaal-culturele en sociaal-economische trends bij ouderen, waardoor de behoefte aan nultredenwoningen en zorgdiensten zal worden versterkt en er een verstopping op de woningmarkt dreigt. Kanttekening Bevat een kwalitatieve analyse, zonder dat dit leidt tot aantallen. 2.3 Woonvoorkeuren en woningmarktgedrag van senioren in Oegstgeest; Resultaten schriftelijke enquête onder 55-plussers in de gemeente Oegstgeest Om te bepalen hoeveel seniorenwoningen moeten worden gebouwd, wil de gemeente Oegstgeest weten wat de woonvoorkeuren zijn van 55-plussers en welke aspecten senioren belangrijk vinden bij zelfstandig wonen. Uit de schriftelijke enquête 6 blijkt dat de meeste senioren zo lang mogelijk in hun huidige woning willen blijven wonen. Dit wordt ondersteund door onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau dat ouderen zo lang mogelijk in hun huidige woning en buurt willen blijven wonen. Het is er bekend en vertrouwd en men zit niet op de rompslomp te wachten om een nieuw huis te zoeken en om het oude te verkopen. Respondenten met gezondheidsproblemen 7 willen vaker naar een andere woning verhuizen dan degenen zonder gezondheidsproblemen. Voor veel mensen is dus hun probleem met de gezondheid een reden om te verhuizen. Aan alle senioren (ook degenen die geen verhuisplannen hebben) is gevraagd in welk woningtype ze zouden willen wonen als ze niet meer in hun huidige woning kunnen of willen wonen. Een flat of appartement (niet speciaal voor ouderen) is de meest gewenste woonvorm (41%). Een woning speciaal voor senioren wordt door 40% van de senioren genoemd. 8 Onder de 75-plussers kiest tweederde voor een woning speciaal voor ouderen. Respondenten met een gezondheidsprobleem kiezen vaker voor een woning voor senioren dan respondenten zonder een gezondheidsprobleem. Als de senioren hun huidige woning zouden moeten verlaten, kiezen meer senioren voor een huurwoning (40%) dan voor een koopwoning (35%). Een kwart heeft geen voorkeur of weet het niet. Van de respondenten die het liefst naar een woning speciaal voor ouderen willen verhuizen, kiezen verreweg de meesten voor huren. De volgende tabel geeft inzicht in de vraag wat senioren belangrijk vinden van de woning en de woonomgeving om zelfstandig te kunnen blijven wonen. 9 In deze tabel zijn de aspecten genoemd die meer dan 40% van de ouderen belangrijk vinden. 6 Van de 500 verstuurde vragenlijsten zijn er 273 ingevuld teruggekomen. Dit is een respons van 55%. 7 Spier-, gewrichts- en bewegingsklachten zijn het meest genoemd, gevolgd door hart- en vaatziekten. Van de 75- plussers heeft 32% last van spieren, gewrichten of bij het bewegen. 8 Senioren-/bejaardenwoning, serviceflat, aanleunwoning bij een verzorgings- of verpleeghuis en woonzorgcomplex. 9 Deze vraag is gesteld aan alle ouderen, dus ook aan degenen die geen verhuisplannen hebben. Woonwensen van mensen met een beperking pagina 6 van 39

Tabel 3: Aspecten die senioren in Oegstgeest belangrijk vinden om thuis te kunnen blijven wonen Woning/ Woonomgeving Aspect Noodzakelijk Mogelijkheid om buiten te zitten (balkon, terras, tuin) 74% Moderne badkamer en/of keuken 56% Inbraakpreventieve maatregelen (bijvoorbeeld deuren en ramen) 53% Woning Alarmering 48% Alles gelijkvloers (geen trap in de woning) 46% Eigen parkeerruimte 44% Toegankelijkheid van het woongebouw (geen drempels, brede deuren) 43% Huisarts 76% Goede verlichting 71% Supermarkt 62% Aanwezigheid bushalte op loopafstand 62% Woonomgeving Apotheek 56% Voldoende brede en goed onderhouden trottoirs 56% Voldoende parkeermogelijkheden 55% Brievenbus 54% Postkantoor 53% Groen (park, bomen, water, struiken) 51% Op basis van de onderzoeksresultaten wordt aanbevolen om bij renovatie of woningaanpassing samen met woningcorporaties te zorgen voor levensloopgeschikte aanpassingen, omdat de meeste senioren in de eigen woning willen blijven wonen. Het gaat hierbij om de afwezigheid van trappen en de toegankelijkheid (geen drempels, brede deuren en een lift). Tabel 4: Opmerkingen bij dit onderzoek Positief - Ondersteunt landelijke uitkomsten van woonwensen van ouderen. - Benoemt de aspecten die senioren belangrijk vinden om thuis te kunnen blijven wonen. Kanttekening Gezien de verschillen tussen de bevolking van Oegstgeest en Leiden is het niet duidelijk in hoeverre de uitkomsten ook gelden voor de senioren in Leiden. 2.4 WWZ-beleid gemeente Leiden en de mogelijkheden van Portaal Het doel van dit rapport is om antwoord te geven op de volgende vraag: Waar kan Portaal de grootste bijdrage leveren aan de behoefte van ouderen om zo lang mogelijk te blijven wonen in de voor hen zo vertrouwde omgeving? De gemeente Leiden heeft zeven stimuleringsgebieden 10 aangewezen die zij vanwege het voorzieningenniveau geschikter vindt dan andere gebieden voor ouderen en mensen met functiebeperkingen. Portaal heeft gekeken welk bezit zij in deze gebieden heeft, hoeveel geschikte 11 en ongeschikte woningen 12 zij in deze gebieden heeft en hoe haar oudere 10 Dit zijn: 1. Leiden Noord-Kooiplein, 2. Boshuizen/Luifelbaan, 3. Fortuinwijk, 4. Diamantlaan/De Robijnhof, 5. Merenwijk Centrum en 6. Stevensbloem (Stevenshof). Na dit onderzoek heeft de gemeenteraad eind 2009 in de Nota winkelen, wonen, welzijn en zorg een zevende woonservicezone toegevoegd: Meerburg e.o.. Deze zone is dus niet meegenomen in het onderzoek van Portaal. 11 Dit zijn woningen met 1 of 2 sterren, zie bijlage 2. 12 Dit zijn woningen zonder sterren, zie bijlage 2. Woonwensen van mensen met een beperking pagina 7 van 39

huurders over deze gebieden zijn verdeeld. De volgende tabel geeft de situatie in de stimuleringsgebieden. Tabel 5: Aantal 55-plussers en geschikte woningen van Portaal in stimuleringsgebieden Aantal hoofdhuurders Geschikte woningen Onge- van In % van aantal schikte Stimuleringsgebied Aantal 55-plus hoofdhuurders woningen Leiden Noord-Kooiplein 185 28 15% 375 Boshuizen/Luifelbaan 145 1 1% 378 Fortuinwijk 23 0 0% 27 Diamantlaan/De Robijnhof 284 503 177% 153 Merenwijk Centrum 106 169 159% 248 Stevensbloem (Stevenshof) 313 194 62% 340 Totaal 1.056 895 85% 1.521 Geadviseerd wordt om actie te ondernemen in het stimuleringsgebied Boshuizen/Luifelbaan. In dit gebied wonen alle oudere huurders in veel (378) ongeschikte woningen. Deze woningen kunnen met eenvoudige ingrepen geschikt worden gemaakt. Tabel 6: Opmerkingen bij dit onderzoek Positief Zoomt in op wijkniveau en maakt op die manier duidelijk in welke wijken woningen die niet geschikt zijn voor ouderen het beste geschikt gemaakt kunnen worden. Kanttekening Is beperkt tot het bezit van Portaal, en geeft dus geen informatie over de mogelijkheden van het bezit van de overige Leidse woningcorporaties. 2.5 Ouderenpeiling 55-plus Tijdens deze Ouderenpeiling 13 is door middel van telefonische interviews aan 768 zelfstandig wonende inwoners van 55 tot 85 jaar naar hun wensen en meningen over diverse onderwerpen gevraagd. Eén van de thema s in het onderzoek was wonen. 17% van de 55-plussers denkt erover om in de komende twee jaar te verhuizen. Van hen wil 41% dit vanwege (naderende) ouderdom of gezondheid en 59% om een andere reden. Het percentage ouderen met verhuisplannen ligt iets lager dan in 2006. Leidenaren van 75 jaar en ouder hebben minder vaak verhuisplannen. De mensen die erover denken om te verhuizen vanwege ouderdom/ziekte vinden het vooral belangrijk dat hun nieuwe woning gelijkvloers is. Bijna de helft (47%) van de 55-plussers die zouden willen verhuizen vanwege ouderdom/ziekte denkt hierbij problemen te ondervinden. De problemen lijken vooral betrekking te hebben op het aanbod ( te weinig aanbod aan geschikte woningen ) en op de wachtlijsten ( geen plek, wachtlijst in bejaardenhuis, verpleeghuis ). Van de 55-plussers zou 7% aanpassingen aan huis willen vanwege naderende ouderdom. Dit is lager dan in 2006 (11%). De mensen die aanpassingen zouden willen, denken vooral aan een traplift, steunen in wc en douche, verwijderen van drempels en een verhoogd toilet. 13 De Ouderenpeiling is onderdeel van de Stadsenquête die ieder jaar door de gemeente Leiden wordt uitgevoerd. De Ouderenpeiling wordt eens in de drie jaar gehouden. De peiling van 2009 is voor een groot deel een herhaling van de Ouderenpeiling 2006. Woonwensen van mensen met een beperking pagina 8 van 39

Tabel 7: Opmerkingen bij dit onderzoek Positief - Ondersteunt landelijke uitkomsten dat naarmate inwoners ouder zijn, ze minder willen verhuizen. - Geeft een indicatie van de problemen van ouderen bij het vinden van geschikte woonruimte. Kanttekening Er is niet doorgevraagd op de problemen die ouderen verwachten te ervaren, maar de ouderenpeiling leent zich hiervoor niet zo goed. 2.6 Uitkomsten WoON 2009 over wonen en zorg Hieronder is een aantal uitkomsten voor Leiden vermeld uit WoON 2009. In Leiden staan 12.800 nultredenwoningen. Dit zijn woningen die intern en extern toegankelijk zijn. Interne toegankelijkheid komt bij woningen in Leiden vaker voor dan gemiddeld in Nederland, door het grotere aandeel appartementen. Tabel 8: Intern en extern toegankelijke woningen in Leiden Toegankelijkheid Aantal In % Nultredenwoning 12.800 21% Intern, niet extern 18.600 30% Extern, niet intern 21.500 35% Niet intern, niet extern 8.400 14% Totaal 61.300 100% In Leiden woont 34% van de huishoudens van 65 jaar of ouder in een nultredenwoning. Dat is minder dan in heel Nederland (40%). De volgende tabel geeft inzicht in de woonsituatie van 65-plushuishoudens in Leiden. Tabel 9: Woonsituatie van 65-plushuishoudens in Leiden Toegankelijkheid Aantal In % Nultredenwoning 3.000 34% Intern, niet extern 2.200 25% Extern, niet intern 3.200 36% Niet intern, niet extern 500 5% Totaal 8.900 100% Deze tabel laat zien dat van de 12.800 nultredenwoningen in Leiden, er 3.000 (23%) worden bewoond door 65-plushuishoudens. Dit betekent dat ook jongere huishoudens in intern en/of extern toegankelijke woningen wonen. Zie de volgende tabel. Tabel 10: Woonsituatie naar leeftijd van het huishouden in Leiden Toegankelijkheid 45-54 jaar 55-64 jaar 65-74 jaar 75-plus Nultredenwoning 15% 19% 26% 41% Intern, niet extern 21% 21% 25% 25% Extern, niet intern 47% 49% 44% 28% Niet intern, niet extern 16% 11% 5% 6% Totaal 100% 100% 100% 100% De verhuisgeneigdheid onder huishoudens waarvan de hoofdbewoner 75-plus is, is 9%. Dat betekent dat 9% van deze Leidse huishoudens verwacht binnen twee jaar op zoek te gaan naar een andere woning. Gemiddeld is dat 45% van alle huishoudens. In de volgende tabel is te zien dat de verhuisgeneigdheid afneemt naarmate mensen ouder zijn. Woonwensen van mensen met een beperking pagina 9 van 39

Tabel 11: Verhuisgeneigdheid naar leeftijd van het huishouden in Leiden Leeftijd huishouden In % Inwonend kind 62% T/m 25 jaar 76% 25 t/m 34 jaar 67% 35 t/m 44 jaar 42% 45 t/m 54 jaar 33% 55 t/m 64 jaar 22% 65 t/m 74 jaar 16% 75 jaar of ouder 9% Totaal 45% De volgende tabel geeft inzicht in de vraag welk woningtype de verhuisgeneigde huishoudens wensen. 65-plussers blijken veel vaker een meergezinswoning (appartement) te willen dan jongere huishoudens. Tabel 12: Gewenst woningtype in Leiden Gewenst woningtype In % Eengezinswoning, tot 34 jaar 39% Meergezinswoning, tot 34 jaar 61% Eengezinswoning, 35 tot 65 jaar 67% Meergezinswoning, 35 tot 65 jaar 33% Eengezinswoning, 65 jaar en ouder 12% Meergezinswoning, 65 jaar en ouder 88% 54% van de verhuisgeneigde 65-plushuishoudens (400 van de 700) wil verhuizen naar een nultredenwoning. Tabel 13: Opmerkingen bij dit onderzoek Positief - Ondersteunt de conclusie van eerdere onderzoeken dat naarmate inwoners ouder zijn, ze minder willen verhuizen. - Geeft inzicht in de aantallen en kenmerken van woningen in Leiden die bedoeld zijn voor ouderen. - Geeft inzicht van de behoefte van ouderen aan meergezinswoningen. Kanttekening Niet bekend is aan welke eisen de gewenste meergezinswoningen moeten voldoen (qua aantal kamers, kwaliteit, ligging, huur- en koopprijs en grootte van balkon). 2.7 Quick scan geschiktheid van de woningvoorraad voor mensen met beperkingen; de corporatievoorraad in beeld en een indicatie van de vraag Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Vereniging Woningcorporaties Holland Rijnland (VWHR). Het is een quick scan naar de geschiktheid van de woningvoorraad voor mensen met beperkingen (dus het aanbod) en een inschatting van de vraag naar specifieke woningen voor de toekomst. Op basis daarvan worden per gemeente in de regio Holland Rijnland de tekorten 14 en overschotten 15 berekend aan nultredenwoningen en rolstoelgeschikte/aanpasbare woningen. 14 Met tekorten wordt in de quick scan bedoeld dat de berekende vraag groter is dan het aanbod. Er is geen sprake van woningnood, maar tekorten geven aan dat meer mensen langer in hun eigen (relatief ongeschikte) woning zullen blijven wonen. 15 Met overschot wordt in de quick scan bedoeld dat het berekende aanbod groter is dan de vraag. Dit betekent niet dat er sprake is van leegstand of dat een deel van de woningen zou moeten worden gesloopt. Overschotten betekenen dat ouderen en mensen met beperkingen kunnen kiezen waar ze gaan wonen (in plaats van aangewezen te zijn op de geschikte woning die wordt aangewezen) en dat ook andere doelgroepen in geschikte woningen zullen wonen. Want het gaat vrijwel altijd om woningen die ook voor andere doelgroepen bruikbaar zijn. Woonwensen van mensen met een beperking pagina 10 van 39

In de volgende twee tabellen staan de uitkomsten voor Leiden zowel in 2009 als de indicatie voor 2025. 16 De vraag naar nultredenwoningen en rolstoelgeschikte/aanpasbare woningen is vooral afhankelijk van de bevolkingsontwikkeling. Met name de groep ouderen is hierbij van belang. Zowel de groep 65-75 jaar als de groep 75-plussers neemt tussen 2009 en 2025 in absolute zin toe in zowel Leiden als in de regio. Tabel 14: Aanbod aan en vraag naar geschikte woningen in 2009 2009 Aanbod Vraag Overschot Corporatiewoningen Totaal Rolstoelgeschikte/aanpasbare woningen 811 1.230 2.041 Overige nultredenwoningen 6.880 3.260 10.140 Totaal nultredenwoningen 7.691 4.490 12.181 Rolstoelgeschikte/aanpasbare woningen 1.218 Overige nultredenwoningen 7.110 Totaal nultredenwoningen 8.328 Rolstoelgeschikte/aanpasbare woningen 823 Overige nultredenwoningen 3.030 Totaal nultredenwoningen 3.853 Tabel 15: Aanbod aan en vraag naar geschikte woningen in 2025 2025 Aanbod Vraag Overschot Niet corporatiewoningen Corporatiewoningen Niet corporatiewoningen Totaal Rolstoelgeschikte/aanpasbare woningen 811 1.230 2.041 Overige nultredenwoningen 6.880 3.260 10.140 Totaal nultredenwoningen 7.691 4.490 12.181 Rolstoelgeschikte/aanpasbare woningen 1.644 Overige nultredenwoningen 9.061 Totaal nultredenwoningen 10.705 Rolstoelgeschikte/aanpasbare woningen 397 Overige nultredenwoningen 1.079 Totaal nultredenwoningen 1.476 In Leiden is dus op dit moment het aanbod aan zowel rolstoelgeschikte/aanpasbare woningen als overige nultredenwoningen groter dan de vraag. Naar verwachting is dat overschot in 2025 veel kleiner, maar ook dan is ondanks de voortgaande vergrijzing van de bevolking het aanbod groter dan de vraag. De belangrijkste conclusie van dit onderzoek is dat er in elk geval tot 2025 niet meer nultredenwoningen in Leiden nodig zijn dan er nu al staan. 16 In de tabellen zijn sommige aantallen met één woning verhoogd of verlaagd om de uitkomsten rekenkundig te laten kloppen. Woonwensen van mensen met een beperking pagina 11 van 39

Tabel 16: Opmerkingen bij dit onderzoek Positief Kanttekening Geeft inzicht in In het rapport zelf al genoemd: zowel de vraag naar - Omdat het een quick scan is, zijn de uitkomsten slechts een als het aanbod aan indicatie. geschikte c.q. - De vraag is gebaseerd op kengetallen die als minimum moeten geschikt te maken worden beschouwd. woningen voor - Bij deze vergelijking tussen vraag en aanbod wordt er van ouderen, zowel in uitgegaan dat de geschikte woningen ook daadwerkelijk 2009 als in 2025. beschikbaar komen voor de doelgroep. - Een deel van de aanpasbare woningen is op dit moment (nog) niet rolstoelgeschikt. Niet in het rapport genoemd: - Het onderzoek houdt geen rekening met het aanbod in de particuliere huursector. - Het onderzoek houdt geen rekening met de bouwplannen van de komende jaren. De voorgenomen nieuwbouw van seniorenwoningen tussen 2009 en 2025 is dus niet meegerekend in de quick scan. - Het onderzoek gaat in op de kwantitatieve vraag en aanbod van woningen, maar niet op de kwaliteit van het aanbod: voldoet die kwaliteit aan de eisen die ouderen stellen? Woonwensen van mensen met een beperking pagina 12 van 39

3. Conclusies van literatuuronderzoek In dit hoofdstuk worden, op basis van de onderzoeksrapporten die in hoofdstuk 2 zijn samengevat, conclusies getrokken. Verhuisgeneigdheid - De verhuisgeneigdheid neemt af met de leeftijd. In Leiden (en in Nederland) wil slechts 9 à 10% van de 75-plussers binnen twee jaar verhuizen. - Bijna de helft (47%) van de 55-plussers in Leiden die vanwege ouderdom of ziekte willen verhuizen verwacht hierbij problemen te ondervinden. De problemen lijken vooral betrekking te hebben op het aantal vrijkomende woningen ( te weinig aanbod aan geschikte woningen ) en de wachtlijsten ( geen plek, wachtlijst in bejaardenhuis en/of verpleeghuis ). Woonwensen van ouderen - De toekomstige ouderen hebben als gevolg van sociaal-culturele en sociaaleconomische trends andere wensen en andere mogelijkheden en gedragen zich anders op de woningmarkt dan de huidige ouderen. Maar de meeste trends leiden tot één uitkomst: een sterkere wens om niet te verhuizen en langer zelfstandig te blijven wonen in de huidige woning. Dit neemt niet weg dat er een groep ouderen zal blijven die een laag inkomen heeft. - Omdat de groep ouderen toeneemt, zijn er meer woningen nodig die voldoen aan de nultredenkwaliteit, en is er sprake van een toename van de behoefte aan zorgdiensten in de eigen (zelfstandige) woning. - Van de verhuisgeneigde 65-plussers in Leiden wenst 88% een meergezinswoning. - De ouderen in Leiden die willen verhuizen vanwege ouderdom of ziekte vinden het vooral belangrijk dat hun nieuwe woning gelijkvloers is. - Voor de oudere is niet alleen de woning belangrijk, maar ook de woonomgeving. Die omgeving moet voor de bewoner toegankelijk en veilig zijn, met voorzieningen in de nabijheid. Daarom is het belangrijk om bij herstructurering en bij nieuwbouw in een vroeg planstadium toegankelijkheidseisen in te brengen. Mogelijkheden van bestaande woningvoorraad - Gezien het grote aantal bestaande woningen en de lage verhuisgeneigdheid van ouderen biedt de bestaande woningvoorraad de grootste mogelijkheden om het aantal levensloopgeschikte woningen te vergroten. - Bij de huursector liggen de meeste mogelijkheden bij de woningen die na 1990 zijn gebouwd en bij de woningen uit de jaren 60 en 70 omdat deze relatief breed zijn. Maar in Leiden staan relatief weinig eengezinshuurwoningen van na 1990. Bij de koopsector zijn veel meer eengezinswoningen levensloopgeschikt te maken, maar daarop hebben de gemeente en woningcorporaties veel minder grip (zeker nu de corporaties worden genoodzaakt zich te beperken tot hun kerntaken). - Wat het bezit van woningcorporatie Portaal betreft liggen de grootste kansen in het stimuleringsgebied Boshuizen/Luifelbaan. In dit gebied wonen veel ouderen in voor hen relatief ongeschikte woningen. Aanbod en vraag naar geschikte woningen - In Leiden is nu het aanbod aan zowel roelstoelgeschikte en/of aanpasbare woningen als overige nultredenwoningen groter dan de vraag. Naar verwachting is dat overschot in Woonwensen van mensen met een beperking pagina 13 van 39

2025 veel kleiner, maar ook dan is ondanks de voortgaande vergrijzing van de bevolking het aanbod groter dan de vraag. Dit betekent dat er in elk geval tot 2025 niet meer nultredenwoningen nodig lijken te zijn dan er nu al staan. Woonwensen van mensen met een beperking pagina 14 van 39

4. Opmerkingen bij de onderzoeken In dit hoofdstuk wordt herhaald wat per onderzoeksrapport de positieve aspecten zijn en de te maken kanttekeningen. De nummering in de kolom Rapport verwijst naar de paragraaf waarin het desbetreffende onderzoek is samengevat. In bijlage 2 worden de verschillende woningtypen die in deze notitie staan, toegelicht. Tabel 17: Opmerkingen bij de onderzoeksrapporten Rapport Positief Kanttekening Algemeen Het valt op dat er veel aandacht is voor dit onderwerp: er zijn - Het is lastig dat er veel verschillende begrippen worden gebruikt voor veel recente onderzoeksrapporten beschikbaar. woningtypen die geschikt zijn voor ouderen en mensen met een beperking. Zie daarom bijlage 2 voor een toelichting en vergelijking. - Het is lastig dat er bij ouderen verschillende leeftijden worden gehanteerd: soms 55-plus, soms 65-plus, soms 75-plus. 2.1 Geschikt wonen het aanpassen nú aanpakken 2.2 Senioren op de woningmarkt; nieuwe generaties, andere eisen en wensen 2.3 Woonvoorkeuren en woningmarktgedrag van senioren in Oegstgeest 2.4 WWZ-beleid gemeente Leiden en de mogelijkheden van Portaal - Benoemt het proces om het aantal levensloopgeschikte woningen te vergroten. - Maakt duidelijk dat niet alleen de woning belangrijk is, maar ook de woonomgeving. - Maakt duidelijk dat de ouderen niet één homogene groep zijn. - Geeft inzicht in de sociaal-culturele en sociaaleconomische trends bij ouderen, waardoor de behoefte aan nultredenwoningen en zorgdiensten zal worden versterkt en er een verstopping op de woningmarkt dreigt. - Ondersteunt landelijke uitkomsten van woonwensen van ouderen. - Benoemt de aspecten die senioren belangrijk vinden om thuis te kunnen blijven wonen. Zoomt in op wijkniveau en maakt op die manier duidelijk in welke wijken woningen die niet geschikt zijn voor ouderen het beste geschikt gemaakt kunnen worden. De woonomgeving wordt beperkt tot de toegankelijkheid en veiligheid van de omgeving. Maar het gaat om meer eisen, zoals winkels in de nabijheid en een brievenbus. Bevat een kwalitatieve analyse, zonder dat dit leidt tot aantallen. Gezien de verschillen tussen de bevolking van Oegstgeest en Leiden is het niet duidelijk in hoeverre de uitkomsten ook gelden voor de senioren in Leiden. Is beperkt tot het bezit van Portaal, en geeft dus geen informatie over de mogelijkheden van het bezit van de overige Leidse woningcorporaties. Woonwensen van mensen met een beperking pagina 15 van 39

Rapport Positief Kanttekening 2.5 Ouderenpeiling 55- plus 2.6 Uitkomsten WoON 2009 over wonen en zorg 2.7 Quick scan geschiktheid van de woningvoorraad voor mensen met beperkingen - Ondersteunt landelijke uitkomsten dat naarmate inwoners ouder zijn, ze minder willen verhuizen. - Geeft een indicatie van de problemen van ouderen bij het vinden van geschikte woonruimte. - Ondersteunt landelijke uitkomsten dat naarmate inwoners ouder zijn, ze minder willen verhuizen. - Geeft inzicht in de aantallen en kenmerken van woningen in Leiden die bedoeld zijn voor ouderen. - Geeft inzicht van de behoefte van ouderen aan meergezinswoningen. Geeft inzicht in zowel de vraag naar als het aanbod aan geschikte c.q. geschikt te maken woningen voor ouderen, zowel in 2009 als in 2025. Er is niet doorgevraagd op de problemen die ouderen verwachten te ervaren, maar de ouderenpeiling leent zich hiervoor niet zo goed. Niet bekend is aan welke eisen de gewenste meergezinswoningen moeten voldoen (qua aantal kamers, kwaliteit, ligging, huur- en koopprijs en grootte van balkon). In het rapport zelf al genoemd: - Omdat het een quick scan is, zijn de uitkomsten slechts een indicatie. - De vraag is gebaseerd op kengetallen die als minimum moeten worden beschouwd. - Bij deze vergelijking tussen vraag en aanbod wordt er van uitgegaan dat de geschikte woningen ook daadwerkelijk beschikbaar komen voor de doelgroep. - Een deel van de aanpasbare woningen is op dit moment (nog) niet rolstoelgeschikt. Niet in het rapport genoemd: - Het onderzoek houdt geen rekening met het aanbod in de particuliere huursector. - Het onderzoek houdt geen rekening met de bouwplannen van de komende jaren. De voorgenomen nieuwbouw van seniorenwoningen tussen 2009 en 2025 is dus niet meegerekend in de quick scan. - Het onderzoek gaat in op de kwantitatieve vraag en aanbod van woningen, maar niet op de kwaliteit van het aanbod: voldoet die kwaliteit aan de eisen die ouderen stellen? Gelet op de vraagstelling van deze notitie zie paragraaf 1.1 wordt in bijlage 1 dieper ingegaan op de kanttekeningen van het in 2.7 samengevatte onderzoek Quick scan geschiktheid van de woningvoorraad voor mensen met beperkingen. Want deze kanttekeningen kunnen wellicht deels verklaren waarom er kwantitatief misschien geen probleem is, maar waarom er wel een kwalitatief probleem is. Woonwensen van mensen met een beperking pagina 16 van 39

5. Resultaten van gesprekken Het concept van deze notitie is besproken met een aantal vertegenwoordigers van de gemeente en met externe partijen. In de maanden september en oktober 2010 hebben gesprekken plaatsgevonden met de volgende personen en instanties. Tabel 18: Geïnterviewde personen en instanties Instelling Sessie 1. 2. Platform 1. Ons Doel Gehandicapten Leiden 2. Portaal Stichting Radius 3. De Sleutels 4. Wmo-advies-raad Klankbordgroep Ouderen Leiden Namens gemeente Wanneer Kim Yap en Wim Vos 15 september 2010 Enna Bongers en Wim Vos Myrthe Kamphuis en Wim Vos Enna Bongers en Wim Vos 20 september 2010 19 oktober 2010 29 oktober 2010 Aan de aanwezigen zijn de volgende vragen voorgelegd: 1. Herkent u de genoemde uitkomsten van de onderzoeken? 2. Welke wel en welke niet? 3. Is er inderdaad geen kwantitatief probleem? 4. Indien wél, welke is dat en hoe kan die worden opgelost? 5. Zijn er inderdaad kwalitatieve problemen? 6. Zo ja, welke zijn dat en hoe kunnen ze worden opgelost? Graag bij deze problemen een onderscheid maken tussen: a. de algemene belemmeringen om te verhuizen (denk aan: kosten die verhuizing met zich meebrengt, rompslomp om een nieuw huis te zoeken en het oude te verkopen en emotionele consequenties van het verlaten van een vertrouwde plek) en b. de specifieke problemen die ouderen in Leiden ervaren. 7. Wat zouden mogelijke oplossingen zijn van deze belemmeringen en problemen? De resultaten van deze interviews zijn in dit hoofdstuk samengevat. Voor gedetailleerdere informatie wordt verwezen naar de opgestelde gespreksverslagen, die als bijlage 4 bij deze notitie zijn toegevoegd. Herkenbaarheid van de uitkomsten De partijen herkennen veel van de gepresenteerde uitkomsten van de onderzoeken en vinden het prettig dat de diverse onderzoeken op deze manier in de notitie zijn gebundeld en samengevat. Ze hebben geen informatie die afwijkt van de uitkomsten van de opgenomen onderzoeken. Partijen kijken wel verschillend aan tegen de mogelijkheden om bestaande eengezinswoningen aan te passen aan de behoefte van mensen met een beperking. In de volgende tabel worden daarvan de genoemde voor- en nadelen genoemd. Tabel 19: Voor- en nadelen van opplussen van bestaande eengezinswoningen Voordeel Nadeel - Omdat verreweg de meeste ouderen in - Opplussen is een aantrekkelijke optie in hun eigen woning willen blijven wonen, een gemeente met veel is het opplussen voor hen eengezinswoningen, maar in stedelijke aantrekkelijker dan verhuizen naar een gemeenten zoals Leiden zijn deze aangepaste woning. eengezinswoningen schaars. Woonwensen van mensen met een beperking pagina 17 van 39

Voordeel - Verhuizen brengt voor ouderen veel emotie en kosten met zich mee, terwijl woningaanpassingen uit het Wmobudget kunnen worden betaald. Nadeel - Veel bestaande eengezinswoningen zijn niet of alleen tegen heel hoge kosten aan te passen. De kosten zijn vaak hoger dan bij meergezinswoningen. - De gemeente Leiden wil de schaarse ruimte zo goed mogelijk benutten. Daarom wil ze dat de eengezinswoningen zoveel mogelijk worden bewoond door gezinnen. Geen kwantitatief probleem De meeste partijen gaan ervan uit dat het aantal geschikte woningen voor mensen met een beperking in Leiden inderdaad groter is dan de behoefte. Maar ook als dat zo is, vinden alle partijen dat de nieuw te bouwen woningen zoveel mogelijk levensloopgeschikt moeten zijn. Dit strookt met de gemaakte afspraak in de Prestatieafspraken 2009-2015 dat traploze nieuwbouwwoningen die de Leidse woningcorporaties bouwen minimaal 3-sterren levensloopgeschikt moeten zijn (afspraak 14, zie bijlage 3). Dat er in de praktijk toch een tekort wordt ervaren, komt kort samengevat omdat het geen schaarsteprobleem is, maar een verdelingsprobleem. De geschikte woningen zijn er wel, maar de doorstroming is klein en de woningen worden voor een groot deel bewoond door de niet-doelgroep (slechts 23% van de nultredenwoningen in Leiden wordt bewoond door 65- plushuishoudens). Dit betekent dat er in de Prestatieafspraken 2009-2015 terecht vraagtekens worden gezet bij de doelstelling uit de Woonvisie om 3.500 extra levensloopgeschikte woningen te realiseren. Het voor 2009 door partijen aangekondigde onderzoek naar de kwalitatieve en kwantitatieve vraag voor de komende jaren is niet nodig, nu uit dit onderzoek blijkt dat er geen sprake van een kwantitatief tekort en uit dit onderzoek ook blijkt hoe de door woningzoekenden ervaren problemen kunnen worden opgelost. Zie hierna. Kwalitatieve problemen met mogelijke oplossingen Er is bij de partijen veel overeenstemming over de vraag wat de problemen en mogelijke oplossingen zijn. Die oplossingen zijn grotendeels gericht op het vergroten van het woningaanbod aan nieuwe en/of bestaande geschikte woningen. Zie de volgende tabel. Deze oplossingen zijn niet uitsluitend gericht op de gemeente, maar op alle betrokken organisaties. Tabel 20: Problemen met mogelijke oplossingen Probleem Oplossing 1. Er worden veel definities Perk het aantal onderscheiden woningtypes zo veel gebruikt qua geschikte mogelijk in. Beschouw bijvoorbeeld rolstoelgeschikte, woningtypen voor mensen met nultreden en geschikte woning als synoniem (zie tabel een beperking. 24) en kies hiervoor daarom consequent één benaming. 2. Er worden veel verschillende leeftijdsgrenzen van ouderen gehanteerd. 3. Niet alle informatieverstrekkers zijn op de hoogte van de - Werk niet met leeftijdsgrenzen, maar hanteer de zorgbehoefte en niet de leeftijd als bepalend voor wat mensen nodig hebben. - Als wordt gewerkt met leeftijdsgrenzen van een oudere, kies dan voor 75 jaar omdat de zorgbehoefte van ouderen over het algemeen pas vanaf die leeftijd optreedt. - Een betere communicatie tussen de gemeente en de corporaties aan de ene kant en de informatieverstrekkers aan de andere kant. 18 Woonwensen van mensen met een beperking pagina 18 van 39

Probleem mogelijkheden. Formeel lijken er veel dingen goed te zijn geregeld, maar die mogelijkheden worden vanwege een gebrek aan kennis bij informatieverstrekkers niet altijd benut. 17 4. De communicatie met de bewoners is vaak ingewikkeld en uitsluitend in de Nederlandse taal. Veel mensen met een beperking hebben een laag opleidingsniveau. 5. Verhuizen is, vooral voor ouderen, emotioneel zwaar, gezien de herinneringen aan het huis en de gehechtheid aan de buurt. 6. Veel ouderen denken pas na over een mogelijke verhuizing op het moment dat ze hulpbehoevend zijn. Daardoor is het mogelijk dat op het moment dat er een geschikte woning vrijkomt, er geen gegadigde met een beperking is. 7. Woonzicht.nl vereist een computer en een assertief gedrag van woningzoekenden. Veel ouderen hebben geen computer en vooral mensen met een beperking hebben niet de vereiste energie om actie te ondernemen. Oplossing Organiseer bijvoorbeeld een wonen-welzijn-zorgoverleg met de zorginstellingen en corporaties. - Het benutten van de kennis bij het Platform Gehandicapten over de mensen met een beperking, bijvoorbeeld door de Vrouwenadviescommissie (VAC) te verbreden tot een Woonadviescommissie, waarin ook het platform deelneemt. - De mogelijkheden van verhuizingen en het opplussen van woningen opnemen in een folder in diverse buitenlandse talen (zoals Turks en Berber/Arabisch). - Brieven en ander voorlichtingsmateriaal zo eenvoudig mogelijk houden, met de mogelijkheid om een persoonlijke toelichting daarop te geven. - Uitgaande van de behoefte van de bewoner beoordelen wat er nodig is om thuis te kunnen blijven wonen en eerder voorlichting geven over de mogelijkheden om de woning aan te passen. - De gemeente werkt aan een voorstel voor het afschaffen van een vergunning om twee woningen samen te voegen. Als dat voorstel in 2011 door de gemeenteraad wordt aangenomen, zijn boven- en onderwoningen bij uitstek geschikt om mantelzorg te verlenen: de mantelzorger woont in de bovenwoning en geeft zorg aan zijn ouder(s) wonend op de begane grond. - Wellicht is er een bedrijfje dat ouderen helpt bij het verhuizen. Eerder voorlichting aan ouderen geven, zodat zij zich kunnen voorbereiden op een verhuizing. Hier ligt een belangrijke rol bij de partijen die nu al op bezoek komen bij de ouderen. Eerder voorlichting, begeleiding en ondersteuning aan hulpbehoevenden geven, want zij hebben veel moeite om een nieuw netwerk op te bouwen. 17 Voor voorbeelden hiervan wordt verwezen naar de verslagen van de gesprekken. 18 De Sleutels gaat bijvoorbeeld een informatiemiddag organiseren voor informatieverstrekkers. Woonwensen van mensen met een beperking pagina 19 van 39

Probleem 8. De nieuwe woning heeft minder kamers en is duurder dan de huidige woning. 9. Ouderen zijn gehecht aan hun wijk en willen niet in elke wijk wonen. 10. Het aanpassen van een bestaande woning is duur. Oplossing - Experiment starten waarbij wordt afgezien van het harmoniseren van de huurprijs bij mutatie. - Huurgewenning toepassen, waarbij de huurder geleidelijk aan de hogere, definitieve huurprijs betaalt. - Meer variatie toepassen in nieuwbouwplannen (groot én klein). - Huurders die willen verhuizen wijzen op de compensatie van de hogere huurprijs vanwege de lagere stookkosten (omdat de nieuwe woning goed is geïsoleerd) en de lagere eigen bijdrage van de Wmovoorzieningen (omdat de nieuwe woning al is aangepast). - In elke wijk (woonservicezone) nieuwe geschikte woningen bouwen. - Werken met ambassadeurs die ouderen stimuleren om naar een andere wijk te verhuizen, of sowieso stimuleren om naar een betere woning te verhuizen. Een overzicht maken van de aangepaste woningen (betekent samenvoegen van de bestanden van de gemeente en van de corporaties: welke woningen hebben welke aanpassing?) en woningzoekenden laten aangeven aan welke aanpassingen zij behoefte hebben. Woonwensen van mensen met een beperking pagina 20 van 39

6. Conclusies en aanbevelingen 6.1 Conclusies Op basis van deze notitie en de gesprekken daarover met vertegenwoordigers van de gemeente en externe partijen worden de volgende conclusies getrokken: 1. Zowel op dit moment als in 2025 zijn er in Leiden voldoende geschikte woningen voor mensen met beperkingen. 2. Toch blijkt uit de gehouden gesprekken dat er in de praktijk een mismatch wordt ervaren tussen de vraag naar geschikte woningen en het aanbod daarvan. Het tekort dat wordt ervaren is kort samengevat geen schaarsteprobleem, maar een: - verdelingsprobleem (de woningen zijn er wel, maar komen onvoldoende vrij); - kwaliteitsprobleem (de woningen zijn er wel, maar hebben niet altijd de kwaliteit die woningzoekenden verlangen; het zijn bijvoorbeeld galerijflats). 3. Vooral voor het genoemde verdelingsprobleem zijn door de geïnterviewde partijen veel redenen en mogelijke oplossingen genoemd. Zie tabel 20. 6.2 Aanbevelingen Op basis van dit onderzoek worden aan de gemeente de volgende aanbevelingen gedaan: 1. Maak bij het maken van nieuwe Prestatieafspraken met de Leidse woningcorporaties afspraken over het vergroten van de beschikbaarheid van aangepaste woningen. 2. Neem bij het bijstellen van de Woonvisie op dat het niet alleen belangrijk is dat er voldoende woningaanbod is, maar leg ook de nadruk op het bieden van ondersteuning/kennisverspreiding. 3. Organiseer een bijeenkomst tussen de gemeente, de ouderenorganisaties en de woningcorporaties om te bespreken hoe de problemen die in deze notitie staan, kunnen worden opgelost. Hier ligt een rol voor de gemeente om partijen samen te brengen. 4. Over het algemeen bereiden ouderen zich slechts beperkt voor op een verhuizing die het gevolg is van het krijgen van gebreken. Als de gemeente meer inzicht wil hebben in de problemen die ouderen daarbij ondervinden, zal een enquête onder ouderen niet zo veel informatie opleveren. Een onderzoek onder onlangs verhuisde ouderen zal die informatie wél opleveren. Hoe kijken zij terug op de verhuizing? Wat viel mee en wat viel tegen? 5. In de verslagen van de gesprekken is veel informatie opgenomen die de gesprekspartners hebben aangedragen. Het is dus nuttig om kennis te nemen van die verslagen. De overige aanbevelingen zijn niet uitsluitend aan de gemeente gericht, maar ook (en misschien wel vooral) aan de ouderenorganisaties: 6. Verbeter de voorlichting aan instanties die ouderen ondersteunen bij het langer thuis blijven wonen en bij het zoeken van een geschikte woning. 7. Maak gezamenlijk op basis van de oplossingen die in tabel 20 zijn aangedragen concrete afspraken waardoor het voor mensen met een beperking gemakkelijker wordt om ofwel in zijn/haar eigen woning te blijven wonen, ofwel een andere, meer geschikte woning te vinden. Woonwensen van mensen met een beperking pagina 21 van 39