Herverdeling door pensioenregelingen: de invloed van de gestegen levensverwachting en het Lenteakkoord Jan Bonenkamp (CPB) Wilma Nusselder (Erasmus MC) Johan Mackenbach (Erasmus MC) Frederik Peters (Erasmus MC) Harry ter Rele (CPB)
Centrale vraag: hoeveel herverdelen de pensioenregelingen tussen groepen? Intragenerationele herverdeling (tussen groepen binnen een cohort): we onderscheiden naar SES en geslacht bij SES 4 opleidingsniveaus: basis, vmbo, mbo/havo/vwo, hbo/wo dus 8 groepen
Aanleidingen voor de studie 1) Veranderingen in levensverwachting in laatste decennium 2) Veranderingen in beleid (Lenteakkoord) 3) AOW en pensioenen, gecombineerd, nog niet eerder gedaan Wel partieel: - Bonenkamp (2009), Measuring Lifetime Redistribution in Dutch Occupational Pensions, De Economist, Vol. 157, No. 1 - Ter Rele (2007), Measuring Lifetime Redistribution Achieved by Dutch Taxation, Cash-transfers and Non-cash benefits Programs, Review of Income and Wealth,, Vol. 53, No. 2
Taakverdeling Erasmus MC en CPB Erasmus MC (Nusselder, Mackenbach, Peters): berekening van sterftekansen (en levensverwachting) in 1997-2000 en 2005-2008 voor de 8 groepen Erasmus MC cijfers zijn input voor kwantificering herverdeling CPB (Bonenkamp en ter Rele): berekening van de herverdeling door de pensioenregelingen g deze presentatie focust op CPB-deel
DEMOGRAFIE
Conclusie sociaal-demografische verschillen De sterfekansen en levensverwachtingen verschillen substantieel tussen mannen en vrouwen en opleidingsgroepen De levensverwachting van 20-jarige vrouwen is 4 jaar hoger dan die van mannen. Op 65 jarige leeftijd is dit verschil nog ruim 3 jaar De levensverwachting 20-jarige hoog opgeleiden is 6-7 jaar hoger dan die van laag opgeleiden. Verschil op 65-jarige leeftijd nog 4 jaar De stijging g van de levensverwachting vanaf 2001 heeft zich gemanifesteerd als een stijging op 20- en 65-jarige leeftijd voor mannen en vrouwen en voor praktisch alle opleidingsgroepen. De kloof tussen laag- en hoog opgeleiden blijft onveranderd in stand
Inputs: levensverwachtingen per groep (1) Wij werken met dynamische sterftekansen voor de 16-jarige: houden rekening met de (door CBS) geraamde dalingen in de toekomst - bijv. sterftekans bij 46 jaar is die van 46-jarigen over 30 jaar, niet de huidige sterftekans - verschillen tussen groepen gebaseerd op data Erasmus MC
Levensverwachtingen per groep (2) Resterende levensverwachting voor 20-jarige: basis vmbo mbo+ hbo/wo gew.gem. mannen 2000-projectie 57,4 59,0 60,6 63,6 60,9 2011-projectie 62,66 63,8 65,1 67,8 65,4 vrouwen 2000-projectie 59,9 9 62,5 64,66 65,1 64,0 2011-projectie 64,7 66,9 68,7 69,0 68,1
METHODE EN AANNAMES
Rekenopzet en model We berekenen: netto profijt over de levensloop voor elke groep, gemeten vanaf de leeftijd van 16 (als loopbaan begint) - levensloopmeting nodig door fluctuaties gedurende de levenscyclus - gestileerde berekening: we volgen gemiddelde van groep - met model van Bonenkamp (2009), uitgebreid met AOW-regeling Netto profijt = uitkeringen - betalingen (beide in contante waarden) Herverdeling = verschil in netto profijt tussen de groepen - verschillen tussen groepen binnen een cohort (intragenerationele herverdeling) - verschillen tussen cohorten (intergenerationele herverdeling) - vooral aandacht voor intragenerationele herverdeling
Institutionele setting AOW Omslagstelsel Uitkering uniform Financiering kent twee componenten: - AOW-premie (17,9% over eerste 2 schijven, met verrekening van de heffingskortingen) - aanvullende financiering (dekt tekort, elk jaar proportioneel omgeslagen over bruto inkomens) Aanvullend pensioen Kapitaaldekking Middelloonstelsel: opbouwpercentage 2% we bepalen structurele herverdeling: geen inhaalpremies / indexatiekorting
Lenteakkoord AOW AOW-leeftijd geleidelijk naar 67 jaar in 2023 daarna koppeling aan levensverwachting: uiteindelijk 69 jaar + 9 maanden in 2060 (het laatste jaar van de demografische projecties) Pensioenen pensioenrichtleeftijd naar 67 in 2014 daarna koppeling aan levensverwachting (10 jaar voor AOW-leeftijd) opbouwpercentage met 0,1%-punt omlaag in 2014
Input: levensinkomens bruto levensinkomens: basis vmbo mbo+ hbo/wo mannen 560 727 884 1301 vrouwen 177 286 446 787 Verschillen komen door lonen en participatie i discontovoet: 3% (reëel) productiviteitsgroei: 1,5% (reëel)
RESULTATEN - effecten gestegen levensverwachting - effecten Lenteakkoord - herverdeling in nieuwe situatie
Effect van gestegen levensverwachting bij AOW (contante waarden in dzd euro s) mannen basis vmbo mbo+ hbo/wo gew.gem. uitkeringen 20 19 18 17 18 financiering (-) -18-22 -27-39 -29 netto 2-3 -9-22 -11 vrouwen uitkeringen i 19 18 16 16 17 financiering (-) -8-11 -15-25 -16 netto 11 7 2-9 1
Effect van gestegen levensverwachting bij pensioenen (contante waarden in dzd euro s) mannen basis vmbo mbo+ hbo/wo gew.gem. uitkeringen 11 15 19 30 21 financiering (-) -10-14 -18-31 -20 netto 1 1 1-1 0 vrouwen uitkeringen i 2 4 7 15 8 financiering (-) -2-4 -7-17 -9 netto 0 0-1 -2-1
Effect van Lenteakkoord bij AOW (contante waarden in dzd euro s) mannen basis vmbo mbo+ hbo/wo gew.gem. uitkeringen -22-22 -23-23 -23 financiering (-) 18 22 27 40 29 netto -3 0 4 17 6 vrouwen uitkeringen i -22-23 -23-24 -23 financiering (-) 10 13 17 24 17 netto -13-10 -6 1-6
Effect van Lenteakkoord bij pensioenen (contante waarden in dzd euro s) mannen basis vmbo mbo+ hbo/wo gew.gem. uitkeringen -10-14 -20-35 -23 financiering (-) 11 15 20 34 22 netto 0 0 0-1 0 vrouwen uitkeringen i -2-4 -8-19 -9 financiering (-) 2 5 8 18 10 netto 0 0 0 0 0
Herverdeling AOW na Lenteakkoord (contante waarden in dzd euro s) mannen basis vmbo mbo+ hbo/wo gew.gem. uitkeringen 66 68 72 82 74 financiering (-) -99-145 -185-245 -188 netto -34-77 -112-163 -114 vrouwen uitkeringen i 72 80 86 87 84 financiering (-) -22-33 -71-168 -83 netto 50 47 16-82 1
Herverdeling AOW na Lenteakkoord (in % van levensinkomen) mannen basis vmbo mbo+ hbo/wo gew.gem. uitkeringen 11,7 9,4 8,2 6,3 8,1 financiering (-) -17,8-20,0-20,9-18,9-19,9 netto -6,0-10,6-12,7-12,6-11,8 vrouwen uitkeringen i 40,8 28,0 19,3 11,0 20,6 financiering (-) -12,4-11,6-15,8-21,4-16,1 netto 28,3 16,3 3,5-10,4 4,5
Oorzaak overwegend negatieve uitkomst bij AOW Oorzaak: combinatie omslagstelsel en aanname dat r>g Voorbeeld adhv van 2 perioden: periode 1 periode 2 financiering a a (1+g) profijt a a (1+g) netto 0 0 netto profijt van cohort geboren in periode 1= -a + a (1+g)/(1+r)= ) a (g-r)/(1+r) ) <0 als r>g
Herverdeling pensioenen na Lenteakkoord (contante waarden in dzd euro s) mannen basis vmbo mbo+ hbo/wo gew.gem. uitkeringen 41 61 88 172 103 financiering (-) -51-72 -99-170 -110 netto -10-11 -10 2-7 vrouwen uitkeringen i 10 21 41 97 49 financiering (-) -12-22 -41-93 -48 netto -2-2 0 5 1
Herverdeling pensioenen na Lenteakkoord (in % van levensinkomen) mannen basis vmbo mbo+ hbo/wo gew.gem. uitkeringen 7,3 8,4 10,0 13,2 10,4 financiering (-) -9,0-9,9-11,1-13,0-11,3 netto -1,8-1,5-1,2 0,2-0,9 09 vrouwen uitkeringen i 5,7 7,2 9,3 12,4 9,4 financiering (-) -6,7-7,8-9,2-11,8-9,4 netto -1,0-0,6 0,0 0,6 0,0
Herverdeling AOW + pensioenen na Lenteakkoord (contante waarden in dzd euro s) mannen basis vmbo mbo+ hbo/wo gew.gem. uitkeringen 107 129 160 254 177 financiering (-) -150-217 -283-415 -298 netto -44-88 -123-161 -121 vrouwen uitkeringen i 82 101 127 184 132 financiering (-) -34-56 -112-261 -131 netto 49 45 16-77 1
Herverdeling AOW + pensioenen na Lenteakkoord (in % van levensinkomen) mannen basis vmbo mbo+ hbo/wo gew.gem. uitkeringen 19,0 17,8 18,1 19,5 18,5 financiering (-) -26,8-29,9-32,0-31,9-31.2 netto -7,8-12,1 1-13,9-12,4-12,7 vrouwen uitkeringen i 46,5 35,2 28,6 23,4 29,9 9 financiering (-) -19,1-19,5-25,0-33,2-25,5 netto 27,3 15,7 3,5-9,8 4,5
Conclusie en mogelijke beleidsimplicaties Forse herverdeling tussen groepen - Lenteakkoord compenseert ongeveer effect gestegen levensverwachting toegenomen door stijging levensverwachting afgenomen door lenteakkoord - pensioenregelingen herverdelen van rijk naar arm en van man naar vrouw met name bij AOW Mogelijke beleidsimplicaties: - geeft omvattender beeld: geen perverse herverdeling - mogelijk relevant bij vormgeving afzonderlijke regelingen