SCHRIJFWIJZER vastgestelde versie 31 augustus Parketnummer: Dossiernummer: Uitgebracht d.d.

Vergelijkbare documenten
P R O J U S T I T I A

P R O J U S T I T I A

P R O J U S T I T I A

FORENSISCH PSYCHIATRISCH ONDERZOEK. xx XX. yy YY. zz ZZ

P R O J U S T I T I A

FORENSISCH PSYCHOLOGISCH ONDERZOEK. xx XX. yy YY

7 PSYCHOLOGISCH ONDERZOEK

P R O J U S T I T I A

Het Pieter Baan Centrum. Algemene informatie

8 PSYCHIATRISCH ONDERZOEK

Algemene toelichting bij de rapportage-formats psychiatrische, psychologische en triple rapportages Pro Justitia

Informatie voor betrokkenen

PSYCHIATRISCH ONDERZOEK PRO JUSTITIA

FORENSISCH PSYCHIATRISCH ONDERZOEK P..VAN XXXX

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Observatieafdeling Teylingereind. Informatie voor ouders

Samenvatting. Aanleiding onderzoek

Observatieafdeling Teylingereind. Informatie voor jongeren

Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie

Opname in het Pieter Baan Centrum

NRGD Adviesbeoordelingsformulier 003 Forensische Psychiatrie, Psychologie en Orthopedagogiek, strafrecht

Samenvatting. Doelstelling en onderzoeksvragen

(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht. Studiedag 18 april Lieke Vogelvang & Maaike Kempes

Wegingslijst adolescentenstrafrecht

Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte

Inhoud. Deel I Inleidende beschouwingen 1. Deel II Juridische beschouwingen 17. Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3

Vaardighedentoets (Portfolio) gezondheidszorgpsycholoog diagnostiek en indicatiestelling (volwassenen en ouderen)

Wegingslijst adolescentenstrafrecht

Datum 15 juli 2015 Onderwerp NIFP standpunt m.b.t. het toerekennen en wijziging standaardvraagstelling. Geachte heer/mevrouw,

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Format verlengingsadvies. Format verlengingsadvies ten behoeve van ter beschikking gestelden

Format verlofaanvragen ten behoeve van ter beschikking gestelden of anderszins verpleegden

Psychiatrische diagnostiek is veel meer dan een DSM-5-classificatieen. Michiel W. Hengeveld en Vos Beerthuis, psychiaters

Samenvatting. Inleiding

ECLI:NL:RBROT:2017:6331

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Bedoeling van dit werkcollege:

Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs. 1. Informatieplicht

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

Vijftien jaar weigerende verdachten in het Pro Justitia onderzoek

MedPsych Center (MPC) Voor klinische patiënten

Neuropsychologisch onderzoek bij ouderen. Na verwijzing door de klinisch geriater

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2013 Onderwerp Weigerende observandi

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

Neuropsychologisch onderzoek

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN

Neuropsychologisch onderzoek bij volwassenen

Aanmeldformulier ten behoeve van Toetsings- en AdviesCommissie (TAC) Cello

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Sessie Weigerende observandi. Kijken naar mensen die niet bekeken willen worden

Neuropsychologisch onderzoek bij kinderen Vakgebied dat de relatie bestudeert tussen het gedrag en de werking van de hersenen

Leidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens

Samenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

ECLI:NL:GHLEE:2012:BX6197 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

B Managementinformatie 41 Van DFDJ aan Justitie 41 Aantallen rapportages 41 Tijdigheid rapportages 41 Kwaliteit rapportages 41 Financiering 42

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Handleiding weigerende verdachten

Psychologische en psychiatrische rapportage in civiele zaken. Informatie voor betrokkene

Neuropsychologisch onderzoek Volwassenen. Medische Psychologie

Frequently Asked Questions (FAQ) aan IFZ

6 Forensische aspecten Aandachtspunten 134 Noten 134

CAT VRAGEN OEFENEN Week 1. Cursus Psychisch Functioneren Mw. dr. U. Klumpers, psychiater/ cursuscoördinator Vrijdag 8 maart 2013

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Rooster Algemeen deel, Opleiding Rapporteur ROOSTER ONDER VOORBEHOUD Lestijden ochtend: uur Lestijden middag:

Grensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie

Het psychologisch onderzoek

VVRVereniging van Pro Justitia Rapporteurs

(Neuro) psychologisch onderzoek

Weigerende observandi op een speciale afdeling in het Pieter Baan Centrum

Psychologisch onderzoek

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

Opname op afdeling Argo en gedwongen opname. Kinderen en Jeugdigen. Informatie voor ouders/verzorgers

P. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ

Langdurige Forensische Psychiatrie

Onderzoek en behandeling bij de. medisch psycholoog

Het neuropsychologisch onderzoek

Rapportage pro Justitia

handvatten voor het doorbreken van stagnatie. Binnen onze verslaglegging streven wij naar overzichtelijkheid en duidelijkheid.

Langdurige Forensische Psychiatrie

Psychodiagnostisch onderzoek voor kinderen en jeugdigen jonger dan 16 jaar. Informatie voor jeugdigen (12-16 jaar)

ASS in de verzekeringsgeneeskundige praktijk

Zorgpad Autisme Spectrum Stoornissen

Praktische vaardigheden in het objectiveren van psychische klachten. Sascha Russo, psychiater 1 juni 2018

Aanmeldingsformulier Dienstverlening & Zorg IJburg

Afdeling Medische Psychologie

Neuropsychologisch onderzoek bij ouderen

Voorwoord. We hopen dat dit jaarbericht op een aantrekkelijke en heldere manier duidelijk maakt wat het NIFP doet en waar wij voor staan.

POST-HBO OPLEIDING. Forensische psychiatrie. mensenkennis

Formats voor verslagen

(Neuro) psychologisch onderzoek

ZIKOS Indicatieformulier

Doel van deze vragenlijst is kennis en inzicht te verkrijgen zowel omtrent uw huidige situatie als omtrent uw levensgeschiedenis.

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

Neuropsychologisch onderzoek Afdeling medische psychologie.

Click to edit Master title style Congres FACT Couleur Locale

Libra R&A locatie Leijpark. Neuropsychologisch onderzoek

Aan de Minister voor Rechtsbescherming Postbus EH Den Haag. Geachte heer Dekker,


Transcriptie:

vastgestelde versie 31 augustus 2009 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 Naam (voornamen in kleine letters, achternaam in hoofdletters, Arial 18pt) Geboortedatum en -plaats (voluit, bijv. 1 januari 2000 te Utrecht, Arial 18pt - alle overige tekst Arial 11pt) Parketnummer: Dossiernummer: Uitgebracht d.d. (parketnummer(s) strafzaak) (dossiernummer PBC) (datum) Let op: In de rapportonderdelen van de individuele onderzoekers wordt de observandus aangeduid met betrokkene, niet meer met betr.

INHOUDSOPGAVE 1 Pagina Wie schrijft wat (GA) Personalia en zaakgegevens Jurist 1. Informatie uit de gerechtelijke stukken 1.1 Beschrijving van het tenlastegelegde 1.2 Justitiële voorgeschiedenis 1.3 Eerdere rapportages in huidige strafzaak Jurist psychiater 2. Verantwoording onderzoeksopzet Jurist i.s.m. team + GA 3. Milieuonderzoek 3.1 Bronnen en bijzonderheden 3.2 Samenstelling gezin van herkomst 3.3 Familiegeschiedenis tot aan betrokkenes geboorte 3.4 Kinderen gezin van herkomst 3.5 Levensloop betrokkene 4. Groepsobservatie 4.1 Algemene informatie over groepsobservatie 4.2 Specifieke informatie over de observatieperiode 4.3 Eerste indrukken 4.4 Persoonlijk en sociaal functioneren 4.5 Culturele kenmerken 4.6 Toekomst 4.7 Laatste Indrukken 5. Psychologisch onderzoek 5.1 Gespreksindrukken en contactverloop 5.2 Persoonlijkheidsaspecten en psychische functies 5.3 Psychologisch testonderzoek 5.4 Bespreking van het tenlastegelegde 5.5 Beschouwing 6. Psychiatrisch onderzoek 6.1 Gespreksindrukken en contactverloop 6.2 Psychiatrische anamnese 6.3 Behandelgeschiedenis en vroegere rapportage 6.4 Psychiatrisch onderzoek in engere zin 6.5 Beschrijving lichamelijk onderzoek 6.6 Bespreking van het tenlastegelegde 6.7 Beschouwing 7. Forensische analyse en beantwoording van de vraagstelling Bijlage Milieuonderzoeker Groepsleider Psycholoog Psychiater Psychiater en Psycholoog GA en psycholoog 1 Instructie GA: voorblad en inhoudsopgave met regelafstand 1; overige pagina's met regelafstand 1,5 Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 2 van 26

Dossiernummer: (nummer) PRO JUSTITIA In opdracht van (naam), rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken bij de rechtbank te (plaats), hebben ondergetekenden, (naam), psychiater en (naam), psycholoog, beiden vast gerechtelijk deskundigen bij het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, locatie Pieter Baan Centrum, Psychiatrische Observatiekliniek te Utrecht (medisch directeur dr. Th. Rinne), in samenwerking met de overige leden van het onderzoekend team, na inzage van de gerechtelijke stukken, een onderzoek ingesteld naar de geestvermogens van: (volledige naam van onderzochte in hoofdletters en onderstreept) geboren te (geboorteplaats) op (datum), wonende te (woonadres), nationaliteit: (nationaliteit) Tenlastelegging Onderzochte wordt verdacht van: (tenlastegelegde noemen in termen van een eenvoudige kwalificatie; voorbeelden: poging tot doodslag, 'diefstal met geweldpleging', 'bedreiging') Ten aanzien van parketnummer(s) (opsomming codering(en)) wordt onderzochte ten laste gelegd: (tekst tenlastelegging en wettelijke codering) Vraagstelling (let op: indien er sprake is van een afwijkende of aanvullende vraagstelling, dient deze in plaats van of in aanvulling op de standaardvraagstelling te worden vermeld) 1. Is onderzochte lijdende aan een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens en zo ja, hoe is dat in diagnostische zin te omschrijven? 2. Hoe was dit ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde? 3. Beïnvloedde de eventuele ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens onderzochtes gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het tenlastegelegde (zodanig dat dat mede daaruit verklaard kan worden)? Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 3 van 26

4. Zo ja, kan de deskundige dan gemotiveerd aangeven: a. op welke manier dat gebeurde, b. in welke mate dat gebeurde, c. welke conclusie aangaande de toerekeningsvatbaarheid op grond hiervan te adviseren is? 5. a. Welke factoren voortkomend uit de stoornis van onderzochte kunnen van belang zijn voor de kans op recidive? b. Welke andere factoren en condities moeten hierbij in ogenschouw worden genomen? c. Is iets te zeggen over eventuele onderlinge beïnvloeding van deze factoren en condities? 6. Welke aanbevelingen van gedragsdeskundige en van andere aard zijn te doen voor interventies op deze factoren en condities en hun onderlinge beïnvloeding en binnen welk juridisch kader zou dit gerealiseerd kunnen worden? Beschikbare en geraadpleegde stukken - strafdossier (parketnummer toevoegen) - uittreksel Justitieel Documentatieregister d.d. (datum uittreksel) - penitentiair dossier - (indien van toepassing: andere beschikbare stukken zoals oude rapportages Pro Justitia, voorlichtingsrapportages Reclassering, consultbrieven NIFP, correspondentie psychiatrische behandelingen, oude strafzaken, mutaties) Opsomming van beschikbare stukken kort en zakelijk houden, zonder puntkomma en zonder sekseaanduiding, bijvoorbeeld: - brief, X. Koopmans, psychiater, FPD Den Haag, aan officier van justitie d.d. 25.07.2006 - rapport Pro Justitia, A.B. van Haren, psychiater, en C.D. van Stralen, psycholoog, d.d. 02.01.2007 - rapport, Reclassering Nederland, Amsterdam, d.d. 11.01.2007 Opgevraagde oude strafzaken worden als volgt aangehaald: - strafdossier, parketnummer 11/001122-06, beslissing gerechtshof Amsterdam d.d. 26.6.2006 NB Later binnengekomen stukken altijd vermelden en toevoegen aan klinisch dossier. Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 4 van 26

1. INFORMATIE UIT DE GERECHTELIJKE STUKKEN 1.1 Beschrijving tenlastegelegde Onderzochte wordt ervan verdacht dat hij/zij op, te (materiële omschrijving) 2 Hier is ruimte voor een beknopte beschrijving van het tenlastegelegde in minder juridische termen, waardoor het snel duidelijk wordt om wat en wie het gaat (bijvoorbeeld familiaire relaties, werknemer/werkgever, e.d.). Overzichtelijk in geval men bijvoorbeeld dit rapport na jaren leest. 3 Voorbeeld: Onderzochte wordt ervan verdacht op (datum) (aanduiding slachtoffer) in (aanduiding locatie) te hebben: (aanduiding tenlastegelegde) (opmerking werkwijze) (opmerking aanleiding) 4 1.2 Justitiële voorgeschiedenis Uit de justitiële documentatie blijken de volgende onherroepelijke veroordelingen (niet zijnde kantonzaken) van onderzochte: - (vermelding justitiële documentatie) 1.3 Eerdere rapportages in huidige strafzaak Hier is ruimte voor een beknopte beschrijving van de uitkomsten van eerdere Pro Justitia rapportage in de huidige strafzaak met vermelding van de namen van de rapporteurs, de datum. 2 De format Beschrijving van het tenlastegelegde is min of meer gelijk aan die van de ambulante PJ rapportages. Deze beknopte - beschrijving wordt geschreven door de jurist. 3 Ter voorkoming van te vroege interpretatie van de stukken wordt geen selectie gemaakt van (getuigen)verklaringen die verschillende visies op het tenlastegelegde kunnen geven. 4 Bijvoorbeeld: Onderzochte wordt ervan verdacht op 1 januari 2008 zijn vader in het ouderlijk huis te hebben gedood met een keukenmes nadat deze hem uit huis wilde zetten; of: onderzochte wordt ervan verdacht op 1 januari 2008 zijn ex-echtgenote in haar woning te hebben verkracht; of: betrokkene wordt ervan verdacht in de periode 1 januari 2006 tot 1 juni 2006 zijn ex-partner meermalen te hebben mishandeld door middel van schoppen, slaan. Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 5 van 26

2. VERANTWOORDING ONDERZOEKSOPZET Voorafgaand aan (zijn/haar) komst naar het Pieter Baan Centrum (PBC) verbleef betrokkene in (HvB/kliniek). Betrokkene werd van (datum) tot (datum) opgenomen in het PBC. Betrokkene werd onderzocht door een multidisciplinair team (hierna te noemen: onderzoekend team) dat bestond uit een psychiater, een psycholoog, een forensisch milieuonderzoeker en een groepsleider. Het onderzoekend team werd technisch voorgezeten door een jurist en ten behoeve van kwaliteitsborging gecompleteerd door een procesbegeleidend gedragskundige. Het onderzoekend team kwam tijdens het onderzoek geregeld in vergadering bijeen. 5 De forensisch milieuonderzoeker, die zich richt op het in kaart brengen van de levensgeschiedenis van betrokkene, voerde meerdere gesprekken met betrokkene en had daarnaast diverse gesprekken met leden van het sociale netwerk van betrokkene. Tevens werd van diverse instellingen informatie ontvangen. De rapporterend groepsleider verkreeg informatie over betrokkene uit eigen observaties en gesprekken alsook vanuit informatie van de andere groepsleiders en de sport- en arbeidsmedewerkers. De rapporterend psychiater en psycholoog voerden gedurende de onderzoeksperiode wekelijks een of meerdere gesprekken met betrokkene Zij verkregen informatie over betrokkene uit eigen gesprekken, alsmede uit de beschikbare stukken, het verslag van de forensisch milieuonderzoeker en de observaties van de groepsleiding. Daarnaast werd bij betrokkene testpsychologisch onderzoek verricht, (mede) uitgevoerd door (naam), medewerker van de dienst ondersteuning psychodiagnostiek (DOP) van het PBC. De interpretatie van de testresultaten valt onder de verantwoording van de psycholoog. In een bijlage worden de gebruikte psychologische tests in beknopte vorm beschreven. Eventueel: Ook werd neuropsychologisch onderzoek gedaan door (naam en functie). Voorts werd betrokkene tijdens (zijn/haar) verblijf in het PBC lichamelijk onderzocht door G. Marges, huisarts, en door M.B.M. Vermeulen, neuroloog. Tevens heeft een laboratoriumonderzoek plaatsgevonden. Eventueel: Een MRI-scan en/of e.e.g. van de hersenen werd uitgevoerd en beschreven door (naam), (functie) van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. 5 Het gaat om reguliere teambesprekingen, observatieplanbesprekingen en eventuele extra bijeenkomsten Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 6 van 26

Let op: er dient wel gecheckt te worden of de bedoelde onderzoeken daadwerkelijk door de genoemde personen zijn uitgevoerd. Een aangepaste versie van de standaardtekst voor weigeraars is beschikbaar bij de jurist en de GA.. Eventueel: Aangezien betrokkene de Nederlandse taal (niet/onvoldoende) machtig is, werd door de individuele onderzoekers in de gesprekken gebruik gemaakt van tolkbemiddeling in (taal) taal. Eventueel: Ten slotte werd door het onderzoekend team (naam), cultureel antropoloog van (instelling) geraadpleegd. De onderzoeksbevindingen, de daaruit getrokken conclusies en de beantwoording van de vraagstelling, die het resultaat zijn van de eindbespreking, zijn weergegeven in onderstaand rapport. Betrokkene is in de gelegenheid gesteld om kennis te nemen van de verschillende rapportonderdelen en werd na de eindbespreking op de hoogte gesteld van de conclusies van het onderzoek en de beantwoording van de vraagstelling. Werkinstructie: tijdens of na de eindbespreking dient door de jurist een inventarisatie te worden gemaakt welke elementen van het onderzoek al of niet hebben plaatsgevonden, waarna deze in de voorgeschreven tekst worden verwerkt. Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 7 van 26

3. MILIEUONDERZOEK (naam forensisch milieuonderzoeker) 3.1 Bronnen en bijzonderheden 3.2 Samenstelling gezin van herkomst 3.3 Familiegeschiedenis tot aan betrokkenes geboorte 3.4 Kinderen uit het gezin van herkomt 3.5 Levensloop betrokkene (met persoonlijke onderverdeling kopjes door milieuonderzoeker) Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 8 van 26

4. GROEPSOBSERVATIE 6 naam rapporterend groepsleider 4.1 Algemene informatie over groepsobservatie In het PBC worden gedetineerden (hierna: observandi) zeven weken aselect opgenomen op een van de vier reguliere verblijfsafdelingen, met elk acht cellen. Per afdeling is er wekelijks een binnenkomst en een vertrek, zodat de samenstelling van de groep observandi telkens verandert. Voor de orde, de veiligheid en zorg kan het noodzakelijk zijn een observandus op de separatieafdeling van het PBC te plaatsen. Deze afdeling beschikt over afzonderings- en isoleercellen met een individueel programma. De inspanningen zijn er altijd op gericht het verblijf op deze speciale afdeling zo kort mogelijk te houden. De reguliere afdelingen zijn voorzien van een recreatieruimte met een biljart- en een tafeltennistafel, een huiskamer met zithoek, keuken en eettafel. In de weekenden en op feestdagen koken twee observandi onder begeleiding van de groepsleiding en wordt gezamenlijk gegeten. Wekelijks is er een vergadering (groepsgesprek) waarin observandi afdelingsgerelateerde zaken kunnen bespreken. Het PBC beschikt daarnaast over een stilteruimte, een bibliotheek, een creatieve recreatieruimte en een inpandige winkel waar de observandus wekelijks terecht kan. Voor de observatie is het dagprogramma van de observandus gericht op zoveel mogelijk activiteiten op en rondom de afdeling. Een observandus wordt vier dagen in de week in de gelegenheid gesteld gedurende tweeënhalf uur per dag arbeid te verrichten. Tevens wordt vier dagen per week de mogelijkheid geboden anderhalf uur te sporten. Individuele sport, zoals fitness, behoort eveneens tot de mogelijkheden. Daarnaast heeft de observandus recht op één uur luchten per dag. Voorts mag een observandus wekelijks één uur bezoek ontvangen. Tijdens de bezoeken observeert de groepsleiding. s Avonds en in het weekend wordt tijdens de recreatiemomenten geobserveerd. Alle aangeboden activiteiten vinden plaats in het kader van het observatieonderzoek, behalve de tweewekelijkse dienst in de stilteruimte en de groeps- en individuele gesprekken met een geestelijke verzorger. Gedurende de onderzoeksperiode is er interactie met de observandus en nemen medewerkers groepsobservatie actief deel aan het dagprogramma, met als doel een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van het gedrag van de observandus. 6 Groepsobservatie is de overkoepelende term voor de observatie die plaatsvindt op de verblijfsafdeling, de sportafdeling en de arbeidsafdeling. Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 9 van 26

Medewerkers groepsobservatie observeren en rapporteren dit gedrag aan de hand van een observatiemodel waarmee alle leefgebieden in kaart worden gebracht. Dit model bestaat uit de volgende zes factoren: persoonlijkheid en psychisch toestandsbeeld, situatie, maatschappelijke inbedding, vaardigheden, culturele kenmerken en toekomst. 4.2 Specifieke informatie over de observatieperiode Toelichting: na de standaard verantwoordingstekst volgt in deze paragraaf een aparte alinea waarin het observatieklimaat gedurende betrokkenes verblijf in het PBC (kort) wordt beschreven. Hebben zich gedurende betrokkenes verblijf incidenten voorgedaan op de afdeling? Heeft betrokkene gedurende de hele onderzoeksperiode op de reguliere afdeling verbleven? Heeft betrokkene - wegens personeelstekort of andere bijzonderheden - minder recreatietijd gehad waardoor hij va(a)k(er) werd ingesloten? Of zijn er andere bijzonderheden die van belang zijn om te weten voorafgaand aan het lezen van de rapportage? 4.3 Eerste indrukken In deze paragraaf worden (kort, ongeveer 1 A4)) de eerste indrukken bij de kennismaking van betrokkene en bij het binnenkomstgesprek beschreven. Alleen bijzonderheden worden vermeld. Denk aan specifieke uiterlijke kenmerken, opvallende uitspraken van betrokkene, spontane opmerkingen over het onderzoek en andere opvallende gedragingen. Maar ook gedragingen en/of uitspraken die in eerste instantie niet als bijzonder worden geduid maar dit later in het onderzoek alsnog blijken te zijn. De eerste dagen op de afdeling worden ook in deze alinea beschreven, hoe verloopt de kennismaking met de groepsleiding en met groepsgenoten, in hoeverre maakt betrokkene gebruik van de aangeboden activiteiten en hoe staat betrokkene ten opzichte van het onderzoek. 4.4 Persoonlijk en sociaal functioneren In deze paragraaf volgen de gedragsobservaties gedurende de vijf weken die betrokkene op de afdeling verblijft. In deze paragraaf worden alle relevante observaties meegenomen, dus ook die tijdens de sport, de arbeid en het bezoek worden opgedaan. Het is belangrijk om de context waarbinnen de observaties zijn verkregen, hierbij te benoemen. Concreet gedrag wordt in eenduidige termen beschreven en teksten worden letterlijk weergegeven. Chronologie is hierbij belangrijk. Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 10 van 26

De informatie wordt via het zes factorenmodel verkregen, maar de zes factoren worden niet apart benoemd. De eerste vier factoren worden bij elkaar genomen onder de noemer persoonlijk en sociaal functioneren. Let op! Voor de leesbaarheid is het belangrijk dat er in deze paragraaf wel thema s uit het zes factorenmodel (dus ook uit de subdomeinen) vetgedrukt worden in de tekst, zodat de lezer in één oogopslag kan zien waar belangrijke thema s te vinden zijn. De gedragsobservaties in deze paragraaf worden door de groepsleiding beschreven met de volgende vier factoren als leidraad: 1 Persoonlijkheid en psychisch toestandbeeld -persoonlijkheid -lichamelijke gesteldheid -psychische gesteldheid 2 Situatie -procespositie -misbruik/gebruik middelen -(psycho)sociale factoren 3 Maatschappelijke inbedding -sociale contacten -sociale status binnen de maatschappij -scholing -arbeidsverleden -Justitieel verleden -interesses 4 Vaardigheden -ADL -sociaal functioneren -financiën 4.5 Culturele kenmerken In deze paragraaf worden culturele kenmerken van betrokkene beschreven. Denk hierbij aan: -taal: lezen, spreken en schrijven van talen, voorkeurstaal, moedertaal, mate van beheersing, woordkeus en opvallend taalgebruik. Gebruik quotes! -religie: beleving en uitoefening van religie, functie van het praktiseren van een religie. Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 11 van 26

-specifieke gebruiken, tradities en cultuur gebonden ervaringen: alledaagse onderwerpen zoals eetgewoonten, kleiding, opvattingen, gebruiken, omgangsvormen etc. 4.6 Toekomst In deze paragraaf wordt de voorstelling beschreven die betrokkene van de toekomst maakt. Belangrijk is om onderscheid te maken tussen: 1 verwachtingen ten opzichte van de toekomst binnen een (eventueel) behandelkader (wensen, realiteitsgehalte, motivatie, behandelmogelijkheden) en 2 verwachtingen ten opzichte van de toekomst binnen de vrije maatschappij (wensen, realiteitsgehalte, motivatie ten aanzien van zelfredzaamheid/autonomie, verwachtingen ten aanzien van delictgedrag.) 4.7 Laatste indrukken Hier wordt een beschrijving gegeven van het gedrag van betrokkene aan het einde van de groepsobservatie en in aanloop tot de stafbespreking. Is er bijvoorbeeld sprake van een verandering in gedrag? Zijn er de laatste avond nog bijzonderheden (na het vernemen van de stafuitslag)? Hoe reageert betrokkene op de stafuitslag? Hoe verloopt het afscheid? Bij het inleveren van het observatieverslag zal deze tekst nog onvolledig zijn, eventuele aanvullingen kunnen - naderhand - op het correctie-exemplaar worden toegevoegd. Verder wordt - in een aparte alinea - kort teruggeblikt op de onderzoeksperiode, waarbij wordt aangegeven of er sprake is van een bepaalde ontwikkeling in het gedrag of in de houding van betrokkene. Is er bijvoorbeeld sprake van een groot verschil in gedrag bij binnenkomst en bij vertrek? Wat heeft het verblijf van betrokkene voor de groepsleiding betekend? Welke mate van begeleiding of zorg heeft betrokkene nodig gehad? Het is overigens niet de bedoeling dat er een samenvatting of beschouwing geschreven wordt. Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 12 van 26

Algemene eisen: Tegenwoordige tijd. Lettertype Arial 11 pt. Regelafstand 1,5. Alle aangeleverde tekst is platte tekst (dus geen vet gedrukte tekst e.d.). De hoofdstukindeling staat vast. Als richtlijn wordt gesteld dat het rapport uit 6 á 7 A4 bestaat. Standaardisaties: De observandus wordt betrokkene genoemd (dus geen afkortingen). Mede-observandi worden groepsgenoten genoemd. We spreken over de groepsleiding, groepsleiders en groepsleidsters. De sport wordt verzorgd door sportmedewerkers en de arbeid door arbeidsmedewerkers. Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 13 van 26

5. PSYCHOLOGISCH ONDERZOEK (naam psycholoog) 5.1 Gespreksindrukken en contactverloop Algemene indruk; houding betrokkene ten aanzien van het onderzoek; kenmerkende / typerende uitspraken (eventueel citaten); houding tijdens gesprek, opvallende gedragingen en contactkenmerken (alsmede de ontwikkeling en eventuele verdieping daarvan en specifieke interactie met de rapporteur). Niet te veel nadruk op incidenten of toevalligheden. Het gaat om zich aftekenende gedragspatronen en dominante thema s in de gesprekken. Beschrijving van aspecten van de onderlinge interactie en van (voorbeelden van) doorwerking van kenmerkende aspecten van betrokkene in het gesprekscontact. Indien aan de orde: vermelden van opgegeven redenen van weigering; onderbouwing van eventuele pathologische weigering. Geen beschrijvingen of samenvattingen van de levensloop of van het tenlastegelegde. Vermijdt onnodige herhalingen met voorgaande rapportdelen. 5.2 Persoonlijkheidsaspecten en psychische functies Denk aan aspecten als: a. Stemming en affect b. Contactkwaliteit en contactvaardigheden c. Taalvaardigheid en logisch denken d. Transculturele aspecten e. Preoccupaties, realiteitstoetsing f. Gewetensfunctie, empathisch vermogen g. Krenkbaarheid, egocentriciteit, afhankelijkheid h. Agressieregulatie en emotieregulatie i. Impulsiviteit j. Middelengebruik k. Beleving seksualiteit l. Zelfbeeld, beeld van anderen, mentaliserend vermogen m. Gezonde aspecten in de persoonlijkheidsontwikkeling n. Hechtingsstijl en cognitieve schema s Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 14 van 26

5.3 Psychologisch testonderzoek a. Testhouding b. Intelligentie c. (indien van toepassing) neuropsychologisch onderzoek d. Persoonlijkheidsonderzoek Het gaat in bovenstaande paragrafen telkens om een geïntegreerd en goed leesbaar verhaal, waar mogelijk met een concluderende slotzin. Ook moet duidelijk worden welke tests zijn gedaan en geïnterpreteerd in onderlinge samenhang en in samenhang met andere diagnostische bevindingen (uit gesprekken & observaties). Let op: een toelichting op de gebruikte tests volgt in de bijlage en wordt niet in detail in het rapport zelf besproken. De PCL-R wordt als diagnosticum besproken (geen score noemen). 5.4 Bespreken van het tenlastegelegde Deze paragraaf bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt betrokkenes houding ten aanzien van het tenlastegelegde besproken vanuit het perspectief van betrokkene, met aandacht voor de aanloop tot het tenlastegelegde, voorafgaande overwegingen en gevoelens, gevoelens en gedachten tijdens het plegen van het ten laste gelegde maar ook huidige visie op het tenlastegelegde; gevoelens van spijt/wrok/medeleven met slachtoffers. In het tweede deel wordt gedragskundige relevante dossierinformatie over het tenlastegelegde weergegeven en besproken. Wat is er door betrokkene eerder verklaard (citaten uit de stukken), hoe verhoudt zich dat tot betrokkenes huidige houding ten opzichte van het tenlastegelegde? Hoe reageerde betrokkene op confrontatie daarmee? Wijs ook op relevante elementen die betrokkene achterwege laat. In deze paragraaf kunnen tevens de bevindingen van een gezamenlijk gevoerd gesprek over het tenlastegelegde worden beschreven. Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 15 van 26

5.5 Beschouwing De beschouwing vangt aan met een korte evaluatie van de volledigheid van het onderzoek, onderzoekbaarheid van betrokkene, beschrijving van de beperkingen en de gevolgen daarvan voor de diagnostische overwegingen. a. Gedragskundige beschouwing van de levensgeschiedenis Deze subparagraaf moet de lezer duidelijk maken welke aspecten - beoordeeld vanuit een ontwikkelingspsychologisch perspectief - van de levensgeschiedenis forensisch relevant zijn, en waarom. Het gaat hier expliciet om een duiding van relevante elementen van de levensgeschiedenis. Voor details wordt verwezen naar het milieurapport. Het is niet de bedoeling het verslag samen te vatten of te herhalen. Denk bij dit hoofdstuk aan bijvoorbeeld de volgende (standaard-)volgorde: a. Gezin van oorsprong (ouders/verzorgers; broers en zussen; interactie met leeftijdsgenoten; sociale kader; sfeer; opvoedingsstijl; politiek/godsdienst) b. Persoonlijke levensgeschiedenis (vroege ontwikkeling; adolescentie; psychoseksuele ontwikkeling; relationele ontwikkeling; religieuze ontwikkeling; militaire dienst; vervolgopleiding; transculturele aspecten; loopbaan; middelengebruik, justitiële voorgeschiedenis en een gedragskundige visie op eerder delictgedrag en -patronen c. Betekenisvolle ervaringen Van belang hierbij is de (dis-)continuïteit in de ontwikkeling, factoren in de levensgeschiedenis waarvan is aangetoond dat ze predisponeren tot of beschermen tegen het ontstaan van psychische stoornissen, factoren in de levensgeschiedenis die betekenisgevend zouden kunnen zijn bij de ontwikkeling van een psychische stoornis en de ontwikkeling van de persoonlijkheid gedurende de levensloop b. Gedragskundige beschouwing van de observatiegegevens Geef in deze paragraaf een korte beschouwing van de observaties van de groepsleiding. Voor details wordt verwezen naar het rapportonderdeel van de groepsleiding. Probeer onnodige herhalingen te voorkomen. Ook aandacht voor gedrag/symptomen die al eerder werden beschreven of daaruit juist ontbreken. Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 16 van 26

c. Diagnostische beschouwing De voor de hand liggende differentiaaldiagnostische overwegingen worden besproken (onderbouwd of gefalsificeerd). Beschrijving van de diagnostische bevindingen van het psychologisch onderzoek als geheel (uit eigen observaties en gesprekken, bevindingen milieuonderzoek, observatiegegevens en strafrechtelijke stukken). Aan welke problematiek of stoornissen lijdt betrokkene (indien van toepassing)? En vooral: wat zijn de kenmerkende aspecten van die stoornissen (of problematiek) bij deze observandus. Welke (forensisch relevante) beperkingen hangen hiermee samen? Denk aan aspecten als agressieregulatie, impulscontrole, krenkbaarheid, gewetensfuncties, psychopathie etc. Indien van toepassing: culturele aspecten en forensische relevantie benoemen. Het gaat vooral om geïndividualiseerde diagnostiek. De onderbouwing van de diagnostische conclusies moet voor de lezer inzichtelijk en overtuigend worden weergegeven. Wanneer er twijfel is over (delen van) de diagnostiek moet ook dit worden besproken (bijvoorbeeld wanneer testdiagnostiek een ander beeld laat zien dan uit de overige informatie naar voren komt). Etiologische aspecten van de stoornis worden besproken (vanuit ontwikkelingspsychologisch perspectief). Hierbij zijn van belang predisponerende, luxerende en onderhoudende factoren op zowel psychologisch als neuropsychologisch gebied. De beschrijvende diagnose wordt hier kort beschreven in algemeen gangbare en voor de leek begrijpelijke termen. Hierbij wordt - waar mogelijk - gebruikt gemaakt van DSMterminologie, maar dient het niveau van classificatie te overstijgen: een beschrijvende diagnose is immers veel breder dan het DSM-IV-concept. De diagnose dient meer in dimensionele termen worden beschreven. Waar er verschil is tussen de beschrijvende diagnose en de classificerende diagnose wordt dit toegelicht. Ten slotte wordt besproken of - en zo ja: hoe - de stoornis aanwezig was ten tijde van de tenlastegelegde feiten (een uitspraak over de gelijktijdigheid). De forensische doorwerking in het tenlastegelegde hoort niet onder dit kopje thuis Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 17 van 26

6. PSYCHIATRISCH ONDERZOEK (naam psychiater) 6.1 Gespreksindrukken en contactverloop - Algemene indruk; houding betrokkene ten aanzien van het onderzoek; kenmerkende/typerende uitspraken (eventueel citaten); opvallende gedragingen en contactkenmerken (alsmede de ontwikkeling en eventuele verdieping daarvan en specifieke interactie met de rapporteur). Let op: in deze paragraaf gaat het bij contactverloop om een globale beschrijving van het beloop tijdens de observatieperiode. Specifieke aspecten zoals contactname moeten worden beschreven in de paragraaf Psychiatrisch onderzoek in engere zin. Niet te veel nadruk moet worden gelegd op incidenten of toevalligheden, het gaat om zich aftekende gedragspatronen en dominante thema s in de gesprekken. - Indien aan de orde: vermelden van opgegeven redenen weigering; onderbouwing van eventuele pathologische weigering. 6.2 Psychiatrische anamnese Let op: geen herhaling van het milieurapport! a. Actuele psychiatrische klachten. b. Voorgeschiedenis wat betreft (gedwongen) psychiatrische opnames, behandelingen e.d. c. (Psycho)seksuele anamnese voor zover relevant gegeven het tenlastegelegde. d. Familieanamnese voor wat betreft psychiatrische stoornissen e. Gebruik van huidige medicatie met daarbij korte omschrijving van indicatie. Verwijzing naar medicatiegebruik ten tijde van het tenlastegelegde. f. Verslavingsanamnese: middelen, startleeftijd, duur, intensiteit, behandelingen 6.3 Behandelgeschiedenis en vroegere rapportages In deze paragraaf worden op basis van de schriftelijke informatie uit het dossier en/of de opgevraagde stukken eerdere behandelingen, opnames en vroegere rapportages beschreven. Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 18 van 26

6.4 Psychiatrisch onderzoek in engere zin - Met specifieke aandacht voor forensisch relevante symptomatologie. Géén herhaling van beschrijvingen van uiterlijk, klachtenpresentatie etc. Ook t.a.v. contactname geen herhalingen, maar wel een beschrijving van aspecten van de onderlinge interactie en van (voorbeelden van) doorwerking van kenmerkende aspecten van de stoornis in het gesprekscontact, indien van toepassing. Bespreek kort de eventuele invloed van de actuele medicatie op symptomatologie. a. Cognitieve functies: Bewustzijn, aandacht, concentratie, oriëntatie, geheugen, b. Intellectuele functies (oordeelsvermogen, ziekte-inzicht, abstractievermogen, executieve functies, intelligentie, taal) c. Voorstelling, waarneming, zelfwaarneming d. Denken (vorm, tempo, beloop en samenhang, inhoud) e. Affectieve functies f. Stemming en affect g. Somatische klachten en verschijnselen h. Dissociatieve fenomenen i. Conatieve functies j. Psychomotoriek; mimiek en gestiek; spraak; motivatie en gedrag (mate van stoornis in middelengebruik; dwangmatig gedrag; drangmatig gedrag; impulsiviteit; sociaal dysfunctioneren) k. Persoonlijkheid l. Algemene trekken/kenmerken (bijv.: activiteitenniveau, activiteitenstijl) m. Zelfdiscipline, besluitvaardigheid, risico s hanteren, zelfstandigheid, verantwoordelijkheid, vertrouwen, betrouwbaarheid, gevoeligheid, krenkbaarheid, extra-introversie, assertiviteit, frustratietolerantie, angsttolerantie, agressieregulatie, gewetensfunctie (cognitieve en affectieve empathie, normbesef); impulsregulatie; erkend en begrepen voelen, omgaan met intimiteit, zelfvertrouwen, idealen n. Afweermechanismen o. Copingstijl Bespreek eventueel ook: p. Aanvullend psychiatrisch onderzoek: (semi-)gestructureerde vragenlijsten (bijvoorbeeld met DOP, fase 2) q. Heteroanamnese, indien zelf afgenomen Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 19 van 26

r. Indien afgenomen wordt verwezen naar de bespreking van de PCL-R (als diagnosticum) bij het psychologisch onderzoek. Indien niet afgenomen wordt dit beargumenteerd. Geen herhaling! 6.5 Beschrijving lichamelijk onderzoek a. Algemeen lichamelijk onderzoek (G. Marges, huisarts). Conclusie: b. Neurologisch onderzoek (M.B.M. Vermeulen, neuroloog). Conclusie: c. Screenend laboratoriumonderzoek. Conclusie: d. Eventueel aanvullend onderzoek (denk aan EEG, MRI etc. Vermeld hierbij de naam van de beoordelaar en het ziekenhuis waar het onderzoek plaatsvond). Conclusie: e. Psychiatrische beschouwing van de resultaten somatisch onderzoek, nu en die in het verleden, inclusief gebreken, handicaps (deze beschouwing alleen toevoegen indien noodzakelijk). 6.6 Bespreken van het tenlastegelegde Deze paragraaf bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt betrokkenes houding ten aanzien van het tenlastegelegde besproken vanuit het perspectief van betrokkene, met aandacht voor de aanloop tot het tenlastegelegde, voorafgaande overwegingen en gevoelens, gevoelens en gedachten tijdens het plegen van het ten laste gelegde maar ook huidige visie op het tenlastegelegde; gevoelens van spijt/wrok/medeleven met slachtoffers. In het tweede deel wordt gedragskundige relevante dossierinformatie over het tenlastegelegde weergegeven en besproken. Wat is er door betrokkene eerder verklaard (citaten uit de stukken), hoe verhoudt zich dat tot betrokkenes huidige houding ten opzichte van het tenlastegelegde? Hoe reageerde betrokkene op confrontatie daarmee? Wijs ook op relevante elementen die betrokkene achterwege laat. In deze paragraaf kunnen tevens de bevindingen van een gezamenlijk gevoerd gesprek over het tenlastegelegde worden beschreven. 6.7 Beschouwing De beschouwing vangt aan met een korte evaluatie van de volledigheid van het onderzoek, onderzoekbaarheid van betrokkene, beschrijving van de beperkingen en de gevolgen daarvan voor de diagnostische overwegingen. Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 20 van 26

a. Gedragskundige beschouwing van de levensgeschiedenis De psychiater bespreekt in deze subparagraaf meer specifiek de forensisch relevante psychiatrische aspecten uit de levensloop. De psychiater benoemt en bespreekt eventuele verschillen in visie met de psycholoog. Probeer onnodige herhalingen met het milieurapport en psychologie te voorkomen. Denk bij dit hoofdstuk aan bijvoorbeeld de volgende (standaard-)volgorde: a. Gezin van oorsprong (ouders/verzorgers; broers en zussen; interactie met leeftijdsgenoten ; sociale kader; sfeer; opvoedingsstijl; politiek/godsdienst) b. Persoonlijke levensgeschiedenis (vroege ontwikkeling; adolescentie; psychoseksuele ontwikkeling; relationele ontwikkeling; religieuze ontwikkeling; militaire dienst; vervolgopleiding; transculturele aspecten; loopbaan; middelengebruik, justitiële voorgeschiedenis en een gedragskundige visie op eerder delictgedrag en patronen. c. Betekenisvolle ervaringen Van belang hierbij is de (dis-)continuïteit in de ontwikkeling, factoren in de levensgeschiedenis waarvan is aangetoond dat ze predisponeren tot of beschermen tegen het ontstaan van psychische stoornissen, factoren in de levensgeschiedenis die betekenisgevend zouden kunnen zijn bij de ontwikkeling van een psychische stoornis en de ontwikkeling van de persoonlijkheid gedurende de levensloop b. Gedragskundige beschouwing van de observatiegegevens Geef in deze paragraaf een korte beschouwing van de observaties van de groepsleiding. Voor details wordt verwezen naar het rapportonderdeel van de groepsleiding. Probeer onnodige herhalingen met observatieverslag en psychologie te voorkomen. Ook aandacht voor gedrag/symptomen die al eerder werden beschreven of daaruit juist ontbreken. c. Diagnostische beschouwing De voor de hand liggende differentiaaldiagnostische overwegingen worden besproken (onderbouwd of gefalsificeerd). Beschrijving van de diagnostische bevindingen van het psychiatrisch onderzoek als geheel (uit eigen observaties en gesprekken, bevindingen milieuonderzoek, observatiegegevens en strafrechtelijke stukken). Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 21 van 26

Aan welke problematiek of stoornissen lijdt betrokkene (indien van toepassing)? En vooral: wat zijn de kenmerkende aspecten van die stoornissen (of problematiek) bij deze observandus. Welke (forensisch relevante) beperkingen hangen hiermee samen? Denk aan aspecten als agressieregulatie, impulscontrole, krenkbaarheid, gewetensfuncties, psychopathie etc. Indien van toepassing: culturele aspecten en forensische relevantie benoemen. Het gaat vooral om geïndividualiseerde diagnostiek. De onderbouwing van de diagnostische conclusies moet voor de lezer inzichtelijk en overtuigend worden weergegeven. Wanneer er twijfel is over (delen van) de diagnostiek moet ook dit worden besproken (bijvoorbeeld wanneer testdiagnostiek een ander beeld laat zien dan uit de overige informatie naar voren komt). Eventuele discrepanties met de bevindingen van de psycholoog worden benoemd en (waar mogelijk) verklaard. Etiologische aspecten van de stoornis worden besproken (biopsychosociaal model). Hierbij zijn van belang predisponerende, luxerende en onderhoudende factoren op zowel psychologisch, neuropsychologisch als neurologisch gebied. De beschrijvende diagnose wordt hier kort beschreven in algemeen gangbare en voor de leek begrijpelijke termen. Hierbij wordt - waar mogelijk - gebruikt gemaakt van DSMterminologie, maar dient het niveau van classificatie te overstijgen: een beschrijvende diagnose is immers veel breder dan het DSM-IV-concept. De diagnose dient meer in dimensionele termen worden beschreven. Waar er verschil is tussen de beschrijvende diagnose en de classificerende diagnose wordt dit toegelicht. Ten slotte wordt besproken of - en zo ja: hoe - de stoornis aanwezig was ten tijde van de tenlastegelegde feiten (een uitspraak over de gelijktijdigheid). De forensische doorwerking in het tenlastegelegde hoort niet onder dit kopje thuis Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 22 van 26

7. FORENSISCHE ANALYSE EN BEANTWOORDING VAN DE VRAAGSTELLING (namen psycholoog en psychiater) Let op: indien er sprake is van een afwijkende of aanvullende vraagstelling, dient deze in plaats van of in aanvulling op de standaardvraagstelling te worden vermeld. De vragen in de textbox worden los van elkaar uitgebreid beantwoord en afsluitend voorzien van een heldere zin waarin de bevindingen worden samengevat.. 1. Is onderzochte lijdende aan een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van (zijn/haar) geestvermogens 7 en zo ja, hoe is dat in diagnostische zin te omschrijven? 2. Hoe was dit ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde? Beschrijf hier (samengevat en in voor de leek begrijpelijke termen) de uitkomsten van de diagnostiek en beantwoord daarmee of er wel/niet sprake is van een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Geef een beschrijvende, geïndividualiseerde diagnose, dus een uitleg over de wijze waarop de stoornis bij deze observandus zichtbaar is (op welke terreinen hij beperkt wordt door de stoornis). Leg beredeneerd - kort! - uit welke diagnoses zijn uitgesloten. Eventueel ook: het uitsluiten van voor de hand liggende stoornissen (bijvoorbeeld een parafilie bij een zedenzaak; pyromanie bij brandstichting; middelenafhankelijkheid bij een delict onder invloed). Zie de opmerkingen die gemaakt zijn bij beschrijvende diagnose in voorgaande hoofdstukken. Maak eventuele verschillen in visie tussen psycholoog en psychiater duidelijk (en geef aan wat de forensische relevantie hiervan is); geef waar mogelijk hiervoor een verklaring. 7 Classificatie volgens DSM-IV-TR ten tijde van het onderhavige onderzoek: As I (klinische stoornissen): code + DSM-IV-TR-omschrijving As II (persoonlijkheidsstoornissen en verstandelijke handicaps): code + DSM-IV-TR-omschrijving As III (relevante somatische aandoeningen): As IV (psychosociale en omgevingsproblemen): Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 23 van 26

In een voetnoot wordt vermeld: Classificatie volgens DSM-IV-TR ten tijde van het onderhavige onderzoek 8 As I (klinische stoornissen): code + DSM-IV-TR-omschrijving As II (persoonlijkheidsstoornissen en verstandelijke handicaps): code+ DSM-IV-TRomschrijving As III (relevante somatische aandoeningen) 9 : As IV (psychosociale en omgevingsproblemen): Maak onderscheid tussen de thans aangetroffen pathologie en de pathologie ten tijde van het tenlastegelegde. Maak duidelijk of de hierboven beschreven problematiek of stoornis(sen) aanwezig was ten tijde van de tenlastegelegde feiten en of er eventueel andere stoornissen aanwezig waren. Leg eventuele verschillen uit (bijvoorbeeld: ontstaan tijdens detentie; of ander toestandsbeeld binnen dezelfde diagnose zoals schizofrenie). 3. Beïnvloedde de eventuele ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens onderzochtes gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het tenlastegelegde (zodanig dat dat mede daaruit verklaard kan worden)? 4. Zo ja, kan de deskundige dan gemotiveerd aangeven: a. op welke manier dat gebeurde, b. in welke mate dat gebeurde, c. welke conclusie aangaande de toerekeningsvatbaarheid op grond hiervan te adviseren is? Beschrijf op inzichtelijke wijze de doorwerking van de hierboven beschreven stoornis(sen) in het tenlastegelegde (indien bewezen); de aanwezigheid van een stoornis verklaart op zichzelf niet waarom iemand waarom iemand tot dit delictgedrag komt. 8 Indien ten tijde van het tenlastegelegde de stoornis van betrokkene en daarmee de classificatie - evident anders was, kan daaromtrent in de voetnoot een tweede classificatie worden vermeld ( Classificatie volgens DSM-IV-TR ten tijde van het tenlastegelegde ). 9 Dus niet alle somatische afwijkingen, het gaat om de relevante afwijkingen in relatie tot het psychiatrisch toestandsbeeld. Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 24 van 26

Geef zo mogelijk aan hoe en waarom deze stoornissen juist voorafgaand en ten tijde van het tenlastegelegde doorwerkten. Komt dit overeen met de voorgeschiedenis/eerder delictgedrag? Hier niet meer ingaan op eventuele doorwerking van diagnosen die reeds zijn uitgesloten, behalve wanneer er nog openliggende differentiaaldiagnosen van forensisch belang zijn. Geef een advies met betrekking tot de mate van toerekeningsvatbaarheid. Maak de rechter duidelijk dat - vanuit de doorwerking van (beperkingen van) de stoornis - tot deze mate van vermindering is gekomen. Eventueel uitleg geven waarom - in het geval van bijvoorbeeld verminderd - niet gekomen is tot sterk verminderd, of tot enigszins verminderd. Leg, indien van toepassing, ook uit dat een verband tussen stoornis en delict niet noodzakelijkerwijs leidt tot enige mate van verminderde toerekeningsvatbaarheid. 5. a. Welke factoren voortkomend uit de stoornis van betrokkene kunnen van belang zijn voor de kans op recidive? b. Welke andere factoren en condities moeten hierbij in ogenschouw worden genomen? c. Is iets te zeggen over eventuele onderlinge beïnvloeding van deze factoren en condities? Welke elementen van de stoornis zijn relevant voor een mogelijke recidive van delicten soortgelijk als de tenlastegelegde feiten? Gegeven de relatie met en de doorwerking van de beschreven stoornis in het tenlastegelegde (zoals uitgewerkt onder het vorige kopje): wat is nu het risico op herhaling bij deze betrokkene indien hij terugkeert in de omstandigheden van voor zijn detentie? Noem hier ook bijkomende factoren die van invloed kunnen zijn op recidieven zoals eerdere soortelijke delicten, bepaald type relatievorming, gebrek aan probleembesef of -inzicht, chronisch middelgebruik, relevante situatieve factoren, stress etc. Hier gaat het dus om een sterk geïndividualiseerde risico-inschatting. Welke risicotaxatie-instrumenten zijn afgenomen? Verwijzing naar risicotaxatieinstrumenten als de HCR-20, SVR-20, HKT-30. Verschillen moeten worden uitgelegd. Ook de uitslag van de PCL-R kan een maat zijn voor recidiverisico. Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 25 van 26

6. Welke aanbevelingen van gedragskundige en van andere aard zijn te doen voor interventies op deze factoren en condities en hun eventuele onderlinge beïnvloeding en binnen welk juridisch kader zou dit gerealiseerd kunnen worden? Adviseer over een eventueel op te leggen maatregel en leg uit waarom bij betrokkene het risicogevaar niet valt te verminderen met een minder zware maatregel (indien van toepassing). Hier worden ook de opmerkingen gemaakt over de haalbaarheid van de geadviseerde (voorwaardelijke) maatregel, o.a. gebaseerd op het overleg met de Reclassering - indien van toepassing - en de reactie van betrokkene op het advies. Overleg reclassering: (indien van toepassing) Utrecht, (datum), (naam en handtekening), psycholoog (naam en handtekening), psychiater Naam observandus - dossiernummer (Arial 9pt) Pagina 26 van 26