BESLUITENLIJST Voorronde Open Huis Datum: 17 juli 2014 Onderwerp: Discussienota Verordening WMO en Jeugd Aanwezig: Voorzitter: J. Buzepol Griffier: mw. H.R.E. Hofland Leden: P. Lakerveld, mw. B.G. Schipper, mw. J.T. Sweerts, L.N. Vernie, mw. N. van der Voort en van de WMO-raad: de heer Rijpstra en mw. Zwart Portefeuillehouder: wethouder J.J. Eijbersen Inspreker: de heer H. van Petersen Ambtelijke ondersteuning: mw. A. Weinans Korte samenvatting bespreking: De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. Vanavond staan de Verordeningen WMO en Jeugdhulp 2015 op de agenda. De wethouder zal een korte presentatie geven. De heer Van Petersen spreekt in als vader van een gezin met drie kinderen. Door een ongelukkig voorval met een van zijn kinderen heeft hij de zorg in Bunnik aan den lijve ondervonden. Alle specialistische zorg was goed geregeld. De huisarts maakt daar onderdeel van uit. Het zou zo maar kunnen dat een van zijn kinderen in de toekomst gebruik moet maken van de psychische zorg. Welke weg moet hij dan bewandelen om in aanmerking te komen voor deze zorg? Hij komt bij een sociaal wijkteam. Wie zit daarin en kan hij vertrouwen op goede zorg? Hij ziet de huisarts als de huisdeur naar de Jeugdzorg. Hij vraagt de raad of de raad de zorg voor alle inwoners van Bunnik zorgvuldig wil inkopen, waarbij kwaliteit voorop staat. De heer Lakerveld vraagt aan de inspreker wat hij concreet van de raad verwacht. De heer Van Petersen weet dat hij nu via de verzekering toegang heeft tot die zorg. In de verordening staan nu twee toegangen, de huisarts en het sociaal wijkteam. Wat is geborgd via het wijkteam, werken daar mensen met een beroepsgeheim? Hij heeft nog veel vragen bij het sociale wijkteam. Als daarover geen duidelijkheid komt, is dat voor hem nog steeds geen goede toegang, zoals de huisarts. Wethouder Eijbersen dankt de heer Van Petersen voor zijn inbreng. Hij wil de raad meenemen in het proces rond de verordeningen WMO en Jeugdhulp. Hij wil de uitgangspunten en ideeën over deze processen delen. Mevrouw Weinans geeft de presentatie over de verordeningen. Voor beide verordeningen geldt dat de raad deze voor 1 november 2014 moet vaststellen. De modelverordeningen van de VNG zijn gebruikt als basis voor de verordeningen van Bunnik. De verordeningen kennen een aantal gelijkenissen, zoals de proceduregels, inhoud, inspraak enz. De gemeente moet de zorg inkopen en daarbij moet rekening worden met de kwaliteit. Bunnik heeft bij de uitgangspunten gekozen voor de verordening van de VNG vanwege inhoud en planning. Bunnik werkt met een integraal sociaal team en daarbij wordt getracht de verordeningen zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Bij het hanteren van de uitgangspunten wordt ook gekeken naar bestaand beleid. Verder worden de WMO-raad en andere organisaties betrokken bij het beleid. Er wordt ook regionaal samengewerkt. Zij geeft daarvan een voorbeeld in de presentatie. De presentatie kan worden opgevraagd.
2 Mevrouw Van der Voort zegt dat Perspectief 21 positief is over het gebruik van de modelverordening. Het is goed dat de twee verordeningen WMO en Jeugdzorg op elkaar worden afgestemd. Zij heeft nog een aantal vragen: - Naast de WMO-raad worden ook burgers betrokken. In welk stadium worden de burgers erbij betrokken? - Wat is de selectieprocedure voor burgers? Zitten daar ook jeugdigen in? - Kunnen raadsleden die bijeenkomsten bijwonen? - Hoe worden de adviezen van de WMO-raad gewogen? - Welke partijen worden betrokken bij de adviesperiode Jeugd? Worden daar ook ervaringsdeskundigen bij betrokken? - Is de toegang tot hulp per 1 november 2015 gereed? Is ermee getest, zodat er al kinderziektes uit zijn gehaald? - Op de focuslijst wordt gesproken over cliëntondersteuning en onafhankelijke cliëntondersteuning. Hoe gaat het college daarmee om en waar wordt dit ingebed? - Hoe zit het met het beroepsgeheim van het sociaal team? De heer Lakerveld zegt naar aanleiding van de opmerking van de heer Van Petersen dat de zekerheid van de zorgverzekering overgaat naar de vage zekerheid van de gemeente. Als er echt iets aan de hand is, wordt de verordening de individuele zorgpolis van de gemeente voor de burger. Het is een afdwingbaar recht. Hij wil zijn bijdrage in tweeën delen. De verordening is een getrapt verhaal. De raad wordt gevraagd vertrouwen te hebben in het college Hij wil dat de beleidsregels langs de gemeenteraad komen, zodat inzichtelijk wordt welke rechten en plichten inwoners krijgen in het model. Hoe staat het college daartegenover en wat betekent dit voor de realisatie voor 1 november 2014? In de modelverordening mist hij nog een aantal belangrijke zaken ten aanzien van de kwaliteit en de borging daarvan. Veel zaken worden regionaal ingekocht en georganiseerd. Dat kan alleen als de verordeningen tussen gemeenten op dezelfde manier zijn ingericht. Vindt er regionaal overleg plaats over de verordeningen? De teksten kennen ook juridische gevolgen. Zijn die risico s afgewogen? Hij wil dat de raad periodiek wordt geïnformeerd over de effecten van de verordeningen. Hoe gaat het college de raad op de hoogte houden? Enkele maanden geleden heeft het CDA een dringende oproep gedaan aan het college om de raad nader te infomeren over het sociaal team. Die informatie heeft hij niet gekregen. De toegang tot de zorg wordt nu aan een sociaal team gegeven. Hij heeft daar moeite mee. Er is een vertrouwde route naar de huisarts en hij wil dat, omwille van het borgen van zorg de toegang tot de zorg via de reguliere kanalen wordt georganiseerd. Als het sociaal team over een jaar goed is ingeregeld dan kan daarover alsnog worden gesproken. In de verordening van de VNG staat de eigenbijdrageregeling. In de stukken wordt daarover niets gezegd. Hoe wordt dat geregeld? Hij vindt het een gemiste kans dat deze discussie niet eerder is gevoerd en dat de raad geen zicht heeft op de beleidskeuzes die worden gemaakt. Is er gekeken naar de procedure van Beroep en bezwaar? Is dit beoordeeld en zijn er inschattingen gemaakt over de kosten voor beroep en bezwaar? Mevrouw Sweerts zegt dat het bij de modelverordening van de VNG gaat om verschillende varianten en het dichttimmeren van de verordening op de vrije beleidsruimte. In de nota wordt gepleit voor het openlaten van beleidsruimte voor het college. Gezien het proces zal de vrije beleidsruimte nodig zijn. De Liberalen kunnen instemmen met de uitgangspunten. Zij heeft nog wel een aantal vragen en aandachtspunten. - Wordt de raad daadwerkelijk in een vroeg stadium meegenomen in de beleidskeuzes? - Er wordt gesproken over een werkgroep. Wat is de selectie van die werkgroep? - Hoe wordt de outcome van het beleid en de praktijkervaring gerapporteerd
3 aan de raad? - Is de uiteindelijk gekozen verordening toekomstbestendig en hoe wordt dat getoetst? - Aandachtspunt voor De Liberalen is dat het sociale team zowel de WMO als Jeugdzorg moet uitvoeren. Zij hebben belang bij samenhangende beleidsregels. - Het is belangrijk dat Bunnik kleur gaat geven aan de vrije beleidsruimte, rekening houdend met de behoefte van de Bunnikse populatie. - Hoe wil het college feedback op de beleidsregels invullen? Wie denken er mee over de beleidsregels? - De Liberalen zien de verordening als een belangrijk document en zorgvuldigheid is zeer gewenst. De heer Rijpstra zegt dat de WMO-raad nog geen formeel standpunt heeft ingenomen. In de verordening staan een aantal goede zaken over de Jeugdhulp. De transitie kent een aantal goede ontwikkelingen om de Jeugdzorg dichter bij de gemeente te brengen. De tijdsdruk is groot. Hij ziet veel mogelijkheden voor het sociaal team. Hij heeft wel zorgen over de privacy, beroepsrecht e.d. Voor inwoners wordt het duidelijk waar de hulp gevraagd kan worden en welke beroepsprocedures mogelijk zijn. Het gaat om politieke keuzes waarbij de regels flexibel moeten worden ingezet, vooral als er wachtlijsten ontstaan bij de inzet van hulp. Mevrouw Zwart geeft aan dat de WMO-raad vier thema s hanteert waarop stukken worden getoetst. Een daarvan is krachtgericht in plaats van klachtgericht denken. In hoeverre wordt in de verordening rekening gehouden met de eigen kracht van mensen? Regels in de verordening geven een kader aan. De WMOraad wil graag dat binnen het kader nog beweging mogelijk is voor innovatie. De WMO-raad vindt de regionale samenwerking positief. In hoeverre wordt gebruikgemaakt van verordeningen van andere gemeenten? Wethouder Eijbersen vindt het goed dat het college luistert naar de gemaakte opmerkingen. De privacy is een signaal waar aandacht aangegeven moet worden in de communicatie. Slagkracht en innovatie onderschrijft hij. Hij wil oplossingsgericht denken. Het inkoopproces gebeurt met de regio. Daarin probeert de gemeente Bunnik open en transparant in te zijn. Met name voor GGD-zorg is de huisarts een eerste toegang. Een sociaal team gaat niet over de zorg, maar regelt de toegang tot zorg. In de testfase zijn er professionals betrokken bij het sociaal team. De inwoners worden betrokken via de reguliere informatiekanalen en de stukken worden ter inzage gelegd. Er worden ook andere partijen bij betrokken zoals JIJ uit Utrecht en de WMO-raad. Verder staat het iedereen vrij een mening in te brengen. De WMO-raad wordt zo vroeg mogelijk betrokken bij de plannen. Het advies van de WMO-raad wordt zeer op prijs gesteld en in veel gevallen overgenomen. Verder worden Bureau Jeugdzorg, de provincie Utrecht en MEE betrokken bij de plannen. De focuslijst van de VNG is een belangrijk uitgangspunt en daarvan is nu circa 85% gerealiseerd. Het signaal dat de raad heeft afgegeven over de kwaliteit van zorg neemt hij mee naar het college. Hij zal ook kijken hoe de raad daarbij betrokken kan worden. Hij wil niet alle collegebevoegdheden door de raad laten beslissen, daardoor ontstaat veel bureaucratie. Het signaal over informeren en bijsturen zal hij meenemen. Verder wordt in de verordening de Bunnikse maat meegenomen. Inwoners moeten wel de zekerheid hebben dat zij de zorg krijgen waar zij recht op hebben. Hij neemt de opmerking over de outcome en de effecten van de transitie ter harte en hij zal de raad daarover informeren. De samenstelling van de werkgroep is afhankelijk van het onderwerp. Het kan zijn dat voor verschillende onderdelen uit de verordening verschillende mensen aanschuiven. De regionale inkoop heeft ook effect op de regionale samenwerking van Bunnik. De eigen bijdrage van de regeling kent hij niet precies.
4 De heer Lakerveld zegt dat in de stukken van de VNG duidelijk een eigenbijdrageregeling staat vermeld. Gaat Bunnik het anders doen en is de hulp voor iedereen gratis? Wethouder Eijbersen begrijpt dat het CDA daarover nog iets wil zeggen. Wellicht kan er tijd worden vrijgemaakt zodat de raad en het college daarover met elkaar van gedachte kunnen wisselen. De heer Lakerveld wil graag weten hoe het college de rechten en plichten voor inwoners gaat regelen. In de beleidsregels moet worden opgenomen hoe de toewijzingen worden geregeld. Dan zijn de uitgangspunten duidelijk. Hij wil daar als raad over spreken omdat dit voor inwoners heel belangrijk is. De verordening is de afdwingbare zorgpolis voor inwoners van de gemeente en daar wil hij duidelijkheid over. Wethouder Eijbersen vraagt de raad welke ideeën hij daarover hebben. De heer Lakerveld geeft aan dat het CDA in het verkiezingsprogramma had staan dat mensen met een sociaal minimum geen eigen bijdrage hoeven te betalen voor de WMO. Daar moeten mensen zekerheid over krijgen. Die duidelijkheid mist hij in de stukken. En voordat daarover beslissingen worden genomen wil hij dat kunnen bespreken in de raad en met de inwoners. Wethouder Eijbersen vindt het waardevol om van alle partijen te horen wat zij terug willen zien in de verordening. De heer Lakerveld geeft aan dat het sociaal team cruciaal is in de plannen. Er is nu een inwoner die aangeeft dat hij niets met het sociaal team te maken wil hebben. Er zijn mensen die geen vertrouwen hebben in de plannen die de gemeente nog verder moet concretiseren. Dat probleem signaleert hij. De voorzitter geeft aan dat de heer Lakerveld zijn punt heeft gemaakt en hij wil de andere aanwezigen nog in de gelegenheid stellen om nog enkele opmerkingen te maken. Mevrouw Zwart vraagt hoe integraal de evaluatie wordt aangepakt. Als de verordening al in werking is, zijn er dan nog bijsturingsmomenten? Mevrouw Van der Voort zegt dat haar vraag over cliëntondersteuning en onafhankelijk cliëntondersteuning nog niet is beantwoord. Gaat Bunnik richting onafhankelijke cliëntondersteuning? De heer Vernie hoopt dat hij straks kan zeggen dat Bunnik het beste WMOloket en de beste Jeugdzorg heeft. Dat moet het streven zijn. De zorg moet transparant zijn en daarover moet zo snel mogelijk worden gecommuniceerd naar de burgers. Zij moeten weten hoe een sociaal team werkt en hoe zij daar terecht kunnen. De heer Van Petersen is blij met de toezegging van de wethouder dat hij altijd terecht kan bij de huisarts voor Jeugdzorg. Hij denkt dat het sociaal team meer gevuld is met maatschappelijk werkers dan met BIG-geregistreerde medewerkers. Mensen hebben niet altijd eigen kracht als het om jeugdhulp gaat, zij hebben vaak zorg nodig om weer in de eigen kracht te komen. Mevrouw Zwart zegt dat in een sociaal wijkteam voor jeugd vaak een jeugdverpleegkundige en een psycholoog aanwezig zijn. Die zijn beide BIGgeregistreerd qua deskundigheidsniveau. Mensen onder de achttien jaar hoeven geen eigen bijdrage te betalen voor de zorg.
5 Wethouder Eijbersen geeft aan dat het streven om van Bunnik de gemeente met de beste Jeugdzorg te maken wel een ambitie is. Hij durft daaraan geen resultaatverplichting te koppelen. Het sociaal team bestaat uit maatschappelijk werkers en mensen met een BIG-registratie. Er zijn ook mensen uit de tweedelijnszorg gevraagd voor het sociaal team. Er is een pilot gestart om de effecten te bekijken. Over de onafhankelijke cliëntondersteuning worden gesprekken gevoerd met MEE. Dat wordt ook gedaan op gebied van de jeugd met de organisatie JIJ. Ten aanzien integraal samenwerken is het college van mening dat alles vanuit het integrale beeld vormgegeven gaat worden. Dat is het sociaal domein. Dat laat onverlet dat er ook maatwerk geleverd moet kunnen worden. De voorzitter geeft aan dat de doelstelling van deze avond is de raad te vragen of de raad akkoord kan gaan met de in het collegevoorstel genoemde uitgangspunten. Er zijn veel aanbevelingen en kanttekeningen meegegeven aan het college. Kan het college doorgaan op de ingeslagen met de uitgangspunten zoals die zijn gepresenteerd. De heer Lakerveld geeft aan dat het CDA daar veel moeite mee heeft. Hij vindt dat de betrokkenheid van de gemeenteraad geborgd moet zijn. Dat houdt in dat er een andere werkvolgorde gehanteerd moet worden. Hij wijst met kracht de stelling af dat dit tot meer bureaucratie leidt. Het college kan wel doorgaan met het werk, maar niet in deze vorm, met een beperkte invloed van de raad op hoofdlijnen van de verordening. Mevrouw Van der Voort geeft aan dat Perspectief 21 zich kan vinden in de uitgangspunten. Mevrouw Sweerts geeft aan dat De Liberalen zich kunnen vinden in de uitgangspunten. Zij heeft aanbevelingen gedaan over het betrekken van burgers. De voorzitter geeft aan dat er geen formeel besluit wordt genomen. Het gaat om een discussiestuk. Er zijn aanbevelingen gedaan en bedenkingen geuit. Het is goed om dit onderwerp na het zomerreces in het Open Huis nieuwe stijl te bespreken. Het college kan doorgaan op de ingeslagen weg, maar er moet regelmatig contact met de raad en externe partijen worden onderhouden. Hij sluit de bijeenkomst om 20.40 uur Besproken in technisch overleg d.d. 18 september 2014 Vastgesteld d.d. 18 september 2014