Pabo HvA UPvA PRAKTIJKGIDS LIO 2014-2015. Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam)



Vergelijkbare documenten
Pabo HvA UPvA PRAKTIJKGIDS LIO Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam)

PRAKTIJKGIDS LIO

PRAKTIJKGIDS LIO

Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam)

LiO Contract 2 Stageovereenkomst Leraar in Opleiding (onbetaald: met en zonder vergoeding) Pabo HvA, Onderwijs en Opvoeding

LIO-vacatures Pabo HvA en UPvA schooljaar

LIO-vacatures Pabo HvA en UPvA schooljaar

Praktijkgids. VT jaar 4 LiO

Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam)

Informatie werkplekleren

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren

Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam)

Toelichting LIO-bekwaamheidsgesprek voor (opleidings)examinatoren

Lesvoorbereidingsmodel

Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam)

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Stage Hogeschool de Kempel Helmond

Wat we minimaal verwachten van een student uit 1 BaKO - 1 BaLO: Eerste stappen in stiel leren

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 3

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

Dossier werkplekleren A1 en A

Techniek en Technologie. NIVEAU: 1 t/m 4

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN ILO EN SCHOOL VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS (inzake het praktijkdeel van Bachelor-Minor-studenten met een aanstelling)

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

Samen beoordelen van deeltijdstudenten Bijlage 9

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie

Opleidingsschool Noord

Studiewijzer Pabo Deeltijd 3

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Verantwoording gebruik leerlijnen

Afstudeerfase. Jaar 3. Verantwoordelijkheid nemen. voor het leerproces van kind en groep. Studiewijzer Pabo Deeltijd

Aantekenformulier van het assessment PDG

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

Beoordeling werkplekleren jaar 2 DEELTIJD

Faculteit der Geesteswetenschappen. Stagereglement masteropleidingen

INSTITUUT THEO THIJSSEN. Afstudeerfase ITT Totaaloverzicht. DAG/DAV 4/VO 2 Studiejaar

Protocol ECD. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC)

Plaatsingsbeleid werkplekleren ITT onbetaald

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

Informatiebulletin voor studenten Bijlage 3

Info praktijk 2 BaLO Academiejaar

Stage map. Keuzevak: Recreatieve Activiteiten Docent: Marc Hollander. Leerjaar: 3

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Blok 3 & 4 Semester II

Stageprotocol FLOT. Bacheloropleidingen. Fontys Lerarenopleiding. Versie: februari 10 1/7

ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW

Stagewijzer. Stagiairs

BACHELOR RECHTSGELEERDHEID AFSTUDEERRICHTING JURIDISCHE BESTUURSKUNDE. Bestuurskundig onderzoeksproject

Nieuwsbrief December 2018

Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding, tweedegraads lerarenopleidingen Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (versie september 2011)

Taal, Media en Communicatie

Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007)

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Minor Educatie & Communicatie Variant II

Evaluatiedossier LIO (stagevariant)

Dossier werkplekleren A

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Zomerstage (7-7-14/ )

kempelscan K1-fase Eerste semester

SWV PASSEND ONDERWIJS 28-17

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Pabo HvA UPvA INFORMATIEKATERN. Praktijk voor mentoren. Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam)

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

Voor ieder kind het beste resultaat

Evaluatie van opleiders door aios LUMC: inleiding voor opleiders versie 2017

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

Competentievenster 2015

Kwaliteitsregister Doktersassistent Dispensatie- en herintrederregeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Gespreksformulieren LA personeel Dommelgroep

Opleidingsprofiel Montessoricollege Nijmegen

Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep.

Eindassessment HU pabo

Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept

Beoordelingsrapport Studie en Werk 1B - voltijd

Dossier werkplekleren A

Student : Lex Krijgsman maakt voortgangsverslag zoals omschreven in het voorwoord

Allereerst willen wij de stagebegeleiders van harte bedanken voor uw inzet om onze studenten te begeleiden tijdens hun stage in de educatieve minor.

Deel 1 Evaluatie opleider: checklist tussentijds evaluatiemoment versie 2017

KAA: Dispensatie- en herintrederregeling

Instructie student. Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl

Taakbekwaam onderbouw. Anouk Bluemink Vr2B Datum: 16 december 2013 SLB er: Wineke Blom & Agnes Hartman

Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007)

Stagefolder Laurentius Praktijkschool

Kennismakingsgesprek

Dit reglement is een extract uit de Onderwijs- en Examenregeling van NOVI Hogeschool.

kempelscan P2-fase Studentversie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Deze bijlage maakt deel uit van de hierboven genoemde Leerarbeidsovereenkomst.

Stageconcept en -planning

Jaarplan SOPOH Personeel. Onderwijs. Organisatie. Voor ieder kind het beste bereiken, met passie, plezier en professionaliteit.

Transcriptie:

Pabo HvA UPvA Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam) PRAKTIJKGIDS LIO 2014-2015 Voor praktijkbegeleiders en studenten van: Pabo HvA: Voltijd 4 UPvA: Voltijd 4

Inhoud Praktijkgids VOORWOORD... 3 1. COMPETENTIES EN EINDTERMEN... 4 2. LEERDOELEN LIO-STAGE... 5 3. DE LIO-STAGE... 6 3.1 INGANGSEISEN... 6 3.3 HET VERWERVEN VAN EEN LIO-STAGEPLAATS... 6 3.4 VERPLICHTINGEN VAN DE LIO-STUDENT... 6 3.5 VERKLARING OMTRENT HET GEDRAG... 7 3.6 OMVANG VAN DE LIO-STAGE EN STAGEDAGEN... 7 3.7 OPBOUW VAN DE LIO-STAGE... 8 3.8 LIO-OVEREENKOMST DEEL I: BETAALDE LIO OF ONBETAALDE LIO... 8 3.9 LIO-OVEREENKOMST DEEL II: HET LEERWERKPLAN... 9 3.10 DE ONDERTEKENING VAN DE LIO-OVEREENKOMST... 10 3.11 LIO-STAGE EN STUDENTEN MET STUDIEVERTRAGING (ALLEEN VOOR STUDENTEN PABO HVA)... 11 4. BEGELEIDING EN BEOORDELING... 12 4.1 BEGELEIDING LIO VANUIT DE STAGESCHOOL EN VANUIT DE OPLEIDING... 12 4.2 BEOORDELING LIO-1 EN LIO-2... 13 4.3 BEOORDELINGSCRITERIA... 13 4.4 GEBRUIK VAN DE COMPETENTIEMATRIX... 14 4.5 STAGEDOSSIER... 14 4.6 WAT TE DOEN BIJ PROBLEMEN TIJDENS DE LIO-STAGE?... 14 5 BIJZONDERE SITUATIES... 16 5.1 ZIEKTE EN OVERMACHT... 16 5.2 ONVOLDOENDE LIO-1 OF LIO-2... 16 5.3 ONVOLDOENDE HERKANSING LIO-1 OF LIO-2... 16 6 RELATIE LIO-STAGE EN VERDERE AFRONDING VAN DE STUDIE... 18 6.1 AFRONDING STUDIE PABO HVA... 18 6.2 AFRONDING STUDIE UPVA... 18 7. PRAKTISCHE INFORMATIE... 20 7.1 STAGEWEKEN EN EVENTUELE HERKANSINGSMOMENTEN EERDERE TOETSEN PABO HVA... 20 7.2 STAGEWEKEN EN EVENTUELE HERKANSINGSMOMENTEN EERDERE TOETSEN UPVA... 20 BIJLAGE 1: BEOORDELINGSFORMULIER PRAKTIJK LIO-1... 21 BIJLAGE 2: BEOORDELINGSFORMULIER PRAKTIJK LIO-2... 23 BIJLAGE 3: UITSTROOMPROFIEL UPVA STUDENT... 25 BIJLAGE 4: MONTESSORI SPECIFICATIES... 27 BIJLAGE 5: COMPETENTIEMATRIX LEREN LESGEVEN IN DE GROTE STAD (AMSTERDAM)... 30 Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 2

VOORWOORD An het eind van de opleiding laat de studient zien dat hij zich heeft ontwikkeld tot een startbekwame leerkracht, een leerkracht die in de praktijk onderwijs kan ontwikkelen, vormgeven, organiseren en die de gemaakte keuzes inhoudelijk kan verantwoorden. Kennis, vaardigheden en attitude moeten dan zodanig zijn ontwikkeld en geïntegreerd dat de student zelfstandig kan functioneren in de dagelijkse, complexe beroepspraktijk. In de laatste fase van de opleiding vormt de LIO-stage één van de belangrijkste afsluitende studieonderdelen. Op de dagen dat de student geen stage loopt volgt hij een studieprogramma op de opleiding. Het hoofddoel van het LIOstage is het wennen aan de verantwoordelijkheid voor een eigen klas. Het zelfstandig (leren) functioneren in de praktijk staat centraal. De LIO-stage is verdeeld in twee fasen, LIO-1 en LIO-2. Beide fasen worden afgesloten met een beoordeling. De student functioneert bij het voldoende afronden van LIO-2 in de praktijk op het niveau van een startbekwame leerkracht. In deze Praktijkgids LIO 2014-2015 staat alle benodigde informatie rondom de LIO-stage voor studenten van Pabo HvA en van de UPvA. Deze gids is bestemd voor de volgende personen: - De LIO (Leraar In Opleiding): de student die de laatste fase van zijn opleiding doorloopt. - De LIO-mentor: de groepsleerkracht op de stageschool in wiens klas de student stage loopt en die begeleiding op de werkplek biedt. - De (academische) opleider in de school: de beoordelaar en begeleider van de student in de stage, als het gaat om een LIO-stage op een van de opleidingsscholen. - De stagedocent: de beoordelaar en begeleider van de LIO in de stage, als het gaat om een LIO-stage op een niet-opleidingsschool. - De directie van de stageschool waar de LIO-stage wordt gelopen. - (Kern)docenten Pabo HvA en UPvA. - Medewerkers van het stagebureau. In de bijlagen bij deze gids zijn de benodigde praktijkdocumenten voor Pabo HvA en UPvA opgenomen, onder andere de competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad. De beoordelingsformulieren LIO-1 en LIO-2 en het lesvoorbereidingsformulier zijn via extranet beschikbaar. Daar is ook deze Praktijkgids LIO 2014-2015 digitaal te vinden. De link naar extranet is: www.hva.nl/pabo-stage We wensen alle betrokkenen bij de LIO-stage een goed, inspirerend en leerzaam jaar toe! Namens de Pabo HvA, Anneke van der Linde, coördinator curriculum a.j.van.der.linde@hva.nl René Onclin, coördinator voltijd r.onclin@hva.nl Namens de UPvA, Ineke Schaveling, opleidingsmanager UPvA w.schaveling@uva.nl Mieke Roos, stagecoördinator UPvA m.roos2@uva.nl Amsterdam, 3 september 2014. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 3

1. COMPETENTIES EN EINDTERMEN De kern van het leren in de praktijk wordt gevormd door de werkzaamheden op de stageschool. Deze activiteiten bieden de studenten zicht op de praktische facetten (taken en rollen) van het leraarschap, de wijze waarop een schoolorganisatie functioneert, de wijze waarop leerlingen zich op school manifesteren, achtergronden, leef- en belevingswereld van kinderen, de wijze waarop leerlingen leren (niet alleen op school, maar ook daarbuiten) en groepsprocessen in de klas. De student ontwikkelt zich tijdens het leren in de praktijk tot een startbekwame leerkracht. De Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL) gaat daarbij uit van de volgende competenties: Pedagogisch competent Vak- en didactisch competent Interpersoonlijk competent Organisatorisch competent Competent in het samenwerken met collega s Competent in het samenwerken met de omgeving Competent in reflectie en ontwikkeling Pabo HvA en UPvA hebben deze SBL-competenties specifiek gemaakt voor de grootstedelijke context. Dit heeft geresulteerd in de competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam). Deze matrix sluit zowel aan bij de SBL-competenties als bij de beroepsstandaard voor het primair onderwijs van de gemeente Amsterdam. Ook de visie van Pabo HvA en UPvA op datgene wat nodig is om les te geven in Amsterdam ( Urban Education ) is verwerkt in termen van observeerbaar gedrag. Deze competentiematrix is vertaald naar de diverse fasen van de opleiding. Gedurende de opleiding zijn drie niveaus te onderscheiden: 1. Beginnend (te behalen in jaar 1) 2. In ontwikkeling (realisatie in hoofdfase en toegangseis voor LIO-bekwaam). 3. Startbekwaam (na LIO-stage, afgestudeerden van Pabo HvA en UPvA moeten aan deze eisen voldoen) Daarnaast zijn de twee daarop volgende niveaus opgenomen, bij wijze van ontwikkelingsperspectief voor de student: 4. Vakbekwaam (te bereiken na ongeveer 5 jaar werkervaring) 5. Excellent Afgestudeerden van Pabo HvA en UPvA moeten aan het eind van hun opleiding ten minste functioneren op het niveau startbekwaam. De kwalificaties vakbekwaam en excellent bieden de student aanknopingspunten om zijn ontwikkeling in perspectief te plaatsen van datgene wat er uiteindelijk van hem verwacht wordt als leerkracht basisonderwijs. Tijdens en na afloop van de opleiding kan de student dit document in het kader van een leven lang leren blijven gebruiken voor de verdere ontwikkeling binnen het beroep. De competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam) is opgenomen als bijlage bij deze Praktijkgids LIO. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 4

2. LEERDOELEN LIO-STAGE Tijdens de LIO-stage staan de volgende leerdoelen centraal: De student heeft door middel van zijn houding, gedrag en communicatie overwicht en overzicht over de groep. De student beschikt over een pedagogisch repertoire om een veilige en stimulerende leeromgeving aan te bieden die aansluit bij de mogelijkheden van de kinderen in de groep. De student gebruikt een activerende en directe instructie voor alle leerlingen en geeft daarbij een heldere en duidelijke uitleg. De student zorgt voor een taakgerichte werksfeer waarbij hij/zij tijdens de voorbereiding en evaluatie gebruik maakt van het systematisch volgen en analyseren met behulp van het leerlingvolgsysteem. De student werkt constructief samen met collega s. De student bespreekt helder en open de ontwikkeling van leerlingen. De student kan zijn onderwijs verantwoorden door het te verbinden aan de doorlopende leerlijnen. De student kijkt kritisch naar zijn eigen handelen en heeft een onderzoekende houding. De LIO-stage is verdeeld in twee perioden: LIO-1 en LIO-2. Beide perioden worden afgesloten met een beoordeling. Bovenstaande leerdoelen zijn per periode uitgewerkt qua niveau. Op de beoordelingsformulieren zijn daarvoor voorbeelden opgenomen van observeerbaar gedrag. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 5

3. DE LIO-STAGE Binnen de gehele LIO-stage functioneert de student zo zelfstandig mogelijk als leraar basisonderwijs. In de LIOstage laat de student zien zich te ontwikkelen tot een startbekwame leerkracht basisonderwijs. De LIO-stage bestaat uit de volgende studieonderdelen: LIO-stage 1 (12 studiepunten) LIO-stage 2 (12 studiepunten) De totale studiebelasting is 670 uur. 3.1 Ingangseisen Voor de LIO-stage gelden de volgende strikte ingangseisen: Een student van Pabo HvA mag starten nadat het LIO-Bekwaamheidsgesprek (SLB 3.2) met een voldoende is afgerond. Een student van de UPvA mag starten indien ULP 15 UPvA is behaald. Voor studenten van Pabo HvA geldt dat indien de student nog niet voldoet aan de ingangseis, de student in overleg met stageschool wel kan starten op de voorgenomen LIO-plek. Alleen is het dan gewoon stage en die dagen tellen ook niet achteraf als LIO-dagen. De LIO-dagen beginnen pas te tellen vanaf de datum waarop de student voldoet aan de ingangseis. Vooraf stage lopen in de groep is aan te bevelen omdat het de student de gelegenheid geeft zich vooraf goed in te werken in de groep. 3.3 Het verwerven van een LIO-stageplaats Pabo HvA Een student kan op verschillende manieren een LIO-stageplaats vinden. Soms wordt een student benaderd door een school; meestal gaat de student zelf actief op zoek. Verschillende scholen sturen hun LIO-vacatures naar het stagebureau. Het stagebureau plaatst deze LIO-vacatures op extranet. Studenten kunnen solliciteren op de geplaatste vacatures. UPvA Studenten van de UPvA zijn verplicht dat te solliciteren op de LIO-vacatures die zijn geplaatst op extranet. Zowel voor studenten van Pabo HvA als voor studenten van de UPvA geldt: wanneer de student is aangenomen als LIO-er op een school, dan geeft hij/zij dit zo snel mogelijk door aan het stagebureau. 3.4 Verplichtingen van de LIO-student Aan het eind van LIO-1 en LIO-2 moet de student voldoen aan de gestelde eisen. Deze eisen staan beschreven in de beoordelingsformulieren van LIO-1 en LIO-2, die afgeleid zijn van de competentiematrix. De student krijgt geen lijst met stageactiviteiten mee van de opleiding, maar werkt volgens het leerwerkplan dat bij aanvang van de LIO-stage door de student, in afstemming met de stageschool, is opgesteld. In dit leerplan beschrijft de student welke activiteiten hij gaat ondernemen opdat hij de leerdoelen kan behalen aan het eind van LIO-1, respectievelijk LIO-2. Het leerwerkplan wordt als bijlage toegevoegd aan de LIO-overeenkomst. Daarnaast is de student in het kader van de LIO-stage verplicht om: Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 6

de klas twee aaneengesloten dagen per week zelfstandig te leiden voor de afgesproken periode, dit is uiteraard inclusief de voorbereiding, administratieve verwerking en oudergesprekken; te participeren in andere schoolorganisatorische zaken die behoren bij de functie van een groepsleerkracht; onderwijs aan te bieden dat tegemoet komt aan verschillen tussen kinderen, dat wil zeggen: aandacht besteden aan kinderen die extra zorg of uitdaging behoeven en aandacht voor het werken met kinderen van verschillende interculturele achtergronden; actief deel te nemen aan de intervisiemomenten op de opleiding; een afstudeeronderzoek uit te voeren in afstemming met de basisschool (studenten Pabo HvA). 3.5 Verklaring omtrent het gedrag Voor de LIO-stage heeft de student een Verklaring Omtrent het Gedrag, kortweg VOG (voorheen verklaring van goed gedrag genoemd) nodig. De student dient in de VOG aan te vragen in de eigen gemeente. Het aanvraagformulier moet mede ingevuld en ondertekend zijn door de instantie die de VOG verlangt, de basisschool dus. De opleiding speelt in de aanvraagprocedure geen rol. Meer details over de VOG zijn te vinden op deze website: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/verklaring-omtrent-het-gedrag 3.6 Omvang van de LIO-stage en stagedagen De omvang van de LIO-stage is totaal 670 uur (24x28 uur). De urenbelasting is inclusief voorbereidingstijd voor de lessen, vergaderingen en de begeleiding door de school en door de opleiding. Er zijn tussen Pabo HvA en UPvA wat verschillen in de concrete uitwerking vanwege de blokindeling en de inrichting van het studieprogramma. Pabo HvA Bij een regulier studieprogramma, dat wil zeggen indien de student geen studieachterstand heeft, start de student met de LIO-stage bij aanvang van het cursusjaar. De LIO-stage duurt in dat geval van augustus tot ongeveer eind mei. Een hele dag staat voor 8½ uur, een halve dag (bv. de woensdag) staat voor 6 uur. Op scholen met een continurooster wordt voor een hele dag 8 uur gerekend. In het schema verderop in deze paragraaf is een voorbeeld opgenomen van de urenopbouw. Stagedagen Studenten van Pabo HvA hebben de keuze om de LIO-stage te lopen: 1. LIO-stage op maandag en dinsdag (maandag, dinsdag en woensdag zijn gereserveerd voor de studie op opleiding), of 2. LIO-stage op donderdag en vrijdag (woensdag, donderdag en vrijdag zijn gereserveerd voor de studie op opleiding) De student geeft zijn keuze aan de opleiding door voorafgaand aan het studiejaar. Een voorbeeld van de opbouw van de LIO-uren voor een student van Pabo HvA: BLOK 4.1 Bij start: 1 sept. 176 uur 8 weken à 17 uur = 136 uur 1 stageweek à 40 uur = 40 uur BLOK 4.2 159 uur 7 weken à 17 uur = 119 uur 1 stageweek à 40 uur = 40 uur Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 7

BEOORDELING LIO-1 (12 stp.): Focus: functioneert de student zelfstandig voor de groep? Ontwikkelt hij zich richting startbekwame leerkracht? BLOK 4.3 210 uur 10 weken à 17 uur = 170 uur 1 stageweek à 40 uur = 40 uur BLOK 4.4 t/m 31 mei BEOORDELING LIO-2 (12 stp.): Focus: is de student startbekwaam? 125 uur 5 weken à 17 uur = 85 uur 1 stageweek à 40 uur = 40 uur TOTAAL 670 uur - 30 weken met 2 dagen LIO - 4 stageweken (alle dagen) Iedere student maakt een eigen overzicht en berekening van de LIO-uren, uiteraard in samenspraak met de LIOschool. UPvA UPvA studenten beginnen hun stage aan het begin van het cursusjaar, tussen 18 augustus en 1 september. Zij lopen elke week 2 dagen, maandag en dinsdag, stage totdat zij aan de verplichting van 670 uur hebben voldaan. Dat betekent dat zij 40 schoolweken stage moeten lopen. 3.7 Opbouw van de LIO-stage Bij een reguliere studievoortgang start de student, na overleg met de stageschool, met de LIO-stage tussen 18 augustus en 1 september met de LIO stage. Het is de bedoeling dat de student meteen hele dagen lesgeeft. In de eerste fase is de mentor bij voorkeur nog wel (deels) in de klas om te student feedback te geven op de leerkrachtvaardigheden en om de student zonodig te ondersteunen. De mentor kan bijvoorbeeld in de eerste weken (tot maximaal 6 weken) met kleine groepjes werken zodat de student ruimte heeft een relatie op te bouwen met de groep en met individuele kinderen, en om overwicht op en overzicht over de groep te krijgen. Andersom is ook mogelijk: de student werkt in deze eerste fase met een klein groepje en de mentor met de hele klas. In alle gevallen is het van belang dat de student vanaf het begin de rol van leerkracht krijgt, maar ook zelf pakt. Op welke wijze deze eerste fase precies wordt ingevuld wordt in goed overleg tussen mentor en student bepaald. Veel zal afhangen van de situatie en de voorkeuren van de betrokken personen. Na maximaal 6 weken moet de student de groep zelfstandig draaien. De mentor is dan niet meer aanwezig in de klas. 3.8 LIO-overeenkomst deel I: betaalde LIO of onbetaalde LIO De afspraken rondom de LIO-stage worden vastgelegd in een overeenkomst: een contract tussen de basisschool en de student. Omdat sommige basisscholen een betaalde LIO-stage aanbieden en andere scholen een onbetaalde LIO-stage, zijn er ook verschillende overeenkomsten: betaalde LIO-stage: leerarbeidsovereenkomst onbetaalde LIO-stage: stageovereenkomst De LIO-overeenkomsten zijn gebaseerd op de richtlijnen van het ministerie van OC&W en vakbond AOb. De LIOovereenkomsten zijn te vinden op de DLWO, www.hva.nl/pabo-stage In beide gevallen stelt de student een leerwerkplan op die als bijlage wordt toegevoegd aan de overeenkomst. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 8

Betaalde LIO (leerarbeidsovereenkomst) Bij een betaalde LIO is er sprake van een LIO-werknemer en daarmee van een juridische status. Een LIOwerknemer heeft op basis van de juridische status een tijdelijke ontheffing van de bevoegdheidseis en mag zelfstandig voor de groep staan. Concreet: de student mag dan zelfstandig met de groep naar bv. de gymles buiten de deur lopen. De student wordt voor 50% betaald omdat de LIO-periode voor 50% uit leren bestaat en 50% uit werken. Voor het werkdeel krijgt de student betaald, voor het leerdeel blijft de studiefinanciering doorlopen. Betaling voor het regulier basisonderwijs: bedraagt 50% van schaal LA, trede 1. Betaling voor speciaal basisonderwijs: bedraagt 50% van schaal LB, trede 1. Onbetaalde LIO (stageovereenkomst): Bij een onbetaalde LIO is er sprake van een stagiair. Een stagiair heeft geen tijdelijke ontheffing van de bevoegdheidseis en mag dus niet zelfstandig voor de groep staan. Concreet: in dit geval mag de student niet alleen met de groep naar de gymles buiten de deur. Er moet dan iemand anders als eindverantwoordelijke mee. De stagiair kan in principe dezelfde werkzaamheden verrichten als de LIO-werknemer, mits er één personeelslid als eindverantwoordelijke wordt aangewezen. Deze eindverantwoordelijke is gedurende de tijd dat de LIO voor de klas staat fysiek in het gebouw aanwezig; dit moet formeel worden vastgelegd. Gaat de LIO met de groep buiten de school, dan moet de eindverantwoordelijke mee. We spreken van een onbetaalde LIO-stage als er sprake is van een stagevergoeding (alles minder dan 50% van schaal LA of LB, trede 1) of van een onbetaalde stage. Let op: de kwalificatie betaalde LIO is alleen van toepassing als een schoolbestuur 50% van de laagste schaal (trede 1) voor leerkracht betaalt. In alle andere gevallen is er sprake van een onbetaalde LIO, dus ook als er een (maandelijkse) vergoeding wordt gegeven. 3.9 LIO-overeenkomst deel II: het leerwerkplan In alle gevallen (dus bij zowel een betaalde als een onbetaalde LIO-stage) wordt door de student een leerwerkplan wordt opgesteld in overleg met de LIO-mentor of de stageschool. Dit leerwerkplan bevat de volgende onderdelen: 1. Competenties: toewerken naar niveau startbekwame leerkracht 2. Taken en speciale opdrachten: a. Lesgebonden taken b. Niet-lesgebonden taken c. Afstudeeronderzoek Pabo HvA d. Wijze en omvang van begeleiding door de stageschool Ad. 1 De competenties: toewerken naar niveau startbekwame leerkracht De student geeft in dit onderdeel van het leerwerkplan aan op welke wijze hij toewerkt naar het niveau startbekwame leerkracht. Hij gebruikt de competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad Amsterdam, niveau startbekwaam als inhoudelijke richtlijn. De student baseert zich bij het opstellen van het leerwerkplan op de feedback die is ontvangen bij het LIO-Bekwaamheidsgesprek en de bijbehorende praktijkbeoordeling (studenten Pabo HvA) / de input die is ontvangen bij ULP 15 (studenten UPvA), de eisen die worden gesteld op de beoordelingsformulieren LIO-1 en LIO-2 en de competentiematrix, niveau startbekwaam. De student werkt tijdens Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 9

de LIO-stage gericht aan de competenties die nog extra aandacht behoeven. De student verwoordt in het leerwerkplan SMART 1 wat hij gaat doen om de gestelde leerdoelen te behalen. Ad. 2 Taken en speciale opdrachten 2a. Lesgebonden taken De student geeft aan op welke dagen de LIO-stage wordt gelopen, welke lessen worden gegeven en hoe deze worden voorbereid 2. Ook gaat de student in op de taken die bij het lesgeven horen: correctie, leerlingadministratie, overdracht, weekplanning, specifieke lessen etc. (voor Montessori-studenten gelden naast de hier genoemde verantwoordelijkheden specifieke verantwoordelijkheden m.b.t. het begeleiden van de groep. Zie hiervoor bijlage 1 Montessori specificaties ). Dag en tijdstip voor de wekelijkse overdracht en de periodieke bespreking van de groep worden vastgelegd. 2b. Niet-lesgebonden taken Bij dit onderdeel worden de vergaderingen waarin de student participeert vermeld, evenals deelname aan buitenschoolse activiteiten zoals sportdagen, excursies, schoolreisjes, kamp, musical enz. Ook de afspraken rondom het bijwonen van ouderavonden en het voorbereiden en voeren van oudergesprekken worden vooraf vastgelegd in het leerwerkplan. 2c. Afstudeeronderzoek (alleen voor studenten Pabo HvA) De student legt vast op welke wijze de LIO-school betrokken is bij het afstudeeronderzoek en welke begeleiding er (indien van toepassing) wordt geboden. 2d. Wijze en omvang van begeleiding door de stageschool Hier wordt vastgelegd wanneer de LIO-mentor begeleidingsgesprekken voert met de student, wanneer de student wordt begeleid bij het maken van bv. de weekplanning, het bijhouden van het leerlingvolgsysteem, het begeleiden van en naar de gymzaal of zwembad enz. Ook wordt een tijdstip bepaald waarop een tussenevaluatie plaatsvindt met (een vertegenwoordiger van) de directie, de mentor en de student. De (academische) opleider in de school / stagedocent en de directie van de betrokken basisschool van de student geven hun goedkeuring aan het leerwerkplan door het te ondertekenen. Gedurende de LIO-stage kan het nodig zijn het leerwerkplan tussentijds bij te stellen. 3.10 De ondertekening van de LIO-overeenkomst Voordat de student aan de slag gaat als LIO, zorgt de student ervoor dat het LIO-overeenkomst wordt getekend achtereenvolgens - door de stageschool, de student en door de Pabo HvA/UPvA. Dit is de vaste volgorde, Pabo HvA respectievelijk UPvA, tekent dus altijd als laatste partij. Studenten van Pabo HvA tonen bij iedere ondertekening het bewijs (dat is het ingevulde en ondertekende beoordelingsformulier SLB 3.2) van het voldoende afronden van het LIO-Bekwaamheidsgesprek; studenten van de UPvA van het behalen van ULP 15. 1 Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden. 2 Afspraken worden gemaakt over de schriftelijke voorbereidingen van lessen. Dat kan m.b.v. het lesvoorbereidingsformulier van de opleiding en aan de hand van een gezamenlijk afgesproken wijze van schriftelijk voorbereiden. Samen met de school gaat de student op zoek naar de eigen voorkeursstijl. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 10

De student geeft de LiO-overeenkomst samen met het leerwerkplan aan zijn/haar kerndocent (Pabo HvA) of academische opleider in de school (UPvA). Deze geeft de overeenkomst en het leerwerkplan na controle aan het stagebureau Pabo HvA / onderwijsbalie UPvA. Na de ondertekening door de opleidingsmanager stuurt het stagebureau zowel de student als de stageschool een scan. Daarna worden de originele formulieren gearchiveerd. HvA Het stagebureau stuurt een scan van het contract, na ondertekening door de opleidingsmanager, naar de student en naar de stageschool. Het originele contract wordt gearchiveerd door het stagebureau. UPvA De onderwijsbalie stuurt een scan van het contract, na ondertekening door de opleidingsmanager, naar de student. De student print het contract uit en geeft deze aan de stageschool. Het originele contract wordt gearchiveerd door de onderwijsbalie. 3.11 LIO-stage en studenten met studievertraging (alleen voor studenten Pabo HvA) Het kan zijn dat de student bij de start van het cursusjaar niet op schema ligt met de studie waardoor er nog niet gestart kan worden met de LIO-stage. Als strikte ingangseis voor de LIO-stage geldt dat de student het LIO- Bekwaamheidsgesprek (SLB 3.2) met een voldoende heeft afgerond. Als dat nog niet het geval is, kan de student een keuze maken uit een drietal scenario s: A, B en C. Deze scenario s staan beschreven in de Studiewijzer 4.1 en 4.2 2014-2015. Als de student hiermee te maken krijgt, dan betekent dat over het algemeen dat de LIO-stage later wordt gestart. De student heeft de volgende mogelijkheden om te starten met de LIO-stage: - Bij de start van het schooljaar - Aansluitend aan de herfstvakantie - Aansluitend aan de kerstvakantie. Voor deze momenten is gekozen omdat dit natuurlijke momenten zijn in het ritme van de basisschool. Het studieprogramma op de opleiding is aangepast aan deze instapmomenten. Dat betekent concreet dat bepaalde studieonderdelen op verschillende momenten opnieuw worden aangeboden. Dat geldt onder meer voor de beroepsopdracht die nauw verbonden is met de LIO-stage. Bij een start met de LIO-stage aansluitend aan de herfstvakantie is het qua urentotaal toch mogelijk om de LIOstage af te ronden binnen het schooljaar. Indien een student start aansluitend aan de kerstvakantie is er altijd sprake van studievertraging en moet LIO-2 worden gelopen ná de zomervakantie. Zolang de student nog niet met de LIO-stage kan beginnen (maar de verwachting is dat dit wél het geval zal zijn binnen afzienbare tijd), raadt de opleiding aan om alvast stage te lopen in de betreffende groep. Dat geeft de student de gelegenheid om alvast kennen te maken met de kinderen en de groep, werkwijzen etc. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 11

4. BEGELEIDING EN BEOORDELING 4.1 Begeleiding LIO vanuit de stageschool en vanuit de opleiding De LIO-school geeft de student de ruimte voor het uitvoeren van les- en schoolgebonden activiteiten. In de klas wordt de student begeleid door de LIO-mentor. De school stelt de ouders van de betrokken groep op de hoogte van de komst van de LIO-student. De verwachtingen ten aanzien van de LIO- mentor zijn dat hij/zij: - gedurende de LIO-stage in een soort duo-baan met de student samenwerkt; - ruimte geeft gedurende maximaal zes weken voor een geleidelijke opbouw richting het zelfstandig functioneren voor de groep; - in overleg met de student bepaalt op welke momenten de mentor wel of niet aanwezig is als de student de groep onder zijn hoede heeft; - te allen tijde bereikbaar is voor de student als deze zelfstandig voor de groep staat; - de student begeleidt bij verschillende activiteiten; - begeleidingsgesprekken voert met de student. Daarnaast verwachten we van de stageschool dat de student wordt opgenomen in de cyclus van functioneringsgesprekken. Dat betekent dat de directeur (of iemand aan wie deze taak is gedelegeerd) ook een functioneringsgesprek voert met de student. Pabo HvA Tijdens de LIO-stage wordt de student begeleid door een opleider in de school (bij een opleidingsschool) of door een stagedocent van de Pabo HvA (bij een niet-opleidingsschool). De opleider in de school / stagedocent bezoekt de LIO-student minimaal tweemaal per semester. Als een opleider in de school /stagedocent een les van de student bezoekt, dan moet er altijd een schriftelijke voorbereiding van deze les beschikbaar zijn. Vanuit de opleiding wordt de student op afstand begeleid door middel van intervisie onder leiding van de kerndocent. Deze intervisie vindt plaats op de opleiding. Deze intervisiemomenten geven de student de gelegenheid even afstand te nemen van de eigen praktijksituatie, ervaringen uit te wisselen met medestudenten en kennis te nemen van de onderwijspraktijk op andere scholen. De student verbreedt hierdoor de blik, leert over verschillende onderwijssituaties en leert kritisch te reflecteren op eigen en op andermans werkervaringen. Als de student start met LIO-1, start hij tegelijkertijd met de uitvoering van de beroepsopdracht Zicht op mijn LIOgroep. Uitgangspunt is dat deze beroepsopdracht relevant is bij het opstarten van de eigen LIO-groep en ondersteunend is bij de vraagstukken die de student als leerkracht (in opleiding) tegenkomt. De student brengt in deze beroepsopdracht op systematische wijze zijn LIO-groep in beeld. Hij maakt hierbij een keuze uit de instrumenten waarmee hij kennis heeft gemaakt gedurende de voorgaande jaren van de opleiding en de instrumenten die hiervoor op de LIO-school worden gehanteerd. De student eindigt deze beroepsopdracht met het formuleren van aanbevelingen aan zichzelf als leerkracht van de betreffende LIO-groep. De opleiding vraagt bij deze de LIO-school de student toegang te verlenen tot de nodige toets- en dossiergegevens. UPvA Tijdens de LIO-stage wordt de student begeleid door een opleider in de school. De opleider in de school bezoekt de Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 12

LIO-student minimaal tweemaal per semester. Als een (academische) opleider in de school een les van de student bezoekt, dan moet er altijd een schriftelijke voorbereiding van deze les beschikbaar zijn. De academische opleider voert na de beoordeling van LIO-1 een tussengesprek met de student en aan het eind van de LIO-2 het startbekwaamheidsgesprek. De UPvA biedt begeleiding op afstand door middel van intervisie (beroepsvaardigheden 3) onder begeleiding van een docent. Ook in beroepsvaardigheden 4 en 5 staat de LIO-stage centraal. De opleider in school bezoekt de student op de werkplek voor begeleidingsgesprekken. Dit gebeurt twee keer per semester. De academische opleider en opleider in school zijn het aanspreekpunt voor de student bij vragen of calamiteiten. 4.2 Beoordeling LIO-1 en LIO-2 De beoordeling van LIO-1 en LIO-2 wordt uitgevoerd door de opleider in de school (in het geval van een opleidingsschool) of de stagedocent (in het geval van een niet-opleidingsschool). De directie van de LIO-school (of degenen aan wie deze taak is gedelegeerd) geeft voorafgaand aan de beoordeling van LIO-1 en LIO-2 een schriftelijk advies op basis van de gestelde beoordelingscriteria. Hij / zij doet dit door het beoordelingsformulier LIO-1 of LIO-2 in te vullen. De opleider in de school /stagedocent beoordeelt uiteindelijk de stage door middel van het invullen van het definitieve LIO-beoordelingsformulier en het toekennen van het cijfer. De opleider in de school / stagedocent baseert zich bij het eindoordeel op de schriftelijke adviesbeoordeling van de directeur en op de gegevens van de eigen stage- en lesbezoeken). Pabo HvA De opleider in de school / stagedocent voert de studiepunten in in SiS en zorgt ervoor dat het beoordelingsformulier bij het stagebureau terecht komt ter archivering. De student neemt het ingevulde beoordelingsformulier op in het portfolio. UPvA De opleider in de school stuurt het ondertekende formulier met cijfer digitaal naar de academische opleider in school en naar de student. De academische opleider verzamelt alle beoordelingen, stuurt deze naar het stagebureau en maakt een cijferoverzicht in de google drive. De student bewaart de beoordelingsformulieren in het portfolio. Het stagebureau archiveert de praktijkbeoordelingen. De student neemt het ingevulde beoordelingsformulier op in het portfolio. 4.3 Beoordelingscriteria Voor LIO-1 en voor LIO-2 staat beschreven welke leerdoelen moeten worden behaald. Enerzijds geven deze doelen richting, anderzijds zijn ze zodanig geformuleerd dat er voldoende ruimte blijft bestaan voor de student om de activiteiten aan te passen aan de specifieke situatie op de (opleidings)school en/of om eigen accenten te leggen. De leerdoelen zijn vertaald naar en geconcretiseerd in beoordelingscriteria. Op het beoordelingsformulier zijn voor elk beoordelingscriterium voorbeelden van concreet waarneembaar gedrag opgenomen. Deze zijn bedoeld om aan te geven welk type gedrag zichtbaar moet zijn in de praktijk van het lesgeven. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 13

4.4 Gebruik van de competentiematrix De competentiematrix is een reflectie-instrument en wordt gebruikt om de ontwikkeling van de student in de begeleidingsgesprekken in beeld te brengen en te duiden. Het is geen instrument aan de hand waarvan bewijzen worden verzameld en er worden ook geen competenties afgetekend. 4.5 Stagedossier Van elke student wordt op het stagebureau een stagedossier bijgehouden. In dit dossier worden de volgende formulieren opgenomen: - de stage- en LIO-beoordelingsformulieren van alle leerjaren; - de herkansingafspraken en overeenkomsten stageverlenging (indien van toepassing); - overige correspondentie over de stage. De stagedossiers zijn alleen toegankelijk voor medewerkers van de HvA, voor zover dit voor de uitoefening van hun functie noodzakelijk is. De medewerkers van de HvA zijn gehouden de gegevens uit de stagedossiers niet anders te gebruiken dan nodig voor het uitoefenen van hun functie. Het is de medewerkers van de HvA niet toegestaan om gegevens uit de stagedossiers aan onbevoegden te geven. De beheerder van de stagedossiers draagt er zorg voor dat onbevoegden niet de gelegenheid krijgen van de inhoud van de dossiers kennis te nemen. De student heeft recht op inzage in het eigen dossier (alleen op afspraak met het stagebureau) en kan scans toegestuurd krijgen van de formulieren. 4.6 Wat te doen bij problemen tijdens de LIO-stage? De student heeft een probleem met de LIO-stage Bij stage op een opleidingsschool: Er is een probleem: Bespreken met stagementor of opleider in school. Het probleem is niet opgelost: Bespreken met de instituutsopleider/academische opleider van de opleidingsschool. De instituutsopleider/academische opleider bespreekt de klacht te allen tijde met de coördinerend opleider. Er is nog steeds geen oplossing: Bespreken met de coördinator (Pabo HvA) van voltijd 3 of deeltijd 4 of (stage)coördinator UPvA 5. De (stage)coördinator bespreekt de klacht te allen tijde met de instituutsopleider/academische opleider. Bij stage op een stageschool (alleen Pabo HvA) Er is een probleem: Bespreken met stagementor of HvA stagedocent. Het probleem is niet opgelost: Bespreken met de coördinator van voltijd of deeltijd. 3 Coördinator Voltijd: René Onclin, r.onclin@hva.nl tel. 06 2115 5644. 4 Coördinator Deeltijd: Welmoet Damsma, w.l.damsma@hva.nl tel. 06 2115 5373. 5 Stagecoördinator UPvA: Mieke Roos, m.roos2@uva.nl tel. 020 525 4145. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 14

De praktijkschool heeft een probleem met een stagiaire Bij LIO-stage op een opleidingsschool Er is een probleem: Bespreken opleider in school en student. Het probleem is niet opgelost: Bespreken met de instituutsopleider/academische opleider van de opleidingsschool. De instituutsopleider/academische opleider bespreekt de klacht ook met de student. Er is nog steeds geen oplossing: Bespreken met de coördinator (Pabo HvA) van voltijd of deeltijd of (stage)coördinator UPvA. De (stage)coördinator bespreekt de klacht ook met de student. Bij LIO-stage op een stageschool Er is een probleem: Bespreken mentor en student. Het probleem is niet opgelost: Bespreken met de stagedocent. De stagedocent bespreekt de klacht ook met de student. Er is nog steeds geen oplossing: Bespreken met de coördinator (Pabo HvA) van voltijd of deeltijd. De coördinator bespreekt de klacht ook met de student. De student is het niet eens met de beoordeling Als de student het niet eens is met de beoordeling, dan kan hij een schriftelijk bezwaar met argumentatie indienen bij de coördinator voltijd of deeltijd Pabo HvA of bij de stagecoördinator UPvA. Het verzoek wordt intern besproken en de student krijgt uiterlijk binnen drie weken een reactie. Er is een klacht van een ouder Bij een klacht van een ouder wordt er altijd contact opgenomen met de coördinator voltijd / deeltijd of de (stage)coördinator van de UPvA. Het stagebureau speelt een rol met betrekking tot de registratie van en de doorverwijzing bij problemen. Zij zijn niet verantwoordelijk voor de afhandeling van de problemen. Dat zijn uiteindelijk de coordinatoren voltijd, deeltijd en de stagecoördinator van de UPvA Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 15

5 BIJZONDERE SITUATIES Er zijn omstandigheden waarin moet worden afgeweken van eerder gemaakte afspraken. Hierbij kunnen persoonlijke omstandigheden van de student een rol spelen, maar ook binnen de stageschool kan een situatie zijn ontstaan waardoor het niet mogelijk is om op dezelfde weg verder te gaan. In alle gevallen moet contact worden op genomen met de opleider in de school /stagedocent en in het geval van de UPvA ook met de academische opleider in school van de student om vervolgstappen te bespreken. Als deze, om welke reden dan ook, niet bereikbaar is, moet de stageschool en/of de LIO contact opnemen met een van de medewerkers van het stagebureau van de Pabo HvA (tel. 020-5995628 of stage-pabo@hva.nl) of UPvA 020-5257616. Het is van belang niet te lang te wachten met het opnemen van contact met iemand van de opleiding zodat er samen gekeken kan worden naar een oplossing. 5.1 Ziekte en overmacht In het geval van ziekte en overmacht is de student verplicht de LIO-school zo snel mogelijk te informeren over eventuele afwezigheid en de redenen daarvan door bij voorkeur minimaal de dag voorafgaand aan de afwezigheid contact op te nemen met de school, en anders s ochtends vroeg. De student informeert vooraf bij de school wat de precieze procedure is met betrekking tot het melden van ziekte of afwezigheid. In het geval van langduriger ziekte en overmacht kan de student bij de examencommissie het verzoek tot een onderbroken LIO-stage indienen. Als een student de LIO-stage afbreekt, wordt altijd het beoordelingsformulier ingevuld met een onvoldoende beoordeling. Het beoordelingsformulier wordt in het stagedossier opgenomen. 5.2 Onvoldoende LIO-1 of LIO-2 Als LIO-1 of LIO-2 met een onvoldoende wordt beoordeeld, heeft de student recht op een herkansing. De LIO-1 wordt bij voorkeur aansluitend herkanst in dezelfde klas. Als de leiding van de stageschool of de student tot de conclusie komt dat dit niet mogelijk of wenselijk is, kan in onderling overleg herkansing plaatsvinden in een andere klas op dezelfde school óf - in laatste instantie - in een andere klas op een andere school. Alle betrokkenen (stageschool, student, opleider in school en stagebureau) zullen zich nadrukkelijk inspannen om deze kwestie zo spoedig mogelijk op te lossen. De student vult samen met de opleider in school een stageverlengingscontract in waarin de student beschrijft wat hij gaat doen om er voor te zorgen dat hij bij de herkansing een voldoende beoordeling krijgt. De opleider in de school / stagedocent is degene die - nadat met alle betrokkenen is gesproken - uiteindelijk het besluit neemt over de omvang van de herkansing. De student heeft recht op één herkansing per LIO-beoordeling. 5.3 Onvoldoende herkansing LIO-1 of LIO-2 In het geval van een onvoldoende voor de herkansing moet de student opnieuw met het LIO-traject starten. In deze situatie vindt altijd een overleg plaats tussen de opleider in de school / stagedocent, student en de kerndocent/academische opleider in school over het vervolg van het LIO-traject. Waarschijnlijk zal het advies worden gegeven om voorafgaand aan het nieuwe LIO-traject een periode opnieuw stage te lopen en te werken aan Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 16

de geconstateerde leerpunten. Ook in dit geval neemt de opleider in de school / stagedocent het uiteindelijke besluit rondom de herkansing. Qua herkansingstraject is er een onderscheid tussen de betaalde en de onbetaalde LIO: Herkansing bij betaalde LIO-stage De student moet opnieuw starten met het LIO-traject. De student start met het nieuwe traject in het volgende studiejaar. Dit heeft te maken met het feit dat de student onderdeel uitmaakt van de formatie van de basisschool. De student kan ook besluiten om het nieuwe LIO-stage in te gaan als onbetaalde LIO. In dat geval geldt de procedure als beschreven bij onbetaalde LIO. Herkansing bij onbetaalde LIO-stage De student moet opnieuw starten met het LIO-traject. Indien er door het opnieuw starten van de LIO-fase studievertraging optreedt, kan de student bij de examencommissie een verzoek indienen tot het versneld van start gaan van het LIO-traject. Indien een student het niet eens is met een onvoldoende beoordeling, dan kan hij zich wenden tot de examencommissie. De examencommissie zal geen inhoudelijk oordeel geven over de LIO-stage, maar controleren of er is beoordeeld conform de procedure. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 17

6 RELATIE LIO-STAGE EN VERDERE AFRONDING VAN DE STUDIE 6.1 Afronding studie Pabo HvA Naast de LIO-stage ronden studenten van Pabo HvA de studie af met de volgende twee onderdelen: 1. Afstudeeronderzoek Hbo bachelor 2. Startbekwaamheidsgesprek (SLB 4.4) Afstudeeronderzoek Hbo bachelor Bij het afstudeeronderzoek staat praktijkonderzoek centraal, gericht op het verbeteren van de onderwijspraktijk. De student voert in afstemming met de LIO-school een probleemanalytisch onderzoek uit waarin een praktijkvraagstuk wordt geanalyseerd. De focus ligt op een systematisch aanpak van de student waarbij alle factoren rondom het praktijkvraagstuk in beeld worden gebracht. De student brengt zo mogelijk een advies uit. De student stemt met de LIO-school af wat het onderwerp voor het praktijkonderzoek wordt. Uitgangspunt is een praktijkprobleem of een verlegenheidsituatie. Doel is om beter zicht te krijgen op / inzicht te krijgen in de betreffende praktijksituatie, zodat aan het eind van het onderzoek een analyse van de situatie kan worden gegeven die kan resulteren in aanbevelingen en adviezen. De student wordt in de eerste fase van het afstudeeronderzoek begeleid door de kerndocent en in de daaropvolgende fase door een afstudeerbegeleider (vakdocent). De beoordeling wordt uitgevoerd door twee examinatoren die niet bij de begeleiding van het onderzoek betrokken zijn (geweest). Begeleiden en beoordelen zijn dus strikt gescheiden. De student staat een Handleiding Afstudeeronderzoek ter beschikking waarin de werkwijze, procedure en eisen ten aanzien van het afstudeeronderzoek staan beschreven. Startbekwaamheidsgesprek (SLB 4.4) Voor studenten van Pabo HvA vormt het Startbekwaamheidsgesprek (SLB 4.4) het sluitstuk van de leerlijn persoonlijke en professionele ontwikkeling. Dit studieonderdeel vindt plaats in de allerlaatste fase van de opleiding. De student moet aan specifieke voorwaarden (beschreven in de studiewijzer) voldoen om aan deze toets te mogen deelnemen. Ter voorbereiding van het gesprek heeft de student het portfolio geactualiseerd en een drietal schriftelijke opdrachten uitgevoerd volgens nauwkeurig omschreven eisen: een zelfevaluatie, een casusbeschrijving en een visiedocument. Het startbekwaamheidsgesprek wordt beoordeeld aan de hand van beoordelingscriteria die zijn afgeleid van het niveau startbekwaam van de competentiematrix. Het startbekwaamheidsgesprek wordt afgenomen door twee examinatoren: een opleidingsassessor en een veldassessor. Beide assessoren zijn gedurende het laatste studiejaar niet betrokken (geweest) bij de begeleiding van de student in de praktijk of op de opleiding. Getoetst worden hbo denk- en reflectievaardigheden (verbinding theorie en praktijk en vice versa, transfer, oordeelsvorming) en leervaardigheden om zich op zelfstandige wijze na de opleiding verder te ontwikkelen binnen studie en/of beroep. 6.2 Afronding studie UPvA Naast de LIO-stage ronden studenten van de UPvA de studie af met de volgende twee onderdelen: Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 18

1. Afstudeeronderzoek WO bachelor 2. Startbekwaamheidsgesprek Afstudeeronderzoek WO bachelor Voor de afstudeerrichting UPvA geldt dat de leerlijn Onderzoek wordt afgerond met een afstudeeronderzoek dat wordt uitgevoerd onder auspiciën van de UvA. In studiejaar 2014-2015 is er sprake van een overgangssituatie. Met ingang van studiejaar 2015-2016 vindt het bacheloronderzoek namelijk plaats in jaar 4. De meeste studenten die hun LIO-stage in studiejaar 2014-2015 lopen hebben nog gewerkt volgens de oude opzet en hebben hun bacheloronderzoek al in hun derde studiejaar afgerond. De werkwijze rondom het bacheloronderzoek is als volgt: scholen sturen onderzoeksvoorstellen naar de UPvA. De studenten maken aan het einde van het derde jaar een gemotiveerde keuze voor een onderzoeksonderwerp. Deze onderzoeksonderwerpen zijn het uitgangspunt voor de student voor het schrijven van een onderzoeksopzet. De student gaat vervolgens in gesprek met de school over het onderzoeksonderwerp dat de school heeft ingediend. Doel van dit gesprek is om vanuit het onderzoeksonderwerp te komen tot een onderzoekbare vraagstelling en het beoogde product vast te stellen. Het afstudeeronderzoek wordt begeleid door een docent van de UPvA. Naast het onderhouden van contact met de school en het schrijven van een onderzoeksopzet volgt de student colleges over het schrijven van een onderzoeksopzet en construeren van testen. In de colleges gaat het over betrouwbaarheid, validiteit en schaalconstructie, en basisvaardigheden zoals het zelfstandig kunnen opzetten van een empirisch onderzoek en de verslaglegging van het onderzoek. Startbekwaamheidsgesprek (ULP xx) Voor de studenten van de UPvA geldt het laatste ULP-onderdeel als Startbekwaamheidsgesprek. Dit wordt beoordeeld door de academische opleider in de school en docent van de UPvA. Op basis van de verplichte deelproducten (de competentiematrix, beoordeling LIO-2, visiestuk en film over leerkrachtvaardigheden) komen de academische opleider en de docent van de UPvA tot het eindoordeel of de student functioneert op het niveau van een startbekwame leerkracht. De docent van de UPvA is niet betrokken bij de begeleiding van de student in de praktijk of opleiding; de academische opleider wél, namelijk bij de begeleiding in de praktijk. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 19

7. PRAKTISCHE INFORMATIE 7.1 Stageweken en eventuele herkansingsmomenten eerdere toetsen Pabo HvA De LIO-stage loopt het gehele jaar door totdat totaal 670 stage-uren zijn behaald. De student volgt het ritme van de basisschool qua vakanties en vrije dagen. In onderstaand schema staan de toets- en stageweken aangegeven. De reguliere toetsen van het vierde jaar vinden plaats op de dagen dat de student op de opleiding is, dus niet op de LIO-dagen. In de toetsweken loopt de student dus gewoon zijn LIO-stage. Incidenteel kan een student wel te maken krijgen met een herkansing uit een van de voorgaande studiejaren, in dat geval informeert de student de LIOschool hier tijdig over. In de stageweken is de LIO-student van maandag t/m vrijdag op de basisschool. De student maakt met de LIOschool afspraken over de werkzaamheden in deze weken. In 2014-2015 ziet de blokindeling en het toetsschema er als volgt uit: BLOK 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 01/09 08/09 15/09 22/09 29/09 06/10 13/10 20/10 27/10 03-11 16/09: 1e stagedag STAGEWEEK VT: ma t/m vr. DT: 1 dag extra HERFST TOETSWK.1 Geen toets jaar 4 Gewoon LIO TOETSWK.2 Geen toets jaar 4 Gewoon LIO BLOK 2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 46 47 48 49 50 51 2 3 4 5 10/11 17/11 24/11 01/12 08/12 15/12 05/01 12/01 19/01 26/01 PROJECTWEEK STAGEWEEK VT: ma t/m vr. DT: 1 dag extra TOETSWEEK.1 4 e jrs. toetsen Gewoon LIO Herkans blok 1 6 TOETSWEEK 2 4 e jrs. toetsen Gewoon LIO BLOK 3 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 02/02 09/02 16/02 23/02 02/03 09/03 16/03 23/03 30/03 06/04 VOORJAAR STAGEWEEK VT: ma t/m vr. DT: 1 dag extra TOETSWK.1 Gewoon LIO Herkans blok 2 TOETSWK.2 Gewoon LIO BLOK 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 13/04 20/04 27/04 04/05 11/05 18/05 25/05 01/06 08/06 15/06 22/06 PROJECTWEEK MEI STAGEWEEK VT: ma t/m vr. DT: 1 dag extra Laatste stagedag in deze week TOETSWK.1 Gewoon LIO Herkans blok 3 TOETSWK.2 Gewoon LIO 7.2 Stageweken en eventuele herkansingsmomenten eerdere toetsen UPvA Studenten van de UPvA lopen elke week twee dagen LIO-stage tot totaal 670 uren zijn behaald. Er zijn geen stageweken. 6 Dit zijn de herkansingsmomenten van studieonderdelen van jaar 2 en 3. Dit geldt ook voor blok 4.3 en 4.4. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 20

BIJLAGE 1: BEOORDELINGSFORMULIER PRAKTIJK LIO-1 Pabo HvA / UPvA 2014-2015 Student: Studentnummer: Cursusjaar: Klas: Kerndocent: Cijfer: (in te vullen door opleider in de school / stagedocent) Datum beoordeling: Stageschool/groep: Mentor: A. Voorwaardelijke onderdelen Ja Nee De student heeft voor de LIO-stage een werkplan / activiteitenplan opgesteld. De stagemap van de student is op orde. O O O/V/G/E B. Beoordelingscriteria Voorbeelden van concreet waarneembaar gedrag 1. Interpersoonlijk Bouwt een positieve band op met het individuele kind. Aandacht van de groep krijgen en houden. De student heeft door middel van zijn Kan de groep op een positieve wijze aanspreken en aansturen. houding, gedrag en communicatie overwicht en overzicht over de groep. 2. Pedagogisch De student beschikt over een pedagogisch repertoire om een veilige en stimulerende leeromgeving aan te bieden die aansluit bij de mogelijkheden van de kinderen in de groep. 3. Vakinhoudelijk en didactisch De student gebruikt een activerende en directe instructie voor alle leerlingen en geeft daarbij een heldere en duidelijke uitleg. 4. Organisatie en klassenmanagement De student zorgt voor een taakgerichte werksfeer waarbij hij/zij tijdens de voorbereiding en evaluatie gebruik maakt van het systematisch volgen en analyseren met behulp van het leerlingvolgsysteem. 5. Functioneren binnen een team De student werkt constructief samen met collega s. 6. Samenwerken met ouders De student bespreekt helder en open de ontwikkeling van leerlingen. 7. Onderwijs verantwoorden De student kan zijn onderwijs verantwoorden door het te verbinden aan de doorlopende leerlijnen. 8. Reflectie en ontwikkeling De student kijkt kritisch naar zijn eigen handelen en heeft een onderzoekende houding. Spreekt hoge verwachtingen uit naar leerlingen, daagt hen uit dit waar te maken en complimenteert hen. Biedt keuzes in samenwerkingsvorm, volgorde, hoeveelheid van taken en aard van taken. Is helder over de regels in de klas en hanteert deze consequent. Hanteert verschillende didactische modellen en betrekt leerlingen actief bij de les. Verzorgt lessen met differentiatie. Biedt leermaterialen en middelen aan die passen bij de verschillen tussen kinderen. Maakt een adequate dagplanning en deelt leertijd voor leerlingen efficiënt en effectief in Organiseert een gelaagde instructie waarbij de leerlingen taakgericht aan het werk zijn. Houdt samen met de mentor het leerlingvolgsysteem bij. Wisselt met collega s kennis en informatie uit over beleid en afspraken binnen de school Zoekt collega s op die kunnen helpen bij de oplossing van een probleem. Investeert actief in een positieve relatie met ouders / verzorgers. Voert samen met de mentor een oudergesprek. Brengt de beginsituatie van leerlingen in kaart en zet deze om in onderwijsbehoeften. Verantwoordt de lesstof met behulp van leerlijnen en de leerdoelen. Stelt voor één basisvak een groepsplan op en kan daarin de cruciale leermomenten verantwoorden. Benoemt eigen sterktes en zwaktes in kennis, vaardigheden en gedrag en zet deze om in een leerwerkplan. Is in staat de eigen rol in een situatie te verwoorden, kan kritisch reflecteren op deze rol en kan het eigen handelen hierop aanpassen. O O Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 21