Naar een Lucas Master SEN! Specialisatie gedag

Vergelijkbare documenten
Specialisatie jonge kinderen

het lerarenregister komt eraan

SPECIALIST GEDRAG. De opbouw*

Specialisatie VO/MBO. Beschrijving van de onderwijseenheden

De opbouw* *De volgorde van deze mastermodules kan binnen het rooster gewijzigd worden.

Organisatie Deze opleiding bestaat uit 8 thema s en een praktijkgericht onderzoek:

Een beschrijving van de opleiding en de onderwijseenheden

Locatie Sprang-Capelle Rembrandtlaan ES Sprang-Capelle T Locatie Landgoed Driessen Burgemeester van Casterenstraat GA

SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding

Ontwikkelingsperspectief in regulier basisonderwijs. Suzanne Beek en Linda Sontag ORD 2013

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Samenvatting. Totalen

Bijeenkomst 1 Maatwerktraject onderwijskundig begeleider

INDICATOREN BASISONDERSTEUNING

SPECIALIST LEREN: PROFIEL REKENEN EN DYSCALCULIE

Uitwerking basisondersteuning (concept)

Arjan Clijsen, Noëlle Pameijer & Ad Kappen

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 BASISSCHOOL BERG EN BEEK

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 BASISSCHOOL DE HORST

Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep.

Box 1: Matrix Handelingsgericht werken Schoolwide Positive Behavior Support Oplossingsgericht werken

Handelingsgericht Werken. Onderwijsdag Enschede 20 maart 2012 Maria Bolscher

De kunst van het lesgeven

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

VSLW Themaprofielen. Thema s. Omgaan met verschillen, Pesten, Opbrengstgericht werken en Ouderbetrokkenheid

Bijlage 2. Basisondersteuning binnen SWV Groningen Ommelanden

COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS. Resultaatgebieden 1. Ondersteuning en advisering aan IB en leraren

Werkdocument Checklist positieve factoren in een Transfer-/Trajectklas

IB bijeenkomst Gedrag. Voorjaar 2018

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

Scholing Passend Onderwijs voor de Onderwijsassistent. Versie: De competenties.

Samenvatting schoolondersteuningsprofiel Jenaplanschool Hanevoet

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Doelgericht werken. Zonder doel geen doelpunt

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Thermometer leerkrachthandelen

Basisondersteuning. Preventieve en licht curatieve ondersteuning. Berséba - PO0001. School Plaats Directeur Datum

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

Cornelis Haak School

Effectief omgaan met moeilijk verstaanbaar gedrag

STARTERSBLOKKEN - XPECT PRIMAIR OMGAAN MET VERSCHILLEN TUSSEN LEERLINGEN VERDIEPING

De Piramide van Pavlov, de interactiedriehoek en de rubrics

Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel. Naam School

Met basisondersteuning in het onderwijs wordt de ondersteuning bedoeld die elke school minimaal biedt.

Aanbod cursussen en trainingen

INTERACTIEVE STUDIEDAG GEDRAG

KWALITEITSKAART. 1-Zorgroute. Opbrengstgericht werken

Schoolondersteuningsprofiel

III extra ondersteuning Niveau 3. Bestuurs systematiek. Monitoren en evalueren minimaal na 3 maanden in am, met AB-er en ouders

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG DE DR. J.A. GERTH VAN WIJKSCHOOL

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG OP RKBS HOEKSTEEN

Inhoudsopgave. Visie 3. Kernwaarden. 4. Zorgstructuur. 5. Zorgniveau 1 6. Zorgniveau Zorgniveau 3 9. Zorgniveau Zorgniveau 5.

Strategische kernen Passend Onderwijs. Sander, groep 8. Belangrijke overgangsmomenten in de ontwikkeling van kinderen

Piter Jelles Strategisch Perspectief

De pedagogische kwaliteit van SWPBS. Monique Nelen, PBS coach

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

School- Ondersteunings Profiel

Toezicht in het praktijkonderwijs

Stichting Expertisecenter Onderwijs Zorg Bonaire is op zoek naar een ervaren. Ambulant onderwijskundig begeleider (1 fte)

Onderwijsondersteuningsprofiel

Dr. Ellen Luteijn GZ psycholoog en werkzaam bij Kentalis. NVA Congres 2013

Verbeterplan OBS De Winde

Ontwikkelingsperspectief in regulier basis- en voortgezet onderwijs. Suzanne Beek en Arjan Clijsen Kennisparade, 13 november 2013

Kwaliteitsaspect Indicator Praktijken Midden oktober 2014 Verwijzingen Ja in % BASISKWALITEIT Toezichtskader TZK Zie Integraal / KH / WMK..

1. Co-teaching. Van handelingsverlegenheid naar handelingsbekwaamheid: vier vormen van coteaching

Kwaliteitsaspect Indicator Praktijken Verwijzingen Ja Nee BASISKWALITEIT Toezichtskader Inspectie. TZK Zie Integraal / KH / WMK..

Opbrengstgericht werken -instructiebehoeften -pedagogische behoeften Handelingsgerichte-proces-diagnostiek. November 2011 Ad Kappen

Concept Ondersteuningsprofiel

Psychologen en (ortho)pedagogen in het onderwijs

Schoolondersteuningsprofiel 2.1 CED-Groep Resultaat van uw aanbod

Schoolondersteuningsprofiel

1 e BAG conferentie. Wim Claasen Pedagogisch handelen: voorkomen en ondervangen

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

Om dit te realiseren hebben we in het Strategisch Beleidsplan de volgende beleidsvoornemens geformuleerd:

Schoolondersteuningsprofiel

spoorzoeken en wegwijzen

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL DE HAREN. : basisschool de Haren : 's-hertogenbosch BRIN-nummer : 12TH Onderzoeksnummer : 95042

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

School Ondersteuningsprofiel

Opbrengstgericht werken in het Voortgezet onderwijs

HANDELINGSGERICHT WERKEN BELEIDSVOEREND VERMOGEN BELEIDSVOEREND VERMOGEN. Onderwijsbehoeften van de leerling 11/09/2013

Box 4: Evaluatie HGW in het handelen van de student tijdens stage

1.3. Leerkrachten kennen de 7 uitgangspunten en passen enkele uitgangspunten bewust en systematisch toe.

Gedragsexpert. Doelgroep

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. School met de Bijbel De Kraats

Schoolondersteuningsprofiel 2.1 CED-Groep Resultaat van uw aanbod 2019

Evaluatie plan van aanpak cbs de Wâlikker schooljaar EVALUATIE. plan van aanpak schooljaar team Wâlikker Pagina 1

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

RAPPORT VAN BEVINDINGEN

PBS: Preventief werken aan een positief schoolklimaat

Het pedagogisch handelen van het team kenmerkt zich door:

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VERIFICATIEONDERZOEK SPECIAAL BASISONDERWIJS. SBO Rehoboth

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Schoolondersteuningsprofiel saltomontessorischool de Trinoom: is onze school de passende plek voor uw kind?

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen:

Transcriptie:

Naar een Lucas Master SEN! Specialisatie gedag regio Zuidwest-Nederland 2013-2014 thema 1 Orthopedagogiek thema 2 Communicatie thema 3 Gedragsontwikkeling 2014-2015 Praktijk Gericht Onderzoek thema 4 Probleemgedrag thema 5 School en soc.emot. leren thema 6 Leren en prof. handelen 2015-2016 thema 7 Vrije ruimte uw eigen invulling thema 8 Passend handelen bij complex gedrag na de master diverse andere, ook universitaire opleidingsmogelijkheden Algemeen Deze masteropleiding Specialist Gedrag is geschikt voor leraren met diverse taken of functies binnen het primair onderwijs, speciaal onderwijs of voortgezet onderwijs en die zich willen verdiepen in het gedrag van leerlingen. Gedragsspecialisten kunnen daarbij diverse ambities hebben: excelleren binnen de eigen klas in de omgang met leerlingen, adviseren en begeleiden van collega s bij lastige opvoedsituaties, het organiseren van gedragstrainingen voor leerlingen binnen de eigen school en/of het deelnemen aan expertisegroepen binnen het scholennetwerk. De elektronische leeromgeving van deze opleiding biedt ruimte aan studenten die werkzaam zijn binnen de verschillende werkvelden. Er is een specifiek aanbod/ bronmateriaal voor professionals uit het (speciaal) basisonderwijs, leerlingen in de vroeg en voorschoolse situatie, speciaal onderwijs en het VO Inhoud van de thema s Orthopedagogiek Dit thema vormt de start van de opleiding. Het is bedoeld om u een theoretisch en praktisch kader te bieden voor het traject dat voor u ligt. De aandacht voor hulp aan leerlingen waarbij leren en ontwikkelen niet vanzelf gaat is voortdurend aan verandering onderhevig. Zo kunt u als professional in het reguliere onderwijs kunnen niet meer om Passend Onderwijs heen en hebt u, meer dan tot nu toe, te maken met leerlingen die extra aandacht vragen. Tegelijkertijd zien uw collega's in het Speciaal Onderwijs en het Speciaal Voortgezet Onderwijs zich gesteld voor nieuwe uitdagingen bij hun werk met leerlingen met vaak zeer complexe ondersteuningsvragen. Voor alle professionals geldt dat zij, ieder vanuit de eigen discipline, op talloze momenten keuzen moeten maken ten behoeve van het welzijn van deze leerlingen. Het is van belang dat dit gebeurt vanuit een grondige doordenking van de plaats en de positie van deze leerlingen, nu en in de toekomst. Orthopedagogiek is bij uitstek de wetenschap die professionals hierbij kan helpen. Het is de wetenschap die zich richt op leerlingen in problematische onderwijs-, leer- en opvoedingssituaties. U bestudeert wat de betekenis is van de orthopedagogiek en welke verschillende stromingen en opvattingen daarover van de afgelopen eeuw een rol speelden. Orthopedagogiek is een handelingswetenschap, die opvoeders en leraren perspectief biedt om hun handelingsverlegenheid op te heffen en weer perspectief te bieden aan de betrokkenen. U bestudeert de meest recente publicaties op het gebied van handelingsgericht werken en passend onderwijs en u gaat na hoe handelingsgericht u werkt in uw 1

onderwijssetting. U bestudeert theorie en praktijktoepassingen over de oplossingsgerichte benadering (Cauffman & van Dijk, 2009) in het onderwijs en gaat in gesprek met leerlingen en collega s.. In dit thema wordt u uitgedaagd uw impliciete ideeën over orthopedagogisch denken en handelen te expliciteren. Communicatie: In contact met In uw beroep komt u in contact met vele en diverse gesprekspartners: leerlingen, collega s en ouders. U verhoudt zich tot deze gesprekspartners in verschillende systemen of groepen: de leerling, de klassengroep, het team en de dynamische driehoek tussen leerling, ouder en leraar. Het kennen en kunnen hanteren van gespreksstructuren en -technieken en het kiezen van de juiste interactiestijl zijn daarbij van belang. In dit thema wordt daarom aandacht besteed aan uw persoonlijke communicatiestijl en op welke wijze u die effectief kunt inzetten in contact met de ander. Er is daarbij vanuit de theorie en praktijk aandacht voor velerlei gesprekstechnieken, omgaan met diversiteit, oplossingsgericht denken, groepsdynamica, conflicthantering etc. Daarbij wordt ruimschoots aandacht besteed aan allerlei nieuwe vormen van communicatie: sociale media en de pedagogische betekenis daar van. Gedragsontwikkeling: belemmeringen en mogelijkheden In dit thema is optimalisatie van de normale gedragsontwikkeling het uitgangspunt. De ontwikkeling van gedrag wordt belemmerd of gestimuleerd in interactie met de omgeving. Ontwikkelingsbelemmeringen kunnen benaderd worden vanuit de opvatting dat deze de dialoog en interactie tussen opvoeder, kind/jongere en omgeving zodanig verstoren dat de ontwikkeling van het kind /de jongere met zijn specifieke mogelijkheden (en onmogelijkheden) belemmerd of vertraagd wordt. We onderzoeken welke risicofactoren in de leer- en leefomgeving van de leerling een rol spelen. We kijken in het bijzonder naar (digitaal) pesten en kindermishandeling Daarnaast bekijken we in hoeverre leerling-kenmerken de match met die omgeving kunnen verstoren. In de zoektocht naar ontwikkelingsmogelijkheden leggen we de nadruk op primaire preventie in school en klas. We staan uitgebreid stil bij protectieve factoren zoals het handelen en de rol van leraren, klassenmanagement, het opstellen en handhaven van regels, het uitspreken van gedragsverwachtingen, de pedagogische mogelijkheden van ouders en de invloed van de peergroup en de sociale media. De ontwikkeling van klas naar groep, groepsdynamica, zal nader uitgewerkt worden. Probleemgedrag: preventie en interventie Binnen dit thema is het model van handelingsgericht werken het theoretische kader voor de omgang met gedragsproblemen. Handelingsgericht werken houdt in dat een leraar een verantwoord stappenplan gericht en planmatig doorloopt met als doel (probleem-) gedrag van leerlingen te beïnvloeden. Zowel het voorkomen als het aanpakken van probleemgedrag wordt verder uitgewerkt. Er wordt zicht gegeven op diverse actuele theoretische benaderingen waaronder de cognitief-gedragstherapeutische benadering, de oplossingsgerichte benadering en de schoolbrede gedragsaanpak Positive Behavior Support. Nadat probleemgedrag is gesignaleerd, wordt het gedrag van de leerling binnen de context van de schoolsituatie geobserveerd en geanalyseerd. De uitgangspunten van de functionele analyse worden hierbij als leidraad gehanteerd. Vervolgens wordt, aan de hand van gedragsinterventies, een plan ontwikkeld waarmee individueel of groepsgewijs gewerkt kan worden. De leerling wordt nadrukkelijk betrokken bij de afstemming van de doelen van het gedragsveranderingsplan. De leerling wordt gezien als een actieve deelnemer aan het opvoedingsproces. Voor welke interventie er ook gekozen wordt om probleemgedrag aan te pakken, de rol van de leraar kan hierbij niet buiten schot blijven. Er zijn veel materialen en middelen op de markt die als interventie bij probleemgedrag ingezet kunnen worden. Om tot een verantwoorde keuze te komen, wordt er vanuit een tweetal invalshoeken naar de materialen gekeken: theoretisch uitgangspunten en aangetoonde effectiviteit (evidence-based) enerzijds en praktische inzet en haalbaarheid anderzijds. 2

School en sociaal emotioneel leren Voor een toekomstig Specialist Gedrag is het nuttig om te kijken naar de schoolaanpak rondom sociaal emotioneel leren. In dit thema staat vooral de kwaliteitszorg op schoolniveau centraal. Deze kwaliteitszorg is te plaatsen in een model voor integrale preventie: de preventiepiramide. Dit model geeft zicht op de visie en het dagelijks handelen van de school: wordt er vooral gewerkt vanuit een positief gerichte oriëntatie op fundamentele preventie waarbij het welzijn van leerling en leerkracht voorop staat? Of is er meer sprake van een negatieve oriëntatie met een toenemende probleemgerichtheid? Vanuit bovenstaande vragen komen we op nieuwe vragen: Welke plaats neemt het sociaal emotioneel leren op school in? Hoe wordt er gedacht over preventie van probleemgedrag? Hebben we een veiligheidsbeleid? Welke niveaus van zorg worden geboden? Welk zorgprofiel heeft de school? In dit thema werken we ook de theorie van het handelingsgericht werken verder uit. We bezien de theorie in het licht van ontwikkelingen die op dit moment in het onderwijs plaatsvinden, zoals passend onderwijs voor alle leerlingen. Tevens gaan we in op de rol van de Specialist Gedrag: wie wil je straks zijn in je klas of school? We zien dat een deel van de studenten ervoor kiest om in de eigen klas uit te groeien tot een heel goede leerkracht die met alle typen gedrag kan omgaan. Anderen hebben ambities om de klas te verlaten en meer te betekenen voor collega s in de bouw, voor de school in zijn geheel of voor het samenwerkingsverband. Er zijn zelfs studenten die plannen maken voor het uitoefenen van een zelfstandige praktijk. Passend handelen bij complex gedrag In dit thema draait het om gedrag van leerlingen dat vraagt om toegesneden competenties van de leerkracht: passend handelen. Het gaat om situaties waar de basiskennis en de vaardigheden van alledag tekort schieten. Het gaat hier niet alleen om het goed kunnen beschrijven van gedrag, maar ook om het verklaren van gedrag. Er wordt ingegaan op diverse verschijningsvormen van gedrag: gedrag dat naar buiten toe is gekeerd (externaliserend) en gedrag dat naar binnen toe is gekeerd (internaliserend). We zullen zien dat het in onderzoek gebruikelijk is om gedrag categoriaal in te delen. We staan op kritische wijze stil bij de vraag in hoeverre dat recht doet aan de eigenheid van de leerling en de visie van de school. Een aantal gedragsstoornissen passeren de revue waarbij we steeds vanuit een handelingsgericht kader kijken naar de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van alle betrokken partijen: de leerling, de groep, de leraar, de school en de ouders. Vanuit deze verschijningsvormen van gedrag komen we ook bij de wijze waarop scholen gericht interventies kunnen inzetten. Voorbeelden van dergelijke interventies zijn methoden voor sociaal-emotioneel leren en agressietrainingen. Ook crisisinterventie zal binnen dit thema een plek krijgen. Het passend handelen rond gedrag kan ook tot uiting komen in onderwerpen als de mogelijkheden en persoonlijke grenzen van de leraar (omgaan met ervaren kracht en onmacht bij specifieke gedragsstoornissen), ontwikkelingsperspectieven, de zin van time-out en switch, huiselijk geweld, rouwverwerking of leerlingen met oorlogservaringen. Vrije ruimte Deelnemers geven aan de hand van eigen leervragen vorm en inhoud geven aan keuzeruimte. Door de keuzeruimte kan het programma nog meer afgestemd worden op specifieke wensen. In het kader van deze huisopleiding ligt het voor de hand om dat te doen door het kiezen van een onderwerp dat iemand als personeelslid van de eigen school en van de Lucasstichting interesseert en ook van belang is voor de organisatie. Leren en professioneel handelen Gedurende meer dan veertig jaar houden wetenschappers zich bezig met onderzoek naar de condities voor een optimaal leerproces (Houtveen, 2011). De onderzoeken onderscheiden volgens Houtveen (Houtveen, Smits & Brokamp, 2010) drie componenten die de kwaliteit van het onderwijs bepalen): 1. Het functioneren van de leraar 3

2. De school als systeem waarbinnen voorwaarden voor effectief leerkrachtgedrag en leerkrachtverwachtingen mogelijk worden gemaakt en ondersteund 3. Leidinggevende aspecten m.b.t. het onderwijsleerproces als geheel regio Zuidwest-Nederland Een groot aantal onderzoeksresultaten is op toegankelijke wijze samengevat door Marzano (2004, 2008) en Hattie (2009). De onderzoeksopbrengsten maken duidelijk welke interventies een bijdrage leveren aan het verbeteren van leerprestaties van kinderen. Al eerder concludeerde o.m. Hattie (2003) uit onderzoeksgegevens dat leraren voor 30% bijdragen aan een succesvolle ontwikkeling van schoolprestaties. In het thema Leren en professioneel handelen, wordt op basis van wetenschappelijke literatuur onderzocht wat moet worden verstaan onder effectief pedagogisch- en didactisch handelen van leraren. Nagegaan wordt, welke leerkrachtvaardigheden ertoe doen en welk kennisniveau van leraren van belang is, als het gaat om de ontwikkeling van leerlingen. Er wordt in het thema een duidelijke relatie gelegd tussen literatuur, praktijk en de eigen professionele ontwikkeling. Tijdens de bijeenkomsten komen de indicatoren aan bod, waarvan aangetoond is dat deze van invloed zijn op het realiseren van kwalitatief goed onderwijs. Het eerste onderwerp betreft instructie. Steeds meer onderzoeken tonen aan dat goed instructiegedrag van de leraar van invloed is op een succesvol leerproces van leerlingen. Inmiddels is gebleken dat de sterkste empirische evidentie voor een effectief instructiemodel het directe instructiemodel betreft (Snow et al., 1998; Veenman, 1992, in: Houtveen, Smits & Brokamp, 2010). Binnen dit onderwerp wordt nagegaan wat dit betekent voor het handelen van de leerkracht. Er wordt ingezoomd op verschillende instructieaspecten zoals modeling en scaffolding, op de geleidelijke overdracht van ondersteund leren naar zelfstandig leren, op het nadrukkelijk vergroten van het zelfvertrouwen bij leerlingen en op de rol van motivatie. U onderzoekt de kwaliteit van de instructie in uw eigen situatie en u verdiept zich in eventuele verbeterpunten. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de factor tijd naast de kwaliteit van de instructie een cruciale rol speelt bij de ondersteuning van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Daarom staat in dit thema, als tweede onderwerp, klassenmanagement centraal. De vraag die hier gesteld wordt is: Hoe organiseer je nu het onderwijs in de klas zó dat de onderwijstijd effectief en efficiënt besteed wordt? Hoe verhoudt zich de geplande tijd tot de effectieve leertijd en hoe zorg je in dit verband voor taakgerichtheid en betrokkenheid bij leerlingen? Afstemming van het pedagogisch en didactisch handelen op leerlingen en hun onderwijsbehoeften is een steeds terugkerend element in dit thema en in de hele leerroute. Ook bij dit onderwerp gaat u na hoe theorie en praktijk zich verhouden. Het derde onderwerp gaat over het omgaan met verschillen. Differentiatie verdient binnen dit thema een stevig accent en daarom wordt er nadrukkelijk ingezoomd op een aantal belangrijke inzichten. Zo wordt binnen onderwerp het model voor convergente differentiatie gepresenteerd als basis voor goed onderwijs en wordt nagegaan hoe preventief en pro-actief handelen bij convergente differentiatie gerealiseerd moeten worden (o.m. in: Gelderblom, 2007, 2009; Houtveen, Smits & Brokamp, 2010). Bij convergente differentiatie krijgen álle leerlingen hetzelfde kerncurriculum aangeboden. Leerlingen die onvoldoende profijt hebben van het basisaanbod krijgen intensievere instructie en meer leertijd. In deze gelaagdheid vindt eventueel bovenop deze aanpak een nóg intensievere ondersteuning plaats. Via observatie en overleg gaat u na hoe binnen uw eigen praktijk wordt omgegaan met differentiatie. Het vierde onderwerp behelst planmatig werken. De ontwikkeling van leerlingen op het gebied van geletterdheid en gecijferdheid staat in dit onderwerp centraal. Uitgaande van de recentelijk vastgestelde referentieniveaus en van bestaande leerlijnen wordt onderzocht welke doelen en subdoelen er geformuleerd kunnen worden en welke leermomenten van cruciaal belang zijn. Verder wordt binnen dit onderwerp nadrukkelijk stilgestaan bij het monitoren van leerlingen en het analyseren van data. Er is aandacht voor het benutten van toetsgegevens uit het leerlingvolgsysteem om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren op school- en klassenniveau. Daarnaast onderzoekt u, hoe u relevante handelingsgerichte informatie kunt verzamelen en interpreteren op leerlingniveau ten behoeve van het formuleren van realistische doelen die u vervolgens afstemt op specifieke onderwijsbehoeften. U krijgt in dit thema vanzelfsprekend actuele kennis aangereikt, maar daarnaast wordt van u verwacht dat u zelf actief, passend bij uw persoonlijke leervragen, naar verdieping zoekt door bestudering van relevante, actuele literatuur. Via eigen studie en uitwisseling met medestudenten over nieuwe inzichten werkt u aan 4

uw kennisniveau, aan uw vaardigheden en bewustwording. U ontwikkelt een onderzoekende houding en u analyseert uw eigen onderwijspraktijk. Op basis van uw nieuw verworven kennis en inzichten bent u in staat onderbouwde en bij uw organisatie passende adviezen te geven voor verbetering. Praktijkgericht Onderzoek U verricht een praktijkgericht onderzoek naar een onderwijskundig of pedagogisch aspect van de wijze waarop in uw eigen praktijk wordt omgegaan met verschillen. Uw onderzoek levert zo een wezenlijke bijdrage aan de kwaliteit van opvoeding en onderwijs binnen uw eigen school. Flexibiliteit in de inrichting van deze master op maat In overleg met de opleidingscommissie en de deelnemers zijn thema s voor het tweede en derde jaar nog te vervangen voor andere die binnen de specialisatie of keuzeruimte kunnen vallen. 5