Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding voltijd - deeltijd. Pedagogiek. Hogeschool Utrecht



Vergelijkbare documenten
Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Instituut voor Sociale Opleidingen

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Hogeschool Windesheim Zwolle Aandacht voor jeugdzorg en jeugd- en opvoedhulp in hbo-opleidingen en onderzoek.

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus AJ LEIDEN

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

WINDESHEIM IN ZWOLLE: UNIEKE MASTER VOOR HET BEROEPS- ONDERWIJS. Inspirators voor de toekomst

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Adviesrapport accreditatie. hbo-bacheloropleiding Personeel & Arbeid voltijd en deeltijd. Hogeschool Utrecht

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Congres Brede School 19 april 2016

Besluit. College van Bestuur van de. Hogeschool INHOLLAND. Postbus CN DEN HAAG

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

OER Master facultair hoofdstuk 10 Maatschappij & Recht Vastgesteld d.d

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) Ruitenberglaan 27, 6826 CC Arnhem. n.v.t. n.v.t. n.v.t. bachelor

Master of Laws De Master Legal Management (MLM) is in 2014 gestart als een door de NVAO geaccrediteerde, onbekostigde masteropleiding.

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Business IT & Management van de Hogeschool Rotterdam

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies.

Adviesrapport accreditatie. hbo bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening Voltijd, deeltijd Hanzehogeschool Groningen

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

NSE: Van vraag naar verbetering

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Logistiek Management van de Hogeschool Rotterdam

Beoordelen in het HBO

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM:

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Master Healthy Ageing Professional (MHAP)

FUNCTIEPROFIEL OPLEIDINGSMANAGER MARNIX ACADEMIE

kwalificatie-eis pedagogisch beleidsmedewerker/coach

ICLON Powerpoint sjabloon

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur voltijd - deeltijd. Hogeschool Hanzesteden

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding HBO Psychologie voltijd - deeltijd. Hogeschool Saxion Next

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

Zeeuwse opleiding. Welkom op de voorlichtingsavond certificeringstraject

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Hogeschool van Amsterdam

23 maart april Kader voor de uitgebreide toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr. 9832).

Fontys Kwaliteitsagenda Groei door aandacht en uitdaging

Opleidingen Duurzaam Vernieuwen

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening voltijd - deeltijd - duaal. Hogeschool Utrecht

Protocol PDG en educatieve minor

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Studieomvang (EC) : 120 Datum macrodoelmatigheidsbesluit : 20 december 2017 Datum aanvraag : 21 december 2017

Adviesrapport accreditatie. Masteropleiding Pedagogiek deeltijd Hogeschool INHolland

1. Leerwerkplekovereenkomst Master Educational Needs (Master EN) Seminarium voor Orthopedagogiek HU

: 120 : 25 april 2016 : 2 mei : 13 mei 2016 : 28 mei 2016

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Adviesrapport accreditatie. hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie Voltijd en deeltijd Fontys Hogescholen

Terugblikkend Vooruitzien. Vereniging Oud Goud woensdag 21 februari 2018

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie voltijd en deeltijd

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Social Work van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Adviesrapport accreditatie. hbo-bacheloropleiding Informatica Voltijd in Den Haag en Zoetermeer, Deeltijd in Den Haag De Haagse Hogeschool

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleidingen voltijd - deeltijd. Leraar Voortgezet Onderwijs van de Tweede Graad in Pedagogiek

Adviesrapport accreditatie. hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica voltijd/deeltijd Faculteit voor Natuur & Techniek. Hogeschool Utrecht

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Studiehandleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Oefentherapie Cesar van de Hogeschool Utrecht

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool Rotterdam

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

Werken met leeruitkomsten in de Saxion Parttime School

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw. Gegevens : Christelijke Hogeschool Windesheim : Commerciële Economie

Vanuit de NVAO werd het panel ondersteund door lic. Rik Belmans, beleidsmedewerker.

Transcriptie:

Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding voltijd - deeltijd Pedagogiek Hogeschool Utrecht

Scheveningseweg 46 2517 KV Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E info@hobeon.nl Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding voltijd - deeltijd Pedagogiek CROHO nr. 35158 Hogeschool Utrecht Hobéon Certificering BV Datum: 21 januari 2010 Auditteam: Drs. W.G. van Raaijen Prof. dr. H. Letiche H.G. Korfage ME Drs. R. Zunderdorp M. Bastings Secretaris: Drs. L. Blom-van Veen

INHOUDSOPGAVE DEEL 1 1 1. MANAGEMENT SAMENVATTING 1 1.1. INTEGRAAL OORDEEL/ADVIES AAN NVAO 1 2. INLEIDING 6 2.1. KWALITEIT OPLEIDING 6 2.2. FUNCTIE VAN HET RAPPORT 6 2.3. BEREIK VAN DE BEOORDELING 6 3. KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING 7 4. TOETS NIEUWE OPLEIDING EN INTERNE AUDIT 11 5. AUDITTEAM 13 DEEL 2 15 6. ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO - ACCREDITATIEKADER 15 1. Doelstellingen Opleiding 15 Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen 15 Facet 1.2. Niveau Bachelor 18 Facet 1.3. Oriëntatie hbo 21 2. Programma 22 Facet 2.1. Eisen hbo 22 Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma 27 Facet 2.3. Samenhang Programma 32 Facet 2.4. Studielast 36 Facet 2.5. Instroom 39 Facet 2.5. Instroom 39 Facet 2.6. Duur 42 Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud 43 Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing 46 3. Inzet van Personeel 49 Facet 3.1. Eisen hbo 49 Facet 3.2. Kwantiteit Personeel 51 Facet 3.3. Kwaliteit Personeel 53 4. Voorzieningen 55 Facet 4.1. Materiële Voorzieningen 55 Facet 4.2. Studiebegeleiding 57 5. Interne Kwaliteitszorg 59 Facet 5.1. Evaluatie Resultaten 59 Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering 61 Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld 63 6. Resultaten 65 Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau 65 Facet 6.2. Onderwijsrendement 67 7. SAMENVATTEND OORDEEL 69 7.1. OORDEELSCHEMA HBO BACHELOROPLEIDING PEDAGOGIEK VOLTIJD 69 7.2. OORDEELSCHEMA HBO BACHELOROPLEIDING PEDAGOGIEK DEELTIJD 70 8. INTEGRAAL OORDEEL/ADVIES AAN NVAO 71 BIJLAGE I: basisgegevens van de opleiding 73 BIJLAGE II: aanpak 75 BIJLAGE III: curricula vitae en verklaringen auditoren 79 BIJLAGE IV: PROGRAMMA 87

DEEL 1 1. MANAGEMENT SAMENVATTING Algemene gegevens Naam van de instelling: Naam van de opleiding: Varianten van de opleiding: Locatie van de opleiding: Instituut voor Ecologische Pedagogiek, Hogeschool Utrecht HBO bacheloropleiding Pedagogiek voltijd, deeltijd Utrecht Naam VBI: Hobéon Certificering b.v. Datum visitatie: 5 november 2009 Datum VBI-rapport 21 januari 2010 Beoordelingskader Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is geweest Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland (14 februari 2003). Ten tijde van de audit waren de eerste studenten van de voltijd opleiding Pedagogiek bezig in het vierde jaar, terwijl de eerste studenten van de deeltijdopleiding bezig waren in het derde jaar. De beoordeling van de opleiding is in dit geval een combinatie van beoordeling van gerealiseerde kwaliteit in de eerste drie leerjaren (operationeel) en een planbeoordeling in het laatste leerjaar (nog niet operationeel). Samenstelling auditteam Het auditteam van Hobéon Certificering voor de opleiding Pedagogiek bestond uit de volgende personen: Drs. W.G. van Raaijen, partner Hobéon Groep, voorheen onder andere rector aan het Luzac College. Prof. dr. H. Letiche, vanaf 1999 Research Professor Organisatietheorie en Bijzonder Hoogleraar Meaning in Organisation en Programmadirecteur Phd/DBA van de Universiteit voor Humanistiek. H.G. Korfage ME, vestigingsmanager van de Pabo in Meppel en tevens lid van het managementteam Opleidingen Leraar Basisonderwijs hogeschoolbreed. Drs. R. Zunderdorp, directeur adviesbureau dat zich bezig houdt met beleidsonderzoek en advisering, procesmanagement en bestuurskundig advies met focus op onderwijs- en kennismaatschappij, jeugdbeleid en zorg en welzijn. M. Basting, vierdejaarsstudent Pedagogiek bij Hogeschool van Amsterdam. Drs. L. Blom van Veen, secretaris Hobéon, zelfstandig adviseur met focus op kwaliteitszorg binnen onder andere het hoger beroepsonderwijs. 1.1. Integraal oordeel/advies aan NVAO Hobéon Certificering adviseert de NVAO de HBO bacheloropleiding Pedagogiek, verzorgd door Hogeschool Utrecht, crohonummer 35158 in al haar varianten te accrediteren. Dit advies is gebaseerd op de volgende overwegingen. Algemeen beeld Het Instituut voor Ecologische Pedagogiek (in het vervolg: het Instituut) van Hogeschool Utrecht (in het vervolg: HU) verzorgt sinds september 2006 de voltijd bacheloropleiding Pedagogiek en de deeltijd masteropleiding (Ecologische) Pedagogiek en sinds september 2007 de deeltijd bacheloropleiding Pedagogiek. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Pedagogiek, Hogeschool Utrecht 1.0 1

Studenten worden opgeleid tot pedagoog. Zij worden opgeleid om vragen vanuit verschillende opvoedingsmilieus met elkaar in verband te brengen en de pedagogische activiteiten op elkaar af te stemmen. Hierbij worden door de opleiding in aanvang drie milieus onderscheiden: de ouders (het eerste milieu); de school (het tweede milieu); en de buurt en de vrije tijd (het derde milieu). Daarnaast wordt ook het zgn. vierde milieu, de virtuele omgeving (tv, internet) van het kind (jongere, opvoeder) onderscheiden. Afgestudeerden van de opleiding zijn werkzaam in ondersteunende en coördinerende functies, zoals: voorlichting; advisering en begeleiding; doorverwijzing; signalering; coördinatie; en beleidsvoorbereiding en ondersteuning. Binnen de opleiding ligt de nadruk sterk op leren samenwerken in een multidisciplinaire context en het leren verbinden van de (perspectieven van de) verschillende opvoeders van het kind en de jong volwassene. Hiermee sluit de opleiding aan bij de behoefte aan professionals die competent zijn in het verbinden van de verschillende opvoeders en het coördineren van de opvoeding(ondersteuning) die er geboden wordt. De opleiding onderscheidt zich van andere pedagogiek opleidingen in Nederland door haar ecologische benadering van pedagogische vraagstukken. Binnen de ecologische benaderingswijze wordt uitgegaan van een voortdurende wisselwerking tussen de mens en de wereld die haar omgeeft. Binnen de opleiding vervult de praktijk een sleutelrol, want de competenties worden in de beroepspraktijk aangetoond en/of verder ontwikkeld op basis van het uitvoeren van beroepstaken. Onderwerp Doelstellingen Opleiding: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is voor de beide varianten van de opleiding Pedagogiek positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid: De eindcompetenties sluiten aan op het landelijk opleidingsprofiel het beroeps- en opleidingsprofiel voor de HBO-pedagoog (Kuipers 2000, HBO-Pedagogiek Beroeps- en opleidingsprofiel). In het najaar van 2008 is door het LPP (Landelijk Platform Pedagogiek) een nieuw opleidings- en competentieprofiel aangenomen. De opleiding neemt de tijd om in 2009/2010 het programma aan te passen op dit nieuwe profiel ten behoeve van 2010/2011. Studenten kunnen competenties verwerven, die zij nodig hebben om ook in een internationale/interculturele context te kunnen werken. De opleiding heeft hiertoe contacten met universiteiten en/of organisaties en scholen in België, Turkije, Engeland en de Verenigde Staten waar reeds gewerkt wordt met benaderingswijzen die goed kunnen worden geïmplementeerd in de Nederlandse situatie als het gaat om een integraal werkende professional die goed in staat is verschillende opvoedingsmilieus met elkaar te verbinden en op elkaar af te stemmen. Zowel stage-instellingen en andere organisaties waar studenten opdrachten uitvoeren als medewerkers die werkzaam zijn binnen de lectoraten hebben de opleiding laten weten dat zij van mening zijn dat de huidige eindkwalificaties van de opleiding aansluiten bij de wensen uit de pedagogische praktijk. Het auditteam is evenwel van mening dat het ecologische aspect van het profiel duidelijker in de doelstellingen opgenomen zou moeten worden. De bachelor- en de masteropleiding zijn beide ontstaan uit een voorganger van de masteropleiding. De cultuur van met name de voltijdopleiding, met instroom voornamelijk van havisten, verschilt van die van de deeltijdvarianten (bachelor en master). Hierdoor is een wat geleidelijker lijn te zien in de ontwikkeling van de ecologische aspecten in de voltijdopleiding. Opgemerkt kan worden dat het auditteam wel een enorme innovatiekracht heeft gezien om dit ecologieprofiel verder te ontwikkelen. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Pedagogiek, Hogeschool Utrecht 1.0 2

Onderwerp Programma: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid: Het auditteam heeft van de directies FE (Faculteit Educatie) en FMR (Faculteit Maatschappij & Recht) een schriftelijke bevestiging ontvangen van de voorbereiding van een nieuw lectoraat Maatschappelijk Opvoeden. Dit lectoraat zal voor de opleidingen de rol en de plaats overnemen van het lectoraat Vernieuwende opleidingsmethodiek en didactiek, dat in september 2010 komt te vervallen. Het auditteam acht de oprichting van het lectoraat Maatschappelijk Opvoeden van groot belang voor de beroepsoriëntatie van de studenten en het op een hoog peil houden en wellicht op een hoger peil brengen van de opleidingen ecologische pedagogiek. Op dit moment zijn er ten behoeve van de opleidingen vijf lectoraten actief, te weten de lectoraten: Vernieuwende opleidingsmethodiek en didactiek ; Sociaal beleid, innovatie en beroepsontwikkeling ; Spel ; Werken in een justitieel kader ; en Participatie en maatschappelijke ontwikkeling. Het auditteam heeft ook kennisgenomen van het lectorenplan dat voortbouwt op de in april 2008 verschenen notitie Kenniscentrum Sociale Innovatie visie en vormgeving, waarin met name de rol benadrukt wordt die lectoren en kenniskringen hebben om onderzoek(sresultaten) ten goede te laten komen aan docenten, studenten en het onderwijs. Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding voor de kennisontwikkeling van de studenten gebruik maakt van actuele en relevante, voornamelijk Nederlandstalige, (vak)literatuur. Studenten lopen vanaf het eerste jaar stage, waarin ze werken aan alle eindkwalificaties. De opleidingen hebben de negen eindkwalificaties per fase (eind propedeuse; eind hoofdfase; en startbekwaamheid) uitgewerkt in indicatoren voor achtereenvolgens: de complexiteit van de werkcontext; het zelfstandigheidniveau van de kandidaat; en de volledigheid van de eindkwalificatie. De daarvan afgeleide leerdoelen vormen het hart van de opleiding. Door het programma te doorlopen kunnen de studenten alle eindcompetenties ontwikkelen. De opleiding zorgt voor voldoende verticale - en horizontale samenhang in het programma en voor een samenhang tussen het binnenschools en buitenschools programma. De stage en het stagewerkplan van de student in de voltijdopleiding en het concurrency-principe in de deeltijdopleiding vervullen hierbij een belangrijke rol. Door de evenwichtige spreiding van de studielast, door voldoende contacturen, door diverse studievoortgangbevorderende maatregelen, zoals de mogelijkheid één vak naar keuze nog voor een derde keer te kunnen afronden en de proactieve houding naar studenten met studieproblemen, zorgt de opleiding ervoor dat het programma studeerbaar is voor alle studenten. Studenten van de deeltijdopleiding zijn hier tevreden over. Studenten van de voltijdopleiding die het auditteam sprak zijn tevreden over de door de opleiding genomen maatregelen ter verbetering van de spreiding van de studielast. Het programma sluit goed aan bij de studenten die met verschillende vooropleidingen instromen. De opleiding voldoet aan de wettelijke eis van 240 EC. De voltijdopleiding heeft gekozen voor een competentiegericht onderwijsmodel dat langzaam overgaat in het zgn. levend leren, dat ontwikkeld is vanuit het lectoraat Vernieuwende opleidingsmethodiek en didactiek. Levend leren gaat ervan uit dat de studenten zich doelgericht in vrijheid kunnen ontwikkelen tot zelfverantwoordelijke en zelfinzichtelijke individuen. Ook de deeltijd bacheloropleiding Pedagogiek heeft gekozen voor het competentiegericht onderwijsmodel het zgn. levend leren, dat ontwikkeld is vanuit het lectoraat Vernieuwende opleidingsmethodiek en didactiek. Met het leerlandschap van de deeltijd Bachelor Pedagogiek in de hand, zijn de studenten medeverantwoordelijk voor hun leren en de body of knowledge die ze zich eigen willen en kunnen maken binnen de beschreven kaders zoals opgenomen in het werkboek De Reisgids van de opleiding. Voor beide varianten geldt dat de gehanteerde werkvormen voldoende aansluiten bij het didactisch concept. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Pedagogiek, Hogeschool Utrecht 1.0 3

De praktijk, waar de student zijn competenties aantoont en/of verder ontwikkelt speelt hierbij een sleutelrol. De opleiding heeft voor alle betrokkenen inzichtelijk gemaakt welke onderwijseenheden (voltijd) en welke domeinen (deeltijd) op welke wijze worden getoetst op basis van welke criteria. De opleidingen borgen de kwaliteit van de toetsen goed en maken gebruik van verschillende toetsvormen. Ook het werkveld is betrokken bij de beoordeling van de studenten. De deeltijdopleiding heeft een verbeteractie geformuleerd gericht op het actief betrekken van het beroepenveld bij de beoordeling van afstudeeronderzoeken. Er is sprake van een goed werkende, controlerende, Examencommissie. De studenten zijn tevreden over het programma, de mogelijkheden die ze krijgen om hun beroepsvaardigheden te ontwikkelen, de studeerbaarheid, de verschillende gehanteerde werkvormen en het toetsen en beoordelen. Onderwerp Inzet van Personeel: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid: Binnen de opleidingen werken coaches die een sterke binding hebben met de actuele beroepspraktijk. De opleidingen zetten ook regelmatig gastdocenten in. De opleidingen beschikken over voldoende personeel om de gewenste kwaliteit te verzorgen. De docent: student ratio voor de voltijdvariant is 1:21, voor de deeltijdvariant is deze 1:22. De streefnorm voor de FMR is op dit moment nog 1:27 in verband met ontwikkeling en innovatie. Voor 2010/ 2011 is deze norm 1:32. Om op deze norm te komen zijn teamplannen ontwikkeld. De coaches zijn zeer gedreven en enthousiast. Hoewel het ziekteverzuim laag is, vindt het auditteam de ervaren werkdruk wel een aandachtspunt voor het managementteam. Op basis van bestudering van de cv s van coaches en de gevoerde gesprekken is het auditteam van mening dat de opleidingen voldoende expertise in huis hebben. Het auditteam adviseert de opleidingen wel om de jonge docenten ook masteropleidingen buiten het eigen Instituut te laten volgen, zodat er ook voldoende kritische mensen van buitenaf aanwezig blijven. De opleidingen geven aan dat inmiddels zes van de elf collega s die een master volgen of hebben gevolgd dit buiten het eigen Instituut doen of hebben gedaan. Studenten zijn zeer tevreden over hun docenten. Onderwerp Voorzieningen: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid: De studenten van de voltijdopleiding volgen het onderwijs aan de Heidelberglaan, de deeltijdstudenten aan de Padualaan. Zij maken gebruik van alle geavanceerde voorzieningen, zoals mediatheek, theater, studio, collegezalen en intranet. Tijdens de rondleiding langs de voorzieningen heeft het auditteam geconstateerd dat er sprake is van adequate en prettige studieruimtes. Het is het auditteam echter opgevallen dat er weinig boeken voor de opleidingen in de mediatheek van de locatie Heidelberglaan aanwezig zijn. De boeken die er zijn, zijn voornamelijk Nederlandstalig. Het bleek dat het budget niet volledig gebruikt is. Het auditteam heeft voorts geconstateerd dat de betreffende vakliteratuur wel aanwezig is in de mediatheek van de Educatieve faculteit. Hier mogen de studenten Pedagogiek ook gebruik van maken. Daarnaast kunnen zij ook kosteloos gebruik maken van de universiteitsbibliotheek. De studenten zijn tevreden zijn over de huisvesting en de materiële voorzieningen. De studieloopbaanbegeleiding, die vanuit de leerteams wordt gerealiseerd, ondersteunt op adequate wijze de studievoortgang van de student en sluit aan bij de behoefte van de student. Elke student krijgt bij aanvang van de studie een leerteamcoach toegewezen. In de leerteams van acht studenten ontmoet men elkaar elke week. In het leerteam becommentariëren medestudenten en coach de studieresultaten en de studievoortgang van de individuele student. De resultaten van de besprekingen maken deel uit van het portfolio van de student. Voor de voltijdopleiding is de informatievoorziening over regels en procedures een aandachtspunt, terwijl de deeltijd hier tevreden over is. Door de betreffende opleidingsmanager zijn inmiddels verbetermaatregelen genomen. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Pedagogiek, Hogeschool Utrecht 1.0 4

Zo is er op sharepoint een eigen site aangemaakt, speciaal voor de studenten pedagogiek, waarop ze actuele informatie over de opleiding gemakkelijker kunnen vinden. Daarnaast bleken vooral nieuwe collega s niet altijd op de hoogte te zijn van regels en procedures. Deze zijn in middels vastgelegd in het boekje wat iedere coach moet weten en er wordt een site gemaakt die speciaal de pedagogiekdocenten informeert. Daarnaast bleek uit een analyse dat de informatie er wel is, maar dat studenten deze vaak niet wisten te vinden. De coaches zijn daarom geïnstrueerd vragen om informatie niet rechtstreeks te beantwoorden, maar de studenten te verwijzen naar waar ze deze kunnen vinden. Zo leren zij zelfstandig informatie te achterhalen. Tenslotte zijn regels en procedures nog nadrukkelijker in de studiehandleidingen opgenomen. Onderwerp Interne Kwaliteitszorg: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid: Het Instituut voor Ecologische Pedagogiek evalueert de opleiding regelmatig onder studenten, medewerkers en vertegenwoordigers uit het werkveld van de opleidingen. Evaluaties vinden zowel op Instituutsniveau als op opleidingsniveau plaats. Er worden aantoonbaar verbetermaatregelen getroffen. Onder andere via de Opleidingscommissie, de studentenpanels, specifieke werkplaatsdagen van de deeltijd, de Beroepenveldcommissie en de diverse tevredenheidsonderzoeken zijn studenten, medewerkers en werkveld voldoende betrokken bij de interne kwaliteit van de opleidingen. Vanaf 2010/2011 worden de alumni van de voltijd en vanaf 2011/2012 worden de alumni van de deeltijd (bachelor) betrokken bij de kwaliteitszorg (de alumni van de deeltijd master vanaf 2009/2010). Onderwerp Resultaten: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid: Omdat er op dit moment nog geen afgestudeerden zijn heeft het auditteam daarom zowel voor de voltijd- als voor de deeltijdvariant gekeken naar tussenproducten van derdejaars studenten zoals werkstukken en portfolio s. De ontwikkeling die de studenten tot op heden hebben doorgemaakt geeft het auditteam vertrouwen dat de studenten de nagestreefde eindcompetenties aan het einde van de het vierde studiejaar zullen bereiken. Ieder voorjaar wordt er door de opleiding een verantwoordingsrapportage opgesteld ten aanzien van de gemaakte afspraken in het managementcontract. De verwachte - en gerealiseerde rendementen van zowel de voltijd- als de deeltijdopleiding voldoen aan de door de opleiding gestelde streefcijfers. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Pedagogiek, Hogeschool Utrecht 1.0 5

2. INLEIDING 2.1. Kwaliteit opleiding Wij merken op dat in de rapportage, zoals gebruikelijk, aandacht besteed is aan het aantal contacturen (colleges, werk- en projectgroepen en individuele begeleiding waarbij de student in direct contact staat met de docent), de docent/student ratio en het opleidingsniveau van de docenten. Ook is voorafgaand aan en tijdens de audit (in de documentenanalyse) de wijze bestudeerd door het auditteam waarop de opleiding de contacten met het werkveld heeft vormgegeven en op welke wijze de opleiding de kwaliteit hiervan borgt. Verder heeft het auditteam de body of knowledge van de opleiding beoordeeld. De body of knowledge betreft de theoretische basiskennis waarover een startbekwaam pedagoog dient te beschikken. 2.2. Functie van het rapport Het voorliggende rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de HBO bacheloropleiding Pedagogiek voltijd en deeltijd met crohonummer 35158. 2.3. Bereik van de beoordeling Hogeschool Utrecht (hierna ook wel HU genoemd), in casu het Instituut voor Ecologische Pedagogiek, verzorgt sinds september 2006 de voltijd bacheloropleiding Pedagogiek en de deeltijd masteropleiding (Ecologische) Pedagogiek en sinds september 2007 de deeltijd bacheloropleiding Pedagogiek. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door de Management Review van de bacheloropleiding Pedagogiek. Hobéon Certificering heeft zijn oordeel over de voltijd- en deeltijdvariant van de opleiding Pedagogiek in één rapport samengevat omdat beide varianten gericht zijn op dezelfde eindkwalificaties en binnen één gemeenschappelijk beleids- en uitvoeringskader aangeboden worden. Niettemin wordt in het rapport, daar waar nodig, het onderscheid tussen de twee varianten zichtbaar gemaakt. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Pedagogiek, Hogeschool Utrecht 1.0 6

3. KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING Algemeen De bacheloropleiding Pedagogiek maakt deel uit van het Instituut voor Ecologische Pedagogiek van Hogeschool Utrecht (HU). Hogeschool Utrecht (HU) is met zo n 35.000 studenten en ruim 2.200 medewerkers één van de grootste en meest veelzijdige hbo instellingen in Nederland. De 6 faculteiten van HU bieden samen meer dan 75 bacheloropleidingen aan op het gebied van communicatie en journalistiek; economie en management; natuur en techniek; gezondheidszorg; onderwijs; en maatschappij en recht. Na het behalen van het bachelordiploma is het bij HU ook mogelijk in diverse richtingen een mastergraad te behalen. Het onderwijs is per opleiding georganiseerd en daardoor overzichtelijk en persoonlijk. Hogeschool Utrecht heeft onderwijslocaties in de binnenstad en op De Uithof en in Amersfoort. HU kiest voor een innoverende onderwijsontwikkeling die competentie - en vraaggericht is in een krachtige leeromgeving met aandacht voor een stevige theoretische basis. Dat doet men in samenwerking met het beroepenveld. De studiebegeleiding en de onderwijsorganisatie moeten het onderwijs optimaal ondersteunen. Het competentie- en vraaggerichte onderwijsprofiel van HU is tot stand gekomen na intensief overleg met docenten en studenten uit alle delen van de hogeschool. De hogeschool streeft hiermee naar een goede en efficiënte variëteit aan werkvormen in een goede verhouding tussen theorie, praktijk en beroepshouding. De authentieke beroepsomgeving speelt een belangrijke integrerende rol bij het verwerven van de beroepskwalificaties. Binnen de hogeschool was al langer bekend dat klassieke vormen van toetsen en beoordelen in competentiegericht onderwijs niet altijd toepasbaar zijn. Dit werd nog eens bevestigd in de discussie met studenten in de aanloop van KOERS 2012. Studenten gaven hier aan dat hun studie wel wat zwaarder mag zijn en dat de individuele prestaties moeten tellen, ook als je met elkaar samenwerkt. De oriëntatie op beroepscompetenties zijn onderdeel van de beroepsopleiding. De toetsing en beoordeling moeten in orde zijn en de variatie in werkvormen moet ruim zijn. Docenten maakten zich zorgen over het feit dat in bepaalde vormen van het competentiegericht onderwijs de conceptuele basis niet altijd als afzonderlijk vak zichtbaar is. Ook de afstemming van curricula kan lastig zijn, omdat de afzonderlijke eenheden niet altijd kunnen worden onderscheiden. Dit kan bij (internationale) samenwerking problemen opwerpen. Hier moesten oplossingen voor gevonden worden. Ten slotte bleek uit omgevingsanalyses dat hogescholen meer en meer diverse instroom kunnen verwachten en tegelijkertijd het studiesucces moeten verbeteren en de kwaliteit moeten waarborgen. Dit vereiste flexibilisering van het onderwijs. Tijdens de gesprekken met studenten en docenten kwam als punt van zorg naar voren dat het onderwijs te veel extensiveert. Onderwijs moet geen 'doe-het-zelf, doe-het-elders'-onderwijs worden. Het ontwikkelde onderwijsprofiel heeft inmiddels geleid tot standaarden en uitgangspunten die gereed zijn voor 'toetsing en beoordeling', 'theoretisch fundament van een opleiding' en 'flexibilisering van onderwijs'. Hiermee heeft de hogeschool al stappen gezet om een aantal risico's van competentiegericht leren weg te nemen. De implementatie hiervan is ingezet maar, naar de mening van de hogeschool, nog lang niet voltooid. De arbeidsmarktpositie van de afgestudeerden van Hogeschool Utrecht is over het algemeen goed. Dit houdt in dat eind 2005 95,4% van de afgestudeerden een passende functie had gevonden. Voor 90% van hen was de zoektermijn minder dan drie maanden. Ook blijkt de inhoudelijke aansluiting tussen opleiding en arbeidsmarkt gunstig te zijn. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Pedagogiek, Hogeschool Utrecht 1.0 7

Ongeveer 79% van de afgestudeerden zou opnieuw dezelfde opleiding kiezen. Daarnaast gaf 84% van de afgestudeerden aan de initiële opleiding te beschouwen als een goede basis om verder te studeren. Tegelijkertijd vond bijna de helft van de ondervraagden echter dat zijn opleiding te weinig diepgang had. De signalen van studenten over het gebrek aan theorie en reflectie heeft de hogeschool ter harte genomen bij de organisatie van het onderwijs en de communicatie hierover naar de belanghebbenden (Strategisch Plan Hogeschool Utrecht 2007-2012). In onderhavig rapport worden de activiteiten van de bacheloropleiding Pedagogiek uiteengezet. Bachelor opleiding Pedagogiek Zoals reeds aangegeven maakt de bacheloropleiding Pedagogiek deel uit van het Instituut voor Ecologische Pedagogiek (Instituut) van Hogeschool Utrecht. Het Instituut is een samenwerkingsverband van de Faculteit Educatie (FE) en de Faculteit Maatschappij & Recht (FMR) en is per 1 januari 2009 in het geheel organisatorisch en logistiek gepositioneerd bij de FMR. De deeltijd bachelor- en masteropleidingen van het Instituut vielen tot 1 januari 2009 onder de Faculteit Educatie (FE) en de voltijd bacheloropleiding onder de Faculteit Maatschappij & Recht (FMR). Het Instituut verzorgt sinds september 2006 de voltijd bacheloropleiding Pedagogiek en de deeltijd masteropleiding (Ecologische) Pedagogiek en sinds september 2007 de deeltijd bacheloropleiding Pedagogiek. Dit betekent voor de bacheloropleiding dat de eerste voltijdstudenten die het gehele opleidingstraject hebben gevolgd afstuderen in 2010. Voor de deeltijd opleiding is dit in 2011. Medio 2008 is besloten dat het IEP (Instituut voor Ecologische Pedagogiek) per 1 januari 2009 organisatorisch en logistiek onderdeel is van de FMR. Het IEP is daarmee een instituut binnen de door de HU gestelde kaders. In het plan van aanpak wordt aangegeven wat het Instituut zich binnen dit voor haar nieuwe organisatorische kader tot doel stelt en op welke wijze dit wordt vormgegeven. Doelen van het management vanaf de oprichting van het Instituut zijn: op basis van o.a. de principes van het Levend Leren en vanuit een integrale visie op de relatie onderwijs, jeugdzorg en welzijn, synergie tot stand te brengen tussen de medewerkers van de FMR en de FE; het realiseren van een instituut dat voldoet aan de verwachtingen van het beroepenveld, waarbij de opleidingen voldoen aan de eisen die de NVAO stelt (externe oriëntatie); aandacht voor de inhoud van de opleidingen, kennisontwikkeling en kenniscirculatie; verantwoordelijkheid voor de interne organisatie, vormgeven van het interfacultair karakter van het Instituut. In het plan van aanpak zijn de volgende uitgangspunten benoemd: een eigen identiteit waarmee als eenheid naar buiten wordt getreden; - een gezamenlijke invulling van het opleidingsconcept: op basis van de principes van Levend Leren worden professionals opgeleid, die opvoedingsvragen begeleiden vanuit een integrale visie op de relaties onderwijs, jeugdzorg en welzijn; organisatorisch en logistiek onderdeel van de FMR, waarbij binnen het interfacultaire karakter van het Instituut ook gebruikgemaakt kan worden van faciliteiten van de FE (waarover in financiële zin afspraken gemaakt moeten worden); veelvuldige uitwisseling en samenwerking met alle instituten van de FMR en de FE en mogelijk met andere faculteiten van de HU. Het IEP kent elf kenmerken die niet los van elkaar staan, maar een vloeiende en ecologische verbinding en beïnvloeding kennen: Interfacultair Instituut Ecologische Pedagogiek; studenten Ecologische Pedagogiek, coaches Ecologische Pedagogiek; pedagogisch opleidingsconcept; lectoraat; landelijke spreiding; regionale dwarsverbanden; werkplek; pedagogisch perspectief; internationale positionering; en doorbreken van rollen. Deze kenmerken zijn onderschreven door de faculteitsdirecties van de FMR en de FE, de instituutsdirectie, het opleidingsmanagement en de medewerkers. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Pedagogiek, Hogeschool Utrecht 1.0 8

In het plan van aanpak zijn de volgende aandachtsgebieden nader uitgewerkt: beleid en strategie, organisatie en voorzieningen, onderwijs, kenniscentra, personeel, financiën, interfacultaire samenwerking en marketing & communicatie. De Utrechtse bacheloropleiding Pedagogiek wil de maatschappelijke integratie en participatie van kinderen en jongeren in het algemeen en van risicokinderen en -jongeren 1 in het bijzonder actief bevorderen. Daarbij hanteert de opleiding een integrale en ecologische pedagogische aanpak, gericht op persoonlijkheidsvorming, sociaal-culturele ontwikkeling, cultivatie van normbesef en sociaal gedrag. Binnen de opleiding ligt de nadruk sterk op leren samenwerken in een multidisciplinaire context en het leren verbinden van de (perspectieven van de) verschillende opvoeders van het kind. Hiermee sluit de opleiding aan bij de behoefte aan professionals die competent zijn in het verbinden van de verschillende opvoeders en het coördineren van de opvoeding(ondersteuning) die geboden wordt. Een behoefte die gesignaleerd wordt naar aanleiding van onderzoek van onder andere Mischa de Winter (2001) en Operatie Jong (2004) en die door de opleiding het gat in de pedagogische infrastructuur genoemd wordt. De opleiding heeft tot doel professionals op te leiden die kunnen bijdragen aan het dichten van dit gat. De opleiding is gericht op het tot stand brengen van integraal denken en beroepsmatig handelen van studenten met betrekking tot de opvoeding in de thuis- en schoolsituatie en het derde milieu (buurt en vrije tijd). Men leidt studenten dan ook op tot een breed geschoolde professional die ook op een specifiek terrein gedifferentieerd weet te opereren (Verweij-Jonker Instituut 2 ). Om dit te realiseren worden zij opgeleid vanuit de ecologische visie. Ecologische visie De opleiding onderscheidt zich van andere pedagogiekopleidingen in Nederland door haar ecologische benadering van pedagogische vraagstukken. Binnen de ecologische benaderingswijze wordt uitgegaan van een voortdurende wisselwerking tussen de mens en de wereld die haar omgeeft. Men gaat er vanuit dat de betekenis die mensen aan een gebeurtenis geven, niet voor iedereen hetzelfde is, maar afhankelijk is van het perspectief dat iemand hierop heeft. In de opleiding leren de studenten daarom om (pedagogische) vraagstukken vanuit verschillende perspectieven te bekijken: het perspectief van bijvoorbeeld ouders, jeugdzorg, school en dat van het kind. Alle perspectieven verschillen van elkaar. Studenten leren nieuwsgierig te zijn naar ieders perspectief, de verschillende perspectieven te onderzoeken en in het praktisch handelen vooral gericht te zijn op het verbinden van de verschillende perspectieven, wat de opvoedingscontext van het kind/de jongere ten goede zal komen. Niet één theorie zal een verklaring geven voor alles. Zo wordt vanuit het ene perspectief misschien een probleem gezien, terwijl vanuit een ander perspectief mogelijkheden kunnen worden ontdekt. De ecologische pedagogiek gaat uit van een complexe kijk waarbij sprake is van verbondenheid binnen - en tussen alle dimensies. In een complex systeem heeft het één gevolgen voor het groter geheel. Naast het verwerven van theoretische kennis, praktische vaardigheden en competenties en het leren doen van verschillende soorten praktijkonderzoek gaat er in de opleiding ook nadrukkelijk aandacht uit naar de persoonlijke en professionele ontwikkeling van de student. De opleiding positioneert zich landelijk als bacheloropleiding Pedagogiek met een ecologische invalshoek. De opleiding is intensief betrokken geweest bij de organisatie en de inhoudelijke invulling van de landelijke studiedagen op 5 en 6 oktober 2009 Grenzeloze Pedagogiek van de Vereniging tot Bevordering van de Studie der Pedagogiek (VBSP). 1 Risicokinderen en jongeren zijn kinderen en jongeren waarbij opvoeding en onderwijs niet vanzelfsprekend verloopt. 2 De Bruin, K., Duyvendak, J.W., Boonstra, N. & Plemper, E. (2004). Toekomstverkenning van een beroepenstructuur in zorg en welzijn. Utrecht: Verweij-Jonker Instituut. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Pedagogiek, Hogeschool Utrecht 1.0 9

In het Landelijk Platform Pedagogiek (LPP) brengt zij het standpunt naar voren om de problematiek van kinderen vanuit meerdere perspectieven te beschouwen. Door haar centrale ligging maar vooral ook door de positieve waardering van de studenten en het werkveld heeft de opleiding in korte tijd een zeer positief imago opgebouwd dat veel studenten aantrekt. Dat blijkt onder andere uit de belangstelling voor de voltijd variant (in 2009-2010 numerus fixus van 240 studenten) en uit de groei van de instroom voor de deeltijd variant (van 60 in 2007/2008 naar 106 in 2008-2009). Op 1 oktober 2008 telde de opleiding 663 studenten, waarvan 515 voltijd- en 148 deeltijdstudenten. De opleiding heeft een marktaandeel van 9% (2008). Deze snelle groei vraagt veel aandacht op inhoudelijk en organisatorisch gebied. De afgelopen jaren stonden daarom de uitvoering en de verdere ontwikkeling van de opleiding centraal. Daarnaast is veel energie gaan zitten in de organisatorische inbedding binnen HU (plan van aanpak jan. 2009). Naast de verdere inhoudelijke ontwikkelingen zal de bacheloropleiding Pedagogiek zich nu verder gaan richten op de borging van de kwaliteit en de verdere ontwikkeling van de contacten met het werkveld, onder andere via de Beroepenveldcommissie die sinds november 2008 actief is. Lectoraat Het auditteam heeft van de directies FE (Faculteit Educatie) en FMR (Faculteit Maatschappij & Recht) een schriftelijke bevestiging ontvangen van de voorbereiding van een nieuw lectoraat Maatschappelijk opvoeden. Dit lectoraat zal voor de opleidingen de rol en de plaats overnemen van het lectoraat Vernieuwende opleidingsmethodiek en didactiek, dat in september 2010 komt te vervallen. Het auditteam acht de oprichting van het lectoraat Maatschappelijk Opvoeden van groot belang voor de beroepsoriëntatie van de studenten en het op een hoog peil houden en wellicht op een hoger peil brengen van de opleidingen ecologische pedagogiek. De samenwerking tussen de FE en de FMR in het algemeen en tussen de faculteiten en het Instituut voor Ecologische Pedagogiek in het bijzonder richt zich op het thema Onderwijs en Opvoeding. Het speerpunt hierbij is wijkgericht werken. Het instituut zal een sterke schakel worden in de verbinding tussen de verschillende opvoedingsmilieus en intensief samenwerken met de diverse actoren. De opleidingen ecologische pedagogiek gaan binnen dit nieuwe lectoraat dan ook een belangrijke plaats innemen. De praktijkgerichte wetenschappelijke inbedding, de ecologische pedagogiek en het onderliggende onderwijsconcept van het Instituut voor Ecologische Pedagogiek zijn georganiseerd en geborgd in het Kenniscentrum Educatie van de Faculteit Educatie in het Kenniscentrum Sociale Innovatie van de Faculteit Maatschappij & Recht. Voorts heeft het auditteam kennisgenomen van het lectorenplan dat voortbouwt op de in april 2008 verschenen notitie Kenniscentrum Sociale Innovatie visie en vormgeving. Het Instituut voor Ecologische Pedagogiek benadrukt met name de rol die lectoren en kenniskringen hebben om onderzoek(sresultaten) ten goede te laten komen aan docenten, studenten en het onderwijs. Dit blijkt onder meer uit de ontwikkeling van minoren, de begeleiding van docenten en de ontwikkelen van masterprogramma s en uitstroomprofielen. Op dit moment zijn er binnen de opleidingen een vijftal lectoraten actief. Het lectorenplan zal in de loop van 2010 verder uitgebouwd en gepreciseerd worden. (Zie ook facet 2.1). Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Pedagogiek, Hogeschool Utrecht 1.0 10

4. TOETS NIEUWE OPLEIDING EN INTERNE AUDIT Het auditteam heeft de resultaten van het adviesrapport Toets Nieuwe Opleiding (september 2004) en het besluit NVAO (februari 2005) bestudeerd. Door de opleiding is in de Management Review per aandachtspunt de stand van zaken weergegeven met een verwijzing naar de betreffende passage: Literatuur voor deelterreinen nauwkeuriger beschrijven Inmiddels is een gedegen kennisbasis met bijbehorende literatuur uitgewerkt (zie hoofdstuk 2); Het is een zware opleiding, ook als de eisen voor onderzoek naar beneden worden bijgesteld Ofschoon het eerste cohort studenten nog niet is afgestudeerd en het uiteindelijke rendement nog niet bepaald kan worden is er geen grote uitval van studenten; Zorg voor een sterke(re) verbinding met het beroepenveld i.v.m. het afstemmen van de taal De afstemming met het werkveld heeft tot nu toe vooral plaats gevonden via contacten met (stage) instellingen en organisaties waarbinnen studenten praktijkopdrachten uitvoeren of in werkzaam zijn (deeltijdopleiding). Sinds het najaar van 2008 is er ook een Beroepenveldcommissie; Er zijn (accent)verschillen die de deeltijd variant vraagt ten opzichte van de voltijd variant Uit de Management Review blijkt dat er duidelijke verschillen zijn tussen de voltijd- en de deeltijdopleidingen qua programma (zie hoofdstuk 2). Dat is ingegeven door het feit dat iedere variant bij een andere doelgroep aansluit; Docent/studentratio De docent/studentratio bedraagt 1:27. Dit is conform de norm in de meerjarenbegroting en passend bij een opleiding in deze fase van ontwikkeling; Logische samenhang in het programma In hoofdstuk 2 wordt zowel de inhoudelijke als de didactische samenhang van het programma beschreven. Na enige aanpassingen (op basis van evaluaties van studenten, docenten en management) is een evenwichtig programma ontstaan met een duidelijke didactische en inhoudelijke lijn. Voor een beschrijving van deze lijnen wordt verwezen naar facet 2.3. De NVAO voegde hier in haar besluit (februari 2005) de volgende aanbeveling aan toe: bouw de ecologische visie verder uit in de theorie- en praktijkcomponent van de opleiding. De opleiding geeft hierbij aan dat het werken vanuit de ecologische visie in de opleiding inmiddels als een beoordelingscriterium is opgenomen. Daarnaast wordt de student al bij aanvang bewust gemaakt van het eigen perspectief op opvoeden en nieuwsgierig gemaakt naar de perspectieven van anderen op dit gebied, een voorwaarde om op ecologisch pedagogische wijze te kunnen werken. Tevens heeft het auditteam kennisgenomen van de uitkomsten van de interne audit die in juni 2008 heeft plaatsgevonden. Ook hier is door de opleiding in de Management Review per aandachtspunt de stand van zaken weergegeven met een verwijzing naar de betreffende passage: Kennisbasis Dit is verder uitgewerkt en komt aan de orde in hoofdstuk 2; Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Pedagogiek, Hogeschool Utrecht 1.0 11

Rol van lectoren in de opleiding Inmiddels komt de samenwerking met de kenniscentra tot stand en wordt komend jaar verder uitgebouwd; Studielast Dit komt aan de orde bij facet 2.4; Het coachen van instromers in het tweedejaar door derdejaars In 2008-2009 is in de voltijdopleiding het initiatief ontwikkeld om derdejaars studenten instromende tweedejaars te laten coachen. De instromende studenten gaven echter aan hier geen behoefte aan te hebben. De deeltijdopleiding is in 2008-2009 gestart met verticale leerteams waarin ouderejaars nieuwe studenten ondersteunen; Mannelijke studenten en allochtonen bij de voltijd De wens is om meer mannelijke studenten en allochtone studenten te interesseren voor de voltijd opleiding. Dit is nog steeds een aandachtspunt (zie paragraaf 2A.5 Instroom); Klikmomenten voor leerteams bij de voltijd Er is een klikmoment waarbij studenten kunnen veranderen van leerteam. Dit wordt beschreven in paragraaf 2A.3. In de studiehandleidingen van de leerteams staat de gang van zaken rondom de klikevaluatie uitgebreid beschreven. In het studiejaar 2008-2009 hebben een viertal studenten inderdaad het verzoek ingediend om te wisselen van leerteam omdat er geen klik werd ervaren. Deze verzoeken zijn allen gehonoreerd; Personeelsplan, inwerkplan Hierbij wordt verwezen naar hoofdstuk 3; Digitaal portfolio In de voltijd opleiding wordt al vanaf de start in 2006 gebruikgemaakt van een digitaal portfolio. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Pedagogiek, Hogeschool Utrecht 1.0 12

5. AUDITTEAM De audit heeft plaatsgevonden op 5 november 2009. Het programma van de audit is opgenomen in Bijlage IV. Het auditteam voor de opleiding Pedagogiek was als volgt samengesteld: voorzitter Drs. W.G. van Raaijen, partner/ directeur Hobéon groep, voorheen onder andere rector aan het Luzac College vakdeskundige Prof. dr. H. Letiche, vanaf 1999 Research Professor Organisatietheorie en Bijzonder Hoogleraar Meaning in Organisation en Programmadirecteur Phd/DBA van de Universiteit voor Humanistiek werkvelddeskundige H.G. Korfage ME, pedagoog, vestigingsmanager van de Pabo in Meppel en tevens lid van het managementteam Opleidingen Leraar Basisonderwijs hogeschoolbreed werkvelddeskundige Drs. R. Zunderdorp, directeur adviesbureau dat zich bezig houdt met beleidsonderzoek en advisering, procesmanagement en bestuurskundig advies met focus op onderwijs- en kennismaatschappij, jeugdbeleid en zorg en welzijn student M. Bastings, vierdejaarsstudent Pedagogiek bij Hogeschool van Amsterdam secretaris Drs. L. Blom van Veen, secretaris Hobéon, zelfstandig adviseur met focus op kwaliteitszorg binnen onder andere het Hoger Beroeps Onderwijs werkveld vak / discipline onderwijs x x x x x x x x x x Audit en kwaliteitszorg x Studentgebon den deskundigheid x Voor de curricula vitae: zie Bijlage III. Voor de beoordelingsprocedure, de werkwijze en de beslisregels: Bijlage II. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Pedagogiek, Hogeschool Utrecht 1.0 13

Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Pedagogiek, Hogeschool Utrecht 1.0 14

DEEL 2 6. ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO - ACCREDITATIEKADER 1. Doelstellingen Opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam over dit facet heeft betrekking op de in dit rapport genoemde opleiding Pedagogiek voor beide varianten en is gebaseerd op onderstaande bevindingen. Bevindingen Opleidingsprofiel en wijze van totstandkoming De opleiding hanteert als uitgangspunt voor haar opleidingsprofiel het beroeps- en opleidingsprofiel voor de HBO-pedagoog (Kuipers 2000, HBO-Pedagogiek Beroeps- en opleidingsprofiel). De opleiding sluit hiermee met haar doelstellingen, eindkwalificaties en inhouden aan bij de andere opleidingen HBO Pedagogiek in Nederland. De HBO-pedagoog heeft volgens dit profiel in het algemeen een indirecte relatie met de ontvanger van opvoeding. Dit betekent dat hij professionele opvoedingsondersteuning geeft ofwel door voorlichting, advisering en begeleiding van diegenen die direct betrokken zijn bij de opvoeding van jeugdigen ofwel door zorg te dragen voor de ontwikkeling van pedagogisch beleid en voor onderlinge afstemming bij het vervullen van opvoedende taken. In het najaar van 2008 is een nieuw opleidings- en competentieprofiel aangenomen door de hbo bacheloropleidingen Pedagogiek die zijn verenigd in het LPP (Landelijk Platform Pedagogiek). Dit profiel is de vertaling van de publicatie Vele takken, één stam, waarbinnen een inhoudelijk kader en de generieke eindkwalificaties worden geschetst voor de verschillende sociaal-agogische opleidingen in Nederland (Opvoedingsrelaties versterken LPP, juni 2005/ november 2008). De opleiding neemt de tijd om in 2009/2010 het programma aan te passen op dit nieuwe profiel ten behoeve van 2010/2011. Een eerste aanpassing in het programma naar dit nieuwe inhoudelijk kader is reeds gemaakt. De opleiding kent een brede oriëntatie op het gehele terrein van de hbo -pedagoog. Binnen het eigen profiel van de Hogeschool Utrecht vindt de opleiding Pedagogiek het belangrijk om samen te werken met andere beroepsgroepen, die direct of indirect ook met pedagogische opgaven te maken hebben. Het opleidingsprogramma is daarop afgestemd. De profilering is gericht op het bevorderen van integraal denken m.b.t. opvoeding in de brede zin vanuit uiteenlopende perspectieven (Aanvraag NVAO, blz 5). Hiermee sluit de opleiding aan bij de conclusies van het Verweij-Jonker-instituut waarin een behoefte wordt gesignaleerd aan professionals die enerzijds generiek zijn opgeleid en anderzijds specifiek te werk kunnen gaan. De Utrechtse pedagoog wordt opgeleid om de vragen vanuit verschillende opvoedingsmilieus in onderling verband te brengen en de hierbij behorende pedagogische activiteiten op elkaar af te stemmen. Hiermee ligt de nadruk bij de opleiding op competenties die gericht zijn op praktische pedagogische ondersteuning. Dit houdt in dat de competenties afstemming bewerkstelligen Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Pedagogiek, Hogeschool Utrecht 1.0 15

tussen verschillende opvoedingscontexten en activiteiten behelzen gericht op preventie en opvoedingsondersteuning, integratie en participatie van jeugdigen in de samenleving met inbegrip van jeugdigen met beperkingen. De opleiding heeft negen algemene beroepscompetenties waar de Utrechtse pedagoog over moet beschikken uitgewerkt in drie segmenten, te weten: 1. methodisch werken met en voor cliënten; 2. werken in en vanuit een arbeidsomgeving; 3. werken aan professionalisering. Deze algemene competenties vormen de eindkwalificaties van de opleiding. Ze zijn uitgesplitst naar niveaus per studiejaar. In deze meer concrete uitwerking is de specifieke ecologischpedagogische visie van de opleiding herkenbaar. Door deze meer specifieke uitwerking van de kwalificaties zet de opleiding de studenten aan tot een onderzoekende houding in de beroepspraktijk met in achtneming van de eerder beschreven ecologische benadering. Ofschoon de pedagoog vanuit één van de onderstaande opvoedingsmilieus vertrekt, leren de studenten de verschillende milieus in ogenschouw te nemen en zoveel mogelijk te integreren. Het gaat hierbij om: het eerste milieu: de ouders (steunpunt voor opvoeding; centra voor jeugd en gezin; consultatiebureau; het tweede milieu: school ((speciaal) onderwijs; kinderopvang; brede school); het derde milieu: buurt en vrije tijd (buurtcentra; welzijnsorganisatie; jeugdzorg); het vierde milieu: de virtuele omgeving (tv, internet). In de opleiding komt het vierde milieu als onderwerp binnen verschillende onderwijseenheden aan bod. Zo wordt aandacht besteed aan de digitale vorm van vertellend leren. Afgestudeerden komen binnen het pedagogisch werkveld veelal terecht in ondersteunende en coördinerende functies. De opleiding onderscheidt hierbij vijf beroepstaken: 1. advisering en begeleiding van opvoeders 2. doorverwijzing van opvoeders en kinderen of minderjarigen naar gespecialiseerde hulpverleners 3. signalering van mogelijke problemen op pedagogisch terrein 4. coördinatie van werkzaamheden in- en tussen pedagogische basisvoorzieningen 5. beleidsvoorbereiding en ondersteuning Actualisering profiel De opleiding borgt de aansluiting van de opleidingscompetenties op de landelijk vastgestelde competenties en op de actualiteit onder andere door deel te nemen aan het LPP (Landelijk Platform Pedagogiek). Daarnaast zijn er de driemaandelijkse bijeenkomsten van de Beroepenveldcommissie. Het auditteam heeft geconstateerd dat er in deze commissie gediscussieerd wordt over relevante onderwerpen zoals: verwachtingen van het beroepenveld van de hbo -pedagoog, werving van studenten en samenhang binnen het opleidingsprogramma. De commissie gaf aan in het nieuwe generieke beroepsprofiel het levend leren en de ecologische component te missen. De opleiding heeft afgesproken medio maart 2010 op basis van onder andere de aanbevelingen van de Beroepenveldcommissie de huidige eindkwalificaties te herijken in het kader van het nieuwe beroepsprofiel. Voorts worden er als antwoord op het pleidooi van de gemeente voor meer casemanagers in het beroepenveld opdrachten geformuleerd waar studenten en docenten mee aan de slag gaan. Door op deze wijze te experimenteren met actuele problematiek wordt enerzijds de kennis van de opleiding bijgehouden, terwijl anderzijds de studenten zich ontwikkelen. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Pedagogiek, Hogeschool Utrecht 1.0 16