RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad 1142109 Datum: 19 augustus 2014 Behandeld door: M.C. Deinum Afdeling / Team: RO / ROB Onderwerp: Verklaring van geen bedenkingen project Solar Campus Purmerend Samenvatting: In de raadsvergadering van 21 mei jl. heeft de raad besloten om voor het project Solar Campus Purmerend (zonnepanelenpark in de Baanstee-Noord) in te stemmen met een ontwerp-verklaring van geen bedenkingen. Het ontwerp heeft daarna samen met het ontwerp voor een omgevingsvergunning voor ditzelfde project, zes weken ter inzage gelegen. Hierop zijn drie zienswijzen ingediend. De raad wordt nu verzocht om met inachtneming van deze zienswijzen een besluit te nemen over de verklaring van geen bedenkingen. Het college verleent hierna de omgevingsvergunning voor het project.
Purmerend, 19 augustus 2014 Aan de gemeenteraad van Purmerend, Inleiding en probleemstelling: In de raadsvergadering van 21 mei jl. is het project Solar Campus Purmerend aan de orde geweest. Dit project betreft het aanleggen van een zonnepanelenpark op een perceel in de Baanstee-Noord. Uw raad heeft toen besloten om voor dit plan in te stemmen met een ontwerp-verklaring van geen bedenkingen (bijlage 1). Het ontwerp heeft daarna samen met het ontwerp voor een omgevingsvergunning voor ditzelfde project, zes weken ter inzage gelegen. Hierop zijn drie zienswijzen ingediend (bijlage 2a,b en c). Deze zienswijzen richten zich tegen de ontwerp-omgevingsvergunning, maar worden geacht zich ook te richten tegen uw voornemen om een verklaring van geen bedenkingen af te geven. Uw raad wordt verzocht om, rekening houdend met deze zienswijzen, een besluit te nemen over de verklaring van geen bedenkingen. Oplossingsrichtingen: In de bijgevoegde Nota van zienswijzen (bijlage 3) zijn deze zienswijzen door ons college samengevat en becommentarieerd. Een argument dat in alle zienswijzen terugkomt is dat het park beter op de reeds bouwrijp gemaakte gronden van de Baanstee-Noord geplaatst kan worden. Plaatsing op de voorgenomen locatie wordt beschouwd als de teloorgang van de openheid en het groene karakter van het terrein. Voor de andere argumenten wordt u verwezen naar de Nota van zienswijzen. Ons college is van mening dat de zienswijzen niet hoeven te leiden tot het onthouden van medewerking aan het project, dit is ook de conclusie van de Nota van zienswijzen. Wij stellen u daarom voor om de verklaring van geen bedenkingen af te geven. Hiermee kan ons college vervolgens de omgevingsvergunning verlenen. Meetbare doelstellingen: Doel is het nemen van een besluit inzake de verklaring van geen bedenkingen. Deze is voor ons college benodigd om de omgevingsvergunning te verlenen. Financiële consequenties: n.v.t. Communicatie: Over de besluitvorming inzake de zienswijzen en het project Solar Campus worden de indieners van de zienswijzen schriftelijk geïnformeerd. De verleende omgevingsvergunning wordt ter inzage gelegd in het kader van beroep, dit wordt publiekelijk aangekondigd op de gebruikelijke wijze. De verklaring van geen bedenkingen is onderdeel geworden van de omgevingsvergunning, het is niet mogelijk om apart beroep in te stellen tegen de verklaring. Monitoring/evaluatie: n.v.t. Voorstel: Uw raad wordt voorgesteld de verklaring van geen bedenkingen voor het project Solar Campus Purmerend te verlenen, rekening houdend met de ingediende zienswijzen en de becommentariëring ervan in de Nota van zienswijzen. blz. 2 van 5
1. Afschrift raadsbesluit d.d. 21 mei 2014 2a,b,c. Zienswijzen 3. Nota van zienswijzen blz. 3 van 5
De raad van de gemeente Purmerend, GELEZEN de voorstellen van burgemeester en wethouders d.d. 21 maart en 19 augustus 2014, GELET OP artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) juncto artikel 6.5 eerste lid van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en artikel 1.1 Crisisen herstelwet; OVERW EG ENDE dat op 14 april 2014 de aanvraag omgevingsvergunning voor het oprichten van een zonnepanelenpark op gronden in de Baanstee-Noord is ontvangen; dat de aanvraag omgevingsvergunning in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan 'Bedrijvenpark Baanstee-Noord', waarin de gronden de bestemming "Bedrijfsdoeleinden l(bi)' hebben gekregen; dat binnenplans afwijken van het geldende bestemmingsplan zoals bedoeld in artikel 2.12 lid 1 sub a onder 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht niet mogelijk is omdat het geldende bestemmingsplan niet in een dergelijke afwijkingsmogelijkheid voorziet; dat buitenplans afwijken van het bestemmingsplan zoals bedoeld in artikel 2.12 lid 2 sub a onder 2 van de Algemene bepalingen omgevingsrecht niet mogelijk is omdat artikel 4 van bijlage II Bor niet voorziet in de mogelijkheid tot het wijzigen van het gebruik van gronden; dat het verlenen van een omgevingsvergunning om het beoogde project mogelijk te maken alleen mogelijk is door middel van een projectafwijkingsbesluit zoals bedoeld in artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat; dat het bevoegde gezag de gevraagde omgevingsvergunning pas kan verlenen nadat de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen heeft afgegeven; dat de gemeenteraad de verklaring van geen bedenkingen alleen kan weigeren in het belang van een goede ruimtelijke ordening (artikel 2.27 lid 3 Wabo juncto artikel 6.5 lid 2 Bor); dat de aanvraag om omgevingsvergunning is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing; dat in de ruimtelijke onderbouwing wordt ingegaan op alle relevante omgevingsaspecten; dat uit de ruimtelijke onderbouwing blijkt dat het project niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de weigeringsgrond als genoemd in artikel 2.27 lid 3 Wabo juncto artikel 6.5 lid 2 Bor niet van toepassing is; dat met het project een tijdelijke en duurzame invulling wordt gegeven aan dit deel van het bedrijventerrein; blz. 4 van 5
dat de gemeenteraad in het milieubeleidsprogramma 2012-2016 heeft aangegeven dat zij stimulerend zal zijn ten opzichte van initiatieven op het gebied van - ondermeer - duurzame elektriciteit en dat dit project daaraan voldoet; dat het project valt onder de categorieën ruimtelijke en infrastructurele projecten als bedoeld in artikel 1.1 eerste lid Crisis-en herstelwet, zodat afdeling 2 van hoofdstuk 1 van deze wet op dit project van toepassing is; dat de aanvraag om omgevingsvergunning niet aan inspraak is onderworpen omdat op grond van de Wabo inspraak niet verplicht is; dat op grond van de gemeentelijke inspraakverordening elk bestuursorgaan ten aanzien van eigen bevoegdheden kan besluiten of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van besluitvorming; dat het college de besluitvorming van de raad voorbereidt (art. 160 lid 1 sub b Gemeentewet) en dus bevoegd is te besluiten dat geen inspraak wordt verleend; dat het college heeft besloten geen inspraak te verlenen, mede gezien het feit dat het ontwerpbesluit nog gedurende 6 weken ter inzage wordt gelegd en een ieder in de gelegenheid wordt gesteld een zienswijze in te dienen; dat het ontwerpbesluit om een verklaring van geen bedenkingen samen met het ontwerpbesluit om omgevingsvergunning te verlenen overeenkomstig het bepaalde in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3.12 Wabo vanaf 20 juni 2014 gedurende zes weken voor een ieder ter visie heeft gelegen; dat er drie zienswijzen zijn ingediend; dat kennis is genomen van de inhoud van de zienswijzen maar dat deze niet tot een wijziging van het besluit hebben geleid; BESLUIT: de verklaring van geen bedenkingen zoals bedoeld in artikel 2.27 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor het realiseren van het project Solar Campus Purmerend af te geven onder de volgende voorwaarden: 1. de termijn van instandhouding van het zonnepanelenpark bedraagt maximaal zeventien jaar, te rekenen vanaf de datum van het ingaan van de huurovereenkomst; 2. na afloop van deze termijn wordt het terrein ontruimd en in originele staat opgeleverd. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 25 september 2014 de griffier, de voorzitter, NB. Op dit besluit is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbende in het beroepschrift moet aangeven welke beroepsgronden hij aanvoert tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. In het beroepschrift dient vermeld te worden dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is. blz. 5 van 5