nieuw voorstel: 10 thematische programma s De volgende 10 grote beleidsprioriteiten zullen worden uitgewerkt via een methodiek: 1. Stadspromotie (met inbegrip van bruisende stad) 2. Inspraak 3. Scheppende stad 4. Duurzaamheid 5. Internationale samenwerking en positionering 6. Diversiteit & Gelijke Kansen 7. Wonen 8. Integrale Veiligheid 9. Administratieve Vereenvoudiging 10. Digitaal Talent@Gent (voorheen digitale kloof) Hieronder vindt u een overzicht van de visie per programma. Deze visie wordt de komende maanden verder vertaald in een door alle betrokken actoren gedragen strategie met betrekking tot het gebied of het thema waarin het programma actief is. Het Kwaliteitszorg wordt afgebouwd als programma omdat het zich in de consolidatiefase bevindt. De visie Integrale kwaliteitszorg zit sterk ingebed in de organisatie en dit dankzij vroegere inspanningen en heel wat initiatieven. De horizontale werking is geconsolideerd in een vast departementsoverschrijdend overleg van kwaliteitscoördinatoren. Belangrijk is uiteraard om blijvend kwaliteitszorg te waarborgen in de organisatie. Verschillende thema s kunnen aan bod komen in het kader van kwaliteitszorg. Stadspromotie (met inbegrip van bruisende stad) Het programma bruisende stad beoogt te komen tot een kwaliteitsvol, duurzaam en divers vrijetijdsaanbod alsook dit aanbod op een wervende en klantvriendelijke wijze te ontsluiten. Het programma werkt volgens onderstaande principes: - oprichten van overlegstructuur met stakeholders - creëren van draagvlak bij stakeholders - afstemmen van aanbod en van promotie- en communicatiemiddelen ter ontsluiting van dit aanbod - initiëren van nieuwe activiteiten Het programma beoogt Gent verder uit te bouwen tot een bruisende stad met een kwalitatief hoogstaand en divers vrijetijdsaanbod. Dit omvat: - sportactiviteiten en evenementen - culturele activiteiten en evenementen - festivals - congressen, beurzen,... - uitgaan - shoppen De doelgroep bestaat uit huidige en toekomstige bewoners, gebruikers, bezoekers, bedrijven en investeerders van Gent. Het bekomen van een globale en door alle stakeholders gedeelde visie op het merk Gent, welke gehanteerd wordt voor hun promotionele activiteiten en hun productontwikkeling. Het programma werkt volgens onderstaande principes:
- opmaak en regie van het stadsmarketingplan en de periodieke actualisering ervan - oprichten van overlegstructuur met stakeholders - creëren van draagvlak bij stakeholders - afstemmen en creëren van promotie- en communicatiemiddelen ter ondersteuning van het gewenst imago - initiëren van de ontwikkeling van producten ter ondersteuning van het gewenst imago Het programma beoogt te komen tot één globale en door alle stakeholders gedeelde visie op het gewenste imago van Gent. Dit omvat: - het linken van infrastructuurprojecten, evenementen, verhalen, aan het gewenste imago - opzetten van nieuwe initiatieven die nodig zijn om het bestaande aanbod extra in de verf te zetten of om het bestaande aanbod beter te laten aansluiten bij de voorgestelde positionering - het efficiënt en effectief communiceren van het gewenste imago naar de beoogde doelgroepen Dit omvat niet: - de communicatie en de public relations van het stadsbestuur. Op operationeel niveau is er uiteraard afstemming nodig. - de internationale strategische positionering van Gent. (zie programma internationale samenwerking en positionering) Inspraak Dit programma moet samen met alle diensten een kader creëren waarbinnen de inspraak van de stad Gent optimaal uitgewerkt wordt. Dit kader omvat stadsbrede inspraakmomenten (bvb. 'Gent over Morgen') territoriale inspraaktrajecten (bvb Gebiedsgerichte werking) thematische inspraak (bvb adviesraden) doelgroepbenadering (bvb overleg met senioren) Het programma werkt in eerste instantie aan een inventarisering van bestaande inspraaktrajecten, het verspreiden en integreren van nieuwe inspraaktechnieken (incl. ICT oplossingen) maximale inbedding in de strategische planningscyclus. Via het programma inspraak willen we de voortrekkersrol die de stad Gent heeft wat inspraak betreft consolideren, en geven we het bestuur instrumenten om zowel op strategisch als operationeel niveau de Gentenaar te bevragen. Scheppende stad Dit programma bevindt zich in de conceptfase. Ter voorbereiding van de start van het programma is er een stakeholdersanalyse uitgevoerd bij ongeveer 120 vooraanstaande stakeholders in Gent. Daarin werd gepeild naar hun visie op Gent als scheppende stad, naar de doelstellingen die de stad zichzelf zou moeten stellen tegen het jaar 2020 en naar de rol die zij zichzelf zien spelen bij de realisatie van die doelstellingen. Naast het traject met de professionele stakeholders scheppende stad werd ook het inspraaktraject Gent over Morgen ontwikkeld. De bedoeling van dat traject is om de hele Gentse bevolking te betrekken bij de invulling en de realisatie van Gent 2020. Samen leveren deze trajecten een belangrijke insteek voor de verduidelijking van de visie en de doelstellingen van het programma Scheppende Stad. Het programma wil concreet gestalte geven aan de bundeling van alle creatieve krachten zoals die in de stadsmissie
Gent 2020 beschreven staat. Dit impliceert eerst en vooral een inventarisatie van alle partnerschappen, netwerken en initiatieven die vandaag al leven in Gent. Het gaat hierbij zowel om institutionele als maatschappelijke netwerken. Een degelijk overzicht van alle bestaande netwerken zal voorkomen dat stakeholders, partners en burgers dubbel bevraagd worden en bovendien zal het duidelijk maken waar samenwerking, ook over de grenzen van sectoren heen, mogelijk is. Gent 2020 biedt een kapstok voor het langetermijndenken, zowel bij de stadsinterne strategische planning als bij de dialoog met burgers en stakeholders. Het scheppende aspect van het programma Scheppende Stad ligt vooral in de integrale benadering van dat langetermijndenken. Het programma kan een platform creëren om tussen de stakeholders en doorheen de sectoren ideeën voor Gent als scheppende stad uit te werken. Het is dan de rol van Stad Gent als regisseur om de sfeer te scheppen die deze zo belangrijke kruisbestuivingen mogelijk maakt en om een klimaat te voorzien waarbij iedereen met een idee durft aan te kloppen en naar de juiste diensten/partners wordt gestuurd om het idee verder uit te werken. Voor de ontwikkeling van een operationeel plan voor het programma werd een begeleidingsopdracht uitgeschreven. Deze opdracht ging van start half mei 2009 zodat begin 2010 een operationeel plan kan worden opgeleverd. Tijdens de komende maanden staan de volgende stappen gepland: - uitbouw van een stakeholdersplatform (o.m. via feedbackworkshops met de bevraagde stakeholders) - workshop met de stad over haar eigen rol als regisseur - inventaris van creatieve initiatieven in Gent - ontwerp operationeel plan voor het programma Scheppende Stad (2010-2012) Duurzaamheid Het bestuursakkoord 2007-2012 en haar vertaling in de Stadmissie 2020 wil Gent verder op weg zetten naar een leefbare en aantrekkelijke stad om in te wonen en te ondernemen. Een stad is leefbaar wanneer ze oog heeft voor zowel de korte als de lange termijn ontwikkelingen. Om die spanning tussen beide tijdsperspectieven op te heffen is het concept duurzaamheid handig. Het biedt een kader en werkwijze voor het afwegen van beleidskeuzes binnen de complexiteit van een geïntegreerd en inclusief stadsbeleid. In de definitie van de stad omvat duurzame ontwikkeling 4 pijlers, met name een fysiekeecologische, sociale, economische en een bestuurlijke pijler. De 5 hoofdstrategische doelstellingen spelen op die 4 pijlers in. Dat vertaalt zich vervolgens verder tot op actieniveau. An sich vormt dat geen garantie dat op elk niveau bij de planning en tijdens de dagdagelijkse uitvoering deze 4 pijlers voldoende worden toegepast. Vandaar de noodzaak aan de ontwikkeling en inzet van instrumenten voor het bewaken en stimuleren van de afstemming van de duurzaamheidspijlers binnen de Stadsmissie 2020. De opbouw van en het stimuleren van de inzet van dit instrumentarium is de taak van het programma duurzaamheid. De afstemming blijft niet beperkt tot de opdracht van het stadsbestuur, maar omvat haar satellietorganisaties en andere stedelijke actoren. Het programma zal hiervoor moeten schakelen en netwerken. Aan de stad lopen reeds tal van positieve ontwikkelingen en acties die oog hebben voor de 4 pijlers, maar door dit nu heel expliciet in de stadsmissie 2020 te verwerken, stijgt de ambitie, wat de inzet van een programmaregisseur wenselijk maakt.
Concreet is het de ontwikkeling van een instrumentarium, waarbij de activiteiten en de acties van de stad gescreend worden aan de 4 pijlers en kwalitatief opgetild worden. Dat veronderstelt een (permanent) lokaal debat over de inhoud van duurzaamheid, de ontwikkeling van toetsingscriteria, het aanpassen van procedures/planinstrumenten, monitoring van de interne en de externe omgeving van organisatie, het opzetten/ontsluiten van expertise, communicatie good practices, vorming en sensibilisering. Het programma heeft vooral een ondersteunende en stimulerende taakstelling. Instrumenten worden ontwikkeld en door de departementen uitgevoerd. Samenwerking met de departementen en de andere strategische programma s is van cruciaal belang. Met hen moet een wisselwerking worden opgezet, om systemen op te zetten die de drempels voor meer duurzaamheid verlagen. De afstemmingsoefeningen beogen een win-win voor de betrokkenen. Sinds 1 februari 2009 is de programmaregisseur Duurzaamheid aan de slag. Het programma bevindt zich op dit ogenblik in de conceptfase: de huidige stand van zaken wordt in kaart gebracht en hiaten opgespoord door verkenning van de stad en aftoetsing met een aantal actoren buiten de stad, de duurzaamheidsspiegel van het Vlaams Overleg Duurzame Ontwikkeling wordt ingevuld en verwerkt en het programmateam wordt opgestart om de scope en de doelstellingen van dit programma stadsbreed scherp te stellen. Eens dat kader duidelijk is moet het programma evolueren naar de voorbereidingsfase om concrete activiteiten en acties voor het programma in 2010 te formuleren. Internationale Samenwerking en Positionering Het Internationale Samenwerking en Positionering omvat alle maatregelen voor de internationalisering van de Stad Gent. Het is de vertaling van een beleidskeuze om internationaal erkend te zijn en een Europese centrumstad te worden en Vlaamse poort op de wereld. De thema s van het Internationale Samenwerking en Positionering zijn 1/ internationale bilaterale samenwerking, (kennis)netwerking, lobbying en campaigning, 2/ Europese subsidieprojecten, 3/ internationale positionering: werkingsgebied zijn de grensregio s, Europa en de wereld. De werking is zowel interbestuurlijk als in samenwerking met het maatschappelijk veld. Het stuurt de projecten en processen van de Stad Gent die binnen bovenstaande thema s lopen. Het zorgt er mee voor dat initiatieven op het internationale vlak genomen worden om de missie en hoofdstrategische doelstellingen te realiseren. Diversiteit & Gelijke Kansen Alle departementen en diensten hebben te maken met diversiteit, zowel dienstintern als - extern. Hiermee omgaan en dit gegeven integreren in de werking is een verantwoordelijkheid van alle diensten en departementen. Er wordt gestreefd naar eigenaarschap en kennisopbouw van de diensten zelf. Diversiteit heeft te maken met de hele beleidscyclus. Zowel bij beleidsvoorbereidend als beleidsuitvoerend werk moet er met dit gegeven rekening worden gehouden. Vanuit een diversiteitsbeleid wordt er zoveel als mogelijk structureel gewerkt. Diversiteit moet verankerd worden in procedures, processen, om tot een duurzaam resultaat te komen. Acties vanuit een diversiteitsbeleid worden gestimuleerd vanuit een positieve en constructieve houding. Zeker niet vanuit een negatieve, controlerende of normerende houding. Acties vanuit een diversiteitsbeleid leveren zo veel als mogelijk een win-win situatie op voor alle betrokkenen. Vanuit een diversiteitsbeleid wordt er samengewerkt over diensten en doelgroepen heen
(inclusief en geïntegreerd). Waar nodig kan het uitgangspunt 1 bepaalde groep zijn. Alle diversiteitsinitiatieven worden gecommuniceerd, zodat kennis en geleerde lessen worden uitgewisseld ten einde de kwaliteit voortdurend te verbeteren. Bovendien kan op deze manier dubbel werk worden vermeden. Wonen Het Wonen tracht een oplossing te bieden aan het woonprobleem in Gent voor diverse doelgroepen: 1. maatregelen om het aanbod zowel op de sociale als op de private huisvestingsmarkt verhogen 2. maatregelen (preventieve en repressieve) om de kwaliteit van de woningen zowel op de private als op de sociale huisvestingsmarkt te verhogen 3. maatregelen onderzoeken om de prijzen onder controle te houden 4. onderzoek naar maatregelen om een oplossing te bieden aan problematische herhuisvestingsituaties 5. gezonde leefomgeving: overlast vermijden door gezonde sociale mix, door ruimtelijke ingrepen Integrale Veiligheid Integrale veiligheid draagt zorg voor de leefbaarheid en de veiligheid in de domeinen leven, wonen, werken en onderwijs. Op basis van een driesporenbeleid gaat integrale veiligheidszorg aan de slag met volgende signalen uit deze domeinen. Kwaliteitsvol leven gaat enerzijds over (1) het samen leven thuis, in de buurt, in de stad en in de wereld en anderzijds over (2) gezond-zijn, toegespitst op de drugs- en verslavingsproblematiek. Onveiligheidsgevoelens en de leefbaarheid gaan hier samen met allerlei vormen van hinder, spanningen of risico s die onder de noemer buurtgebonden overlast vallen. Voorbeelden van risicosituaties zijn hier problematische opvoedingssituaties (samenleven thuis), risico s bij het internetgebruik (samenleven in de wereld) en de risico s bij drugmisbruik. Het inschatten van de risico s en van de hulp bij voorvallen heeft een invloed op gevoelens van veiligheid en zekerheid. Stadsbreed heeft zo de basisdienstverlening van politie, brandweer en ziekenhuizen bij incidenten of ongevallen een invloed op de leefbaarheid. Voorbeelden van slachtoffer- en daderschap of criminaliteit zijn hier intrafamiliaal geweld, buurtconflicten met bedreigingen en vandalisme, autodiefstallen, fietsdiefstallen en het dealen in drugpanden. Kwaliteitsvol wonen gaat over enerzijds (1) de woning zelf (de woonkwaliteit en het recht op wonen) en anderzijds (2) de directe woonomgeving en leefmilieu (milieuzorg). Onveiligheidsgevoelens en leefbaarheid slaan hier op allerlei vormen van hinder, spanningen of risico s die samenhangen met de kwaliteit van de woning of die de kwaliteit van directe woonomgeving verminderen. We denken aan geluidshinder, visuele hinder (door sluikstorten) en verkeershinder (door verkeersdrukte en parkeren). Voorbeelden van risicosituaties zijn hier de brandveiligheid en de inbraakveiligheid van de woning. Belangrijke vormen van slachtoffer- en daderschap zijn hier vormen van inbraak en van vandalisme, samen met de inbreuken op bouw- en milieuwetgeving. Kwaliteitsvol werken gaat enerzijds over (1) werken & ondernemen en anderzijds over (2) winkelen & uitgaan (horeca, evenementen, sport & vrijetijdsbesteding). We maken hier dus een onderscheid tussen leefbaarheid en criminaliteit op de werkvloer en leefbaarheid en criminaliteit in de vrije tijd. De kwaliteit van de werkomgeving is meestal een zorg voor de diensten van veiligheid en preventie op het werk. De sfeer kan bepaald worden door conflicten of door situaties van pesten op de werkvloer. Werken en ondernemen kan ook gepaard gaan met hinder voor de omgeving. Verder zijn de risico s ook hier de brandveiligheid en de inbraakveiligheid.
Voorbeelden van criminaliteit bij werken en ondernemen zijn diefstallen in gebouwen (bvb ziekenhuizen, sportcomplexen, musea,...), zijn vormen van geweld tegen zorgverstrekkers als huisartsen en sociale consulenten of loketbedienden en zijn vormen van financiële criminaliteit. Uitgaan met bezoeken aan horeca, organiseren van evenementen of deelnemen aan sport betekenen eerst en vooral een plezier, een lust. Doch dit kan gepaard met een last voor anderen. Voor sommigen betekent deze last ook een overlast. De overlast slaat dan op de gekende geluids-, geur- en afvalhinder. Het inplanten van horeca of winkels en het inplannen van evenementen kunnen voor spanningen in een buurt zorgen. Onder de risico s tellen hier vooral de risico s rond openbare veiligheid bij grote evenementen. Belangrijke vormen van slachtoffer- en daderschap zijn hier gauwdiefstallen, winkeldiefstallen, diefstallen met geweld, vormen van geweld als vechtpartijen en hooliganisme en allerlei inbreuken op sociale wetten, milieuwetgeving en verkeerswetgeving. Kwaliteitsvol onderwijs gaat over onderwijs en opvoeding. Hier vertrekken we van de brede slogan integrale veiligheid versterkt kwaliteitsvol onderwijs en kwaliteitsvol onderwijs versterkt integrale veiligheid. De leefbaarheid hangt samen met het schoolklimaat, de kwaliteit van de schoolgebouwen en de relaties in de schoolomgeving. Het gaat hier dan over de hinder in de schoolomgeving van verkeer, afval of lawaai, over de spanningen en incidenten op school, over spijbelsituaties en over de brandveiligheid en inbraakveiligheid van de gebouwen. Bij slachtoffer- en daderschap op school denken we aan diefstallen op school, situaties tussen leerlingen van pesten tot steaming, bedreigingen van leerkrachten en druggebruik op school. Uit (omgevings)analyses blijkt verder de ongelijke verdeling van onveiligheidsgevoelens, van slachtofferschap en van daderschap van strafbaar gedrag. Vanuit de hoofdstrategische doelstelling van de sociale pijler duurzaamheid streeft integrale veiligheid een gelijke toegang tot deze kwaliteit veiligheid na voor elke Gentenaar. Deze concrete invullingen zijn verre van volledig. Nieuwe situaties kunnen nieuwe vormen van hinder of van slachtofferschap met zich meebrengen. Een blijvende vinger aan de pols bij lokale problemen die onveiligheid met zich meebrengen is hier belangrijk. Het blijven werken aan deze signalen over (on)leefbare of (on)veilige situaties in het leven, wonen, werken en onderwijs in Gent zal de toekomstige kwaliteit ervan mee vorm geven. Zo maakt het werken aan veiligheid integraal deel uit van het werk binnen deze domeinen. Administratieve vereenvoudiging Administratieve vereenvoudiging betekent het gemakkelijker en eenvoudiger maken van de administratieve handelingen die een burger, organisatie of onderneming moet uitvoeren om te voldoen aan de voorschriften die de overheid oplegt. Door het makkelijker en eenvoudiger maken van de administratieve handelingen dalen de lasten die eruit voortvloeien. Administratieve vereenvoudiging impliceert: - het inzetten van informatie- en communicatietechnologie (e-government, e-democracy, e-participation) het efficiënter structureren van processen en procedures (business proces reeengineering) het herbekijken van regelgeving (reguleringsmanagement) het beter informeren van burgers, organisaties, ondernemingen, (communicatie) Het programma administratieve vereenvoudiging wordt multidisciplinair gerealiseerd om de inbedding in de organisatie optimaal te laten garanderen.
Informatie- en communicatietechnologie wordt optimaal ingezet ten behoeve van administratieve vereenvoudiging Reguleringsmanagement wordt optimaal georganiseerd, onder meer via de toepassing van procesmanagement De verschillende actoren inzake administratieve vereenvoudiging moeten gecoördineerd werken en worden structureel aangestuurd vanuit de Dienst Organisatieontwikkeling. Daar wordt ook de rapportering voorbereid. De acties en resultaten inzake administratieve vereenvoudiging worden systematisch gemonitord, geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd. De communicatie naar de externe klant én naar de interne organisatie, en de participatie van deze betrokkenen inzake administratieve vereenvoudiging ondersteunt de kwaliteitsvolle uitvoering van het programma Digitaal Talent@Gent De digitale kloof wordt gedefinieerd als het verschil in gradatie en samenstelling van toegang tot de digitale communicatiemiddelen (internet, GSM, computer, idtv ), de informatie, communicatiemogelijkheden en diensten die via deze kanalen worden verspreid. Een gediversifieerde multikanaals- en multi-actieaanpak is nodig, rekening houdend met de verschillende redenen van het niet gebruik en met maximale stimulans ten opzichte van een waardevol communicatief en betrokken gebruik van ICT. Het programma digitale kloof zorgt voor gelijke kansen op informatie, communicatie en inspraak voor alle Gentenaars en verbeterde mogelijkheden in het onderwijs, werk en vrije tijd door het gebruik van ICT. Dit programma omvat alle maatregelen in de strijd tegen de digitale kloof. Wat er buiten blijft zijn directe beïnvloeding van marktmechanismen om privé prijzen te drukken. Dit programma is gericht op alle Gentenaars, met focus op de volgende doelgroepen: Personen en gezinnen met een laag inkomen Niet-actieven op de arbeidsmarkt Senioren Personen met een handicap Buitenlandse afkomst of van vreemde origine Territoriale s De territoriale programma s voor Stedelijke vernieuwing zijn de vertaling van een beleidskeuze om in bepaalde, duidelijk afgebakende gebieden binnen de Stad Gent op een geïntegreerde en multidisciplinaire manier aan stedelijke vernieuwing te doen. Dit betekent dat er zowel op programmaniveau als op projectniveau aandacht is voor alle pijlers van duurzaamheid. Het programma begeleidt alle projecten en processen die lopen binnen een afgebakende gebied in Gent, zodat deze allemaal bijdragen aan de verwezenlijking van de geformuleerde hoofdstrategische doelstellingen. 1. Het programma Stedelijke vernieuwing in Ledeberg Gentbrugge Oud- Gentbrugge Moscou Vogelhoek (vanaf hier afgekort: Gent Oost) beperkt zich tot de wijken Ledeberg, Oud-Gentbrugge, Gentbrugge en Moscou-Vogelhoek. 2. Het programma Stedelijke vernieuwing Brugse Poort, Ekkergem, Rooigem, Watersportbaan, Malem en Mariakerke-centrum beperkt zich tot de wijken Brugse Poort, Ekkergem, Rooigem, Watersportbaan, Malem en Mariakerke-centrum.
3. Het programma Stedelijke vernieuwing voor Gent Zuid beperkt zich tot de wijken Zwijnaarde, Nieuw Gent UZ, stationsbuurt Noord en Zuid en een deel van Sint- Denijs-Westrem. 4. Het programma voor Stedelijke vernieuwing Scharnier beperkt zich tot de wijken Muide-Meulestede, kernstad en St.-Amandsberg. 5. Het programma voor voor stedelijke vernieuwing in Rabot Bloemekenswijk Wondelgem Kolegem (vanaf hier afgekort : Gent Noord) beperkt zich tot de wijken Rabot, Bloemekenswijk, Wondelgem en Kolegem. 6. Het programma voor Stedelijke vernieuwing in de Gentse Binnenstad beperkt zich tot de wijken binnenstad, Elisabethbegijnhof-Papegaai, Macharius-Heirnis en een deel van Sluizeken, Tolhuis-Ham. 7. Het programma voor Stedelijke vernieuwing in de Dampoort Sint-Amandsberg beperkt zich tot de wijken Dampoort, Sint-Amandsberg en een deel van Oostakker.