bed M3 - werkblad 31a b b e b e d r k t u g f o uu b v ij j i oo ee w h ui aa n e d l m z p eu s a oe sch ie de het een -d p p a p a d r r oo r oo d t t ij t ij d h h ui h ui d bed pad rood tijd huid l l ui l ui d h h oe h oe d r r ij r ij d h h a h a d r r aa r aa d luid hoed ik rijd ik had ik raad jos loopt in het bos hij loopt op het pad hij loopt en loopt dan is hij in zijn huis jos is moe hij gaat naar bed daar is oom hij heeft een hoed op de hoed is niet rood nee, de hoed is geel dat is gek, zeg ik nee, het is leuk zzzzz, zzzzz, zzzzz maar niet gek
M3 - werkblad 31b tijs, tijs roept mam luid kom uit bed het is tijd ik wil nog niet, zegt tijs ik lig hier goed in mijn bed tijs, neef koen komt er aan en dan moet ik weg met neef koen is het leuk, weet tijs mam, ik kom uit mijn bed goed tijs, dat is fijn dan maak ik sap ik rijd met de bus mijn tas zet ik in het rek ik kijk in de ruit daar komt een kuil in de weg een wiel van de bus raakt in de kuil de bus gaat schuin en komt bij een paal boem! ik geef een gil de bus heeft een deuk boem! mijn tas is uit het rek en valt op mijn been de huid van mijn been is rood pff wat een rit wat een toer met die bus de kat zit een tijd in de zon de zon schijnt op haar huid de huid van de kat is wit maar rood is haar oog dan ziet zij een muis op het pad en weg is de kat naar de muis de muis rent ook weg ze gaat in een hol mis poes, zeg ik bed pad tijd huid veel keel meel deel hoe hoed vol pol dol mol wijd nijd lui luid bal zal mal dal rij rijd lek pek rek nek wak was wal wat
Toetsblad na werkblad 31 Tussentoets 3 s ij i u oo h o ee b aa l k j t g uu w f ui v n ie oe a r p z m eu sch d e gijs is op school hij telt een en vier is vijf de som is goed hij maakt nog een som nul en vijf is zes dat is niet waar, zegt juf wel waar, zegt gijs heus niet goed, zegt juf wie weet het wel? guus zegt, vijf en nul dat is...dat is... ik kom uit op vijf heel goed, zegt juf
naam:... datum:... Registratieblad tussentoets 3 Alle korte klanken; alle lange klanken, tweeteken klanken, alle medeklinkers behalve c, q en x; de, het, een. s ij i u oo h o ee b aa l k j t g uu w f ui v n ie oe a r p z m eu sch d e gijs is op school hij telt een en vier is vijf de som is goed hij maakt nog een som nul en vijf is zes dat is niet waar, zegt juf wel waar, zegt gijs heus niet goed, zegt juf wie weet het wel? guus zegt, vijf en nul dat is...dat is... ik kom uit op vijf heel goed, zegt juf
Letters: Letters die niet beheerst worden: Norm 100% gewenst. Van de letters die niet beheerst worden, het werkblad herhalen. Tekst: Kan het kind de tekst spellend lezen?: ja nee Komt het kind er spellend niet uit Leeshandeling (hoe gaat het kind te werk) Is de directe herkenning al op gang aan het komen
eer, oor, eur M3 - werkblad 32a r k t u g f o uu b v ij j i oo ee w h ui aa n e d l m z p eu s a oe sch ie de het een -d eer oor eur b b ee b ee r oo oo r b b oo b oo r l l ee l ee r k k oo k oo r beer oor boor leer koor g g eu g eu r d d eu d eu r z z eu z eu r k k eu k eu r h h oo h oo r geur deur ik zeur ik keur ik hoor de beer loopt in het bos hij hoort wat de beer kijkt om hij ziet een vos de beer rent naar de vos pakt de beer de vos? ik maak een rijm dat is fijn ik hoor met mijn oor ik zie een heer zijn schoen is van leer nee, de vos gaat in een hol die schoen van die heer
M3 - werkblad 32b koen eet een peer die peer ruikt zoet de peer is rijp en teer mmm, wat een geur de peer zit vol met sap het sap loopt op zijn kin koen eet maar door hij pakt nog een peer en nog een keer en nog een keer mmm, die peer is weer goed en vol sap dan voelt koen zijn buik hij wil geen peer meer het zeurt in zijn buik zijn buik lijkt wel een peer! daar gaat de bel noor loopt door de hal naar de deur er is een heer aan de deur de heer zegt: ik kom voor het dak ik kijk of het dak lekt ik keur het dak is dat goed? noor zegt: het dak lekt niet hoor het is niet nat in mijn huis ik wil geen man op mijn dak dag heer, loop maar door, dag heer
jet ziet een scheur in een jas in de jas van neef tim kom tim die scheur is niet goed die scheur hoort daar niet, zegt jet wel waar, zegt tim jet, jij kijkt niet goed tim trekt met zijn hand de scheur nog meer los kijk maar goed hoor jet, zegt hij kijk het is een zak een zak in mijn jas de zak is voor mijn beer dat is lief, zegt jet M3 - werkblad 32c Wisselrijen geur deur zeur leur pas kas las tas beer heer zeer leer bes les mes zes voor koor door boor op sop kop dop eer veer peer neer os los mos ros oor hoor koor voor aan daan baan maan
gang M3 - werkblad 33a ng d t u i f l uu b s ij j g oo ee w h ui aa n e k o m eu p z v a oe sch ie r de het een -d eer oor eur g g a g a ng b b a b a ng l l a l a ng w w a w a ng v v a v a ng gang bang lang wang ik vang d d i d i ng t t a t a ng z z i z i ng g g o g o ng h h a h a ng een ding tang ik zing gong ik hang jan loopt door de gang wat eng, zegt jan ik weet wat ik zing een lied hij zingt: hup, hup, hop ik ben niet bang dan is het niet eng riet zingt een lied van fal de ral de ral dan pakt ze de gong en?...bong moe hoort het wat hoor ik riet? ik maak wat lol, zegt riet
M3 - werkblad 33b loes zingt vaak in huis loes zingt ook bij een koor een lied kan lang en hoog zijn dan weer een keer met een noot die laag is de wang van loes gaat op en neer zij zingt een leuk lied voor mij ik hoor het goed dat is fijn ik vang de bal op en schiet de bal naar ruud ruud is voor een muur ruud ziet de bal niet en bong daar valt een ding wat een klap was dat ik ben bang, zegt ruud is het ding nog goed? ik zoek naar het ding en raap het op het is een tang, ruud meer niet ik hang de tang weer aan de haak de tang is nog goed kom ruud, pak de bal en vang hem goed op teun hangt aan het rek hij gaat heen en weer teun komt heel hoog pas op teun, ben jij niet bang? daar komt oom gijs aan dag teun, jij gaat hoog is dat niet eng? laat maar los teun ik vang teun wel op, zegt oom gijs teun gaat nog een keer heel hoog dan laat hij los en valt neer oom gijs vangt hem goed teun wil nog wel een keer bang gang zang lang ronkt zinkt vonkt gong long bong hoor hoort boor boort zingt hangt vangt zing ding ging ping eng hang tang vang wang wier vier kier zier deun teun leun
wei M3 - werkblad 34a w w ei ei d t u i f l uu b s ij j g oo ee w h ui aa n e k o m eu p z v a oe sch ie r ng de het een -d eer oor eur g g ei g ei t z z ei z ei l k k ei z z ei een wei een geit het zeil een kei ik zei h h ui h ui d d d eu d eu k r r oo r oo d t t ij t ij d sch sch eu sch eu r de huid een deuk rood tijd een scheur ik ben met joop wij zijn op de dijk op de dijk is een geit het is de geit van boer piet ik loop naar de geit ik voel de huid van de geit joop doet dat ook rrrrr, rrrrr, rrrrr daar gaat de bel wie zal daar zijn? ik kijk door het raam ik zie dat het oom is ik loop naar de deur kom er maar in, oom
M3 - werkblad 34b ik reis met mijn schip en vaar ver weg op de zee ik hijs het zeil aan de paal de reis is lang er is een school vis in de zee ik pak een teil en zet de teil op het dek die teil is voor de vis de vis vang ik met een lijn dan leg ik de vis in de teil kim bakt een ei een ei in de pan dat gaat goed het ei is geel met wit mmm ik ben dol op ei kim eet haar ei met mij op de hei is een eik een eik is een boom in de eik zit een raaf hoog op een tak de boer loopt met een zeis op zijn rug de boer kijkt naar een tak van de eik die tak is lang en hangt laag de boer pakt zijn zeis en hakt de tak van de eik de tak is weg maar de raaf ook
M3 - werkblad 34c zie ik dat goed wat ligt daar in de wei in de wei ligt een wit ei van wie is dat ei ik kijk rond en zie een koe een koe legt geen ei dus dat ei is niet van de koe maar van wie dan wel? dan hoor ik tok, tok, tok daar komt een kip zij loopt naar het ei en weg is het ei waar is het ei? de kip zit er op! Wisselrijen ei hei lei kei poos roos doos koos zeil teil naar paar daar waar eik ijs wijs reis zeis dor por lor tor zei zeil maar maak maan maal
pauw M3 - werkblad 35a p p au p au w au j t u k f l uu b g ui d s oo ee w h ij aa n m i o e ei p ng v a oe sch ie r eu z de eer eur -d het oor een n n au n au w r r au r au w g g au g au w l l au l au w pauw nauw rauw gauw lauw een pauw is een dier ik zie een pauw in een ren de ren heeft een hoog hek in de ren is een boom de pauw gaat in de boom de pauw doet rau rau het is niet eng zzzzoem, zzzzoem pas op een mug, zegt nel ik kijk naar de mug ik roep: pak die mug nel nel komt naar mij toe pakt zij de mug? net mis en weg is de mug
M3 - werkblad 35b de kok roert in een pan op het vuur de pan is vol met saus de saus is rood en zoet maar de saus is nog lauw dat is niet fijn saus moet goed heet zijn de kok roert en roert goed in de saus en giet de saus dan op de kip mmm, kip met saus kees ziet een veer in de wei hij raapt de veer gauw op van wie is die veer? en wat is hij lang die veer het is een veer met een oog er op kees kijkt goed in de wei naar de eik en naar het hek bij een hok hij hoort: pau! pau! daar ziet kees een pauw op een kei het is een veer van de pauw dag pauw, die veer is lang mijn jas is nauw om mijn buik de jas past niet goed meer kom maar gauw, zegt mam doe die jas maar uit hoor en geef hem maar aan mij dan leg ik die jas weg in een doos ik koop gauw een jas die niet meer nauw is dat is fijn mam pauw gauw lauw rauw vouw touw mouw vouw zoem boem roem hout fout min zin win kin au nauw kauw ou kou kous ui uit buit ruit bouw rouw au saus paus
bank M3 - werkblad 36a nk ij t u oo f l uu v m d e k i ee ei h ui oe a j g ie s sch p ng b n aa w o r eu z au de het een -d eer oor eur b b a ba nk d d a d a nk v v o v o nk z z i z i nk d d e d e nk bank dank vonk zink ik denk w w e w e nk v v i v i nk p p i p i nk m m a m a nk h h i h i nk ik wenk vink pink mank ik hink ik zit op een bank ik kijk naar mies en nel nel hinkt op het pad mijn pink doet pijn hoe komt dat? ik viel van de bank ze telt een, een, een en een hoe kan dat? dat is zes, roep ik dat is niet goed, zegt nel ik denk dat het vier is ik zag een vink ik pak de vink, zei ik maar dat ging mis
M3 - werkblad 36b de vink zit op het dak van de schuur de vink ziet een poes op de bank op de bank in de tuin ligt de poes de poes doet of zij de vink niet ziet zij doet gauw haar oog toe bij een pot met hei ligt wat voer de vink wil naar het voer en hipt naar de pot de vink zit op de pot met de hei en kijkt naar de poes en dan naar het voer de poes loert naar de vink gauw schiet de vink naar het voer de poes neemt een duik mis de vink is weg met het voer de poes kijkt naar de vink op de schuur met een vonk maakt mijn oom het vuur aan dat gaat gauw met die vonk het vuur is voor in zijn pijp vuur is niet lauw maar heet er komt rook uit de pijp van mijn oom wat is dat voor een geur? ik ruik en ruik het komt uit de pijp van oom bah, wat vies mijn voet doet zeer au, au ik loop mank op de weg ik hink naar een bank en doe mijn schoen gauw uit wat zie ik daar? wat is dat voor een raar ding in mijn schoen? dat is de ring van henk! hoe komt die ring in mijn schoen? ik doe de ring in de zak van mijn jas mijn teen doet geen pijn meer en ik loop ook niet meer mank bank dank rank mank veel meel keel geel vonk ronk bonk rat kat dat vat goed hoed vink pink zink hink viel hiel kiel giel denk wenk henk beer zeer meer keer geur deur zeur leur
kooi M3 - werkblad 37a ooi ij t u oo f l uu v m d e k i ee ei h ui oe a j g ie s sch p ng b n aa w o r eu z au eer oor eur nk de het een -d k m h z g k ooi m ooi h ooi z ooi g ooi kooi mooi hooi zooi ik gooi dit is mijn ring de ring aan mijn pink ik vind de ring mooi nel zegt: die ring is mooi ik heb de ring van jet zij wil de ring niet meer ze gaf de ring aan mij ik dank jet zo hoort het ook ton heeft een bal hij gooit de bal naar bas bas pakt de bal hij gooit hem naar mij ik vang de bal niet de bal komt in de tuin in de tuin van jan bas loopt de tuin in hij pakt de bal
M3 - werkblad 37b in de kooi zit een rat op een pot de rat is van henk henk zegt dat de rat lief is maar ruud vindt de rat ook wel wat eng henk: mijn rat heet rik en is tam ruud: ik vind hem ook mooi hoor henk: geef rik maar wat hooi ruud: mag dat hooi door het gat? henk: dat is goed. gooi het hooi er maar in ruud: bijt rik dan niet in mijn pink? henk: rik bijt niet hoor ruud: dat is mooi ank heeft een ei in een bak in een bak vol met hooi zij loopt naar loes toe kijk wat een mooi ei, loes loes kijkt in de bak met hooi en ziet daar het ei in het hooi wat mooi, zegt loes, net een bal en pakt het ei gauw uit de bak loes loopt wat weg van ank kom ank ik gooi de ei-bal en dan vang jij hem op leuk zegt ank, dat doe ik loes gooit het ei naar ank ank vangt het ei goed op maar, ooooo.. dat gaat niet goed de wang van ank zit vol met ei daar komt moe aan zij heeft lol een ei is geen bal weet je dat niet? was je wang maar gauw schoon kooi mooi gooi hooi jas lak pak tak rauw nauw gauw dauw zand band rand tand bas bal bak bam pap rap lap map bof lof pof dof zooi rooi tooi fooi zool pool kool bool zegt legt
mouw M3 - werkblad 38a ou ij t i oo f a uu v m d r k e ee sch h ui oe l j g ie s ei p ng b n aa ooi o e eu z au eer oor eur w nk de het een -d m m ou m ou w k k ou k ou d h h ou h ou t z z ou z ou t v v ou v ou w mouw koud hout zout ik vouw hier is een touw het touw is van piet ik gooi het touw om de tak van de boom ik pak het touw ik hang aan het touw dat is leuk het gaat heen en weer moe kookt pap voor bas maakt moe de pap zoet? zij pakt de bus zout zij doet zout in de pap hier bas de pap bas neemt een hap dat is vies moe die pap is zout wat een lol dat lust ik niet
M3 - werkblad 38b ik pak mijn jas en vouw hem op dat lukt met de mouw niet zo goed de mouw ligt scheef bij de jas ik vouw de mouw nog een keer op de mouw ligt mooi op de jas en de jas past in de tas ik neem mijn jas mee op reis ik ga naar oom jos daar doe ik mijn jas aan wat mooi, zegt oom jos roel zit op school in de les hij maakt een som roel telt vier en een is zes hij maakt een zes nou, dat is fout roel, zegt juf het is geen zes maar vijf oef, dat is niet goed ziet hij roel pakt zijn gum uit zijn tas en gumt de zes weg hij gumt en gumt en gumt pas op roel er komt een vouw dat is niet leuk voor jou pas op roel, ga nou niet door kijk, er is een scheur roel kijkt sip naar de som zijn som is niet meer mooi de juf zegt: dat geeft niet roel maak de som nog maar een keer roel pakt zijn pen en maakt de som nog een keer dan is de som goed en mooi vier en een is vijf mouw touw vouw kouw haar haas haan haak koud woud leuk deuk reuk beuk moe koe doe hout zout bout baas baar baan schip schep schop schap tien zien mien fien rang pang zang vang
haai M3 - werkblad 39a aai ij d u ou au l oor v ei t ie k i ee eer h ui oe a j g e s sch p ng b n aa w o ooi eu z f oo uu eur m nk r de het een -d aai h h aai z z aai w w aai t t aai ik aai haai ik zaai het waait taai er zit een koek in de doos ik wil wel een koek ik ga naar moe mag ik koek moe? ze zei dat het goed was ik pak de doos ik haal de koek uit de doos ik neem een hap vies, de koek is taai het waait de boom gaat scheef een tak buigt door de tak is wel taai maar dan gaat het mis daar valt de tak hij ligt in de tuin de tak ligt bij de bank de bank in de tuin
M3 - werkblad 39b daar zie ik een geit ik aai de geit op zijn rug de geit kauwt op wat hooi ik pak nog wat meer voer voor de geit aan zijn kin hangt een sik de sik is lang en wit ik aai de rug van de geit heen en weer dan pakt de geit mijn mouw en kauwt op de mouw van mijn jas wat denk jij wel geit dat is taai, die mouw van mijn jas laat mijn jas maar gauw los en eet maar van het hooi een gaai hipt in de wei zij heeft een bes in haar bek daar zie ik nog een gaai in de wei die gaai is niet lang het is een jong dier het jong heeft geen bes in zijn bek die gaai roept luid en schuift wat heen en weer de gaai met de bes komt er gauw aan met haar kop scheef geeft de gaai de bes in de bek van haar jong?
M3 - werkblad 39c teun leest in een boek van de zee in het boek kan teun ook veel zien er is een oud schip met een mooi wit zeil in de zee zit ook veel vis teun ziet in het boek ook een haai de haai is lang en wat een bek heeft die haai brrr het is een mooi, maar ook een eng boek Wisselrijen aai zaai taai haai goed bed pad lood pauw lauw dauw gauw vies kies mies lies geur deur zeur leur scheef schaal schoof schuur een teen geen been pijn zijn rijn wijn en ben den ren buil kuil vuil ruil
Toetsblad na werkblad 39 Tussentoets 4 e ij ei d eer f a uu v m ooi i o k ou ee sch h z oe l u eu g ie s oor p ng b n aa aai nk oo j t ui au r w eur daar komt boer teun hij gaat naar de schuur maar wat ziet hij? de deur is op een kier de deur van de schuur hoe kan dat nou? denkt teun hij ziet ook een dier een dier in de wei het is geen koe, maar een geit de geit is uit de schuur dat is niet leuk teun pakt een lang touw en loopt naar de geit kom gauw geit, kom gauw de geit komt naar teun toe teun doet het touw om de nek hij loopt met de geit naar de schuur en zet de geit in haar hok hij geeft de geit wat hooi en geeft de geit een aai dag geit
Naam:... Datum:... Registratieblad tussentoets 4 Alle korte klanken; alle lange klanken, alle medeklinkers behalve c, q en x, alle tweeteken klanken. e ij ei d eer f a uu v m ooi i o k ou ee sch h z oe l u eu g ie s oor p ng b n aa aai nk oo j t ui au r w eur daar komt boer teun hij gaat naar de schuur maar wat ziet hij? de deur is op een kier de deur van de schuur hoe kan dat nou? denkt teun hij ziet ook een dier een dier in de wei het is geen koe, maar een geit de geit is uit de schuur dat is niet leuk teun pakt een lang touw en loopt naar de geit kom gauw geit, kom gauw de geit komt naar teun toe teun doet het touw om de nek hij loopt met de geit naar de schuur en zet de geit in haar hok hij geeft de geit wat hooi en geeft de geit een aai dag geit
Letters: Letters die niet beheerst worden: Norm 100% gewenst. Van de letters die niet beheerst worden, het werkblad herhalen. Tekst: Kan het kind de tekst spellend lezen?: ja nee Komt het kind er spellend niet uit Leeshandeling (hoe gaat het kind te werk) Is de directe herkenning al op gang aan het komen
lach M3 - werkblad 40a ch ij d u oo au ei oor v f t ie k aai ee eer h ui oe a g j e s b p ng sch n aa w o ooi ou z m l uu eur eu nk r i de het een -d l l a l a ch p p e p e ch k k u k u ch t t o t o ch j j o j o ch ik lach pech ik kuch toch j o ch er is een doos daar is giel ik hoor wat in de doos wie is giel? wat is dat toch ik kuch een keer dan hoor ik wat het is woef, woef het is puk ik pak puk uit de doos waf, waf, zegt puk giel is de zoon van oom giel is vier jaar het is een leuk joch ik lach vaak om hem wat hij zegt is vaak raar maar dat is leuk
M3 - werkblad 40b wat is dat nou? loes ligt nog in haar bed wat een pech loes is ziek zij heeft pijn in haar keel en buik af en toe kucht loes dat is niet fijn voor loes mam zit bij haar bed zij geeft loes wat koud sap mam aait haar wang de wang van loes is heet en rood rust maar goed uit, zegt mam dan kun jij gauw weer naar school henk lacht om fik met zijn bal fik hapt naar de bal henk gooit de bal ver weg en fik rent gauw naar de bal toe fik neemt de bal in zijn bek weer mee naar henk hij legt de bal voor de voet van henk neer nog een keer, henk, nog een keer! gooi die bal ver weg voor mij henk ziet dat fik met zijn kop schuin zit fik wacht op zijn bal wat ben jij toch lief fik, zegt henk hier is jouw bal, zoek maar goed henk gooit de bal weer weg en fik? fik kan heel de dag wel door gaan met zijn bal
M3 - werkblad 40c ruud heeft pech met zijn pen hij kijkt sip naar zijn juf zijn pen is lek en doet het niet goed meer roos ziet dat de pen van ruud lekt geeft niet hoor, zegt roos leen toch een pen van mij dat is fijn, roos ruud kiest een pen van roos en ruud lacht weer Wisselrijen lach kuch joch toch rookt kookt mooi kooi zooi dooi legt zegt koud woud zout mout pakt lakt gaaf gaan gaar gaas boort hoort pen pel pek per raakt maakt