Samenvatting Leidse Monitor

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Leidse Monitor

Samenvatting Leidse Monitor

Leidse Monitor

Leidse Monitor

Leidse Monitor

1 Deelname peuters aan voor- en vroegschoolse educatie Peuters op VVE- en niet-vve-speelzalen Gewichten en etniciteit peuters 3

Van de tweejarigen zit het merendeel op een VVE-speelzaal, bij de driejarigen zit het grootste deel op een niet-vve-speelzaal (zie figuur 1).

Leidse Monitor 2006/2007

0 0,3 1,2 *kind VVE niet VVE

Rapport Mei Drs. Manon Uijttewaal Drs. Ingrid Gussen-Benthem Dr. Jaap van Lakerveld

Rapport April Drs. Manon Uijttewaal Dr. Jaap van Lakerveld Drs. Ingrid Gussen-Benthem

Factsheets Oktober Drs. Manon Uijttewaal Drs. Ingrid Gussen-Benthem Dr. Jaap van Lakerveld

Monitor Kopklas. - Volggroepen vanaf de start in 1991 tot en met schooljaar 2007/ Leiden November 2008

Factsheets Oktober Drs. Manon Uijttewaal Drs. Ingrid Gussen-Benthem Dr. Jaap van Lakerveld

Handleiding gebruik Versie oktober 2015

Protocol Vroegsignalering VVE Alle doelgroepkinderen in beeld

Monitorgegevens. voorschools. gemeente Steenwijkerland

Taalresultaten Giessenlanden. Toetsresultaten basisscholen en

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond

Onderwijs. Hoofdstuk Inleiding

Culemborgs VVE beleid

Schoolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen

Marktprofiel 2012 Voorbeeldschool Het Dorp

Onderwijs. Kerncijfers

Onderwijsmonitor 2011

Addendum Doelgroepdefinitie VVE. Lokaal Educatieve Agenda Samenwerken aan talent

Werk vader: Werk moeder: Mobiel vader: 06- Mobiel moeder: 06-

Drentse Onderwijsmonitor

5. Onderwijs en schoolkleur

SCHOOLLOOPBAANGEGEVENS WWZ-LEERLINGEN

Onderwijsmonitor 2011 Papendrecht

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor

Onderwijs. Kerncijfers 203

Onderwijsmonitor 2010 Hendrik-Ido-Ambacht

Onderwijsmonitor 2010 Alblasserdam

Drentse Onderwijs monitor

Onderwijsmonitor 2010 Dordrecht

Beginpagina INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN

Drentse Onderwijs monitor

Toelichting Gewichtenregeling basisonderwijs

Drentse Onderwijs monitor

Onderwijsmonitor 2010 Zwijndrecht

Statistisch Jaarboek onderwijs

Aan. de gemeenteraad. Gemeentebestuur Spuiboulevard GR DORDRECHT. Retouradres: Postbus 8 330QAADORDRECHT. F (078) www, dordrecht.

Nieuwsbrief kwaliteit KBS Franciscus

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor

Het Almeerse basisonderwijs

Nieuwe gewichtenregeling basisonderwijs

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijsmonitor

Geachte ouder, verzorger, voogd,

Het Almeerse basisonderwijs

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijsmonitor

Onderwijsmonitor 2010 Sliedrecht

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor

Onderwijsmonitor 2011

Feitenkaart vve-monitor Rotterdam 2015

Drentse Onderwijsmonitor

Onderwijsmonitor 2010 Papendrecht

Onderwijsachterstandenbeleid in Leiden Het beste uit ieder kind

Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) Praktijkonderwijs (PrO) Wat zijn de criteria voor Praktijkonderwijs en Leerwegondersteunend onderwijs?

Leerlingentelling 1 oktober 2015

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor

Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens,

Resultaatafspraken voor VVE in gemeente Westvoorne

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor

ALGEMEEN We beginnen met enkele vragen over VVE in uw gemeente.

Drentse Onderwijsmonitor

Monitor voor- en vroegschoolse educatie 2012/2013

Drentse Onderwijsmonitor

/ aant. % aant. % aant. % aant. % aant. % aant. % ,3 5 3,3 8 5, , ,7 153

LOKAAL JEUGDRAPPORT - Houten

Drentse Onderwijsmonitor

Gebruik kinderopvang s-hertogenbosch

Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd, maar als u nog vragen of opmerkingen heeft laat het ons dan vooral even weten.

DE LOKALE STAAT VAN HET ONDERWIJS IN UW GEMEENTE Blauwe Ogen 2

Bijlagen bij hoofdstuk 5 Minderheden in het onderwijs Mérove Gijsberts (SCP) en Marijke Hartgers (CBS)

Kiezen na de basisschool

Gemeentelijke onderwijsachterstanden en preventiemonitor

Drentse Onderwijsmonitor

Opleidingsniveau stijgt

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

OAB SCAN. Gemeente XXX EEN NIEUWE INDICATOR VOOR ONDERWIJSACHTERSTANDEN. Verschuivingen in beeld

Drentse Onderwijsmonitor

Transcriptie:

Samenvatting Leidse Monitor 2007-2008 December 2009 Dr. Jaap van Lakerveld Drs. Ingrid Gussen Dr. Kees de Brabander Drs. Theresa Steeman PLATO Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie BV Universiteit Leiden Wassenaarseweg 52 2333 AK Leiden

Samenvatting Leidse Monitor 2007-2008 / PLATO, Universiteit Leiden / JvL, IG, KdB, TS / 12-2009 2

Samenvatting Leidse Monitor 2007-2008 Deze samenvatting bevat informatie uit de Leidse Monitor over de ontwikkeling van groepen Leidse kinderen vanaf het moment dat zij en/of hun ouders deelnemen aan een voor- en vroegschools programma (VVE) thuis of bij een voorschoolse voorziening tot en met groep 8 van de basisschool. Voorafgaand aan de stand van zaken in het schooljaar 2007-2008 en het kalenderjaar 2008, volgt eerst een korte uitleg over de leerlinggewichtenregeling en wordt geschetst over hoeveel Leidse kinderen de monitor rapporteert. De gewichtenregeling Het criterium om een basisschool al of niet extra middelen toe te wijzen voor het bestrijden van onderwijsachterstanden, is sinds 1 augustus 2006 het opleidingsniveau van de ouder(s). Hiermee vervallen dus de oude criteria van etniciteit en opleidings- en beroepsniveau. Met ingang van 1 augustus 2006 gelden de volgende gewichten: +0,3 Beide ouders maximaal: - VMBO basis- of kaderberoepsgerichte leerweg of - lbo/vbo (lager- of voorbereidend beroepsonderwijs) of - 2 jaar onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs +1,2 Eén ouder maximaal basisonderwijs en een ouder maximaal VMBO basis- of kaderberoepsgerichte leerweg of LBO/VBO (lager- of voorbereidend beroepsonderwijs) of 2 jaar onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs. In verband met de overgangsfase worden in deze monitorrapportage voor een deel nog de oude gewichten gehanteerd. Ook zullen beschikbare gegevens over de etniciteit van kinderen en/of hun ouders worden weergegeven. Sterretjeskinderen Naast de gewichten 0,3 en 1,2 kent men in Leiden bij de peuters ook de zogenaamde sterretjeskinderen. Een sterretjeskind is een kind: - in de leeftijd van 0 4 jaar; - dat op basis van de opleiding van de ouders niet onder de gewichtenregeling van het Rijk inzake onderwijsachterstandenbestrijding valt; - met een zwak taalniveau en een risico op (taal) achterstand, welke is vastgesteld door een CITO of logopedische toets uitgevoerd door leidster, tutor of andere professionele medewerker van een VVE voorziening; - dat in vrijwel alle gevallen door een logopedist mede beoordeeld wordt op spraak/taal problemen. Sterretjeskinderen: - lopen risico op een (taal)achterstand en hebben, op basis van (een uniforme) beoordeling van professionals uit het veld, baat bij het tegengaan van hiervan door het volgen van een VVE programma, centrum- dan wel gezinsgericht; Samenvatting Leidse Monitor 2007-2008 / PLATO, Universiteit Leiden / JvL, IG, KdB, TS / 12-2009 3

- komen op verschillende momenten bij verschillende disciplines in beeld. Hierbij kan gedacht worden aan peuterspeelzalen, consultatiebureaus, gezinsgerichte opvoedingsprogramma s en kindercentra. In onderstaand schema staat weergegeven over hoeveel kinderen (peuters en basisschoolleerlingen) de monitor over de periode 2007-2008 informatie bevat en hoeveel kinderen daarvan een leerlinggewicht hadden. VVE- Peuterspeelzalen/kinderdagverblijven (01-01-08) 1 11 SPL-speelzalen 8 Pippeloentje 1 Kinderdagverblijven 1 10 VVE-speelzalen (teldatum 01-01-08) aantal peuters 390 met gewicht 193 met sterretje 44 Basisscholen 27 VVE 13 Aantal leerlingen 8049 kleuters 2594 groep 3 t/m 8 5455 Gewichtenkinderen (verzameld over 8000 kinderen) kleuters 523 groep 3 t/m 8 1362 Groep 8 leerlingen 835 VVE 345 Gemiddelde cito-totaalscore 27 scholen 536,7 Gemiddelde cito-totaalscore VVE-scholen 533,9 1 Sinds 1 januari 2008 zijn ook de kinderdagverblijven Grote en Kleine Beer in de monitor opgenomen Samenvatting Leidse Monitor 2007-2008 / PLATO, Universiteit Leiden / JvL, IG, KdB, TS / 12-2009 4

Voor- en vroegschoolse educatie Aantal 2- en 3-jarige Leidse peuters in kinderopvang en op peuterspeelzalen op 1 januari 2008 in gemeente leiden 2402 op kinderopvang 1237 op SPL-speelzaal 848 waarvan op VVEspeelzaal 330 op Pippeloentje 27 op Sindbad 33 Van de in totaal 908 peuters die op 1 januari 2008 een SPL-speelzaal, Pippeloentje of Sindbad bezochten, zaten 390 peuters op een VVE-speelzaal en 518 op een niet VVE-speelzaal. Op de niet-vve-speelzalen heeft 8% van de kinderen een gewicht en 4% een sterretje, op de VVE-speelzalen liggen deze percentages, zoals te verwachten, beduidend hoger. 49% heeft een gewicht en 11% een sterretje. Etniciteit van peuters op VVE-speelzalen 291 van de in totaal 850 allochtone Leidse peuters (34%) en 99 van de in totaal 1552 Leidse autochtone peuters (6%) zit op 1 januari 2008 op een VVE-speelzaal. In 2008 heeft ongeveer 75% van de peuters op een VVE-speelzaal een allochtone achtergrond, de meeste een Marokkaanse achtergrond (37%). In 2007 waren deze percentages 70% respectievelijk 35%. Uitstroom van peuters naar basisscholen Van de 183 peuters, die van een VVE-peuterspeelzaal naar een basisschool gingen, ging 60% naar één van de dertien VVE-scholen in Leiden; 68% van de kinderen met een gewicht en 46% van de kinderen zonder gewicht. VVE-bereik peuters Op 1 januari 2008 heeft van de Leidse leerlingen van 4 en 5 jaar 81% geen gewicht, 9% een gewicht van 0,3 en 10% een gewicht van 1,2. Het aantal Leidse peuters van 2 en 3 jaar met een gewicht wordt geschat op basis van de verhouding gewichtenkinderen bij 4- en 5-jarige Leidse kinderen. Uitgaande van deze schatting zit 42% van de Leidse peuters met een gewicht op een VVEspeelzaal. Het gaat daarbij om 22% van de peuters met een gewicht van 0,3 en 61% van de peuters met een gewicht van 1,2. Het aantal Leidse peuters met een gewicht van 1,2 op VVE-speelzalen is relatief toegenomen: van 58% op 1 januari 2007 naar 61% op 1 januari 2008. Samenvatting Leidse Monitor 2007-2008 / PLATO, Universiteit Leiden / JvL, IG, KdB, TS / 12-2009 5

VVE-bereik kleuters Van de leerlingen in groep 1 en 2 had 79,8% geen gewicht. In 2006-2007 was dit 78,6%. 9.6% van de leerlingen had een gewicht van 0,3 (in 2006-2007: 11%) en 10,5% een gewicht van 1,2 (gelijk aan het schooljaar 2006-2007). Van alle gewichtenkleuters zit 74% op de VVE-scholen. 59% van de kinderen met het gewicht 0,3 en 89% van de kinderen met een gewicht van 1,2. Beide percentages lagen in 2006-2007 iets hoger. 31% van de kleuters zonder gewicht zit op een VVE-school. In 2006-2007 was dit 26%. VVE-toetsgegevens peuters en kleuters Voor zowel de peuters als de jongste en oudste kleuters geldt dat het percentage voldoende scores op de Taaltoets gedaald is ten opzichte van 2006-2007, toen dit percentage het hoogst was van alle afgelopen jaren. Het percentage in 2008 ligt voor alle drie de groepen hoger dan in 2004. Bij de peuters en oudste kleuters was het percentage voldoende scores bij de toets Ruimte en Tijd en bij de toets Ordenen in 2007 sterk gestegen ten opzichte van voorgaande jaren, in 2008 is het weer iets gedaald. Bij de jongste kleuters is het percentage voldoende scores voor Ruimte en Tijd in 2008 gelijk aan dat in 2007, bij Ordenen stijgt dit percentage in 2008. Basisonderwijs Gewichten groep 3 t/m 8 Voor de kinderen uit de groepen 3 t/m 8 geldt in 2007-2008 deels nog de oude gewichtenregeling. Bij de vaststelling van het aantal gewichtenkinderen is uitgegaan van het invoeringsschema dat door het ministerie is aangegeven. Dat betekent dat voor de kinderen, die op 1 oktober 2007 7 jaar of jonger waren, de nieuwe gewichten zijn aangehouden. Voor de kinderen ouder dan 7 zijn de oude gewichten aangehouden. Wanneer beide gewichtengroepen gecombineerd worden dan heeft 25% van de leerlingen in groep 3 t/m 8 een gewicht. In het schooljaar 2006-2007 was dit 28%. Vertragingen In het leerjaar 2007-2008 waren er 110 zittenblijvers. Dit is 2% van het aantal leerlingen waarover dit gegeven is verzameld (5248). In de schooljaren 2005-2006 en 2006-2007 was dit ook 2%. Net als genoemde jaren treedt het hoogste percentage vertragingen op in groep 3 (4,8%), gevolgd door groep 4 (2,7%). Samenvatting Leidse Monitor 2007-2008 / PLATO, Universiteit Leiden / JvL, IG, KdB, TS / 12-2009 6

Verzuim Bij iets meer dan 8% van de 8049 leerlingen is sprake geweest van ongeoorloofd verzuim, de meesten daarvan verzuimden maximaal 10 dagdelen. 63% van de leerlingen heeft in 2007-2008 één of andere vorm van geoorloofd verzuim gekend, de meesten eveneens maximaal 10 dagdelen. In het schooljaar 2006-2007 was het percentage geoorloofd verzuim 59%. Cito-score groep 8 De Cito-eindtoets wordt op alle Leidse scholen afgenomen, met uitzondering van de Vrije School. Niet alle kinderen maken echter de Cito-eindtoets, bijvoorbeeld omdat zij uitstromen naar het LWOO (Leerwegondersteunend onderwijs) of het praktijkonderwijs. Van de aan de monitor deelnemende scholen is van 46 kinderen geen Citoscore bekend, dat is 5% van de groep 8-leerlingen. Ook vorig jaar was van 5% van de leerlingen geen toetsscore bekend. De gemiddelde Cito-score van de leerlingen van de deelnemende scholen is, net als in 2006-2007, 536,7 2. De Leidse scholen liggen daarmee boven het landelijk gemiddelde van 535,4. Er worden aparte Cito-scores berekend voor scholengroepen met verschillende leerlingpopulaties. De Leidse scholen behoren tot scholengroep 3, dit zijn de scholen met 51-75% leerlingen zonder gewicht 3. De gemiddelde score van deze scholengroep was landelijk in 2008 534,6. Omdat niet van alle scholen de Cito-score via ESIS is ontvangen, kan er slechts voor een deel van de totale groep leerlingen nagegaan worden hoe de Cito-score per gewichtengroep er uit ziet. Het gaat om in totaal 666 leerlingen van in totaal 23 scholen. De gemiddelde Cito-totaalscore van deze 23 scholen is 536,4 en dus iets lager dan het Leidse gemiddelde van 536,7. De groep kinderen met een gewicht van 0,25 had een gemiddelde score van 528,9, de groep met een gewicht van 1,2 had een gemiddelde score van 532,1. Van 19 scholen waren de Cito-scores per gewicht voor zowel 2006-2007 als 2007-2008 beschikbaar. Vergelijking van beide jaren laat zien dat de gemiddelde Citototaalscore op deze 19 scholen in 2007-2008 voor alle groepen hoger ligt dan in 2006-2007. Bij de groep kinderen met een gewicht is de toename het sterkst. Aantal leerlingen in het speciaal basisonderwijs Op 1 oktober 2005 zat 7% van alle leerlingen op de Leidse scholen, op een school voor speciaal basisonderwijs, op 1 oktober 2006 en 2007 was dit 6%, in 2008 was dit 5,2%. NB: Het gaat hier niet om 7% van alle Leidse kinderen in de basisschoolleeftijd, het speciaal basisonderwijs heeft een regiofunctie en heeft dus ook relatief veel leerlingen van buiten Leiden. 2 De gegevens in deze paragraaf betreffen alleen de aan de monitor deelnemende scholen. Dus exclusief de scores van de Eerste Leidse Schoolvereniging, de Haanstraschool en de Vrije School. 3 561 leerlingen van de in totaal 835 groep 8 leerlingen heeft geen gewicht. Dit is 67,2%. Samenvatting Leidse Monitor 2007-2008 / PLATO, Universiteit Leiden / JvL, IG, KdB, TS / 12-2009 7

Het aantal verwijzingen vanuit Leidse basisscholen naar het speciaal basisonderwijs is, na een toename in het schooljaar 2006-2007, in het schooljaar 2007-2008 weer iets afgenomen, ook in relatieve zin; in het schooljaar 2006-2007 werd 0,7% van het totale aantal leerlingen op Leidse scholen naar het speciaal basisonderwijs verwezen, in het schooljaar 2007-2008 4 was dit 0,6%. Uitstroom naar het voortgezet onderwijs In aansluiting op de rapportage over het schooljaar 2006-2007 is nagegaan naar welk niveau de leerlingen op basis van hun Cito-score kunnen uitstromen. Uitgaande van de Cito-scores zou 56% van de leerlingen kunnen doorstromen naar HAVO of een hoger niveau van onderwijs en 77% naar VMBO-t en hoger. In 2007 waren deze percentages 57% resp. 78%. Het percentage kinderen dat op grond van hun Cito-score door kan stromen naar VMBO-gt is gelijk gebleven, het percentage dat door kan stromen naar HAVO is in 2007-2008 1% hoger dan in 2006-2007, het percentage VWO ligt in 2007-2008 iets lager dan in 2006-2007 (23% resp. 25%). Van 230 gewichtenkinderen is de Cito-score bekend. Er is groei zichtbaar in het percentage gewichtenkinderen dat op basis van hun Cito-score naar HAVO/VWO en naar VMBO-gt t/m HAVO/VWO kan doorstromen. 33% van deze gewichtenkinderen zou kunnen doorstromen naar HAVO/VWO en 58% naar VMBO-gt t/m HAVO/VWO. In 2006-2007 waren deze percentages respectievelijk 25% en 51%. Naschoolse activiteiten Aan de door Libertas Leiden, in samenwerking met de beweegmanager van de gemeente Leiden, georganiseerde naschoolse activiteiten wordt door 14 scholen in 5 Leidse wijken deelgenomen. In het schooljaar 2007-2008 zijn in totaal 1270 leerlingen van deze 14 scholen gestart aan de naschoolse activiteiten. Het deelnamepercentage per wijk varieert van 41% tot 79%. Vergelijking met het deelnamepercentage in voorgaande schooljaar was dit keer nog alleen mogelijk voor de groepen 3, 4 en 5. Over het algemeen is het deelnamepercentage in deze groepen toegenomen in vergelijking met schooljaar 2006-2007. Het percentage kinderen dat de activiteit niet helemaal afmaakt, is in 2008 gedaald ten opzichte van 2007, van 8,6% naar 7,5%. 4 Teldatum: 1 oktober 2008. Samenvatting Leidse Monitor 2007-2008 / PLATO, Universiteit Leiden / JvL, IG, KdB, TS / 12-2009 8

Opvoedingsondersteuning en schoolmaatschappelijk werk Opstapje In het schooljaar 2007-2008 hebben 86 moeders deelgenomen aan Opstapje5, in het schooljaar 2006-2007 was het aantal deelnemende moeders 76. Bij de kinderen gaat het om 33 meisjes en 53 jongens. Bijna alle kinderen (81 van de 86) zijn zelf in Nederland geboren. De meeste moeders komen uit Marokko, gevolgd door moeders uit Nederland, Turkije, Afghanistan, Somalië en Syrië. De groep overig omvat 13 verschillende landen. Van de vaders komt 24% uit Nederland. 51 van de 82 kinderen bezoeken een peuterspeelzaal. Het overgrote deel daarvan (45) zit op een VVE-speelzaal of VVE-kinderdagverblijf. 37% van de kinderen heeft een gewicht van 0,3 en 33% een gewicht van 1,2. Het aandeel kinderen zonder gewicht is in vergelijking met vorig jaar met een kwart gedaald, toen had 39% van de kinderen geen gewicht. Van de 28 kinderen zonder gewicht heeft een kwart van de moeders een opleiding op basisschool- resp. VMBObasisniveau. Moeders in de buurt In het schooljaar 2007-2008 hebben 49 moeders van in totaal 78 kinderen deelgenomen aan Moeders in de Buurt 6. Het gaat hier om 42 meisjes en 36 jongens. Bijna alle kinderen (74 van de 78) zijn zelf in Nederland geboren. Van de 11 kinderen, waarvan bekend is dat zij een peuterspeelzaal bezoeken respectievelijk bezocht hebben, gingen er 8 naar een VVE- speelzaal. Het grootste gedeelte van de kinderen heeft geen gewicht. In vergelijking met vorig jaar heeft een groter gedeelte van de kinderen wel een gewicht. Van de 27 kinderen hadden in 2007 20 kinderen geen gewicht. Van 64 van de 78 kinderen is de voertaal thuis bekend, bij 8 kinderen wordt thuis Nederlands gesproken, bij 56 kinderen vormt een andere taal de voertaal. Schoolmaatschappelijk werk In 2007 waren er 51 nieuwe aanmeldingen en zijn 74 dossiers behandeld 7. In totaal hebben 507 consulten in 113 hulpverleningstrajecten plaatsgevonden. In 2008 waren er 104 nieuwe aanmeldingen en zijn 76 dossiers behandeld. In totaal hebben 666 consulten in 171 hulpverleningstrajecten plaatsgevonden. In 2006 werd een toename van schoolgerelateerde problematiek geconstateerd. Deze ontwikkeling zet zich in 2007 voort. In 2008 neemt deze problematiek verhoudingsgewijs iets af. Het betreft hier bijvoorbeeld schoolverzuim, gedragsproblemen 5 Sommigen van hen waren al eerder gestart met het programma dan het schooljaar 2007-2008. 10 van hen zijn in de loop van het schooljaar 2007-2008 uitgevallen. 6 Het aantal kinderen in schooljaar 2006-2007 was 41. 7 Een dossier kan bestaan uit één of meerdere personen binnen één gezin. Samenvatting Leidse Monitor 2007-2008 / PLATO, Universiteit Leiden / JvL, IG, KdB, TS / 12-2009 9

op school, conflicten tussen ouders en school en problemen met de verwijzing van basisschool naar een school voor speciaal (basis)onderwijs. Naast de als eerste aangegeven problematiek is er bij een aantal trajecten eveneens sprake van een tweede problematiek. In 2006 kwamen schoolgerelateerde problemen het meest als tweede problematiek voor, gevolgd door de relatie ouder/kind. In 2007 wordt de tweede problematiek ook het meest gevormd door deze twee thema s, zij het in een andere volgorde. Samenvatting Leidse Monitor 2007-2008 / PLATO, Universiteit Leiden / JvL, IG, KdB, TS / 12-2009 10