1 Afdeling Handhaving Aan: CNL Management B.V. T.a.v. de heer A.C.C. Hoogendijk Plesmanstraat 62 3905 KZ Veenendaal Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2583877 Fax 030-2582121 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 27 maart 2008 Team Bodem, Water en Natuur Nummer 2008INT220479 Referentie S.W. Ydema Uw brief van - Doorkiesnummer 030 258 3715 Uw nummer - Faxnummer 030 258 2121 Bijlage - E-mailadres bodemloket@provincie-utrecht.nl Onderwerp Beschikking evaluatieverslag fase 3 Verlaat (Brouwerstraat ongenummerd en 10) te Veenendaal, code UT0345/00204 Geachte heer Hoogendijk, 1 Inleiding Wij, Gedeputeerde Staten van Utrecht, hebben op 6 februari 2008, namens u, van ingenieursbureau Land het evaluatieverslag 1, bedoeld in artikel 39c van de Wet bodembescherming (Wbb), ontvangen van de sanering die in uw opdracht is uitgevoerd. De sanering is uitgevoerd op de locatie Verlaat (Brouwerstraat ongenummerd en 10) te Veenendaal. De totale sanering van bovengenoemde locatie omvat drie fases. In een eerder stadium zijn fase 1 en 2 van de sanering uitgevoerd en hebben wij bij beschikking van 12 november 2007 met kenmerk 2007INT212370 het saneringsresultaat goedgekeurd. Onderhavige beschikking richt zich op de beoordeling van de 3 e en tevens laatste fase van de totale sanering. De 3 e fase van de bodemsanering is uitgevoerd rondom het gebouw van de voormalige apotheek op de locatie kadastraal bekend als: Kadastrale gemeente Sectie Nummer Veenendaal D 4803 Veenendaal D 6227 De saneringslocatie van fase 3 is aangegeven op de kadastrale kaart in hoofdstuk 7. 2 Saneringsplan Bij beschikking van 21 september 2005 met kenmerk 2005WEM003951i hebben wij ingestemd met het saneringsplan voor de hierboven genoemde locatie. Het saneringsplan heeft tot doel om de 1 Evaluatierapport Centrumplan Oost Fase 3 te Veenendaal, ref. R01-75706-GME, Ingenieursbureau Land, 5 februari 2008.
2 functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, plant en dier te herstellen. De sterke verontreinigingen in de grond met asbest, minerale olie en vluchtige aromaten (tevens grondwater) dienden te worden verwijderd tot onder de terugsaneerwaarden (streefwaarden). De reeds bekende sterke verontreinigingen van de saneringslocatie fase 3 (rondom het pand van de voormalige apotheek, zie kaartje hoofdstuk 7) worden volledig verwijderd door ontgraving. Gestart wordt met de sanering van de immobiele verontreinigingen (asbest), waarna de aanwezige mobiele verontreinigingen in de grond en het grondwater worden gesaneerd. De sanering van de verontreinigingen met immobiele en mobiele parameters valt samen met de aanleg van een parkeergarage op de locatie. Voor de aanleg van de parkeergarage wordt in den droge ontgraven tot een diepte van 3,5 m-mv. Op deze diepte zijn geen verontreinigingen meer aanwezig. Ter plaatse van een gedeelte van de saneringslocatie fase 3 was tot voor kort het gebouw van de voormalige apotheek aanwezig. De kwaliteit onder de bebouwing van de voormalige apotheek was nog niet bekend. Na de sloop van dit gebouw in het najaar van 2007 is conform onze beschikking van 21 september 2005 met kenmerk 2005WEM003951i een verkennend onderzoek (NEN5740) uitgevoerd om de bodemkwaliteit vast te stellen. Uit het verkennend onderzoek ter plaatse van de voormalige apotheek blijkt dat in het mengmonster van de bovengrond de EOX-waarde licht verhoogd is aangetroffen. Deze licht verhoogde concentratie geeft geen aanleiding om een nader onderzoek uit te voeren. In het mengmonsters van de ondergrond en in het grondwater zijn geen verhoogde concentraties van de onderzochte parameters aangetroffen. In zowel de bodem als op het maaiveld onder het voormalige gebouw zijn geen asbestverdachte materialen of fragmenten aangetroffen. 3 Evaluatieverslag fase 3 Het evaluatieverslag van de 3 e fase van de sanering hebben wij beoordeeld aan de eisen die daaraan in artikel 39c van de Wbb zijn vastgelegd. Onderstaand is de 3 e fase van de sanering kort samengevat. Asbest Op de saneringslocatie van fase 3 is de puinhoudende bovengrond over circa 1.000 m 2 sterk verontreinigd met asbest. De sterk verontreinigde grond is in twee deelpartijen ontgraven en afgevoerd naar een reiniger (VAR). Eén partij betrof grond met een sterke bijmenging van bodemvreemd materiaal en de andere partij betrof grond met een lichte puinbijmenging. In totaal is 760 ton sterk puinhoudende grond en 1.165 ton licht puinhoudende grond afgevoerd. De ontgravingsput is ter uitkeuring opgedeeld in drie bemonsteringsvakken. In twee vakken (F3-B1 en F3B2) is na de ontgraving in de controlemonsters geen asbest meer aangetroffen, in één vak (F3-B3) is een concentratie van 60 mg/kg asbest aangetroffen in het controlemonster. De aangetroffen concentraties in de controlemonsters voldoen derhalve allen aan de terugsaneerwaarde (100 mg/kg). De asbestsanering heeft plaatsgevonden onder de noodzakelijk veiligheidsmaatregelen en saneringscondities (3T). Aangezien ter plaatse van de saneringslocatie een parkeergarage is gepland is de ontgraving niet aangevuld.
3 Olietank OT De aangetroffen ondergrondse brandstoftank (OT) is tijdens fase 1 reeds gesaneerd. De grond rondom de brandstoftank was sterk verontreinigd met minerale olie. Circa 90% van de sterk verontreinigde grond is tijdens de 1 e en 2 e fase van de sanering verwijderd. Een gedeelte van de sterk verontreinigde grond bleek aanwezig in de bodem die tijdens fase 3 gesaneerd diende te worden. De nog achtergebleven mobiele verontreiniging is tijdens de 3 e fase ontgraven op basis van zintuiglijke waarnemingen. In totaal is circa 22 m 3 verontreinigde grond afgevoerd naar een verwerker. In de controlemonsters van de putwand en de putbodem zijn geen verhoogde concentraties minerale olie meer aangetroffen. Ter controle van het grondwater is in de kern van de ontgraving een peilbuis geplaatst. Het grondwater bleek nog licht verontreinigd met minerale olie en voldoet daarmee niet aan de terugsaneerwaarde. Olietank fase 3 (F3 OT) Tijdens de 3 e fase van de sanering is bij de ontgraving in het kader van de asbestsanering een ondergrondse HBO-tank (3.000 liter) aangetroffen. Bij alle voorgaande onderzoeken was het bestaan van deze tank niet bekend. De aangetroffen HBO-tank bleek nog voor de helft gevuld met huisbrandolie. Rondom de tank zijn in de grond zintuiglijk matige olieverontreinigingen aangetroffen. De tank is gereinigd en verwijderd conform de geldende richtlijnen. De zintuiglijk verontreinigde grond is eveneens ontgraven. In totaal is circa 10 m 3 verontreinigde grond afgevoerd naar een verwerker. De ontgraving is uitgekeurd en omdat het een betrekkelijk kleine ontgraving betrof is van de wanden en de putbodem één mengmonster samengesteld en ter analyse aangeboden. Uit het controlemonster blijkt dat er geen verhoogde concentratie minerale olie is aangetroffen. Het grondwater is eveneens gecontroleerd door het plaatsen van een peilbuis in het centrum van de ontgraving. Het grondwater bleek niet verontreinigd met minerale olie. Spot-PS1 Op basis van de uitgevoerde onderzoeken bleek op het noordelijk deel van de saneringslocatie fase 3 een spot (PS1) aanwezig te zijn met behalve de asbestverontreiniging ook sterk verhoogde concentraties zware metalen, PAK en EOX. Na afloop van de sanering van het asbesthoudende materiaal zijn op de putbodem ter plaatse van spot PS1 zintuiglijk geen verontreinigingen (puin) aangetroffen die nog kunnen duiden op de aanwezigheid van verontreiniging met andere immobiele parameters. Ter plaatse van spot PS1 is ter controle een mengmonster genomen van de putbodem. In het controlemonster wordt een licht verhoogde EOX-waarde aangetroffen (0,4 mg/kg). De aangetroffen concentratie EOX overschrijdt de terugsaneerwaarde licht. Overig terrein fase 3 Na de ontgraving ten behoeve van asbest is de putbodem naast controle op asbest eveneens uitgekeurd op NEN-parameters om een indicatie te krijgen van de kwaliteit van bij de aanleg van de parkeergarage vrijkomende grond. De putbodem is onderverdeeld in drie vakken die afzonderlijk zijn bemonsterd. In twee vakken worden nog licht verhoogde gehalten zware metalen aangetroffen en in één vak zijn geen verhoogde gehalten gemeten. De licht verhoogde gehalten zware metalen voldoen niet aan de terugsaneerwaarden. Deze licht verhoogde gehalte leveren echter geen humane, ecologische of verspreidingsrisico s op.
4 5 Conclusie Grond Het evaluatieverslag van de 3 e fase voldoet aan de eisen die in artikel 39c van de Wbb zijn gesteld. De getroffen saneringsmaatregelen voldoen met uitzondering van enkele lichte overschrijdingen van de terugsaneerwaarden (streefwaarde) voor zware metalen en EOX, aan de eisen zoals vastgelegd in het saneringsplan waarmee wij bij beschikking van 21 september 2005 met kenmerk 2005WEM003951i hebben ingestemd. Aangezien in de toekomst ter plaatse van de achtergebleven lichte restverontreinigingen aanvullend wordt ontgraven ten behoeve van de aanleg van de parkeergarage stemmen wij in met de uitgevoerde sanering van de grond. De grond van de gesaneerde percelen is geschikt voor het toekomstig gebruik als parkeergarage, winkels, appartementen en infrastructuur. Grondwater Het evaluatieverslag voldoet aan de eisen, gesteld in artikel 39c van de Wbb. De sanering van het verontreinigde grondwater is met uitzondering van een lichte overschrijding van de terugsaneerwaarde ter plaatse van de voormalige spot OT, overeenkomstig de saneringsvariant, zoals vastgelegd in het bij beschikking goedgekeurde saneringsplan, uitgevoerd. Wij stemmen in met het behaalde saneringsresultaat aangezien in de toekomst in het kader van de ontgraving ten behoeve van de aanleg van de parkeergarage vermoedelijk grondwater wordt onttrokken. Hierbij zal de lichte restverontreiniging vermoedelijk alsnog worden gesaneerd. Het saneringsresultaat voldoet thans aan de zogenaamde trede 2, zoals vastgelegd in het eindrapport project Doorstart A-5, Afwegingsproces voor de aanpak van mobiele verontreinigingen in de ondergrond, Procesbeschrijving en landelijke saneringsladder van 2 juli 2001. Met het beëindigen van de 3 e fase van de sanering is de gehele sanering de locatie Verlaat (Brouwerstraat ongenummerd en 10) te Veenendaal afgerond. 6 Nazorg en gebruiksbeperkingen Uit het evaluatieverslag blijkt dat na de sanering van de 3 e fase geen ernstig verontreinigde grond of grondwater is achtergebleven. Daarom is er geen noodzaak tot het opleggen van een nazorgverplichting als bedoeld in artikel 39c, eerste lid, onder f, van de Wbb, alsmede tot het zo spoedig mogelijk indienen door de saneerder van een nazorgplan als bedoeld in artikel 39c van de Wbb. 7 Kadastrale registratie en publicatie Een afschrift van deze beschikking met bijbehorende kadastrale kaart waarop de gesaneerde percelen zijn aangegeven, zenden wij op grond van artikel 55 van de Wbb aan het Kadaster. De KW-code (voorheen WBD-code ) komt voor geen van de in fase 3 gesaneerde percelen te vervallen. Ter plaatse van het perceel kadastraal bekend gemeente Veenendaal, sectie D, nummer 4803 is geen geval van ernstige verontreiniging aangetroffen en daarom nooit een kadastrale registratie opgelegd. Bij ons besluit van 12 november 2007 met kenmerk 2007INT212370 hebben wij reeds aangegeven dat de registratie van het perceel kadastraal bekend gemeente Veenendaal, sectie D, nummer 6227 diende te worden doorgehaald.
5 In onderstaande tekening is de volledige saneringscontour (fase 1, 2 en 3) aangegeven alsmede de vervallen verklaarde kadastrale percelen. Globale saneringslocatie fase 1 Gebouw voormalige apotheek Globale saneringslocatie fase 3 Globale saneringslocatie fase 2 Saneringscontour grond fase 1, 2 en 3 Van ons besluit doen wij op grond van artikel 39 van de Wbb een publicatie in een huis-aan-huisblad in de gemeente Veenendaal. 8 Bezwaar Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de bekendmaking tegen dit besluit schriftelijk bezwaar maken. Zij dienen dan een bezwaarschrift in te dienen bij Gedeputeerde Staten van Utrecht, ter attentie van de secretaris van de Awb-adviescommissie, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht. Na indiening van een bezwaar kan een verzoek om voorlopige voorziening (inclusief schorsing) worden ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 ED Den Haag. Aan een verzoek om voorlopige voorziening, zijn kosten verbonden, het griffierecht. Deze bedragen 145,- voor een natuurlijk persoon en 288,- voor een rechtspersoon.
6 Onder vermelding van de code UT0345/00204 kan over deze beschikking nadere informatie worden gevraagd bij de heer S.W. Ydema, bereikbaar onder doorkiesnummer 030 258 3715. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen, ing. A.H.A. van den Broek teamleider Handhaving Een kopie van deze brief is verzonden naar: - Kadaster en Openbare Registers, Postbus 85001, 3508 AA Utrecht; - de heer D.H. Recter, Postbus 1100, 3900 BC Veenendaal; - Stichting Interkerkelijk Bejaardenwerk Veenendaal en omstreken, De Sterke Arm 3a, 3901 EK Veenendaal; - Projectontwikkelingsmaatschappij Beje B.V., Postbus 740, 3900 AS Veenendaal; - Ingenieursbureau Land, t.a.v. de heer G. van Merode, Postbus 303, 6710 BH Ede; - Gemeente Veenendaal, afd. Bouwen, Wonen en Milieu, t.a.v. mevrouw I. Guiking-Lens, Postbus 1100, 3900 BC Veenendaal; - Kadaster team WKPB, Postbus 9015, 6800 DT Arnhem.
7 Verklaring van eensluidendheid Ondergetekende, Adrianus Hendrikus Antonius van den Broek, teamleider van de afdeling Handhaving van de provincie Utrecht, Pythagoraslaan 101, 3584 BB Utrecht, verklaart dat dit afschrift eensluidend is met het ter inschrijving aangeboden stuk. Utrecht, 27 maart 2008 ing. A.H.A. van den Broek teamleider Handhaving De beschikking 2008INT220479 met datum 27 maart 2008 is verstuurd op: