Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid M.J.W. Struijvenberg (Leefbaar Rotterdam) over toeslagenfraude.

Vergelijkbare documenten
Vraag 1: Hoe kan het dat er na 15 mei toch nog aanslagen afvalstoffenheffing over belastingjaar 2010 zijn verstuurd?

Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid H.M. Koppert (Leefbaar Rotterdam) over Basisregistratie Personen.

Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid M.J.W. Struijvenberg (Leefbaar Rotterdam) over bijstand EU-onderdanen.

4. Wanneer heeft de Rotterdamse Mobiliteit Centrale dit onderzoek voor het laatst gedaan en welke resultaten zijn hier uitgekomen?

Fraude patronen. 10 signalen van mogelijk misbruik via de BRP. Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)

Rapport. Oordeel. Datum: 7 februari 2017 Rapportnummer:

Verhuurder als enige niet gehoord Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven

Toetsplan MBO Adresonderzoek en adreskwaliteit I (M14)

Vraag 3: Is er een inschatting te maken van de kosten van door illegalen in Rotterdam gepleegde misdrijven/overlast over het afgelopen jaar?

Kwaliteit GBA en handhaving

DRAAIBOEK INTEGRALE ONTMANTELING HENNEPKWEKERIJEN

van het raadslid de heer Marcel Lathouwers (SP) over Geen sloop zonder plan

Toetsplan MBO Adresonderzoek en adreskwaliteit I (M14)

Voordracht voor de raadsvergadering van <datum raadsvergadering>

Ontruiming van woning Register Amsterdam Dienst Wonen

Toetsplan MBO Adresonderzoek en adreskwaliteit I (M14)

Vragen over de relatie tussen registraties van UWV en GBA Ons kenmerk: 2011Z09551/2011D26264

Gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Raadsstuk. Aan de Raad der gemeente Haarlem. Datum: 7 oktober 2008 Raadsvragen ex art 38 RvO Onderwerp: Brandveiligheid woningen

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van de raadsleden de heren A. van Doorn, J.C. van der Helm en M. de Graaf

ARTIKEL I. Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: Artikel 232, vierde lid, vervalt.

Schriftelijke vragen. Toelichting door vragenstellers:

GEHEIMHOUDING EN DE GEMEENTERAAD DE REGELS

Rotterdam, 17 april 2012.

Datum 18 december 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Criminele Albanezen zijn de opkomende groep in de drugshandel

Handhaving. Gijs de Bock Bureau Ondersteuning BWZ Dienst stedelijke Ontwikkeling. Den Haag, 9 juni 2011

Onderwerp Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein

En nu, verder met adresonderzoek. Saskia Lensink

* * Beleid. Fractie Liberaal Bloemendaal CC: Raadsleden en Duo-commissieleden. Geachte heer Heukels,

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Nederlandse consulaat te Barcelona (Spanje). Bestuursorgaan: de minister van Buitenlandse Zaken.

Beleidsregels permanente bewoning recreatieverblijven gemeente Coevorden

Rapport. Verscholen veranderingen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. XXXXXX 2015, nr. XXXXXX;

Managementsamenvatting: Schaduweffecten van EU-arbeidsmigratie in Rotterdam

Raadsstuk. Aan de Raad der gemeente Haarlem. Datum: 18 februari 2009 Raadsvragen ex art 38 RvO Onderwerp: Afschaffen papieren Woningkrant

Rekenkamercommissie Beverwijk

Toetsplan MBO Adresonderzoek en adreskwaliteit I (M14)

Rapport. Datum: 18 augustus 2004 Rapportnummer: 2004/324

Beantwoording art 33 vragen bereikbare en betaalbare voorraad sociale huurwoningen

Casus: Terugmeldproces politie Rotterdam

Gemeente Amsterdam. Aan de leden van de Raadscommissie Bouwen en Wonen. Geachte raadsleden,

Aan de bewoner van dit pand Gemeente Amsterdam Dienst Persoonsgegevens

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

wijzigingen Wet BRP Bijlage nummer 1 Datum 13 december 2013 Ons kenmerk

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Landelijke online dienst aangifte verhuizing en emigratie

Landelijke online dienst aangifte verhuizing en emigratie

Verhuurder gemangeld Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven

Beleidsregels voor het houden van een briefadres, gemeente Assen.

Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer D.A. van der Ree van 28 januari 2015 inzake het samenvoegen van woningen.

Driejarig kind blijft alleen ingeschreven Gemeente Amsterdam Stadsdeel Oost Dienst Persoons- en Geo-informatie

Fraudebestrijding en de BRP

Verordening voor kamerverhuur- en

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer

Beleidsregels huisbezoek gemeente Wierden 2013

Docloods Nr. Rotterdam, 15 november 2011.

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 13 november 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 17 november 2008 onder nummer

Tevens is ter informatie een algemene factsheet van Stichting CJG Rijnmond bijgevoegd.

Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies

Raadsvergadering. 11 juni Onderwerp Vaststelling huisvestingsverordening regio Utrecht 2015, gemeente Bunnik

Het lot van de bewoner als gevolg van een verkeerde eigenaar onderzoekt naar een beleidsstrategie voor de probleemwijk Oud-Charlois

Bedrijfsvoering met betrekking tot de Jaarstukken 2016.

INSTRUCTIEKAART LANDELIJKE ONLINE DIENSTEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Met de toets <F11> kunt u naar de verschillende punten springen, met <Ctrl+Enter> het voorblad afsluiten.

Artikel 3.8 en 3.9, 2.38, 2.39, van de Wet basisregistratie personen (BRP) 2014 met kenmerk

Naar aanleiding hiervan heeft de fractie van GroenLinks de volgende vragen:

Bijlage 6. Paragraaf 2 vermeldt de conclusies. In paragraaf 3 staat een uitgebreidere toelichting.

Datum 12 juli 2013 Betreft Vragen van het lid Bashir (SP) over het onterecht krijgen van toeslagen door Oost-Europeanen (ingezonden 30 mei 2013)

venlo Raadsnotitie GEMEENTEBESTUUR Lokaal woonbeleid 5 H. Brauer

Vraag 1. Wat is de stand van zaken in de rechtszaak over de Bulgaarse toeslagenfraude?

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Schriftelijke vragen. Inleiding door vragensteller.

Raadsinformatiebrief. Onderwerp Situatie Laurentius

Toetsplan M14 Adresonderzoek en adreskwaliteit I

Raadsvoorstel. Pagina 1 van 6

Wijziging Uitvoeringsinstructie 12 Tijdelijke Verhuur naar aanleiding van de wijzigingen in de Leegstandwet d.d. 1 juli 2013(3B, 2014, 179)

Uw kenmerk Uw brief/mail van Burgerservicenr Ons kenmerk Bijlage 8 maart 2015

gelet op de artikelen 4, 5, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 18, 19 en 20 van de Huisvestingswet 2014 en de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

B&W-Aanbiedingsformulier

Beleidsregels toewijzen woonwagenstandplaatsen Gouda

Actuele Motie vergunning tijdelijke verhuur woningen.

Protocol Huisbezoek 2015

Toetsplan M14 Adresonderzoek en adreskwaliteit I

Op 23 mei 2016 heeft u vragen gesteld ex art. 38 RvO inzake ouderen met een laag inkomen in een zorgwoning.

Uitvoeringsbesluit kamerverhuur Hellevoetsluis 2012:

gemeente Eindhoven Raadsvragen Van het raadslid dhr. H. Bouteibi (PvdA) over zwakke scholen

Advies: Bijgaande Raadsinformatiebrief betreffende een aantal items op de Lange Termijn Agenda (LTA)vaststellen en verzenden aan de raad

Een onderzoek naar de verwerking van een adreswijziging van een burger.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

BAR HUISBEZOEKPROTOCOL UITKERINGEN Barendrecht-Albrandswaard-Ridderkerk

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 maart 2015, nr. B ;

Aan de gemeenteraad van Leiden. Geachte leden van de gemeenteraad,

Rotterdam, 22 mei 2012.

B en W nummer ; besluit d.d

Een onderzoek naar de adressering van brieven aan een BIG-geregistreerde door het CIBG.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 augustus 2016 Beantwoording Kamervragen 2016Z12883

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

VERGUNNINGAANVRAAG VOOR TIJDELIJKE VERHUUR VAN LEEGSTAANDE WOONRUIMTE

Transcriptie:

Rotterdam, 4 juni 2013. Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid M.J.W. Struijvenberg (Leefbaar Rotterdam) over toeslagenfraude. Aan de Gemeenteraad. Op 26 april 2013 stelde het raadslid M.J.W. Struijvenberg (Leefbaar Rotterdam) ons schriftelijke vragen over toeslagenfraude. Inleidend wordt gesteld: Geacht college, Gisteren is er in de gemeenteraad gesproken over de toeslagenfraude. Een aantal van onze vragen zijn onvolledig of onduidelijk beantwoord. Ook riep het debat nieuwe vragen op. Die vragen wil ik u hierbij graag stellen. Het is van vanzelfsprekend belang dat u voldoet aan de actieve informatieplicht: wanneer belangrijke informatie bij u bekend is, moet deze informatie door u ongevraagd aan de raad gezonden worden. Het RIEC (Regionaal Informatie en Expertise Centrum) heeft op 18 mei 2012 een rapport gemaakt over de gang van zaken rondom de toeslagenfraude. In dit rapport komen dezelfde zaken naar voren als in de uitzending van Brandpunt van 21 april 2013. Het RIEC-rapport is nooit aan de gemeenteraad gezonden. Hieronder volgen de vragen en onze beantwoording: Vraag 1: Tijdens het afgelopen raadsdebat gaf het college aan dat het rapport van het RIEC niet aan de raad is gezonden, omdat het een vertrouwelijk rapport betrof dat niet met de buitenwacht gedeeld kon worden. Maar de gemeenteraad is natuurlijk geen buitenwacht voor het college, het is het hoogste orgaan van de gemeente Rotterdam. Waarom is dit rapport niet (desnoods vertrouwelijk) aan de raad gezonden? Gedurende strafrechtelijke onderzoeken worden er geen mededelingen gedaan. Het belang van een degelijk en deugdelijk strafrechtelijk onderzoek stond voorop. Op 18 mei 2012, de datum waaraan u refereert in uw inleiding, liep het strafrechtelijk onderzoek nog. De aanbevelingen van het onderzoek zijn op 26 juni 2012 gepresenteerd in de gezagsdriehoek. Wij hebben toezending van het rapport niet overwogen, omdat toeslagenfraude onder de verantwoordelijkheid van het Rijk valt. Verscherpte uitvoeringsmaatregelen betreffende het GBA vallen wél onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid en daarom hebben wij u meerdere keren geïnformeerd over de maatregelen die wij ter hand hebben genomen. De aanscherping van maatregelen ter intensivering van de controle van de GBA was in Rotterdam overigens reeds aan de orde, voordat van aanbevelingen daartoe door het RIEC Rotterdam Rijnmond (kennisknooppunt bij de misdaadbestrijding in de regio) Behandelaar: drs R.A.M. van Schijndel, 010-4896462 raadsstuk 0000 pagina 1

sprake was. Over deze intensivering hebben wij u geïnformeerd. Onder meer in de beantwoording van vraag 14 gaan wij hier kort nader op in. Vraag 2: Op 31 mei 2012 werd in de commissie MVSP de laatste monitor Oost-Europeanen besproken. Deze monitor was laat klaar. Als reden hiervoor werd door u aangegeven dat u de laatste informatie aan de raad wilde meegeven en dat dat extra tijd had gekost. Toch werd in deze commissievergadering door u niets gemeld over de toeslagenfraude, terwijl het RIEC-rapport toen twee weken oud was. Waarom heeft u hier op 31 mei 2012 niets over gemeld? Zie het antwoord op vraag 1. Aanvullend merken wij op dat de Bestuurlijke rapportage GBA en fraude lopende de maand juni 2012 is opgesteld door het RIEC. Vraag 3: Op 3 juli 2012 beantwoordde u schriftelijke vragen van dhr. Verheij en mevr. Middelman over de GBA (Gemeentelijke Basisadministratie). In uw beantwoording heeft u niets gemeld over de toeslagenfraude. Waarom heeft u hier op 3 juli 2012 niets over gemeld? Wij hebben 3 juli 2012 melding gemaakt van de (strengere) uitvoeringsmaatregelen om de GBA te controleren en overbewoning tegen te gaan. Vraag 4: In de beantwoording van deze vragen meldt u dat er sinds januari 2011 tweemaal een machtiging tot binnentreding is afgegeven. Tijdens het afgelopen raadsdebat gaf u aan dat er drie adressen waren betrokken bij het RIEC-onderzoek: op twee adressen stonden twaalf personen ingeschreven, op één adres elf. Voor hoeveel van deze drie adressen is een machtiging tot binnentreding afgegeven en waarom niet voor alle drie de adressen? In de beantwoording van 3 juli 2012 ging het over een zaak van illegale bewoning waarbij na het binnentreden op last van de burgemeester geconstateerd is dat er meer mensen stonden ingeschreven dan er daadwerkelijk woonden. Voor geen van de tijdens de raadsvergadering genoemde drie adressen is een machtiging tot binnentreden afgegeven, omdat daar geen aanleiding voor was. Een machtiging tot binnentreden is een uiterste maatregel, die uitsluitend op last van de burgemeester kan plaats vinden. Dit is hierbij niet aan de orde geweest. Tijdens het raadsdebat van 25 april j.l. is de actuele stand van zaken gegeven van mogelijke overbewoning door Bulgaren, naar aanleiding van geluiden in de media dat er grote aantallen (50 tot 100) Bulgaren op sommige adressen staan ingeschreven. Dat komt in Rotterdam niet voor. Op 25 april j.l. waren er drie adressen waarop resp. elf en twaalf personen stonden ingeschreven. Op één adres woont een gezin bestaand uit zeven personen. De overige vijf personen waren door Publiekszaken al in onderzoek gezet, omdat deze op aangeven van GBAcontroleurs niet woonachtig meer zijn op het adres. Deze personen worden Behandelaar: drs R.A.M. van Schijndel, 010-4896462 raadsstuk 0000 pagina 2

uitgeschreven na aflopen van de daartoe bestemde wettelijke redelijke termijn (min. vier weken). Op het tweede adres woont een gezin van vijf personen, de resterende zes personen waren door Publiekszaken al in onderzoek gezet omdat deze er op aangeven van de huidige bewoners niet meer wonen. Ook deze personen worden uitgeschreven na aflopen van de daartoe bestemde wettelijke redelijke termijn (min. vier weken). Het derde adres betreft het adres van een woningcorporatie (Stadswonen), bestemd voor legale tijdelijke kamerverhuur, waar op dat moment twaalf mensen stonden ingeschreven van verschillende nationaliteiten. Deze adressen staan geheel los van het RIEC-onderzoek. Vraag 5: Bevonden één of meerdere van deze adressen zich in een gebied waar de Rotterdamwet (inkomenseis) geldt? Nee. Vraag 6: U heeft aangegeven dat de aanleiding voor het doen van onderzoek, voor u was dat erg veel Bulgaren zich inschreven in Rotterdam (15 per week). Waarom is er niet eerder onderzoek gedaan, n.a.v. het feit dat er veel teveel mensen op één adres stonden ingeschreven? De aanleiding voor het nemen van extra maatregelen was niet het feit dat veel Bulgaren zich inschreven. De aanleiding is een strafrechtelijk onderzoek geweest van de officier van Justitie in Rotterdam naar mensenhandel, gestart in december 2011. De officier van Justitie heeft dit ingebracht in het RIEC om integraal de kwestie op te pakken. Uit dit onderzoek bleek dat verdachten van mensenhandel zich vermoedelijk ook bezig hielden met toeslagenfraude. Op het moment dat Publiekszaken hierover geïnformeerd is, is achteraf geconstateerd dat er in één maand een grote toename was van het aantal ingeschreven Bulgaren. Direct nadat de driehoek op de hoogte is gesteld door het RIEC, in juni 2012, is opdracht gegeven aan Publiekszaken om maatregelen te nemen om inschrijvingen in de GBA strenger te controleren. Deze opdracht paste in de lijn van de al eerder in gang gezette aanscherping van daartoe strekkende maatregelen. De gemeente krijgt lopende het strafrechtelijk onderzoek geen informatie van de FIOD over de adressen die het strafrechtelijke onderzoek betreft. Dat maakt het voor ons niet mogelijk te bezien of er in Rotterdam een relatie bestaat tussen overbewoning en toeslagenfraude, zoals in de media is gesuggereerd. De gemeente controleerde toen al elke 5e inschrijving, als er geen sprake is van een duurzaam gemeenschappelijk huishouden. Deze maatregel is daarna per 1 september 2012 gewijzigd in controle vanaf elke 4e inschrijving. Vraag 7: Op 21 november 2012 is in de commissie FIB gesproken over de GBA. In deze vergadering heeft dhr. Schneider gevraagd naar de risico s als de GBA niet op orde is. Ook in deze commissievergadering werd door u niets gemeld over de toeslagenfraude. Waarom heeft u hier op 21 november 2012 niets over gemeld? Behandelaar: drs R.A.M. van Schijndel, 010-4896462 raadsstuk 0000 pagina 3

Kortheidshalve verwijzen wij naar de beantwoording van de vragen 1, 2 en 3. De strengere maatregelen om de GBA te controleren zijn in de commissie FIB aan de orde gesteld. Vraag 8: Op 26 maart 2013 beantwoordde u schriftelijke vragen van dhr. Koppert. De vragen gingen over de GBA, fraude en spookburgers. In uw beantwoording heeft u niets gemeld over de toeslagenfraude. Waarom heeft u hier op 26 maart 2013 niets over gemeld? Deze vragen gingen over burgers, die in de GBA staan geregistreerd met de aantekening Vertrokken onbekend waarheen (ook wel spookburgers genoemd) en de vorderingen die de gemeente heeft lopen op deze groep. De problematiek van deze groep is van een heel andere aard. In die gevallen staan burgers juist niet ingeschreven in de GBA zodat vorderingen niet geïnd kunnen worden. Beide situaties zijn niet met elkaar te vergelijken en vergen ook een verschillende aanpak. Vraag 9: We zien dat het niet alleen zo is dat u zich niet gehouden heeft aan uw actieve informatieplicht, maar dat er zelfs meerdere logische momenten zijn geweest waarop u iets over de toeslagenfraude had moeten melden. Desondanks heeft u dat niet gedaan. U heeft de gemeenteraad dus zelfs niet te laat geïnformeerd, u heeft de raad niet geïnformeerd. Slechts dankzij de uitzending van Brandpunt en RTL Nieuws is de gemeenteraad op de hoogte gekomen van de achtergronden van uw beleidswijzigingen. Op 23 april gaf de burgemeester op Radio Rijnmond aan dat volgens hem de gemeente alles doet wat mogelijk is, maar geïnteresseerd te zijn in de ideeën van de gemeenteraad. Een opvallende mededeling, want als het college echt geïnteresseerd zou zijn in de ideeën van de gemeenteraad, zou de raad natuurlijk veel eerder zijn geïnformeerd. Wellicht is de burgemeester wel degelijk geïnteresseerd in de ideeën van de gemeenteraad, maar dan wethouder Karakus klaarblijkelijk niet. Waarom vindt u het niet belangrijk om in een vroeg stadium de gemeenteraad te informeren over de achtergronden van beleidswijzigingen, zodat de gemeenteraad dit desgewenst kan aanvullen of bijstellen? Wij vinden het van groot belang de gemeenteraad in een vroeg stadium te betrekken bij de oordeelsvorming over (mogelijke) beleidswijzigingen. In het onderhavige geval is ons inziens van een beleidswijziging geen sprake. Over (strengere) maatregelen om de GBA te controleren en overbewoning tegen te gaan hebben wij u, zoals gezegd, 3 juli en 21 november 2012, en 26 maart 2013 geïnformeerd. Vraag 10: Tijdens het afgelopen raadsdebat gaf u aan dat de toeslagenfraude onderdeel zal uitmaken van de komende monitor Oost-Europeanen. Die monitor is echter al door u vastgesteld op 16 april jongstleden. Is de toeslagenfraude onderdeel van de monitor zoals die door u is vastgesteld op 16 april? Behandelaar: drs R.A.M. van Schijndel, 010-4896462 raadsstuk 0000 pagina 4

Ja, in de monitor in het hoofdstuk Veilig het volgende: Bulgaren vinden voornamelijk via het informele (Turkse) circuit hun weg in Nederland. Louche tussenfiguren spelen een faciliterende rol in huisvesting, werk, maar bijvoorbeeld ook in malafide aanvragen van allerlei belastingtoeslagen. Vraag11: Leefbaar Rotterdam wenst het niet te accepteren dat de informatiepositie van de gemeenteraad aangetast wordt. Welk vertrouwen kunnen wij als gemeenteraad nog hebben dat u belangrijke informatie met ons deelt zodra deze informatie voor u beschikbaar is? Wij hebben de informatieplicht die wij hebben aan de gemeenteraad hoog in het vaandel staan. In deze beantwoording hebben wij aangegeven hoe wij in het geval van de door het RIEC gesignaleerde toeslagenfraude daar uitvoering aan hebben gegeven. Vraag 12: Heeft u nog meer (vertrouwelijke) informatie niet aan de raad gezonden, terwijl het wel aanleiding vormde voor bijstelling van collegebeleid? Wij hebben de raad altijd correct geïnformeerd. Onder verwijzing naar het antwoord op onder meer de vragen 1, 2, 3 en 9 gaat het hier om (strengere) uitvoeringsmaatregelen. Vraag 13: De vorige monitor Oost-Europeanen is op 25 april 2012 door de raad ontvangen. Zoals gezegd, was dit nogal laat. De huidige monitor is op dit moment nog niet door de raad ontvangen. Waarom is de monitor dit jaar opnieuw zo laat? Om over, voor de monitor vaste, onmisbare onderdelen te kunnen rapporteren, zijn wij afhankelijk van data over 2012 die eerst in de loop van februari beschikbaar komen. Deze data, die ook door derden geleverd worden, dienen geverifieerd te worden en in een aantal gevallen nader geanalyseerd. Vraag 14: We hebben als gemeenteraad uit de media moeten vernemen dat er maatregelen getroffen zijn n.a.v. het rapport van het RIEC. Waarom heeft u niet aan de raad gemeld dat er beleidswijzigingen doorgevoerd werden n.a.v. het RIEC-rapport, op het moment dat tot deze wijzigingen besloten werd? Zonder dat van een beleidswijziging sprake is, is de aanscherping van de maatregelen die genomen zijn om de GBA strenger te controleren meerdere keren aan de raad gecommuniceerd: in de beantwoording van raadsvragen op 3 juli 2012, 26 maart 2013 en in de commissie FIB op 21 november 2012. En zoals recent in de brief over GBAmaatregelen aan de raad is aangegeven zijn de maatregelen om de GBA strenger te controleren niet specifiek op deze doelgroep gericht of op deze vorm van fraude, maar breder toepasbaar om alle mogelijke misbruik van een inschrijving in de GBA te voorkomen dan wel op te sporen. Het RIEC-onderzoek heeft er alleen toe geleid om dit versneld uit te voeren. Behandelaar: drs R.A.M. van Schijndel, 010-4896462 raadsstuk 0000 pagina 5

Vraag 15: Eén van de maatregelen die getroffen is om de toeslagenfraude tegen te gaan, is de herinvoering van de verhuurdersverklaring, zo meldde u tijdens het afgelopen raadsdebat. In januari 2005 was de verhuurdersverklaring echter al (opnieuw) ingevoerd. Wanneer is de verhuurdersverklaring (na 2005) weer afgeschaft en waarom? Hoe is de gemeenteraad hier van op de hoogte gesteld? Deze maatregel is nooit afgeschaft de woordkeus van wethouder Karakus bij het raadsdebat was op dit punt te stellig - de maatregel is slechts versoepeld. Hij is in 2005 ingevoerd en in oktober 2008 versoepeld bij de invoering van de mogelijkheid om digitaal aangifte van verhuizing te doen. De burger kon bij de digitale verhuisaangifte toestemming geven om achteraf de eigenaar te informeren over de inschrijving. Alleen in geval van twijfel of het ontbreken van deze toestemming werd alsnog om de verhuurdersverklaring gevraagd. Omdat de versoepelde maatregel tot bezwaren leidde van woningcorporaties is begin 2012 besloten weer vooraf om een verhuurdersverklaring te vragen. De gemeenteraad is hierover niet geïnformeerd omdat er geen sprake was van afschaffing. Vraag 16: Wanneer is de verhuurdersverklaring daarna weer ingevoerd? Het terugdraaien van de versoepeling is gefaseerd doorgevoerd, om te beginnen voor woningcorporaties in mei 2012. Na advies aan de driehoek in juni 2012 is besloten om de uitvoering van de maatregel weer te intensiveren en wordt de verhuurdersverklaring ook voor particuliere eigenaren weer in alle gevallen vooraf gevraagd. Omdat de voorbereidingen hiervoor langer duurden (eigenaren moesten schriftelijk geïnformeerd worden) is dit per 1 november 2012 ingegaan. Vraag 17: De huidige verhuurdersverklaring was in eerste instantie alleen van toepassing op woningen die door corporaties verhuurd worden. Volgens de planning zou vanaf oktober 2012 ook de particuliere verhuur onder de verhuurdersverklaring vallen. Waarom werd de huidige verhuurdersverklaring niet direct van toepassing op alle (dus ook particuliere) huurwoningen? De voorbereidingen om de particuliere huiseigenaren schriftelijk te informeren over de gewijzigde toepassing duurden langer dan die met betrekking tot de woningcorporaties. Vraag 18: Vanaf wanneer is de verhuurdersverklaring van toepassing op particuliere verhuur? Met ingang van 1 november 2012. Vraag 19: Een andere maatregel die u heeft getroffen n.a.v. het RIEC-rapport betreft het controleren bij de vierde i.p.v. vijfde inschrijving op één adres, zo meldde u tijdens Behandelaar: drs R.A.M. van Schijndel, 010-4896462 raadsstuk 0000 pagina 6

het afgelopen raadsdebat. De inschrijving wordt in zo n geval aangehouden totdat er een huisbezoek heeft plaatsgevonden. In het raadsdebat gaf u hierbij aan dat er met risicoprofielen wordt gewerkt. Bij een verhoogd risico vindt er een huisbezoek plaats. Bij een minder groot risico niet. Dit uit het oogpunt van efficiëntie. Dit alles kwam vreemd op ons over. In veel gebieden in Rotterdam geldt een maximum van drie achternamen op één adres. In geval van een vierde inschrijving zou er dus sowieso een huisbezoek moeten plaatsvinden, of omdat er teveel mensen wonen, of omdat er mensen staan ingeschreven die niet op het betreffende adres wonen. In beide gevallen is dat aanleiding voor een huisbezoek. Daar is geen RIEC-rapport voor nodig en ook geen risicoprofiel. In welke gebieden in Rotterdam geldt het maximum van drie achternamen op één adres? Vraag 20: Waarom vond er voorheen geen huisbezoek plaats wanneer in zo n gebied een vierde inschrijving werd gedaan? Antwoorden op vraag 19 en 20: In antwoord op de vraag van de drie achternamen melden wij u dat in heel Rotterdam geldt, op dit moment, dat in alle gevallen van kamerverhuur aan meer dan twee personen een vergunning nodig is. In antwoord op de vraag van de vierde i.p.v. de vijfde inschrijving op één adres willen wij u meegeven: In heel Rotterdam was de regel van toepassing dat vanaf de 5e inschrijving (niet vormende een duurzaam gemeenschappelijk huishouden) controle plaats zou vinden. Het aantal van vijf personen is gekozen vanwege de reden dat dit ook het aantal personen was waarbij de verhuurder in het geval van kamerverhuur (op basis van landelijke wetgeving) verplicht was bepaalde brandpreventieve maatregelen te nemen. Inmiddels is de Woningwet echter zodanig aangepast dat het aantal personen hiervoor geen criterium meer is. Vraag 21: Op 11 april 2012 heeft Leefbaar Rotterdam u in de commissievergadering MVSP verzocht om bij het Rijk aan te kaarten dat mensen na binnenkomst in Nederland recht hebben op huurtoeslag. Dit is volgens ons niet goed. U gaf aan dat te zullen aankaarten bij het Rijk. Heeft u dit ook gedaan en zo ja, wat was de reactie? We hebben het algemene toeslagenbeleid, waar de huurtoeslag onderdeel van is, regelmatig bij het Rijk aan de orde gesteld. Burgemeester en Wethouders van Rotterdam, De secretaris, De burgemeester, Ph. F. M. Raets A. Aboutaleb Behandelaar: drs R.A.M. van Schijndel, 010-4896462 raadsstuk 0000 pagina 7