Energie- en klimaatmonitor agrosectoren Hernieuwbare energie, reductie broeikasgassen en energiebesparing



Vergelijkbare documenten
Emissies van broeikasgassen door de land- en tuinbouw,

Energie- en klimaatmonitor

Van gas los! Dialoog In een breder perspectief: Klimaatakkoord Landbouw en Landgebruik Huidige situatie Opgave Klimaatakkoord Ambitie Glastuinbouw

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving

Broeikasgasemissies in Nederland,

Monitor Schoon en Zuinig

Broeikasgasemissies in Nederland,

De voortgang van het Nederlandse energie- en klimaatbeleid

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Broeikasgasemissies in Nederland per sector,

Copernicus Institute of Sustainable Development. Koe en klimaat. Dr. Jerry van Dijk Dr. Karin Rebel. Copernicus Institute of Sustainable Development

KLIMAAT EN LANDBOUW IN FRYSLAN

Wat is het Agroconvenant?

Broeikasgasemissies in Nederland per sector,

Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf

Nationale Energieverkenning 2014

Gedetailleerde doelen Duurzame Zuivelketen

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk

Programma Kas als Energiebron

Luchtkwaliteit: ammoniak en broeikasgassen. VK Loonwerkers Najaar 2018

Broeikasgasemissies in Nederland,

Programma Kas als Energiebron

3 April 2013, CAH Vilentum, 2D. Inhoud presentatie Sturen op broeikasgassen Zwier van der Vegte. Duurzame melkveehouderij.

Energie besparingsmonitor

Regionaal Energie Convenant

Energie-efficiëntieverbetering bij (kleine) koffiebranders

Tabellenbijlage. Michiel Hekkenberg (ECN) Martijn Verdonk (PBL) (projectcoördinatie) Oktober 2014 ECN-O

Het huidige beleidstekort: er moeten nog heel wat tandjes bij. Ton van Dril 10 september 2009

Emissie broeikasgassen in Europa,

Voortgangsrapportage CO 2 emissies ProRail Scope 1 en 2, eigen energiegebruik

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties

Verbruik van hernieuwbare energie

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie

Duurzame energie, dat loont voor u als akkerbouwer. Belangrijkste duurzame energietoepassingen in de akkerbouw

Programma van Eisen Frisse Scholen april 2012

Geachte melkveehouder,

Duurzaamheidsmonitor 2017 Voorbeeld

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Fossiel energiegebruik en broeikasgasemissie in de vleeskuikenketen

gemeente Eindhoven Hierin wil GroenLinks in ieder geval de volgende vragen beantwoord hebben.

Toets_Hfdst10_BronnenVanEnergie

Duurzaamheid & innovatie. Stadsraad Goedereede 25 september 2018

Circulair Congres TKI-BBE Ronald Zwart, Platform Bio-Energie 08 mei 2019

NMVisie op Koe&Klimaat

Presentatie HoSt Microferm voor CLM/NMU

De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie

Energie en emissies Drenthe 2020, 2023 en 2030

Fossiel energiegebruik en broeikasgasemissie in de kalfsvleesketen

Emissie-inventaris broeikasgassen 2012 stadsontwikkeling EMA

Energie nulmeting. Regio Amstelland-Meerlanden. Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning. Twynstra Gudde Adviseurs en Managers

Mono vergisting in Wijnjewoude?!

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Opwarming aarde niet de schuld van het vee

De economische kansen van de glastuinbouw Workshop - G. Datum 05 april 2011

Duurzame energie, dat loont voor u als fruitteler. Belangrijkste duurzame energietoepassingen in de fruitteelt

Praktische voorstellen voor energiebesparing in haven en industrie. Alex Ouwehand Directeur NMZH

edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017

Duurzame energie, dat loont ook voor u! Duurzame energietoepassingen in de boomkwekerij en vaste plantenteelt

Verbruik van hernieuwbare energie,

Duurzame Industrie. De ombouw van energie-intensief naar energie-efficiënt

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015

Groengas in landbouw. 11 maart 2015

Klimaatakkoord Rijk en UvW

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel

KLIMAATAKKOORD NETBEHEER NEDERLAND 11 JULI 2018

ENERGIE BESPAREN EN VERDUURZAMEN IN DE GLASTUINBOUW

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Curaçao Carbon Footprint 2015

De rol van biomassa in de energietransitie.

Klimaatverandering en onze voedselzekerheid

Presentatie Microferm studiegroep Westhoek Holsteins

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu

Energie en klimaat in de Agrosectoren

Energie-efficiëntieverbetering bij koffiebranders

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas

Fossiel energiegebruik en broeikasgasemissies in de zuivelketen

Voordracht aan Provinciale Staten. van Gedeputeerde Staten. Watt anders, Energieagenda Ontwerpbesluit

Energie uit afvalwater

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Strategische visie Biomassa drs. Marten Hamelink Directie Topsectoren & Industriebeleid

Mestverwaarding Op weg naar een duurzame veehouderij

Milieu-actualiteit NON-ETS. 3 mei 2018

Presentatie Warmteproductie met snoeihout. 3 November 2011 Doen! Ervaring en tips uit de praktijk Ben Reuvekamp HeatPlus

Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken

Biobased economy in het Groene Hart

Groene InvesteringsMaatschappij (GIM)

Voortgangsrapportage Scope 1 en 2, eigen energiegebruik

Spaar het Klimaat. Op naar een gedeelde visie!

ISP. Studiedag leraars van land- en tuinbouwscholen. 20 december 2016

Bioenergie en de Richtlijn voor hernieuwbare energie

16% Energie van eigen bodem. 17 januari 2013

Energietransitie in het Brabantse landschap. maart 2019

Monitor klimaatbeleid. Gemeente Hunsum (fictief)

KLIMAAT, ENERGIE EN GRONDSTOFFEN

GREEN DEAL DUURZAME ENERGIE

Maak werk van zon & wind Schone energie voor heel Tynaarlo. Tynaarlo

et broeikaseffect een nuttig maar door de mens ontregeld natuurlijk proces

Transcriptie:

Energie- en klimaatmonitor agrosectoren Hernieuwbare energie, reductie broeikasgassen en energiebesparing

Inleiding In 28 sloten de overheid en de agrosectoren het convenant Schone en Zuinige agrosectoren. Daarin maakten de partijen afspraken over verduurzaming van de sectoren tot 22, waarbij het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen en het energiegebruik centraal staan. Agentschap NL en WUR-LEI hebben drie jaar na ondertekening van het convenant de voortgang van de sectoren in kaart gebracht. De resultaten zijn gebundeld in het boekje Energie- en klimaatmonitor Agrosectoren 211. Daarbij lag de focus op sectoren die nog geen eigen monitor Figuur 1: Emissie van broeikasgassen in Nederland Per sector (bron: emissieregistratie) Mton CO2 - equivalenten 3 25 2 15 1 5 1991 Overige broeikasgassen CO2 Landbouw CO2 Gebouwde omgeving 1992 1993 1995 1996 1997 1999 2 21 CO2 Verkeer en vervoer CO2 Industrie en energie 23 24 25 26 27 28 29 kenden: akkerbouw, tuinbouw open teelt en veehouderij (de zogenaamde ATV-sectoren) en de bos- en houtsector. Er bestaan grote verschillen tussen de sectoren in termen van energiegebruik en bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen. Sommige agrosectoren, zoals de glastuinbouw, de bloembollensector, de paddenstoelensector en de verwerkende agro-industrie monitoren zelf de maatregelen die ze nemen. Figuur 2: Verdeling energieverbruik (+ landbouw) in Nederland Totaalverbruik in 29 is ca. 326 PJ Verkeer en vervoer 489 PJ Energiebedrijven 47 PJ Huishoudens 425 PJ Overig 341 PJ Industrie 1393 PJ Landbouw totaal 142 PJ 117 PJ Overige landbouw 25 PJ Agroconvenant in EU en internationaal perspectief Met het Agroconvenant hebben de agrosectoren een vertaling gemaakt van eerdere ambities die wereldwijd zijn geformuleerd en in 1997 werden vastgelegd in het Kyoto-protocol van de Verenigde Naties (VN). In dat protocol heeft de Europese Unie zich verbonden aan een vermindering van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen met 8% ten opzichte van. De Nederlandse bijdrage aan die doelstelling bedraagt 6% daling van de broeikasgasemissies. Binnen de EU zijn deze Kyoto-doelstellingen over de vermindering van broeikasgassen uitgewerkt naar energie- en klimaatdoelen die bestaan uit: 2% daling van de uitstoot van broeikasgassen 2% energiebesparing door energie-efficiency 2% productie van hernieuwbare energie Mede om de 8% Europese broeikasgasreductie te halen heeft de EU een aantal maatregelen ingesteld dat tot deze daling van broeikasgassen moet leiden. De Renewable Energy Directive (RED) bepaalt dat Nederland 14% hernieuwbare energie moet produceren in 22. De Energy Service Directive (ESD) verplicht Nederland om maatregelen in te voeren die leiden tot verbetering van energie-efficiency. In het Nationaal actieplan voor energie uit hernieuwbare bronnen en het tweede Nationaal energie efficiency actieplan (NEAAP 2) heeft Nederland haar verplichtingen uitgewerkt die voortvloeien uit deze richtlijnen. De agrarische sector in Nederland Nederland kent een hoogontwikkelde agrarische sector, die met een toegevoegde waarde van 5 miljard Euro zo n 1% bijdraagt aan de nationale economie. Een kwart daarvan wordt gerealiseerd door de primaire landbouw. De agrarische sectoren samen geven Nederland de positie van één na grootste voedselexporteur ter wereld. 2 Energie- en klimaatmonitor agrosectoren Hernieuwbare energie, reductie broeikasgassen en energiebesparing 3

Het Agroconvenant In het Agroconvenant hebben overheid en agrobedrijfsleven afspraken gemaakt over doelen waarmee de agrarische sector bijdraagt aan het behalen van de nationale doelen waaraan Nederland zich in EU-verband heeft gecommitteerd. De hoofddoelen van het agroconvenant gaan over broeikasgassen, biomassa en windenergie. Voor de reductie van broeikasgassen is de ambitie om in 22 3,5 tot 4,5 Mton CO2 te reduceren en 4, tot 6, Mton overige broeikasgassen, zoals methaan en lachgas (in CO2-equivalenten). In 22 wordt 2 PJ hernieuwbare energie per jaar uit biomassa geproduceerd en is de totale hoeveelheid windenergie op landbouwgrond 3,5 miljard kwh per jaar, gelijk aan circa 12 PJ. In was de totale emissie 3 Mton CO2-equivalenten. Tabel 1: Doelen broeikasgassen Agroconvenant Sector Doel 22 t.o.v. 1. CO 2 -reductie Opm. Reductie door inzet van WKK Opm. Teeltgebonden reductie Overige sectoren 2. Reductie Overige broeikasgassen 2,3 Mton reductie 1 Mton reductie,2 Mton reductie Veehouderij 4-6 Mton reductie Methaanemissie koeien 5% reductie per melkkoe OB-emissie per liter melk Laagste in de EU 25% mestscheiding, leidend tot 15% CH4-reductie Totaal CO 2 -reductie Totaal reductie Overige broeikasgassen 3,5 Mton 4 6 Mton Broeikasgassen De totale broeikasgasemissie van de land- en tuinbouw is sinds afgenomen. De uitstoot van koolstofdioxide is licht gestegen, die van methaan is licht gedaald en de uitstoot van lachgas is met ruim 35% gedaald. Figuur 3: Emissie broeikasgassen per sector Emissie van broeikasgassen land- en tuinbouw Mton CO2 - equivalenten 4 3 2 1 Distikstofoxide (N 2 O) Methaan (CH 4 ) Koolstofdioxide (CO2) De emissies van kooldioxide (CO2) zijn voor circa 8% afkomstig van de verbranding van fossiele brandstoffen in de glastuinbouw. Deze emissie is sinds eerst gedaald als gevolg van energiebesparing in de glastuinbouw. Vanaf 27 zijn de emissies weer gestegen, omdat de glastuinbouw meer aardgas verbruikt door het toegenomen aantal WKK-installaties voor kasverwarming en elektriciteitsopwekking. Methaan (CH4) komt vooral vrij bij de spijsvertering van herkauwers. De inkrimping van de melkveestapel in Nederland vanaf is de voornaamste oorzaak van de daling van de methaan-uitstoot. Daarnaast dragen gestegen melkproductie per koe en andere voedertechnieken bij aan een daling van de methaanuitstoot per dier. Ook de inkrimping van de varkensstapel door strenger mestbeleid heeft de afgelopen jaren bijgedragen aan de reductie van methaan. Toegenomen methaanslip bij het gebruik van WKK s heeft deze reductie echter grotendeels ongedaan gemaakt. De grootste daling van broeikasgassen doet zich voor bij de uitstoot van lachgas (N2O). Vanwege het Nederlandse mestbeleid verminderde de toevoer van stikstof in de bodem. Minder en slimmer mest- en kunstmestgebruik hebben tot een vermindering van 35% lachgas geleid. 26 Hernieuwbare energie In 29 wekten bedrijven in de akkerbouw, tuinbouw open teelt en veehouderij 14,2 PJ op met hernieuwbare bronnen. Dat is 16% van alle hernieuwbare energie die in dat jaar in Nederland werd opgewekt en ca. 5% van het finaal energieverbruik van deze sectoren. De bos- en houtsector leverde in 29 ruim 26 PJ aan biomassa, hetgeen 7 PJ meer is dan in 27. Figuur 4: Finaal verbruik ATV-sectoren ATV = Akkerbouw, Tuinbouw open teelt en Veehouderij PJ 35, 3, 25, 2, 15, 1, 5, 2 21 23 24 25 26 27 28 29 Fossiel Wind Biomassa 4 Energie- en klimaatmonitor agrosectoren Hernieuwbare energie, reductie broeikasgassen en energiebesparing 5

Energiegebruik in de agrarische sectoren Kenmerk van de moderne Nederlandse agrarische bedrijven is de grote verscheidenheid aan producten en teeltwijzen. En daarmee zijn er ook grote verschillen in energiegebruik en de uitstoot van broeikasgassen. In veel agrarische sectoren is het energiegebruik niet hoog, uitzondering daarop is de glastuinbouw. Voor deze sector zijn aparte afspraken gemaakt tussen overheid en glastuinbouwsector. De agrarische sectoren leveren in de periode tot 22 vooral een bijdrage aan het energie- en klimaatbeleid door de groei van de hoeveelheid hernieuwbare energie die op boerenbedrijven wordt gerealiseerd. Want veel boerenbedrijven hebben ruimte en grondstoffen, en realiseren daarmee de laatste jaren een sterke groei van de hoeveelheid hernieuwbare energie, vooral in de vorm van windenergie en energie uit biovergisting. Figuur 5: Geplaatst vermogen aan (co-) vergisters in Nederland eind Totale vermogen 11 MW Akkerbouw 1% Intensieve veehouderij 21% 3% Overig 1% Figuur 6: Windenergie in de landbouw Productie in PJ 16, 14, 12, 1, 8, 6, 4, Melkveehouderij 56% energie-efficiënt Op het gebied van energie-efficiency worden vooral belangrijke resultaten bereikt in de glastuinbouw, waar bijvoorbeeld veel installaties voor warmtekrachtkoppeling in gebruik zijn genomen. Daarmee wordt enerzijds warmte en CO2 voor de kasproducten opgewekt, en wordt tegelijkertijd elektriciteit en/of warmte opgewerkt die niet binnen het eigen bedrijf nodig is en geleverd wordt aan derden. Soms ontstaan ook samenwerkingsverbanden met de veehouderij in vergistingsinstallaties. Op die wijze manifesteren de agrosectoren zich als locale of regionale energieproducent. EU landbouwbeleid en wereldmarkt Een deel van de agrarische sectoren valt onder het Europese gemeenschappelijke landbouwbeleid, bijvoorbeeld de veeteelt en de akkerbouw, of produceert voor de wereldmarkt. De energie- en klimaatafspraken die de sectoren met de rijksoverheid hebben gesloten, worden sterk beïnvloed door veranderingen in het Europees landbouwbeleid en veranderingen op de wereldmarkt. Toekomstige wijzigingen in Europese landbouwpolitiek, zoals het loslaten van melkquota in 215, kunnen een groot effect hebben, bijvoorbeeld omdat er veel minder of veel meer melkkoeien gehouden gaan worden in Nederland, wat zijn weerslag heeft op de af- of toename van broeikasgassen. Ook de andere ammoniakeisen in de varkenssector (213) of het verdwijnen van legbatterijen in Europa (212) hebben effect op de bedrijfsvoering en de uitstoot van broeikasgassen door de agrarische sectoren. The Dutch way Het Agroconvenant dat sectoren en overheid in 28 hebben afgesproken, is een voorbeeld van de Nederlandse aanpak om energie- en klimaatbeleid te voeren. Doel van deze samenwerking is dat de concurrentie- en innovatiekracht van de betreffende bedrijven gebruikt wordt om de gezamenlijk overeengekomen doelen te bereiken. Het overheidsbeleid richt zich dus niet in eerste instantie op het opstellen van wetgeving en verplichtende maatregelen, maar maakt afspraken over de te behalen doelen. Bedrijven en sectoren hebben vervolgens de vrijheid om vanuit hun ondernemerschap deze doelen te realiseren. Op die manier ontstaan nieuwe groene producten en diensten, die zorgen voor nieuw ondernemerschap in de agrarische sectoren. Zeker op het terrein van hernieuwbare energielevering liggen kansen voor de agrarische sectoren, zo blijkt uit de groei van het aantal windmolens en biovergistingsinstallaties op boerenbedrijven. De resultaten tonen aan dat de Nederlandse aanpak werkt. Nederland heeft inmiddels veel ervaring met Meerjarenafspraken (MJA s) en Publiek-Private Samenwerking. Alle Agrosectoren liggen dan ook goed op koers met energiebesparing. De benadering daarbij is integraal. De focus ligt op totale verduurzaming van sectoren. Via transitieroutes wordt gewerkt aan doelstellingen zoals de energieneutrale stal of de kas als energiebron. Daarbij wordt zowel in ketens gewerkt als intersectoraal. Voorbeelden hiervan zijn de duurzame zuivelketen en de samenwerking tussen glastuinbouw en veehouderij in vergistingsprojecten. De agrosectoren manifesteren zich daarbij steeds vaker als locale of regionale energieproducent. Ook in andere EU-lidstaten dragen agrarische sectoren bij aan de Europese energie- en klimaatmaatregelen. De Nederlandse agrosectoren en de overheid hebben er bewust voor gekozen om in samenspraak te zoeken naar maatregelen waarmee de energie- en klimaatdoelen gehaald worden, op een manier die door de agrosectoren zelf ingevuld wordt. Ondernemerschap, zoals economisch rendabele maatregelen die passen bij een bepaalde bedrijfsvoering, kan op die manier bijdragen aan reductie van de uitstoot van broeikasgassen. 2,, 1992 1996 2 24 26 28 Wind op land (totaal Nederland) Op Landbouwgrond In volledig eigendom van één enkel landbouwbedrijf 6 Energie- en klimaatmonitor agrosectoren Hernieuwbare energie, reductie broeikasgassen en energiebesparing 7

Meer informatie Deze folder is een uitgave van Agentschap NL. De Energie- en klimaatmonitor 211 is te vinden op internet onder de titel Energie- en klimaatmonitor 211 en is een uitgave van Agentschap NL en WUR-LEI. Agentschap NL NL Energie en Klimaat Croeselaan 15 Postbus 8242 353 RE Utrecht T +31 () 88 62 92 Agentschap NL februari 212 Publicatie-nr. 2AGRO1212 Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samengesteld kan Agentschap NL geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten. Agentschap NL is een agentschap van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Agentschap NL voert beleid uit voor diverse ministeries als het gaat om duurzaamheid, innovatie en internationaal. Agentschap NL is hét aanspreekpunt voor bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Voor informatie en advies, financiering, netwerken en wet- en regelgeving. De divisie NL Energie en Klimaat versterkt de samenleving door te werken aan de energie- en klimaatoplossingen van de toekomst.