wiskunde C vwo 2016-II

Vergelijkbare documenten
Correctievoorschrift VWO 2016

wiskunde C pilot vwo 2016-II

wiskunde A vwo 2016-II

Correctievoorschrift VWO 2016

Examen VWO. wiskunde C. tijdvak 2 woensdag 22 juni 13:30-16:30 uur

Correctievoorschrift VWO 2016

wiskunde A pilot vwo 2016-II

wiskunde A vwo 2015-II

wiskunde C vwo 2017-II

wiskunde A vwo 2017-II

Vraag Antwoord Scores

Examen VWO. wiskunde C (pilot) tijdvak 2 woensdag 22 juni 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen vwo wiskunde C 2013-I

Eindexamen wiskunde A havo I

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores

wiskunde A vwo 2016-I

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2005-I

Eindexamen vwo wiskunde A I

Eindexamen wiskunde C vwo I

Beoordelingsmodel HAVO wiskunde A 2012-I

Vraag Antwoord Scores

Beoordelingsmodel. Antwoorden VWO wa I. Deelscores. Meer neerslag

Eindexamen wiskunde C vwo I

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2007-II

Beoordelingsmodel VWO wa I. Deelscores. Antwoorden. Meer neerslag

Eindexamen vwo wiskunde C I

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2006-I

Krachtvoer voor melkkoeien

Eindexamen wiskunde C vwo II

Krachtvoer voor melkkoeien

wiskunde C vwo 2016-I

Vraag Antwoord Scores

Eindexamen wiskunde A pilot havo I

wiskunde A bezemexamen havo 2017-II

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2007-I

Beoordelingsmodel wiskunde A VWO 2014-I

Eindexamen vwo wiskunde A pilot I

Opmerking Als bij het aflezen uit de figuur een percentage van 76, 78 of 79 is gevonden, dan hiervoor geen punten in mindering brengen.

Correctievoorschrift VWO

wiskunde C bezem vwo 2018-II

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2006-I

wiskunde A havo 2015-II

wiskunde A havo 2019-II

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2007-II

Eindexamen wiskunde A pilot havo II

wiskunde A havo 2017-I

Vraag Antwoord Scores

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2007-I

Eindexamen wiskunde A1 compex vwo 2007-I

wiskunde A vwo 2016-II

Correctievoorschrift VWO 2015

Kunstrijden op de schaats. Opmerking Als 3! + 4! berekend is, maximaal 2 scorepunten voor deze vraag toekennen.

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2008-II

Antwoordmodel VWO 2002-I wiskunde A (oude stijl) Vogels die voedsel zoeken

Eindexamen wiskunde A vwo I

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Vraag Antwoord Scores

Eindexamen havo wiskunde A 2013-I

Eindexamen wiskunde B1 havo 2000-II

Correctievoorschrift VWO 2012

wiskunde A pilot vwo 2015-II

wiskunde A havo 2016-I

Correctievoorschrift VWO 2012

wiskunde A havo 2017-II

Eindexamen havo wiskunde A II

wiskunde C pilot vwo 2017-I

wiskunde A pilot havo 2016-I

Examen VWO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 22 juni 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde A vwo II

Eindexamen havo wiskunde A pilot 2013-I

Correctievoorschrift VWO 2013

wiskunde A havo 2015-I

Correctievoorschrift VWO 2015

2016 I - Wiskunde C 2016 I - Wiskunde C (pilot) 2016 II - Wiskunde C 2016 II - Wiskunde C (pilot) 2015 I - Wiskunde C 2015 I - Wiskunde C (pilot)

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2008-II

Correctievoorschrift VWO 2016

Correctievoorschrift HAVO

Eindexamen wiskunde A 1-2 vwo I

Eindexamen wiskunde B1 havo 2000-I

wiskunde A pilot havo 2016-II

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Antwoordmodel VWO wa I. Vogels die voedsel zoeken

wiskunde C pilot vwo 2017-II

(4,3 + ( d 0,5 t) ) 1 Dus de grafiek is een rechte lijn 1

Correctievoorschrift VWO 2012

Vraag Antwoord Scores

wiskunde A havo 2018-I

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2007-I

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Eindexamen wiskunde A vwo II

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift HAVO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO

Vraag Antwoord Scores

Eindexamen wiskunde A havo I

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

wiskunde A vwo 2017-I

Correctievoorschrift VWO

Transcriptie:

wiskunde C vwo 206-II Vlinders maximumscore 4 Aflezen uit de figuur: het gemiddeld aantal in de drie beste zomerweken in 995 is 65 000 en in 203 is dit 30 000 Het aantal volgens de trendlijn in 995 is 000 en in 203 is dit 86 000 In 995 is het gemiddeld aantal in de drie beste zomerweken 49% ( nauwkeuriger) meer dan het door de trendlijn voorspelde aantal, in 203 is het gemiddeld aantal in de drie beste zomerweken 5% ( nauwkeuriger) meer dan het voorspelde aantal Een passende conclusie Bij het aflezen uit de figuur mag een marge van 2000 ten opzichte van de hierboven genoemde aantallen gehanteerd worden. 2 maximumscore 5 Twee punten op de lijn aflezen, bijvoorbeeld bij t = 0 (in 995) hoort 000 en bij t = 8 hoort 86 000 86 000 000 389 ( nauwkeuriger) 8 Een juiste formule, bijvoorbeeld A= 389t+ 000 (met t = 0 in 995) 389t + 000 = 60 000 geeft t 36,7 Dus in het jaar 2032 ( 203) Bij het aflezen uit de figuur mag een marge van 2000 ten opzichte van de hierboven genoemde aantallen gehanteerd worden. 3 maximumscore 3 Een aanpak als: Conclusie I volgt niet uit figuur 2 want in figuur 2 staan alleen percentages, geen aantallen Aflezen uit de figuur dat het percentage ernstig bedreigde, bedreigde en kwetsbare soorten samen voor de dagvlinders (ongeveer) 37 bedraagt en voor de nachtvlinders (ongeveer) 40 Dus conclusie II volgt niet uit figuur 2

wiskunde C vwo 206-II 4 maximumscore 3 De totale bedreiging in 2006 is 7 5+ 4 4 + 9 3+ 3 2 + 5 = 79 2 Dit is 79 54 00(%) 6(%) ( nauwkeuriger) meer dan in 995 54 5 maximumscore 4 De totale bedreiging is dan 0,80 54 23 De categorie verdwenen levert een bijdrage van 7 5 = 85 De overige 54 soorten moeten in totaal een bijdrage van 23 85 = 38 leveren Een verdeling over de vijf overige categorieën waarbij dit het geval is, bijvoorbeeld in ernstig bedreigd 3, in bedreigd 3, in kwetsbaar 5, in gevoelig 7 en in niet-bedreigd 36 soorten 2

wiskunde C vwo 206-II Buisfolie 6 maximumscore 3 De kans dat de breedte in het tolerantiegebied ligt, is P(74 < g < 76 μ = 75,6 en σ = 0,5) Beschrijven hoe deze kans berekend kan worden P(74 < g < 76) 0,2 dus 2(%) ( nauwkeuriger) 7 maximumscore 2 Beargumenteren waarom de normale verdelingskromme smaller (en hoger) moet worden De standaardafwijking moet dus kleiner worden 2 standaardafwijking < 0, 4 De standaardafwijking < 0,2 dus de standaardafwijking is dan kleiner dan de oude standaardafwijking Beschrijven hoe PX ( > 76 µ= 75,6 en σ=?) = 0,025 opgelost moet worden σ= 0, 2 dus de standaardafwijking moet kleiner worden 8 maximumscore 4 X, het aantal weken met een productie van minstens 26 000 kg, is binomiaal verdeeld met n = 48 en p = 0,75 P(in minstens 2 van de 48 weken productie niet gehaald)= P( X 27) Beschrijven hoe P( X 27) berekend kan worden Het antwoord: 0,004 ( nauwkeuriger) Y, het aantal weken met een productie van minder dan 26 000 kg, is binomiaal verdeeld met n = 48 en p = 0,25 P( Y 2) = P( Y 20) Beschrijven hoe deze kans berekend kan worden Het antwoord: 0,004 ( nauwkeuriger) 9 maximumscore 3 Berekend moet worden P( g < 23 750 μ = 28 000 en σ = 3300) Beschrijven hoe deze kans berekend kan worden P( g < 23 750) 0,099 (dus 9,9%) ( nauwkeuriger) 3

wiskunde C vwo 206-II 0 maximumscore 4 Als aan de spoedorder is voldaan, is de opbrengst 23 750 2,5 = 5062,50 (euro) Als niet aan de spoedorder is voldaan, is de opbrengst 23 750 0,50 50 000 = 3825 (euro) De verwachte opbrengst is 0,90 5062,50 0,099 3825 (euro) Het antwoord: 42 233 (euro) ( nauwkeuriger) 4

wiskunde C vwo 206-II Prille groei maximumscore 3 De groeifactor voor 2 weken is 2 4, 468 4,7 Per week is dat 4, 468 2, Dat is een toename van (2, 00 00 ) (%) ( nauwkeuriger) (per week) 2 maximumscore 3 Een aanpak als: Het inzicht dat (minstens) twee verhoudingen van G voor telkens twee tijdstippen die even ver uit elkaar liggen berekend dienen te worden Bijvoorbeeld: 60 7,6 2 en 2700, 6 700 De groeifactoren verschillen (veel) (dus er is geen sprake van exponentiële groei) De groeifactor per week is, uitgaande van de vorige vraag, 2, Een formule is G = 4, 7 2, t 8 ( 0,02 2, t ) Bijvoorbeeld t = 38 invullen geeft G 2,5.0 0 (gram) (en dat wijkt af van de waarde in de tabel) 3 maximumscore 3 L = log(30),48 invullen in de formule geeft M = 3,27 ( nauwkeuriger) G =0 3,27 862 (gram) Deze waarde wijkt 62 af van de waarde in de tabel Andere antwoorden, mits consistent op basis van de verstrekte gegevens, zijn mogelijk en leiden niet tot het in mindering brengen van scorepunten. 4 maximumscore 4 Beschrijven hoe het maximum gevonden wordt M is maximaal als L, 95 Dan is t 89 Een zwangerschap duurt nooit 89 weken 5

wiskunde C vwo 206-II Halli Galli 5 maximumscore 3 P(eerste kaart is een bananenkaart) = 4 56 4 3 2 P(eerste vier kaarten bananenkaarten) = 56 55 54 53 Het antwoord: 0,003 ( nauwkeuriger) 4 42 4 0 P(eerste vier kaarten bananenkaarten) = 56 4 2 Het antwoord: 0,003 ( nauwkeuriger) Voor een antwoord gebaseerd op trekking met teruglegging, ten hoogste scorepunt toekennen. 6 maximumscore 5 P(in totaal 5 pruimen zichtbaar) = P(5 en 0) + P(4 en ) + P(3 en 2) 42 42 P(5 en 0 pruimen zichtbaar) = 2 ( 56 55 56 2 ) 2 5 2 5 P(4 en pruimen zichtbaar) = 2 ( 56 55 56 2 ) 3 3 3 3 P(3 en 2 pruimen zichtbaar) = 2 ( 56 55 56 2 ) 6 De gevraagde kans is 0,04 ( nauwkeuriger) 540 en Voor een antwoord gebaseerd op trekking met teruglegging, ten hoogste 3 scorepunten toekennen. Als de factor 2 consequent vergeten is, dan ten hoogste 3 scorepunten toekennen. 6

wiskunde C vwo 206-II 7 maximumscore 3 Voor speler A zijn er 4 verschillende kaarten met 5 vruchten Voor speler B zijn er dan nog 3 kaarten over Dat levert 4 3 = 2 manieren Er zijn 4 verschillende kaarten met 5 vruchten 4 Dat levert 6 ( ) combinaties op met twee soorten vruchten 2 Er moet onderscheid gemaakt worden tussen de kaarten van speler A en speler B dus er zijn 2 6 = 2 manieren 8 maximumscore 4 Het aantal keer X dat speler A als eerste op de bel drukt, is binomiaal verdeeld met n = 20 en p = 0, 4 De gevraagde kans is P( X 6) Beschrijven hoe deze kans berekend wordt De gevraagde kans is 0,25 ( nauwkeuriger) 7

wiskunde C vwo 206-II Lampen 9 maximumscore 5 Er zijn 6 gloeilampen nodig 75 De kosten voor een gloeilamp: 0,50 + 300 0,23 ( = 22,925) ( 000 22,93) De kosten voor de 6 gloeilampen: 37,55 5 De kosten voor de spaarlamp: 6,50 + 7800 0,23 = 33,4 000 De spaarlamp is 37,55 33, 4 = 04,4 goedkoper Er zijn 6 gloeilampen nodig dus de aanschafkosten voor de gloeilampen zijn 6 0,50 = 3,00 De gloeilampen kosten aan elektriciteit 7800 75 0,23 = 34,55 000 De spaarlamp kost aan elektriciteit 7800 5 0,23 = 26,9 000 Gebruikskosten gloeilampen: 37,55 en gebruikskosten spaarlamp: 33,4 De spaarlamp is 37,55 33, 4 = 04,4 goedkoper Als een kandidaat de geldeenheid niet vermeld heeft, hiervoor geen scorepunten in mindering brengen. 8

wiskunde C vwo 206-II 20 maximumscore 4 60 De gloeilamp kost per uur 0,23 0,038 000 = 2 De spaarlamp kost per uur 0,23 0,00276 000 = 8,40 0,60 Het prijsverschil is na 0,038 0,00276 uur goedgemaakt Vanaf 707 branduren ( nauwkeuriger) is de spaarlamp voordeliger 60 De kosten van de gloeilamp zijn 0,60 + 0,23 aantal branduren 000 2 De kosten van de spaarlamp zijn 8,40 + 0,23 aantal branduren 000 Beschrijven hoe de vergelijking 60 2 0,60 + 0,23 aantal branduren=8,40 + 0,23 aantal branduren 000 000 kan worden opgelost Vanaf 707 branduren ( nauwkeuriger) is de spaarlamp goedkoper Als een kandidaat de geldeenheid niet vermeld heeft, hiervoor geen scorepunten in mindering brengen. 2 maximumscore 4 Een aanpak als: Het aflezen van een geschikt punt op de grafiek, bijvoorbeeld (32; 3,8) Het wattage van een spaarlamp die dezelfde hoeveelheid licht geeft als 32 een gloeilamp van 32 W is ( 5 = ) 6, 4 Een spaarlamp van 6,4 W heeft ( ), 68 maal zoveel wattage nodig 6,4 3,8 als een LED-lamp die dezelfde hoeveelheid licht geeft Het antwoord: 68(%) (meer) Bij deze vraag een afleesmarge op de verticale as van 0, W hanteren. 9