Monitor Enschedese Arbeidsmarktaanpak 2013 April 2014 1
Kernboodschap De cijfers in deze EAA monitor laten zien dat we er in 2013 wederom in geslaagd zijn om de afgesproken taakstelling strategische opgave Werken, Leren en Meedoen en Jongeren vanuit de Enschedese Arbeidsmarkt Aanpak te realiseren. Echter ook laat deze monitor zien dat ons WWB bestand in 2013 fors is gegroeid en dat we er alles aan moeten doen om de instroom te beperken en meer uitstroom naar (ook part time) werk moeten realiseren. Dit is uitermate belangrijk vanwege de opgelegde verplichting door het ministerie SZW in het licht van de toegekend MAU 2013-2015. Uitstroom wordt niet alleen bereikt door het inzetten van onze dienstverlening gericht op de drie strategische opgaven, maar ook door de directe matching op beschikbare vacatures. Eind september 2013 zijn er wel de eerste signalen die duiden op een kentering. Zo trekt de export Aan en lijkt de Nederlandse economie zich te stabiliseren. Maar de vooruitzichten voor de arbeidsmarkt zijn minder rooskleurig. Omdat de arbeidsmarkt altijd met enige vertraging reageert op ontwikkelingen in de economie zal de werkloosheid, naar verwachting het komende jaar verder oplopen. Het voorzichtige herstel vertaalt zich dus nog niet in een dalende werkloosheid in Twente. Werkloosheid zal eerst nog verder oplopen. Het percentage geregistreerde werkloosheid bedroeg in Twente eind december 12 procent. Dat zijn 33.545 geregistreerde werklozen. Landelijk kwam de werkloosheid eind december uit op 9,7 procent (762.469 geregistreerde niet-werkende werkzoekenden). De verwachting is dat de werkloosheid in Twente dit jaar nog verder stijgt. Het Centraal Planbureau (CPB) gaat er in de Macro Economische Verkenning (MEV) 2014 vanuit dat de economie in 2014 weer licht (½ procent) zal groeien. Gemeten over heel 2014 zal het aantal werkenden ten opzichte van 2013 naar verwachting van het CPB nog afnemen met 10 duizend, en de werkloosheid verder toenemen met 70 duizend personen, naar 9¼ procent van de beroepsbevolking. Keerzijde succes De positieve EAA resultaten moeten in de context geplaatst worden van de economisch slechte tijden. Het WWB bestand is gestegen van 5.352 eind december 2012 naar 5.979 eind december 2013 (plus 11.7%). De verwachting is dat deze stijging ook in 2014 doorzet. Oorzaak van deze stijging is een historisch hoog aantal verleende ontslagvergunningen door het UWV en een recordhoogte aan faillissementen. Hierdoor wordt het aanbod van werkzoekenden (in aantal en kwaliteit) steeds groter en worden de mogelijkheden van de bijstandsgerechtigde op de arbeidsmarkt er niet rooskleuriger op. Naast de grote instroom in de bijstand worden de kansen op uitstroom steeds minder. Het aanbod aan vacatures in Twente is in 2013 behoorlijk gedaald. Eind december 2013 stonden er circa 3.450 vacatures open. Dit waren er een jaar eerder ongeveer 3.800. Dit was een daling van 90.2% Voor alle beroepen wordt de markt in Twente in 2014 steeds ruimer: meer aanbod van werkzoekenden en minder vraag naar arbeidskrachten. De Regio Twente verwacht pas vanaf 2015 een licht herstel van het totaal aantal openstaande vacatures. Onderstaande tabel laat het aantal beschikbare vacatures (blauwe kolom) en het aantal werkzoekenden zien (rode tabel). Duidelijk wordt dat op dit moment sprake is van een (zeer) ruime arbeidsmarkt. Dat wil zeggen dat, in verhouding tot het aantal beschikbare vacatures, veel werkzoekenden beschikbaar zijn. Uit deze tabel wordt ook duidelijk dat het aantal beschikbare vacatures in de arbeidsregio Twente, in vergelijk met de andere arbeidsmarktregio s, laag is. In Twente zijn 1.852 geregistreerde vacatures terwijl er 13.311 geregistreerde werkzoekenden zijn Het getal 0.14 bij de arbeidsregio Twente betekent dat er 1 vacature beschikbaar is per 7 werkzoekenden. 2
Gegevens ontleend aan arbeidsmarktmonitor UWV 4e kwartaal 2013 3
Inleiding Het gemeentebestuur van Enschede heeft eind 2010 gekozen voor een doorontwikkeling van haar Arbeidsmarktbeleid. Dit is vastgelegd in de Enschedese Arbeidsmarkt Aanpak (EAA). Door de werkgever op kop te zetten moet meer rendement worden gehaald uit de investeringen op dit gebied. Daarbij gaat het om meedoen, leren en werken. Hierbij staat de Werkgever op Kop. Hij/zij is het vertrekpunt. Deze aanpak focust zich op integrale ondersteuning van werkgevers en het diagnosticeren en ontwikkelen van werkzoekenden. Met als doel het effectief matchen van vraag en aanbod. Nu 4 jaar later er een nieuw college en nieuwe Raad is, is de tijd rijp om samen met het nieuwe college en de nieuwe gemeenteraad in gesprek te gaan over een mogelijke herijking van het beleid en de daarbij horende doelen. De verbetermaatregelen die ons door het ministerie van SZW als gevolg van de aanvraag Meerjarige Aanvullende Uitkering 2013-2015 zijn opgelegd zijn daarbij van eminent belang. In september 2013 zijn we gestart met het Arbeidsmarktoffensief (AMO). Via het AMO wordt gepoogd 2.000 mensen die langdurig een uitkering hebben arbeidsfit te krijgen, nog meer inzicht te krijgen in het arbeidspotentieel en een extra impuls te geven aan de realisering van de strategische doelen. Door goed te luisteren naar wat de werkgevers nu en straks nodig hebben aan personeel, kan de mismatch tussen werkgevers en potentiële werknemers tot het verleden gaan behoren. De resultaten van de AMO zijn meegenomen in de maatregelen in het kader van de aanvraag Meerjarige Aanvullende Uitkering 2013-2015 (MAU) om het tekort op het Inkomensdeel te verminderen. Over de resultaten van deze genomen maatregel, dus inclusief die van de AMO, wordt u periodiek geïnformeerd. De voorliggende monitor over 2013, die gebaseerd is op de afspraken die het vorige college heeft vastgelegd onder de Werkgever op Kop, zal de laatste zijn die in deze vorm verschijnt. De nieuwe monitor zal gebaseerd zijn op nieuwe keuzes en de daarbij horende doelen en taakstellingen. Deze monitor ontvangt u medio september 2014. Aan de gemeenteraad is bij de behandeling van de nota de werkgever op kop de toezegging gedaan dat halfjaarlijks verslag wordt gedaan van de resultaten. Voor u ligt de verantwoording over geheel 2013. Er wordt gerapporteerd over de onderstaande thematische onderwerpen; 1. resultaten plaatsing op trajecten vallend onder de strategische opgave EAA; 2. ontwikkeling werkloosheid; 3. de Sociale Werkvoorziening; 4. jongeren. Uit deze monitor blijkt dat we de strategische doelen hebben gerealiseerd. Het mag echter niet onvermeld blijven dat we extra focus moeten leggen op meer uitstroom naar werk. Dit laatste is noodzakelijk omdat ondanks het behalen van onze doelstellingen de aantallen mensen met een WWB-uitkering blijven stijgen. De huidige economische omstandigheden en vooruitzichten voorspellen dat op korte termijn het aantal mensen met een bijstandsuitkering nog verder gaat stijgen. Dat betekent dat we een nog grotere inspanning zullen moeten doen om het aantal mensen in de WWB terug te dringen. Dit moet gebeuren door streng en rechtvaardig aan de poort te zijn (instroombeperking) en onze activiteiten om meer mensen aan betaald werk te helpen (uitstroombevordering). 4
1. Resultaten plaatsing op de trajecten vallend onder de strategische opgave EAA De gemeenteraad van Enschede heeft met de nota de werkgever op kop een kader voor het arbeidsmarktbeleid vastgesteld. Hierin zijn de taakstellingen vastgelegd voor de vier strategische opgaven: werken, leren, meedoen en jongeren. Het belangrijkste doel is duurzame reguliere uitstroom naar betaald werk en participatie. Door een intensieve samenwerking tussen Adviseurs Werk van het Werkplein en bedrijven en organisaties in de regio worden steeds meer kansen gecreëerd voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Gelukkig staan veel bedrijven open voor samenwerking en tonen zij sociaal ondernemerschap. Zonder deze bedrijven lukt het niet om onze arbeidsmarktaanpak te realiseren. De realisatie van de doelstellingen EAA 2011 tot en met 2013 is behaald. Dit voor zowel de taakstelling werken, leren, meedoen als jongeren. Deze trajecten worden ingezet als voorbereiding op een reguliere baan. Als blijkt dat een dergelijk traject niet nodig is, wordt dit uiteraard niet ingezet. Er wordt dan direct gematched met de beschikbare vacatures. Voor de resultaten wordt verwezen naar bijlage 1. 1.2 Trajecten werken, leren, meedoen 2013 Werken In 2013 zijn 416 trajecten richting werk gestart. Dit ligt boven de taakstelling van 375. Leren In 2013 werden 474 mensen in een scholingstraject geplaatst, 74 meer dan beoogd dan de taakstelling van 400. Meedoen Eind 2013 waren 1.832 bijstandsgerechtigden bezig met een traject in het domein Meedoen. Ook dit lag ruim boven de geraamde taakstelling van 1.370 Jongeren Ook de taakstelling om jongeren op trajecten te plaatsen is gehaald. Er werden 428 jongeren geplaatst terwijl de taakstelling 220 bedroeg. De doelstelling voor 2013 is daarmee ruim overtroffen. In de vorige verantwoording is toegezegd dat onderzocht wordt en zo ja in welke mate mensen in meerdere trajecten van de strategische doelen geteld worden. Hierdoor krijgen we een beeld om hoeveel unieke personen het gaat. De dubbelingen zijn te verklaren doordat in een meetperiode mensen aan meerdere trajecten deelnemen. Denk bijvoorbeeld aan scholing gevolgd door een werkervaringstraject. Inmiddels is dit vastgesteld en het volgende blijkt; Onder de strategische opgave werken hebben in 2013 22 personen 2 trajecten gevolgd. Onder de strategische opgave leren waren dit er 41 en onder de strategische opgave meedoen 51. Dit betekent dus dat er in 2013 394 unieke personen een traject vallende onder de strategische opgave werken hebben gevolgd, onder de strategische opgave leren 433 en onder de strategische opgave meedoen waren dit er 1.781. 5
2. Ontwikkeling werkloosheid 2.1. Instroom 2013 Het Enschedese bijstandsbestand is ten opzichte van eind 2012 fors toegenomen. In 2013 kwamen in totaal 1.930 personen in de bijstand. Eind 2012 was het aantal 5.352. Uiteindelijk was dit eind december 2013 5.979 (plus 11.7%). Het totale aantal uitkeringen voor de Wet Bundeling van Inkomensvoorziening (BUIG) 1 bedroeg eind 2013 6.385 (was eind 2012 5.792). Instroomredenen De top 5 van de totale instroom ziet er als volgt uit; 1. beëindigen WW 401 (20,8%) 2. beëindiging loondienst 382 (19,8%) 3. schoolverlaters/beëindiging studie 239 (12,4%) 4. beëindigen huwelijk/relatie 195 (10,1%) 5. uit andere gemeente 97 (5,0%) 2.1.3 Uitstroom 2013 Evenals in 2012 stagneert de uitstroom uit de bijstand. Dit heeft te maken met het verder uitblijven van economisch herstel, aangekondigde bezuinigingen en een verdere verslechtering van beschikbaar werk. Uit de meest recente macro-economische cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat de Nederlandse economie verder krimpt en het aantal banen verder daalt. In 2013 stroomden in totaal 1.343 personen uit de bijstand. Hiervan zijn 437 personen (32.5%) uitgestroomd naar werk. Uitstroomredenen De top 5 van de totale uitstroom ziet er als volgt uit; 1. werkaanvaarding regulier loondienst 437 (32,5%) 2. verhuizing 195 (14,5%) 3. niet leveren gegevens 163 (12,1%) 4. bereiken 65 jaar/overdracht naar SVB 97 (7,2%) 5. aanvang studie 80 (6,0%) 1 Met ingang van 1 januari 2010 is de Wet Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorziening (BUIG) in werking getreden. Met de invoering van deze gebundelde uitkering kregen gemeente één budget voor de bekostiging van uitkeringen op grond van de WWB, de IOAW, de IOAZ en het Bbz 2004 voor zover deze laatste betrekking heeft op levensonderhoud voor startende ondernemers. 6
Bij 136 (32.1%) mensen die naar werk uitstroomden werd vanuit de Enschedese Arbeidsmarkt aanpak een begeleidingstraject ter ondersteuning aangeboden. De resterende 301 mensen zijn of op eigen kracht of via begeleiding van de afdeling Werk zonder inzet van een traject uitgestroomd naar werk. Als we specifiek naar de groep jongeren kijken zien we dat er 440 jongeren naar werk zijn uitgestroomd. Bij 125 jongeren (28.4%) werd vanuit de Enschedese Arbeidsmarkt aanpak een begeleidingstraject ter ondersteuning aangeboden. De resterende 315 (71.6%) zijn of op eigen kracht of via begeleiding van de afdeling Werk zonder inzet van een traject uitgestroomd naar werk. In bijlage 2 vindt u alle uitstroomgegevens (reden en aantallen). Naast volledig uitstroom uit de bijstand was er in 2013 bij 1.486 personen sprake van inkomsten uit deeltijdwerk. Dit leidt (nog) niet tot volledige uitstroom uit de bijstandsuitkering, maar wel tot een kostenreductie op het inkomstendeel WWB. Deze partiële inkomsten leveren op jaarbasis ongeveer 4.080.000, - op. Het vergroten van deeltijdwerk is één van de verbetermaatregelen die onderdeel zijn van onze MAU aanvraag 2013-2015. Wij verwachten dat het vergroten van deeltijdwerk, naast volledige uitstroom, ook een toename van de inkomsten uit arbeid oplevert met zo n 15% per jaar. De totale omvang van inkomsten uit arbeid wordt dan vergroot tot zo n 4.600.000, - in 2014 oplopend tot 5.200.000, - in 2015. 2.2 Ontwikkeling WW uitkeringen en arbeidsmarkt 2 We zien historisch hoge cijfers van het aantal door UWV verleende ontslagvergunningen, veel WW-uitkeringen en een recordhoogte aan faillissementen. Economie en arbeidsmarkt staan er dus slecht voor. In de regio Twente is over heel 2013 de geregistreerde werkloosheid gemiddeld 10,6 %. Dit was 2012 8,0 %. Landelijk kwam de werkloosheid eind december 2013 uit op 9,7%. Dit was in 2012 6.9%. Enschede en Almelo kennen met respectievelijk 18,1 en 16.7% het grootst aandeel geregistreerde werklozen. In de arbeidsmarktmonitor van de regio Twente wordt de verwachting uitgesproken dat voor 2014 landelijk een economische groei van 0,5% wordt gerealiseerd en 0,6% voor Twente. De werkloosheid zal in Overijssel nog stijgen van 8.6 naar 9,2%. 2.2.1 Beschikbare vacatures In lijn met de landelijke ontwikkelingen zijn ook in Twente het aantal openstaande vacatures verder gedaald van 3.836 eind 4 e kwartaal 2012 naar zo n 3.450 vacatures per eind 2013. De daling van het totaal aantal vacatures in Twente bedraagt 10%. Voor alle beroepen wordt de markt in Twente in 2014 steeds ruimer: meer aanbod van werkzoekenden en minder vraag naar arbeidskrachten. De Regio Twente verwacht pas vanaf 2015 een licht herstel van het totaal aantal openstaande vacatures. 3 2 Bron: Arbeidsmarktmonitor regio Twente uitgave januari 2014 3 Bron; Arbeidsmarkt monitor regio Twente uitgave 7
3. Enschede vergeleken met andere gemeenten 3.1 BUIG 4 ontwikkeling De ontwikkeling van het aantal uitkeringsgerechtigden (BUIG) laat nog steeds een forse stijgende lijn zien. Landelijk gezien wordt verwacht dat de stijging van het aantal werklozen zeker nog voortduurt tot en met 2014. Grafiek 1 laat van een 19-tal gemeenten 5 de bestandsontwikkeling zien (BUIG). In 2013 is het Enschedese totale uitkeringenbestand (BUIG) gestegen met 11.4%. Daarmee liggen we zowel boven de landelijke stijging van 7.2% als de stijging van de G-32 zijnde 8.7%. (grafiek 2; blauwe kolom groei Nederland; bruine kolom groei G-4; groene kolom niet G-4 waaronder Enschede). De ontwikkeling in deze grafieken is gebaseerd op de meest recente cijfers van het CBS. Grafiek 1 4 Met ingang van 1 januari 2010 zijn op grond van de Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (BUIG) de gemeentelijke geldstromen voor de bekostiging van uitkeringen op grond van de volgende wetten gebundeld: Wet werk en bijstand (WWB); Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW); Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ); Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) voor zover deze uitkeringen betrekking hebben op levensonderhoud voor startende ondernemers; 5 Deze 19 gemeenten hebben ongeveer 60% van het BUIG bestand in Nederland. 8
Grafiek 2 3.2 WWB ontwikkelingen De ontwikkeling van het WWB-bestand laat nog steeds een fors stijgende lijn zien. In 2013 was de landelijke stijging 7%. Het Enschedese WWB bestand is gestegen van 5.352 eind december 2012 naar 5.979 eind december 2013. Dit is een stijging van 10.5%. 3.3 Toekomstverwachtingen Het aantal bijstandsgerechtigden zal de komende jaren flink groeien als gevolg van de toenemende werkloosheid in 2014 en de verkorting van de maximale WW duur van 3 naar 2 jaar. Hierdoor dreigen vooral oudere langdurig werklozen alsnog of eerder een WWB uitkering te moeten aanvragen. Het aanbod van werkzoekenden (in aantal en kwaliteit) wordt steeds groter. Hierdoor wordt de positie van de bijstandsgerechtigde op de arbeidsmarkt er niet rooskleuriger op. In 2013 was dit al merkbaar. Het WWB instroompercentage vanuit de WW steeg naar 20.8% Over 2012 was dit 16.1%. Bij de verwachte doorstijging van de werkloosheid, zal ook het aantal WWB uitkeringen langer doorstijgen. Pas enkele maanden na een daling van de werkloosheid daalt ook het aantal WWB uitkeringen. Gezien de werkloosheidsprognoses zou dat vanaf eind 2015 het geval kunnen zijn. Naast de grote instroom in de bijstand worden de kansen op uitstroom steeds minder. Het aanbod aan vacatures in Twente is in 2013 behoorlijk gedaald en de Regio Twente verwacht pas vanaf 2015 een licht herstel van het totaal aantal openstaande vacatures. Het effect van de rijks bezuinigingen, het participatiebudget neemt de komende jaren met een kwart af, is dat een kleiner deel van de bijstandsgerechtigden nog kan rekenen op re-integratie-ondersteuning. Hierdoor komt uitstroom uit de WWB sterk onder druk te staan. De gemeente wordt met ingang van 2015 verantwoordelijk voor jongeren, die tot dat moment een WAJONG konden aanvragen. Op basis van Wajong instroomcijfers over de laatste jaren bij het UWV wordt geschat dat het gaat om circa 200 jongeren met arbeidsvermogen in de leeftijd tot 27 jaar (nieuwe instroom). Deze jongeren komen grotendeels uit het PrO en VSO. Deze scholen zijn dan ook in eerste instantie verantwoordelijk om in te spelen op de veranderingen. Nu worden zij daarbij geholpen door het UWV met expertise en middelen, om instroom in de Wajong zo veel mogelijk te voorkomen en hen aan werk te helpen. 9
Daarnaast is er de groep jongeren, afkomstig van het Praktijk Onderwijs (PrO) en het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) en vooral ook vanuit het VMBO (zonder startkwalificatie), die sterk zal groeien door de toegenomen exameneisen van het rijk op het terrein van taal en rekenen. De verwachting is dat een groot deel van de huidige populatie hier niet aan kan voldoen. Voor deze groep is dan ook de weg naar een erkend vakdiploma op het MBO afgesloten na 1 jaar. Deze jongeren halen dan hooguit nog een praktijkdiploma van het PrO of van 1 leerjaar van de Entreeopleiding. Deze groep meldt zich op de arbeidsmarkt. Als gevolg van de huidige economische omstandigheden achten wij de kans groot dat velen zich helaas zullen melden voor een WWB-uitkering. Ongeveer duizend jongeren uit Enschede volgen op dit moment jaarlijks het niveau 1 en 2 opleidingen. Daarbij gaat het jaarlijks waarschijnlijk om circa vijfhonderd jongeren, die vervolgens zonder startkwalificatie richting de arbeidsmarkt gaan. 4 De Sociale Werkvoorziening De CAO-Wsw gaat per 1 januari 2015 op slot. Dit betekent dat er dan geen mensen meer kunnen instromen in de Wsw. Anticiperend op deze ontwikkeling kent Enschede al enkele jaren een zeer terughoudend beleid bij het toelaten van mensen vanaf de wachtlijst in de SW. Alleen voor begeleid werken plekken is dit momenteel nog mogelijk. De huidige Wsw-ers houden de komende jaren hun rechten en plichten die horen bij hun huidige Wswdienstverband. Wel daalt de rijkssubsidie voor deze groep medewerkers de komende jaren van 25.900 (2014) naar 22.700 (2020). Binnen de participatiewet wordt de mogelijkheid gecreëerd voor het inrichten van Nieuw Beschut werk. Landelijk wordt daarbij een capaciteit van 30.000 beschutte werkplekken aangehouden. In de Werkkamer is afgesproken dat deze groep een arbeidsovereenkomst krijgt. In het februari -akkoord spraken de staatssecretaris en de sociale partners af dat voor Nieuw Beschut de laagste loonschalen waarin beschut werkenden worden geplaatst, starten op 100% WML. 4.1 Werkvormen per 31-12-2013 Binnen de WSW bestaan 3 werkvormen te weten; Begeleid Werken Begeleid werken is een werkvorm waarbij de medewerker in dienst komt bij een reguliere werkgever. Die werkgever krijgt vervolgens subsidie toegekend waarvan de hoogte afhankelijk is van de loonwaarde van de medewerker. Beschut intern Beschut intern betekent werken onder de verantwoordelijkheid en aansturing van de DCW. Doel is om zo regulier mogelijk te gaan werken, liefst in groepsverband met begeleiding vanuit de DCW (dicht) bij een gewone werkgever. Detachering Bij een detachering werkt de medewerker op locatie bij een reguliere werkgever en is hij in dienst van de SW/DCW. De stand van zaken; aantal medewerkers 31-12-2012 01-07-2013 31-12-2013 Begeleid Werken 59 74 65 Beschut 536 541 537 Gedetacheerd 1.0177 1.038 994 Totaal SW 1.672 1.635 1.596 61,1% 34,7% 4,2% 31-12-2013 Detacheringen Beschut werken Begeleid werken 4.1.1 Standaard eenheid full time medewerker (SE) Eind december 2013 waren er 1.469,4 SE s ingevuld bij de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening. Dit aantal ligt onder het aantal SE s dat we op grond van de aantallen die het Rijk ons toedeelt in zouden kunnen vullen. Enschede heeft in 2013 ruimte voor 1.729,2 SE s. We vullen die ruimte niet in, omdat de gemeente Enschede het beleid hanteert dat alleen mensen die in het kader van begeleid werken aan de slag kunnen in mogen stromen in de Sociale Werkvoorziening. Dit betekent dat we de laatste jaren een duidelijke teruggang zien in het aantal mensen dat werkzaam is binnen de Sociale Werkvoorziening. Uit de cijfers van de wachtlijst blijkt dat dit beleid tot een slechts geringe stijging van de wachtlijst heeft geleid in het afgelopen halfjaar. 10
4.2 Wachtlijst De wachtlijst betreft het aantal personen, met een indicatie voor een SW plaats. Eind 2013 stonden 558 personen op de wachtlijst. Hiervan ontvangen er 257 personen een uitkering via het UWV en begeleid het UWV deze mensen. Voor 301 mensen heeft de gemeente een verantwoordelijkheid. Hiervan ontvangen 192 een WWB uitkering. Deze mensen worden begeleid/opgepakt door het inzetten van het arbeidsmarktoffensief. De overige 109 personen behoren tot de categorie niet uitkeringsgerechtigden of hebben een ander inkomen (alimentatie, Wet Studie Financiering). In onderstaand overzicht staat het aantal personen op de wachtlijst. De stand van zaken; wachtlijst Stand cijfer 1-1-2013 578 Instroom 2013 68 Uitstroom 2013 90 Stand cijfer 31-12-2013 558 De uitstroom is als volgt gerealiseerd; 20 naar begeleid werken dienstverband bij een reguliere werkgever; 16 verhuizingen naar andere gemeenten; 51 niet meer beschikbaar/intrekking indicatie door gemeente; 1 bereiken pensioengerechtigde leeftijd; 2 reguliere arbeid. 4.4 Afbouw WIW en ID Op 22 juni 2009 is door de Raad besloten om met ingang van 1 januari 2012 de subsidiëring van de WIW en ID banen stop te zetten. In de periode1 januari 2010 tot 1 januari 2012 diende er maximale inspanning gedaan te worden om zoveel mogelijk mensen naar regulier werk te laten uitstromen. Ook werd bepaald dat voor WIW-ers en ID-ers ouder dan 55 jaar de bestaande regeling van kracht zou blijven. In juli 2013 waren dit er 75. Eind 2013 waren er nog 71 mensen in Enschede werkzaam in een ID of WIW baan. Er wordt praktisch niet meer uitgestroomd naar regulier, ongesubsidieerd werk. Uitstroom vindt voornamelijk plaatst via natuurlijk verloop en via detacheringen. 5. Jongeren Binnen de EAA is voor jongeren een aparte doelstelling opgenomen. Dit om inzichtelijk te maken hoeveel jongeren we bereiken. Het volledige instrumentarium van de EAA is beschikbaar. De realisatie over 2013 ligt boven de taakstelling. Van de taakstelling (220 trajecten) zijn 428 gerealiseerd (194.5%). Voor jongeren wordt vooral onderstaande dienstverlening ingezet; loonkostenvouchers, proefplaatsingen, scholing, 1000 jongerenplan en klimopbanen.. Doel is om de werkloosheid onder jongeren en de voortijdige schooluitval zo laag mogelijk te houden en de mis match onderwijs-arbeidsmarkt terug te dringen. In de vorige EAA monitor (1 e helft 2013) is ook gerapporteerd over de onderstaande onderwerpen; 1. het aantal jongeren dat zich meldt voor een uitkering; 2. het aantal jongeren zonder startkwalificatie dat doorverwezen wordt naar het actieteam; 3. het aantal jongeren uit het praktijkonderwijs/vso die via inzet van extra trajectbegeleiding ondersteund gaat worden; 4. het aantal jongeren met een startkwalificatie dat naar werk wordt bemiddeld; 5. het aantal jongeren met een startkwalificatie waarvoor een bij- of omscholingstraject wordt ingezet. De aantallen uit de uitkeringsregistratie en de leerlingenregistratie liepen in de vorige monitor parallel op (tot en met juni 2013). Als we nu cijfers presenteren zal dit niet het geval zijn, omdat de cijfers gerelateerd aan het onderwijs tot halverwege het schooljaar gaan. In de volgende EEA monitor (over de 1 e helft 2014) worden deze cijfers weer opgenomen in deze monitor. 11
Bijlage 1: Resultaten EAA Strategische opgave 1; Werken Taakstelling aantallen percentages t.o.v. jaartaakstelling tm maart tm juni tm sept tm dec tm maart tm juni tm sept tm dec tot en met 2011 375 29 205 309 366 7,7% 54,7% 82,4% 97,6% tot en met 2012 750 439 621 674 765 58,5% 82,8% 89,9% 102,0% tot en met 2013 1125 841 914 1.014 1.136 74.8,6% 81.2,8% 90.1% 101.0% tot 1-3-2014 1200 totaal 1200 Strategische opgave 2; Leren Taakstelling Aantallen percentages t.o.v. jaartaakstelling tm maart tm juni tm sept tm dec tm maart tm juni tm sept tm dec tot en met 2011 400 48 110 239 487 12,0% 27,5% 59,8% 121,8% tot en met 2012 800 615 697 748 1.123 76,9% 87,1% 93,5% 140,4% tot en met 2013 1200 1.241 1.481 1.439 1.597 103,4% 123,4% 119.9% 133.1% tot 1-3-2014 1300 totaal 1300 Strategische opgave 3; Meedoen* Taakstelling Aantallen percentages t.o.v. jaartaakstelling tm maart tm juni tm sept tm dec tm maart tm juni tm sept tm dec tot en met 2011 1160 1.137 1.387 909 1.164 98,0% 119,6% 78,4% 100,3% tot en met 2012 1270 1.127 1.223 1.410 1.590 88,7% 96,3% 111,0% 125,2% tot en met 2013 1380 1.791 1.805 1.866 1.832 129.8% 130.8% 135.2% 133.7% tot 1-3-2014 1400 totaal 1400 Het gaat hier om actuele trajecten per peildatum Strategische opgave 4 (jongeren tot 27 jaar) Taakstelling Aantallen percentages t.o.v. jaartaakstelling tm maart tm juni tm sept tm dec tm maart tm juni tm sept tm dec tot en met 2011 220 127 145 198 249 57,7% 65,9% 90,0% 113,2% tot en met 2012 440 249 302 443 529 56,6% 68,6% 100,7% 120,2% tot en met 2013 660 544 670 800 957 82,4% 101,5% 121.2% 145.0% tot 1-3-2014 750 totaal 750 12
Bijlage 2: Uitstroomreden Uitstroomreden aantal % 1 Werkaanvaarding regulier loondienst 437 32,5% 2 Verhuizing 195 14,5% 3 Niet leveren gegevens 163 12,1% 4 Overige redenen 129 9,6% 5 Bereiken AOW-leeftijd/overdracht naar Sociale Verzekeringsbank 97 7,2% 6 Aanvang studie 80 6,0% 7 Aangaan van huwelijk/relatie 65 4,8% 8 Verwerving andere inkomsten 64 4,8% 9 Detentie 63 4,7% 10 Starten zelfstandigheid 26 1,9% 11 Overlijden 24 1,8% Totaal 1.343 100,0% 13