Spelling Klankwoorden. Werkboek Geschikt voor de groepen 3 en 4

Transcriptie

1 Klankwoorden Werkboek Geschikt voor de groepen 3 en 4

2

3 Inhoudsopgave Woorden met sch en schr 4 Woorden met ng en nk 7 Woorden met aai, ooi en oei 10 Woorden met be, ge en ver 14 Woorden met twee of meer medeklinkers 18 De plaagletter r 21 Antwoorden 24

4 Woorden met sch Naam: Groep: over woorden met sch. 1 Wat zie je op de plaatjes? Schrijf bij ieder plaatje het woord met sch op. 2 Maak de woorden af. Vul in sch. Schrijf de woorden op. uim ool aap uw op ort 3 Vul de woorden in de juiste zin in. Je mag een woord maar één keer gebruiken. scheur schaal schop schil schat schip 3Het vaart op zee. De kapitein zoekt naar een. De van de appel is groen. Het fruit ligt op de. Ik leer rekenen op. Er zit een in het papier. 4

5 Woorden met sch Woorden met schr over woorden met sch. r over woorden met schr. 1 Wat zie je op de plaatjes? Schrijf bij ieder plaatje het woord met sch op. 1 Wat zie je op de plaatjes? Schrijf bij ieder plaatje het woord met schr op. schip schaar schaduw schilder schrijf schreeuw 2 Maak de woorden af. Vul in sch. Schrijf de woorden op. schip schil schuw schelp schop schiet uim ool aap uw op ort 3 Vul de woorden in de juiste zin in. Je mag een woord maar één keer gebruiken. scheur schaal schop schil schat schip schort schaar schat schaal schop scheur 3Het vaart op zee. De kapitein zoekt naar een. De van de appel is groen. Het fruit ligt op de. Een geeft wol. Ik de bal in het doel. Ik leer rekenen op. Er zit een in het papier. 2 Vul de woorden in de juiste zin in. Je mag een woord maar één keer gebruiken. schrijf schrik schrob schreeuw schrijf Schreeuw schrik schrijf Schrob schrik Ik een brief voor mijn oma. jij de vloer nog even? De zit in de muur. Ik van de spin op de kast. niet zo tegen mij! Doet de op je knie nog pijn? 3 Maak de woorden af. Vul in schr. Schrijf de woorden op. schreeuw schroei ik oef ob ijf eeuw ift am oei ok schrob schrok 4 5 Woorden met sch en schr Woorden met ng r over woorden met sch en schr. woorden met ng over woorden met ng. 1 2 Maak de woorden af. Vul in sch of schr. Schrijf de woorden op. schelp schuif schrikt schrob schiet ool uim oef am ob ort Vul de woorden in de juiste zin in. Je mag een woord maar één keer gebruiken. scheef schuif scherp schrikt schort schaar scherp Ik het doek opzij. De messen zijn. Die jongen van de knal. Op leer je rekenen. scheef Het staat in de wei. Het boek staat. Ik maak de som in mijn. Op zijn knie zit een. 1 Welke negen woorden met ng zie je hier staan? Schrijf de woorden op. slang wang bang slangwangbangjonghangkringdinggangzing 2 Vul de woorden in de juiste zin in. Je mag een woord maar één keer gebruiken. tong ring zing lang vang kring kring tong vang jong hang kring Zing ding gang zing Wij zitten in de. een liedje voor mij. lang ring Ik steek mijn uit. Mijn papa is erg. Ik de bal. Ik krijg van mijn zus een. Bedenk bij elk woord een rijmwoord met sch of schr erin. Schrijf dit op. schat scherf schuif schurk schaak kat augurk kip bederf haak klep druif boef bruin schip schep schuin 3 Maak van de letters een woord en schrijf het woord op. a ng s l a z ng ng t o slang zang tong a ng l i d ng ng a w lang ding wang