PENSIOENGIDS 2008 1
Note: please find the English summary on page 8 Algemeen In deze nieuwsbrief informeren wij u over een aantal belangrijke zaken ten aanzien van uw pensioenfonds. De volgende onderwerpen komen aan bod: Het bestuur aan het woord Wijziging toeslagenbeleid Voorwaardelijke toeslag niet actieven en voorwaardelijke verhoging actieven De financiële situatie van het fonds Reglementswijzigingen Pensioenactualiteiten Snellere verhoging AOW-leeftijd Verhoging pensioenrichtleeftijd Het bestuur aan het woord Het bestuur heeft afscheid genomen van bestuurslid Jaap Holkeboer. Jaap was naast bestuurslid ook secretaris van het bestuur. Verder is Tom Zwollo herkozen als vertegenwoordiger namens de pensioengerechtigden in het verantwoordingsorgaan en is Judith Clot herkozen als vertegenwoordiger namens de werknemers in het verantwoordingsorgaan. Op www.pensioenfondsbat.nl vindt u een totaaloverzicht, inclusief foto s, van alle leden van het bestuur en het verantwoordingsorgaan. 3 Wijziging toeslagenbeleid Onderstaande tekst is met de pensioenspecificatie van de maand januari 2013 aan de pensioengerechtigden verzonden. Hierbij willen wij u informeren over een wijziging op het huidige toeslagenbeleid voor ingegane pensioenen en pensioenaanspraken van niet actieve deelnemers van het pensioenfonds. Mocht u na het lezen nog vragen hebben dan kunt u ons telefonisch, maar ook per post of per e-mail (pensioenadministratie@bat.com) bereiken. Vanaf 2009 zijn bij ons pensioenfonds de ingegane pensioenen en pensioenaanspraken van niet actieve deelnemers nauwelijks verhoogd met een toeslag, maar er is ook geen sprake geweest van het korten van pensioenen. Als gevolg van de situatie op de financiële markten zijn de reserves onvoldoende geweest om onder het huidige beleid een (volledige) toeslag te verlenen. De toeslagverlening is gebaseerd op de reële dekkingsgraad. De inflatieverwachtingen maken hier onderdeel van uit. Een reële dekkingsgraad van 100% betekent dat het pensioenfonds volgens de huidige rente en inflatieverwachtingen over voldoende financiële middelen beschikt om de pensioenen nu volledig te kunnen compenseren voor de prijsinflatie inclusief alle toekomstige prijsinflaties. De reële dekkingsgraad per 30 november 2012 is gelijk aan 80%. Dat is volgens het huidige toeslagenbeleid niet voldoende om een toeslag toe te kennen. Verder willen wij u melden dat de nominale dekkingsgraad, de dekkingsgraad die in de media wordt genoemd, 120% bedraagt per eind november 2012.
Het streven van uw pensioenfonds is er altijd op gericht geweest om de (verwachte) prijsinflatie volledig te compenseren. Helaas bleek dat de afgelopen jaren echter financieel niet haalbaar en heeft er zelfs in twee jaar helemaal geen toeslag kunnen plaatsvinden. Het pensioenfonds streeft weliswaar naar volledige toeslagverlening, maar moet ook realistisch zijn in de haalbaarheid daarvan. Dit wordt door De Nederlandsche Bank ook als voorwaarde aan alle pensioenfondsen gesteld. Nu heeft het pensioenfonds door een externe en onafhankelijke organisatie een onderzoek laten uitvoeren naar wanneer en in welke mate toeslagverlening zou kunnen plaatsvinden zonder de solide financiële basis van het fonds geweld aan te doen. Uit het onderzoek blijkt dat als het toeslagenbeleid blijft uitgaan van 100% compensatie van de inflatieverwachtingen, de eerst komende vijf jaar niet tot nauwelijks een toeslag kan worden verleend. Ook laat het onderzoek zien dat als het toeslagenbeleid uit zou gaan van 70% compensatie van de inflatieverwachtingen, de reële dekkingsgraad stijgt. Het gevolg van deze aanpassing in het beleid zou zijn dat er eerder een (hogere) toeslag gegeven kan worden. Voor dit jaar zou dat 0,64% aan toeslag betekenen tegenover 0% als we in het toeslagenbeleid uit gaan van 100% compensatie van de inflatieverwachtingen. 4 Het bestuur van uw pensioenfonds heeft besloten het toeslagenbeleid aan te passen. Het pensioenfonds gaat binnen het toeslagenbeleid rekenen met 70% compensatie van de inflatieverwachtingen. In de pensioenwereld wordt dat een toeslagenambitie van 70% van de maatstaf genoemd. Wij zullen dit dan ook zo in onze officiële documenten gaan noemen. De ingegane pensioenen en pensioenaanspraken van niet actieve deelnemers zullen als gevolg van deze aanpassing per 1 januari 2013 met 0,64% worden verhoogd. Zonder deze aanpassing zouden de pensioenen niet worden verhoogd. De toeslagendoelstelling zal minimaal elke drie jaar opnieuw worden getoetst aan de hand van een extern onafhankelijk onderzoek. Het kan zijn dat de toeslagendoelstelling naar aanleiding van dit onderzoek wordt aangepast, waarover u dan zal worden geïnformeerd. Bij een hogere reële dekkingsgraad in de toekomst kan deze toeslagendoelstelling worden geëvalueerd en mogelijk (naar boven) worden bijgesteld. Heeft de invoering van de toeslagendoelstelling ook gevolgen voor anderen? Het pensioenfonds dient rekening te houden met de belangen van alle belanghebbenden. Bij de aanpassing van de toeslagendoelstelling naar 70% van de prijscompensatie ondervinden de actieve deelnemers geen direct nadeel en is de kans aanvaardbaar klein dat de actieve deelnemers, zolang zij actief zijn, in de toekomst nadeel zullen ondervinden van deze beslissing. Als zij niet meer actief zijn ondervinden zij juist direct voordeel van deze beleidsaanpassing. Conclusie Het pensioenfonds houdt vanaf nu binnen het toeslagenbeleid voor ingegane pensioenen en pensioenaanspraken van niet actieve deelnemers rekening met 70% compensatie voor de prijsinflatie. Het doel van de aanpassing is niet om een hogere toeslag toe te kennen, maar om een toeslagenbeleid te hanteren dat realistisch en verantwoord is. Hierdoor kan eerder een toeslag worden verleend. Bij de aanpassing van het toeslagenbeleid en de invoering van de toeslagendoelstelling ondervinden geen van de groepen belanghebbenden direct nadeel en is de kans op nadeel op langere termijn klein en aanvaardbaar.
Voorwaardelijke toeslag niet actieven en voorwaardelijke verhoging actieven Het bestuur van het pensioenfonds bekijkt jaarlijks of de financiële positie van het pensioenfonds voldoende is om de voorwaardelijke toeslag voor niet actieven* en de voorwaardelijke verhoging van pensioenen van actieve deelnemers toe te kennen. Het besluit tot toeslagverlening en de hoogte van de toeslag wordt door het bestuur genomen aan de hand van het geldende pensioenreglement. a. Voorwaardelijke toeslag niet actieven Het bestuur heeft dit jaar de toeslag voor de niet actieven per 1 januari 2013 op 0,64% gesteld. Dit betekent dat de pensioenuitkeringen van pensioengerechtigden, de pensioenaanspraken van personen die uit dienst zijn, de pensioenaanspraken van ex-partners met een bijzonder partnerpensioen en de pensioengrondslag van de arbeidsongeschikten dit jaar zijn verhoogd met 0,64%. In het artikel wijziging toeslagenbeleid vindt u informatie over het door het bestuur genomen besluit in verband met een wijziging in het toeslagenbeleid. Hier vindt u ook uitleg over de totstandkoming van de hoogte van de toeslag. b. Voorwaardelijke verhoging pensioenen van actieve deelnemers Het bestuur van het pensioenfonds heeft besloten om de individuele verhoging van het pensioengevend salaris van de actieve deelnemers ook over de achterliggende deelnemersjaren toe te kennen. Dit wordt ook wel de back-service genoemd. Om de pensioenen van de actieve deelnemers te kunnen verhogen dient de nominale dekkingsgraad per 30 november minimaal 105% te zijn. De nominale dekkingsgraad bedroeg per 30 november 2012 120 %. 5 Op pagina 11 vindt u de wettelijk voorgeschreven tekst over ons toeslagenbeleid. De financiële situatie van het fonds per 31 januari 2013 Per 31 januari 2013 bedroeg de nominale dekkingsgraad 120% tegenover 120% per eind november 2012. De reële dekkingsgraad bedroeg per 31 januari 2013 87% op basis van een toeslagenambitie van 70%. Bovengenoemde cijfers betreffen schattingen welke niet beoordeeld zijn door een externe actuaris of accountant. Reglementswijzigingen Met ingang van 1 januari 2013 zijn de reglementen 1999 en 2006 geactualiseerd en aangepast aan het bestaande beleid van het pensioenfonds. In de beide reglementen zijn de datums, franchises en de afkoopgrens aan de huidige stand van zaken aangepast. Daarnaast zijn de reglementen ter verduidelijking tekstueel op enkele punten aangepast en aangevuld. Deze aanpassingen en aanvullingen hebben geen gevolgen voor de juridische uitleg van de reglementen. In deze nieuwsbrief heeft u al kunnen lezen dat de zogenoemde toeslagenambitie in lijn met de regelgeving van De Nederlandsche Bank is aangepast aan realistische verwachtingen. Het gebruik van deze toeslagenambitie is in de reglementen opgenomen. * Onder niet actieven wordt verstaan: pensioengerechtigden, gewezen deelnemers, ex-partners met een bijzonder partnerpensioen en arbeidsongeschikten.
Volgens de geactualiseerde reglementen is het nu mogelijk om vanaf 60 jarige leeftijd uw pensioen te vervroegen terwijl u nog werkt. U loopt dan niet meer het risico dat de Belastingdienst u een boete oplegt. U kunt nog wel eerder dan met 60 jaar met pensioen gaan, maar dan moet dat aansluiten op uw einde dienstverband bij uw werkgever of moet de uitkering het gat opvullen dat ontstaat als u minder gaat werken. Dit laatste heet deeltijdpensioen. Bij arbeidsongeschiktheid die tijdens het dienstverband bij een van de bij het pensioenfonds aangesloten werkgevers is ontstaan, wordt de pensioenopbouw voor het arbeidsongeschikte gedeelte mogelijk voortgezet. De voortzetting is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid. Als de mate van arbeidsongeschiktheid na beëindiging van het dienstverband daalt dan wordt ook de voortzetting van pensioenopbouw in verband met arbeidsongeschiktheid verlaagd. Als de mate van arbeidsongeschiktheid na beëindiging van het dienstverband stijgt, dan stijgt de mate van voortzetting van de pensioenopbouw niet. Deze werking van de mate van voortzetting van de pensioenopbouw in verband met arbeidsongeschiktheid is niet nieuw. Het stond ook al in de pensioenreglementen, maar nog niet op alle plaatsen. Daarom staat het nu, ter verduidelijking, op meerdere plaatsen. 6 In eerdere nieuwsbrieven heeft u kunnen lezen dat de Nederlander gemiddeld gezien steeds ouder wordt. Hier dient het pensioenfonds rekening mee te houden. Het pensioenfonds doet dat aan de hand van de sterftegrondslagen die door het Actuarieel Genootschap worden gepubliceerd. Vorig jaar zijn de grondslagen aangepast en nu wordt in de reglementen verwezen naar deze nieuwe sterftegrondslagen. Eerder heeft het pensioenfonds de uitleg van de solvabiliteitsopslag in de uitvoeringsovereenkomst aangepast. Volgens deze aangepaste uitleg is de procentuele solvabiliteitsopslag gelijk aan het procentuele gedeelte van het eigen vermogen van het pensioenfonds dat de toezichthouder van het pensioenfonds vereist. Eenvoudiger gezegd is de solvabiliteitsopslag een gedeelte bovenop de pensioenpremie om de financiële gezondheid tot aan de door de toezichthouder bepaalde vereisten in stand te houden of in slechtere tijden de financiële positie te verbeteren. In 2009 heeft het pensioenfonds de volledige toeslag verleend aan de pensioenen van de nietactieve deelnemers. Hierbij week het pensioenfonds met een robuuste onderbouwing af van de toeslagenstaffel. Deze mogelijkheid tot afwijking van de toeslagenstaffel is in de pensioenreglementen verduidelijkt. Pensioenactualiteiten Snellere verhoging AOW-leeftijd In onze nieuwsbrief van oktober 2012 hebben wij u geïnformeerd over de snellere verhoging van de AOW-leeftijd. Om uw AOW-leeftijd vast te stellen is naast het geboortejaar ook de maand van geboorte van belang. In onze nieuwsbrief van oktober 2012 is een tabel opgenomen waarin geen rekening is gehouden met de geboortemaand. Om deze reden plaatsen wij hieronder een aangepaste tabel. In deze tabel is nog geen rekening gehouden met het regeerakkoord van oktober 2012. Op basis van dit akkoord gaat de AOW-leeftijd stapsgewijs omhoog naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. De Tweede en Eerste Kamer moeten hier nog mee instemmen.
Let op: deze tabel gaat nog niet uit van de snellere verhoging naar 67 jaar in 2021. U bent geboren: U krijgt AOW in: Uw leeftijd als uw AOW-uitkering ingaat, is: voor 1 januari 1948 2012 65 na 31 december 1947 en voor 1 december 1948 2013 65 + 1 maand na 30 november 1948 en voor 1 november 1949 2014 65 + 2 maanden na 31 oktober 1949 en voor 1 oktober 1950 2015 65 + 3 maanden na 30 september 1950 en voor 1 augustus 1951 2016 65 + 5 maanden na 31 juli 1951 en voor 1 juni 1952 2017 65 + 7 maanden na 31 mei 1952 en voor 1 april 1953 2018 65 + 9 maanden na 31 maart 1953 en voor 1 januari 1954 2019 66 na 31 december 1953 en voor 1 oktober 1954 2020 66 + 3 maanden na 30 september 1954 en voor 1 juli 1955 2021 66 + 6 maanden 7 na 30 juni 1955 en voor 1 april 1956 2022 66 + 9 maanden na 31 maart 1956 en voor 1 januari 1957 2023 67 na 31 december 1956 2024 nog niet bekend.* * De regering beslist later of de AOW-leeftijd verder omhoog gaat voor mensen die na 1956 geboren zijn Verhoging pensioenrichtleeftijd Per 1 januari 2014 wijzigt de pensioenrichtleeftijd van 65 jaar naar 67 jaar en wijzigen de fiscaal wettelijk gefaciliteerde opbouwpercentages voor eindloon, middelloon en de beschikbare premie regelingen (DC). Voor eindloon wordt het opbouwpercentage verlaagd van 2% naar 1,9% en voor middelloon van 2,25% naar 2,15%. Voor de beschikbare premie regelingen heeft de belastingdienst nieuwe (lagere) staffels gepubliceerd. Wat betekent dit voor uw pensioen? Voor personen die momenteel een pensioenuitkering van ons fonds ontvangen verandert er niets. Bouwt u actief pensioen op bij ons fonds dan zullen wij u informeren zodra hier meer over bekend is. Met vriendelijke groet, Stichting Pensioenfonds British American Tobacco R.H. Pennings Manager Pensioenfonds
Summary Pensions Newsletter February 2013 In this newsletter we would like to inform you on the following topics: Message of the board of trustees Changes in indexation policy Conditional indexation for non-active and active population Financial position of the Fund Pension scheme amendments News items Accelerated increase of age to receive state pension Increase retirement age Message of the board of trustees After Jaap Holkeboer s retirement from BAT he also concluded his board membership of the Fund effective from the end of December 2012. Furthermore, Tom Zwollo and Judith Clot entered into a second term as member of the Verantwoordingsorgaan after elections amongst respectively the group of pensioners and active employees of the Fund. On our website www.pensioenfondsbat.nl you will find a complete overview of all trustees of the board and the Verantwoordingsorgaan. 8 Changes in indexation policy From 2009 onwards the Fund has not been in the position to grant full indexation for its non-active population and pensioners. At the same time the Fund was never forced, based on its financial position, to reduce the entitlements granted. The board bases its annual decision regarding the level of indexation on the funding ratio in real terms at 30 November of any year. Full indexation will in principle be granted if the funding ratio in real terms is 100% or higher. Partial indexation could be agreed upon if this ratio is above 80%. The financial position of the fund in the last couple of years confirmed that the fund s ambition to grant full indexation is no longer realistic and therefore the board has decided to align its ambition to a level that is more achievable. This alignment is also required by the Dutch Central Bank (DNB). The Fund conducted a financial review in 2012 to determine a realistic ambition and the conclusion was that an ambition of granting 70% of indexation measure (CPI adjusted) is more realistic. The consequence of applying this new ambition is that the funding ratio in real terms increases automatically (in future only partial indexation is considered) and would imply a higher level of (partial) indexation on the short term. For this year this adjustment resulted in granting a partial indexation of 0.64% as per 1 January 2013 versus 0.0% in the old regime. Every three years a financial review will take place in order to determine whether the level of ambition is still in line with reality. If the financial position of the fund is sufficient, the ambition level will potentially be adjusted.
Summary Pensions Newsletter February 2013 Conditional indexation for non-active and active population Annually the board determines the level of indexation based on its financial position as of 30 November of the year under review. a. The board has decided to grant an indexation of 0.64% for the non-active population (pensioners and individuals that are not employed by BAT anymore but still have pension entitlements managed by the fund). b. P ast service entitlements has been fully granted to the active participants (existing BAT employees falling under the scheme). Minimum threshold for this decision is a funding ratio in nominal terms of 105%. Actual funding ratio as per 30 November 2012 was 120%. Financial position of the fund As per 31 January 2013 the funding ratio has been determined at 120% in nominal terms (versus 120% at the end of November 2012). The funding ratio in real terms is calculated at 87%, based on the amended ambition to 70%. Pension scheme amendments The pension schemes 1999 and 2006 have been reviewed and the following amendments have been processed: Dates, off-set figures, buy out limits, etc. brought in line with regulatory adjustments; Explanatory notes (indexation, premium mark ups, etc.); Ambition regarding indexation (see earlier article); Early retirement arrangements (incl. partial retirement arrangements); Disability arrangements in relationship with continued pension accrual; Incorporation of and reference to renewed mortality tables. 9
Summary Pensions Newsletter February 2013 News items Accelerated increase of age to receive state pension In our latest newsletter we informed you on the accelerated increase of pension age to receive state pension. See below the changes based on the date of birth. Date of birth: State pension (AOW) in: Your age when starting to receive state pension (AOW): Before 1 January 1948 2012 65 after 31 December 1947 and before 1 December 1948 2013 65 + 1 month after 30 November 1948 and before 1 November 1949 2014 65 + 2 months after 31 October 1949 and before 1 October 1950 2015 65 + 3 months 10 after 30 September 1950 and before 1 August 1951 2016 65 + 5 months after 31 July 1951 and before 1 June 1952 2017 65 + 7 months after 31 May 1952 and before 1 April 1953 2018 2018 65 + 9 months after 31 March 1953 and before 1 January 1954 2019 66 after 31 December 1953 and before 1 October 1954 2020 66 + 3 months after 30 September 1954 and before 1 July 1955 2021 66 + 6 months after 30 June 1955 and before 1 April 1956 2022 66 + 9 months after 31 March 1956 and before 1 January 1957 2023 67 after 31 December 1956 2024 unknown Increase retirement age As per 1 January 2014 the retirement age will change from 65 years to 67 years and at the same time the accrual percentages will decline for all pension schemes with a further decline anticipated in 2015. This English text is a summary and a translation of the original Dutch text, which is leading.
Aanvullende informatie over toeslagen Deze tekst is wettelijk voorgeschreven. Voorwaardelijke verhoging pensioenen van actieve deelnemers Kunt u met uw pensioen in de toekomst evenveel kopen? Zolang u werkt bouwt u ieder jaar pensioen op. Dit noemen we het opgebouwde pensioen. Uw opgebouwde pensioen groeit mee met de stijging van uw loon voor zover en zolang de financiële middelen van het pensioenfonds dat toelaten. Groeit het opgebouwde pensioen in een jaar niet mee? Dan streeft het pensioenfonds ernaar dat later in te halen als de financiële middelen dat in de toekomst wel toelaten en u nog in dienst bent van de werkgever. Hoeveel pensioen u krijgt als u stopt met werken, wordt in principe gebaseerd op het loon dat u vlak daarvoor per 1 januari van dat jaar heeft ontvangen. Let op: indien uw opgebouwde pensioen in het verleden in een jaar niet is meegegroeid, zal het pensioen niet volledig gebaseerd zijn op het loon dat u vlak voor het stoppen met werken ontving. Voorwaardelijke toeslag ingegane pensioenen, premievrije pensioenen, bijzonder partnerpensioen en premievrij voortgezette pensioenen bij arbeidsongeschiktheid Stichting Pensioenfonds British American Tobacco probeert ieder jaar de pensioenrechten en pensioenaanspraken van pensioengerechtigden, ex-partners, arbeidsongeschikten en personen die uit dienst zijn te verhogen met de prijsontwikkeling. De pensioenrechten en pensioenaanspraken van pensioengerechtigden, ex-partners, arbeidsongeschikten en mensen die per 31 december 2012 uit dienst zijn, zijn per 1 januari 2013 met 0,64% verhoogd. De ex ante bepaalde maatstaf, CPI alle huishoudens afgeleid, bedroeg over de periode oktober 2011 tot en met oktober 2012 2,03%. Momenteel houdt het pensioenfonds in het toeslagenbeleid rekening met een toeslagenambitie van 70% van deze maatstaf. 11 Het pensioenfonds heeft de hierboven genoemde pensioenrechten de afgelopen drie jaar als volgt verhoogd: Over 2012 met 0,00%. De prijzen gingen toen met 2,33% omhoog. Over 2011 met 0,21%. De prijzen gingen toen met 1,38% omhoog. Over 2010 met 0,40%. De prijzen gingen toen met 0,40% omhoog. Stichting Pensioenfonds British American Tobacco betaalt de toekomstige verhogingen van de pensioenrechten uit beleggingsrendement. U hebt door deze verhoging en de verwachting voor de komende jaren niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst.