RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ VEURS VOORBURG, VMBO BBL/KBL Plaats: Voorburg BRIN-nummer: 00XK-2 Onderzoeksnummer: 2866389 Onderzoek uitgevoerd op: 24 november 2009 Conceptrapport verzonden op: 11 december 2009 Rapport vastgesteld te Utrecht op: 5 februari 2010 Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 24 november 2009 een onderzoek uitgevoerd op Veurs Voorburg om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. Tijdens het onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (OKV) dat is uitgevoerd op 11 februari 2009 heeft de inspectie tekortkomingen vastgesteld in het onderwijsleerproces op Veurs Voorburg. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 13 mei 2009. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar intensieve toezicht gecontinueerd. In overeenstemming met de toen gemaakte afspraken voert de inspectie op 24 november 2009 een onderzoek uit om na te gaan in hoeverre de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven. Pagina 3 van 7
Toezichthistorie Veurs Voorburg is in mei 2006 als zeer zwak beoordeeld op basis van het oordeel onvoldoende voor de opbrengsten en voor een groot aantal indicatoren van het onderwijsleerproces, waaronder drie normindicatoren (7.1, 9.2 en 10.3). Daarnaast constateerde de inspectie in mei 2006 dat de school ook haar kwaliteitszorg niet op orde had en dat de geplande onderwijstijd niet aan de wettelijke eisen voldeed. Tijdens het onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (OKV) op 11 februari 2009 heeft de inspectie vastgesteld dat de kwaliteit van het onderwijs op Veurs Voorburg niet meer zeer zwak is. Het kwaliteitszorgsysteem voorziet in een structurele evaluatie en borging van het onderwijsproces, en de zorg en begeleiding worden planmatig uitgevoerd. Omdat de inspectie op 11 februari 2009 de kwaliteit van het onderwijsleerproces op enkele belangrijke onderdelen als onvoldoende beoordeelde (onder meer voor 2 normindicatoren: 5.5 en 9.2), is het traject van geïntensiveerd toezicht gecontinueerd en toegespitst op de als onvoldoende beoordeelde onderdelen. Onderzoeksopzet Het onderzoek is gericht op de indicatoren uit het toezichtkader 2006 die tijdens het OKV van 11 februari 2009 als onvoldoende zijn beoordeeld. Het betreft de indicatoren 4.5, 5.5, 6.9 en 9.2 uit het Toezichtkader 2006. Daarnaast zijn de opbrengstindicatoren voor het vmbo-bbl en kbl van Veurs Voorburg beoordeeld. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader Voortgezet Onderwijs 2006. De reden daarvan is gelegen in de afspraak die de inspectie met Veurs Voorburg heeft gemaakt om de kwaliteit van haar onderwijs te verbeteren in relatie tot enkele welbenoemde indicatoren uit dit Toezichtkader. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. Pagina 4 van 7
2. BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Resultaten 5 11.1 De leerlingen behalen het opleidingsniveau dat mag worden verwacht. 11.2 De leerlingen lopen weinig vertraging op in de opleiding vmbo-b. 11.3 De leerlingen lopen weinig vertraging op in de opleiding vmbo-k. 11.8 De leerlingen van de opleiding vmbo-b behalen voor hun centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. 11.9 De leerlingen van de opleiding vmbo-k behalen voor hun centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. 11.16 Bij de opleiding vmbo b zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. 11.17 Bij de opleiding vmbo k zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. Kwaliteitsaspect: Tijd 4.5 De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd. Kwaliteitsaspect: Pedagogisch handelen 5.5 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. Kwaliteitsaspect: Didactisch handelen 6.9 De leraren stemmen hun didactisch handelen af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. Pagina 5 van 7
Kwaliteitsaspect: Begeleiding 9.2 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen. 2.2 Beschouwing Algemeen beeld De school heeft de kwaliteit van haar onderwijsleerproces op orde gebracht. Geen van de normindicatoren heeft de inspectie als onvoldoende beoordeeld. Het probleem voor Veurs Voorburg is vooral het niveau van de opbrengsten, met name in de afdeling vmbo-kbl: de school is er tot nu toe niet in geslaagd stabiel voldoende opbrengsten te realiseren. Toelichting Opbrengsten De opbrengsten van het onderwijs op de afdeling vmbo-kbl zijn onvoldoende. Dit blijkt uit de lage gemiddelde cijfers voor de centrale examens, uit het grote verschil tussen de gemiddelde cijfers voor het schoolexamen en die voor het centraal examen, en uit het onvoldoende bovenbouwrendement. De opbrengsten van het onderwijs op de afdeling vmbo-bbl zijn de laatste jaren verbeterd en zijn nu voldoende. Een risico op deze afdeling vormen de resultaten voor de centrale examens; deze zijn onvoldoende. Onderwijsleerproces Tijdens haar lesobservaties heeft de inspectie vastgesteld dat in algemene zin de kwaliteit van het pedagogisch-didactisch handelen van voldoende kwaliteit is. Meer in het bijzonder heeft de inspectie gelet op het efficiënt gebruik van de onderwijstijd (indicator 4.5), het creëren van een taakgerichte werksfeer (5.5) en de afstemming van het didactisch handelen op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen (6.9). Tijdens de lessen nam de inspectie waar dat de tijd efficiënt werd gebruikt en dat leraren een taakgerichte werksfeer creëren. De afstemming van het didactisch handelen van leraren op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen is weinig waargenomen. De inspectie heeft onderzocht in hoeverre de school een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de ontwikkeling van leerlingen gebruikt. De conclusie luidt dat dit voor taal in voldoende mate het geval is en voor rekenen/wiskunde in ontwikkeling is. Voor taal hanteert de school in de leerjaren 1 en 2 een genormeerd toetsinstrument (Diataal); binnen het zorgteam is de relevantie van het gebruikte instrument een belangrijk aandachtspunt. Voor leerlingen die een vastgestelde mate van taalachterstand kennen, en voor dyslectische leerlingen programmeert de school wekelijks hulpuren. Voor leerlingen met specifieke taalproblemen is remedial teaching beschikbaar. De procedures voor leerlingbesprekingen en zorgtajecten liggen vast. Voor rekenen/wiskunde is een vergelijkbare structuur in ontwikkeling (op basis van projectplan). Er gaat nu veel aandacht uit naar de analyse van de specifieke aard van de rekenproblemen bij leerlingen die worden aangemeld (de gegevens van het basisonderwijs zijn ten aanzien van het rekenen vaak globaal). Dit jaar start de school met Rekenblokken, een digitale remediërende rekenmethode. Voor leerlingen die een vastgestelde mate van rekenachterstand kennen, programmeert de school wekelijks een hulpuur. Pagina 6 van 7
3. TOEZICHTARRANGEMENT De Inspectie van het Onderwijs kent aan Veurs Voorburg, afdeling vmbo-bbl het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht op deze afdeling te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en, eventueel, een onderzoek in het kader van het Onderwijsverslag of themaonderzoeken. De kwaliteit van het onderwijs op de afdeling vmbo-kbl vertoont belangrijke tekortkomingen met betrekking tot het realiseren van voldoende opbrengsten en is als zwak beoordeeld. Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan de afdeling vmbo-kbl een aangepast arrangement toe. De afdeling vmbo-kbl valt onder intensief toezicht. De inspectie verzoekt het bevoegd gezag de opbrengsten van het vmbo-kbl op zo kort mogelijke termijn naar een voldoende niveau te brengen. De inspectie voert in het tweede kwartaal van 2010 een voortgangsonderzoek uit naar de effecten van de huidige en in het verbeterplan beoogde werkwijze van de school op de resultaten die de leerlingen behalen. Het betreft met name de voortgang van de vorderingen bij het vormgeven van de doorgaande leerlijnen bij taal en rekenen/wiskunde, de determinatie van de leerlingen, de verdere implementatie van het taalbeleid en de kwaliteit van de toetsing. Pagina 7 van 7