ECONOMIC TOEGELICHT Marc De Clercq Zestiende editie Hl intersentia Antwerpen - Cambridge
Inhoud Woord vooraf Tabellen Figuren v xxi xxv HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BESCHOUWINGEN 1 1.1 WAT IS ECONOMIE? 3 1.2 BEHOEFTEN 6 1.3 PRODUCTIEFACTOREN 8 1.3.1 Arbeid 9 1.3.2 Natuurlijk milieu 12 1.3.3 Kapitaal 14 1.4 GOEDEREN 16 1.5 SOORTEN HUISHOUDINGEN 19 1.6 MODERNE RUILECONOMIE 20 1.6.1 De functies van het geld 20 1.6.2 De geldhoeveelheid 21 1.7 GESCHIEDENIS VAN HET GELDSTELSEL 24 1.8 DE FINANCIELE SECTOR 30 1.8.1 Geldschepping 32 1.8.2 Overige functies 35 v ''
Economie toegelicht 1.9 ECONOMISCHE ORDE 37 1.9.1 Karakteristieken van de economische orde 38 1.9.1.1 Allocatiemechanisme 39 1.9.1.2 Eigendom van de productiefactoren 44 1.9.1.3 Centrale drijfveer in de economie 44 1.10 ONTWIKKELING VAN ECONOMISCHE THEORIEEN 45 1.10.1 Voorlopers 45 1.10.1.1 Mercantilisme 46 1.10.1.2 Fysiocratie 46 1.10.2 Klassieke school 47 1.10.3 Neoklassieke Scholen 47 1.10.4 Keynesiaanse school 50 1.10.5 Historisch-institutionalistische school 51 1.10.6 Marxistische school 53 1.11 DE ECONOMISCHE ONDERZOEKSMETHODE 57 1.12 SAMENVATTING 63 1.13 SLEUTELBEGRIPPEN 64 1.14 BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE 66 HOOFDSTUK 2. GRONDSLAGEN VAN DE ECONOMISCHE ANALYSE 73 2.1 METHODOLOGISCH INDIVIDUALISME 75 2.2 HOMO ECONOMICUS-HYPOTHESE 76 2.2.1 Autonomie van de preferenties 77 2.2.2 Rationaliteit 77 2.2.3 Eigenbelang 79 2.3 TRADE-OFFS 80 2.4 OPTIMALISERINGSPRINCIPE 83 2.5 VOORDELEN VAN SPECIALISATIE EN SAMENWERKING 89 2.5.1 Productiviteit gg 2.5.2 Kosten 94 2.5.2.1 Interne en externe kosten or vjjj
Inhoud 2.5.2.2 Directe en indirecte kosten 96 2.5.2.3 Constante en variabele kosten 96 2.5.3 Verklärende dementen voor productiviteit en kosten 100 2.5.3.1 Wet van de toe- en afnemende marginale productiviteit 100 2.5.3.2 Schaal-, leer- en scope-effecten 103 2.5.3.3 Benutting van de comparatieve productiviteit 107 2.6 MARKT ALS COÖRDINATIEMECHANISME 111 2.7 SPELTHEORIE 115 2.8 SAMENVATTING 121 2.9 SLEUTELBEGRIPPEN 122 2.10 BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE 123 HOOFDSTUK 3. GEZINNEN 125 3.1 HET GEZIN ALS ECONOMISCHE INSTITUTIE 127 3.2 AANBOD VAN ARBEID 134 3.3 CONSUMPTIE- EN SPAARBESLISSINGEN 140 3.3.1 Invloed van het inkomen 143 3.3.1.1 Keynesiaanse visie 143 3.3.1.2 Neoklassieke visie 146 3.3.1.3 Hypothese van het relatieve inkomen 150 3.3.2 Invloed van de interest 151 3.3.3 Invloed van het vermögen en het algemene prijspeil 154 3.4 SAMENSTELLING VAN DE CONSUMPTIE 155 3.4.1 Vraagfunctie 155 3.4.1.1 Relatie tussen de vraag en de prijs 155 3.4.1.2 Relatie tussen de vraag en het inkomen 166 3.4.1.3 Relatie tussen de vraag en de prijs van de andere goederen 169 3.4.1.4 Invloed van andere economische huishoudingen 170 3.4.2 Wetten van Gossen 170 3.4.3 Indifferentiecurven en budgetlijnen 173 3.4.3.1 Consumentenbeslissing 173 ix
Economie toegelicht 3.4.3.2 Substitutie-, inkomens- en participatie-effect: gevolgen van prijsveranderingen 177 3.4.3.3 Gevolgen van een inkomenswijziging: de inkomensvraagcurve 181 3.5 VERMOGENSBESLISSINGEN 182 3.6 SAMENVATTING 186 3.7 SLEUTELBEGRIPPEN 188 3.8 BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE 189 HOOFDSTUK 4. BEDRIJVEN 191 4.1 SOORTEN BEDRIJVEN 193 4.1.1 Ondernemingen 194 4.1.2 Overheidsbedrijven 198 4.1.3 Coöperaties 202 4.2 DE JAARREKENING 203 4.3 THEORIEEN OVER DE ONDERNEMING 209 4.3.1 De neoklassieke micro-economische theorie 210 4.3.2 De industrieeleconomische benadering 210 4.3.3 De gedragstheorie 210 4.3.4 De managementbenadering 211 4.3.5 De agency-benadering 211 4.3.6 De transactiekostenbenadering 212 4.4 DE NEOKLASSIEKE THEORIE VAN DE ONDERNEMINGS- BESLISSINGEN 214 4.4.1 Productiebeslissing 214 4.4.2 Optimale factorcombinatie 218 4.4.2.1 Körte periode 218 4.4.2.2 Lange periode 219 4.5 INVESTERINGSBESLISSING 224 4.6 AANBOD 229 x
Inhoud 4.7 BEHEER VAN DE ONDERNEMING 235 4.8 CORPORATE GOVERNANCE 240 4.9 DUURZAAM ONDERNEMEN 241 4.10 MULTINATIONALE ONDERNEMINGEN 242 4.11 FUSIES EN OVERNAMES 246 4.12 SAMENVATTING 248 4.13 SLEUTELBEGRIPPEN 250 4.14 BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE 251 HOOFDSTUK 5. MARKTEN VAN GOEDEREN EN DIENSTEN 257 5.1 MARKTORGANISATIE 259 5.2 CONTANTE, TIJD- EN TERMIJNTRANSACTIES 261 5.3 DISTRIBUTIE 265 5.4 SOORTEN MARKTVORMEN 268 5.5 VOLKOMEN CONCURRENTIE 270 5.5.1 Kenmerken 270 5.5.2 Ondernemersgedrag 271 5.5.2.1 Globaal marktevenwicht 271 5.5.2.2 Individuele producent 275 5.5.3 Efficientie 276 5.6 MONOPOLIE 277 5.6.1 Kenmerken 277 5.6.2 Ondernemersgedrag 278 5.6.2.1 Körte termijn 278 5.6.2.2 Lange termijn 280 5.6.2.3 Prijsdiscriminatie en prijsdifferentiatie 281 5.6.3 Efficientie 284 xi
Economie toegelicht 5.7 MONOPOLISTISCHE CONCURRENTIE 285 5.7.1 Kenmerken 285 5.7.2 Ondernemersgedrag 286 5.7.3 Efficientie 286 5.8 OLIGOPOLIE 287 5.8.1 Kenmerken 287 5.8.2 Samenwerkende oligopolies 288 5.8.2.1 Karteis 288 5.8.2.2 Prijsleiderschap van een dominante onderneming 290 5.8.2.3 Barometric-price-leadership 291 5.8.3 Niet-samenwerkende oligopolies 292 5.8.3.1 Cournot-model 292 5.8.3.2 Edgeworth en Bertrand-model 294 5.8.3.3 De geknikte vraagcurve 294 5.8.3.4 Speitheorie 296 5.8.3.5 Ruinerende concurrentie 298 5.8.4 Alternatieve gedragshypothesen 298 5.8.5 Efficientie 299 5.9 MARKTEVENWICHT: ALGEMENE EVALUATIE 299 5.10 SAMENVATTING 302 5.11 SLEUTELBEGRIPPEN 303 5.12 BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE 304 HOOFDSTUK 6. MARKTEN VAN PRODUCTIEFACTOREN 307 6.1 SAMENSTELLENDE ELEMENTEN VAN DE FACTOR- VERGOEDING 309 6.2 ALLOCATIE VAN DE ARBEID 3! 1 6.2.1 Aanbod van arbeid 3^ 6.2.2 Vraag naar arbeid 317 6.2.3 Soorten werkloosheid 318 6.2.4 Werking van de arbeidsmarkt 323 6.2.4.1 Neoklassiek arbeidsmarktmodel 323 6.2.4.2 Institutioneel arbeidsmarktmodel 326 xii
Inhoud 6.2.5 Invloed van de inflatie op de arbeidsmarkt 330 6.2.6 Invloed van de directe belastingen op de arbeidsmarkt 334 6.3 ALLOCATIE VAN HET KAPITAAL 336 6.3.1 Aanbod van vermögen 336 6.3.2 Vraag naar vermögen 337 6.3.3 Werking van de vermogensmarkt 338 6.3.3.1 Bepaling van het algemeen interestpeil 338 6.3.3.2 Geldmarkt 341 6.3.3.3 Kapitaalmarkt 343 6.3.4 Winst 352 6.4 ALLOCATIE VAN DE NATUUR 353 6.4.1 Grondprijzen 353 6.4.2 Common property 356 6.5 SAMENVATTING 360 6.6 SLEUTELBEGRIPPEN 361 6.7 BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE 362 HOOFDSTUK 7. MACROECONOMISCHE RELATIES 365 7.1 ECONOMISCHE KRINGLOOP 367 7.2 VOORNAAMSTE MACRO ECONOMISCHE REKENINGEN 370 7.2.1 Gezinnen 370 7.2.1.1 Ontvangsten van de gezinnen 370 7.2.1.2 Uitgaven van de gezinnen 371 7.2.2 Bedrijven 373 7.2.2.1 Ontvangsten van de bedrijven 373 7.2.2.2 Uitgaven van de bedrijven 374 7.2.3 Overheid 375 7.2.3.1 Ontvangsten van de overheid 375 7.2.3.2 Uitgaven van de overheid 376 7.2.4 Buitenland 376 7.2.4.1 Ontvangsten van het buitenland 376 7.2.4.2 Uitgaven van het buitenland 377 7.2.5 Kapitaalverrichtingen 378 xiii
Economie toegelicht 7.3 BEREKENING VAN DE ECONOMISCHE ACTIVITEIT 378 7.3.1 Productieoptiek 379 7.3.1.1 Toegevoegde waarde van de bedrijven 380 7.3.1.2 Toegevoegde waarde van de overheid 383 7.3.1.3 Binnenlands product 383 7.3.1.4 Toegevoegde waarde van het buitenland 384 7.3.2 Inkomensoptiek 385 7.3.3 Bestedingsoptiek 387 7.3.3.1 Gezinsconsumptie 387 7.3.3.2 Overheidsconsumptie 387 7.3.3.3 Investeringen 388 7.3.3.4 Binnenlandse bestedingen 388 7.3.3.5 Totale bestedingen 388 7.3.3.6 Binnenlands en nationaal product 388 7.4 VOORNAAMSTE MACRO-ECONOMISCHE GROOTHEDEN IN BELGIE 391 7.5 BETEKENIS VAN HET NATIONAAL PRODUCT 393 7.6 SAMENVATTING 402 7.7 SLEUTELBEGRIPPEN 403 7.8 BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE 404 HOOFDSTUK 8. INTERNATIONALE ECONOMISCHE BETREKKINGEN 407 8.1 VERKLARING VAN DE INTERNATIONALE HANDEL 409 8.1.1 Comparatieve productiviteiten 411 8.1.2 Relatieve factorbegiftiging 416 8.1.3 Schaaleffecten 418 8.1.4 Technologische innovatie 418 8.1.5 Verschillen in concurrentiegraad 419 8.1.6 Nieuwe productiviteitstheorie 419 8.2 INTERNATIONALE RUILVOET 422 8.3 PROTECTIONISME 427 8.3.1 Motieven voor protectionisme 427
Inhoud 8.3.1.1 Niet-economische motieven 427 8.3.1.2 Verbetering van de ruilvoet 427 8.3.1.3 Fiscale ontvangsten 428 8.3.1.4 Opvoedend protectionisme 428 8.3.1.5 Politieke pressie 429 8.3.1.6 Correctie van binnenlandse distorsies 429 8.3.1.7 Bevorderen van de tewerkstelling 429 8.3.2 Handelspolitieke Instrumenten 429 8.3.3 Effecten van het protectionisme 431 8.4 INTERNATIONALE FACTORMIGRATIE 433 8.4.1 De internationale kapitaalmobiliteit 434 8.4.2 De internationale arbeidsmobiliteit 436 8.5 WISSELMARKT 440 8.6 BETALINGSBALANS 446 8.7 WISSELKOERSREGIMES 454 8.7.1 Zwevende wisselkoersen 454 8.7.2 Begeleid zwevende wisselkoersen 456 8.7.3 Vaste wisselkoersen 456 8.7.4 Veelvuldige wisselkoersen 4^~ 8.7.5 Vaste wisselkoersen met volledig gereglementeerd handels- en betalingsverkeer 457 8.8 WISSELKOERSREGIMES IN DE PRAKTIJK 458 8.8.1 Gouden standaard 4 > 8 8.8.2 De periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog 4?9 8.8.3 Het Bretton Woods-systeem 460 8.9 GLOBALISERING 461 8.10 SAMENVATTING 466 8.11 SLEUTELBEGRIPPEN 468 8.12 BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE 468 '^senüa
Economie toegelicht HOOFDSTUK 9. MACRO-ECONOMISCHE ONTWIKKELINGEN 473 9.1 MACRO-ECONOMISCHE INDICATOREN EN BELEIDSDOEL- STELLINGEN 475 9.1.1 Macro-economische activiteit 475 9.1.2 Algemeen prijspeil 479 9.1.3 Werkloosheid 481 9.1.4 Betalingsbalansevenwicht 482 9.2 MACRO-ECONOMISCH BESTEDINGSEVENWICHT 483 9.2.1 Determinanten van de macro-economische vraag 483 9.2.1.1 Invloed van het algemeen prijspeil 484 9.2.1.2 Invloed van het nationaal inkomen 484 9.2.1.3 Invloed van de geldhoeveelheid 485 9.2.2 Determinanten van het macro-economisch aanbod 486 9.2.3 Keynesiaanse visie op het macro-economisch evenwicht 487 9.2.4 Neoklassieke visie op het macro-economisch evenwicht 496 9.2.5 Phillips-curve 499 9.3 VERKLARING VAN DE CONJUNCTUURGOLVEN 505 9.4 ECONOMISCHE GROEI 508 9.5 DE GROEIPROBLEMATIEK IN DE MINDER ONTWIKKELDE LANDEN 511 9.6 DUURZAME ONTWIKKELING 516 9.7 SAMENVATTING 517 9.8 SLEUTELBEGRIPPEN 519 9.9 BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE 520 HOOFDSTUK 10. OVERHEID 525 10.1 FUNCTIES 525 10.2 BESLISSINGEN BINNEN DE OVERHEIDSSECTOR 526 xvi
Inhoud 10.2.1 Kiezers 527 10.2.2 Pressiegroepen 530 10.2.3 Politici 531 10.2.4 Ambtenaren 534 10.2.5 Netwerken 535 10.3 ALLOCATIEBELEID 536 10.3.1 Collectieve voorzieningen 536 10.3.1.1 Soorten collectieve voorzieningen 536 10.3.1.2 Motieven voor collectieve voorziening 537 10.3.1.3 Sociale kosten-batenanalyse 540 10.3.2 Overheidsingrijpen in de markt 544 10.3.2.1 Correctie van externe effecten en milieubeleid 544 10.3.2.2 Concurrentiebeleid en marktregulering 552 10.3.2.3 Indirecte belastingen 558 10.3.2.4 Andere vormen van marktinterventie 560 10.4 HERVERDELINGSBELEID 563 10.5 MACRO-ECONOMISCH STABILISATIEBELEID 569 10.5.1 Budgettair beleid 570 10.5.2 Monetair beleid 575 10.5.2.1 Kredietpolitiek ten aanzien van de banken 576 10.5.2.2 Manipulatie van de reservecoefficienten 576 10.5.2.3 Openmarktbeleid 576 10.5.2.4 Directe regulering 577 10.5.3 Internationaal handelsbeleid en wisselkoerspolitiek 578 10.5.4 Opportuniteit en effectiviteit van macro-economisch stabilisatiebeleid. 578 10.5.4.1 Neokeynesiaanse visie 579 10.5.4.2 Neoklassieke visie 580 10.5.4.3 Internationale aspecten 581 10.6 OPENBARE FINANCIEN 583 10.6.1 Algemene kenmerken 583 10.6.2 Overheidsuitgaven 585 10.6.3 Overheidsontvangsten 586 10.6.4 Financieringsbehoefte 589 10.7 EUROPESE RICHTSNOEREN 591 10.8 DE BELGISCHE OVERHEIDSFINANCIßN 595 xvii
Economie toegelicht 10.9 SAMENVATTING 600 10.10 SLEUTELBEGRIPPEN 603 10.11 BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE 604 HOOFDSTUK 11. DE INTERNATIONALE ECONOMISCHE ORDE 611 11.1 ONTSTAAN 613 11.2 HANDEL 615 11.2.1 Ontstaan van de Wereldhandelsorganisatie 615 11.2.2 Principes van de Wereldhandelsorganisatie 618 11.3 KAPITAALBEWEGINGEN EN WISSELKOERSEN 622 11.3.1 Wereldbank 622 11.3.2 De Bank voor Internationale Betalingen (Bank for International Settlements) 624 11.3.3 Internationaal Muntfonds 624 11.3.3.1. Middelen 626 11.3.3.2 Reservepolitiek 627 11.4 ARBEID 630 11.5 MILIEU 632 11.6 REGIONALE ECONOMISCHE INTEGRATIE 636 11.6.1 Soorten 636 11.6.2 Realisaties 637 11.7 EUROPESE UNIE 639 11.7.1 Geschiedenis 639 11.7.2 Besluitvorming 641 11.7.2.1 De Europese Commissie 642 11.7.2.2 De Raad van Ministers 642 11.7.2.3 Het Europees Parlement 644 11.7.2.4 Het Hof van Justitie 645 11.7.2.5 De Europese Raad 645 11.7.2.6 De Europese Centrale Bank 646 11.7.2.7 De Europese Investeringsbank 646 xviii
Inhoud 11.7.3 Budget 647 11.7.4 Gemeenschappelijke markt 650 11.7.5 Gemeenschappelijk landbouwbeleid 654 11.7.6 Economische en sociale cohesie 655 11.7.7 Sociale dimensie 657 11.7.8 Technologische en wetenschappelijke samenwerking 661 11.7.9 Energie, klimaat en milieu 662 11.7.10 De Monetaire Unie 665 11.7.11 Externe relaties 670 11.7.12 De uitbreiding 673 11.8 SAMENVATTING 675 11.9 SLEUTELBEGRIPPEN 676 11.10 BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE 677 Zaakregister 681 nters entia xix