Beleid en behandeling bij zwangeren met hepatitis B

Vergelijkbare documenten
Zwangerschap en HBV. Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht

HUIDIGE BEHANDELING VAN CHRONISCHE HEPATITIS-B-VIRUSINFECTIE VOLGENS DE RICHTLIJNEN

HEPATITIS B EN ZWANGERSCHAP. Ann-Sophie Page & Gerbrich van den Bosch

Bijlage I Hepatitis B en zwangerschap

Hepatitis B.

Jaaroverzichten Incidentie van meldingen van acute hepatitis B in 2011 lager dan ooit

Focus wie ooit gediagnosticeerd moet nog behandeld worden. Prof. dr. Jan Hendrik Richardus Dr. Robine Hofman Abby Falla, MSc

Het Hepatitis probleem in NL

Afname in meldingen van acute hepatitis B in Nederland

Behandelproblematiek en laatste ontwikkelingen in Hepatitis B Nationale hepatitis dag 2017

Hepatitis, met de nadruk op hepatitis B en C

HEPATITIS B. J.W. den Ouden-Muller internist Rotterdam

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A

Bevorderen van Hepatitis B screening in de Turkse gemeenschap in Rotterdam Ytje van der Veen Presentatie: Dr. Jan Hendrik Richardus

Inhoudsopgave Inleiding Voor wie is deze brochure? 1. Hepatitis 2. Behandeling medicijnen Alternatieve aanvullende behandelingen

NHG-Standaard Virushepatitis en andere leveraandoeningen

Geïndividualiseerde behandeling van chronische hepatitis B-patiënten

Artikel Effectieve verwijzing van chronische hepatitis B-patiënten en bescherming van contacten door de GGD

Artikel Herhaalde melding van chronische hepatitis B-patiënt: negeren of patiënt benaderen?

Zeg nee! Tegen Hepatitis B. Hepatitis B-campagne voor en door Chinezen in Rotterdam e.o. Reinoud Wolter GGD Rotterdam-Rijnmond

Het hepatitis B -virus is heel besmettelijk en wordt overgedragen door seksueel contact, door bloed-op-bloed contact of bij de geboorte.

Richtlijn Varicella Zoster Verloskunde 1 e en 2 e lijn

Artikel Is het schriftelijk oproepen van immigranten voor hepatitis B-onderzoek effectief?


Testen op hiv tijdens de zwangerschap

Doel Behandeling bij Varicella Zoster virus (VZV) tijdens de zwangerschap en bij neonaat.

Nieuwsbrief Korte Keten september 2008

Meer dan opsporen. Nationaal hepatitisplan: een strategie voor actie

Hepatitis B bij (adoptie)kinderen

Controles tijdens de zwangerschap

Hepatitis C, een update. Vincent Rijckborst, Maag-Darm-Leverarts Milan J. Sonneveld, AIOS Maag-Darm-Leverziekten

Zika virus en zwangerschap

Evaluatie vervolgonderzoek na hepatitis B vaccinatie bij kinderen van draagsters. Françoise van Heiningen verpleegkundige RIVM-EPI

Hepatitis B besmetting

AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS I. ACHTERGROND

Telbivudine is geen middel van eerste keus voor de behandeling van

Hepatitis A.

LCI-richtlijn hepatitis B Bijlage 3. Vragenlijst over hepatitis B

Protocol Obesitas. 1.0 Definitie obesitas

Bijlage 4 Vragenlijst over hepatitis B

Kinkhoest en zwangerschap

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu/Centrum Infectieziektebestrijding

cytomegalovirus infectie in de zwangerschap en de auditieve gevolgen op het kind

Flaviviridae family Genus Hepacivirus Diameter 50 nm 11 genotypes (1-11), verschillende subtypes

HEPATITIS B. de feiten. U.Z. Gasthuisberg Leuven Dienst Hepatologie. Mevr. Els De Wit (verpleegkundig specialist) Prof. Dr. F. Nevens (Hepatoloog)

Disclosure belangen S.W. Schalm

Screening van pasgeborenen

Hoe krijg je hepatitis B?

Ziekenhuizen. Cytomegalovirusinfecties bij zwangeren

VSV Zoetermeer. Ketenprotocol. Diabetes gravidarum. Auteurs: Esther van Uffelen Ingrid Mourits. Versie 1.0

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

Hepatitis B. Low risk B februari 2016

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

In Nederland zijn ongeveer chronische

Optimalisatie regionale hepatitiszorg regio Arnhem

K-immunisatie en zwangerschap

Artikel Screening van migranten op hepatitis B langs de meetlat van Wilson en Jungner

Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie

Bundeling van data over sterfte, identificatie en behandeling van hepatitis in Nederland, en het bewustzijn daarover


Nieuwe behandelingsopties HCV. Wie willen we bereiken? Sophie Willemse Maag-Darm-Leverarts Academisch Medisch Centrum Amsterdam

hepatitis B Beter voorkomen...

Standpunt KNMG inzake vaccinatie van artsen tegen hepatitis B

INFORMATIE OVER RITUXIMAB (MABTHERA ) FRANCISCUS VLIETLAND

Tuesday 17 April 12. intake raadpleging

Leverenzymstoornissen. Peter van Bommel, Dirk Bakkeren & Martijn ter Borg

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darmen

Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op?

Nationaal Hepatitis Plan

Samenvatting. Samenvatting 11

Nederlandse Samenvatting

Stop or Go? TerugvalprevenDe training bij het begeleid aiouwen van anddepressiva in de zwangerschap.

1. Doelen en aanpak van een Amsterdams actieplan voor optimale hepatitis B en C preventie en zorg

GEZONDHEIDSINFORMATIE

Een nationaal hepatitis plan voor Nederland

Detectie van occulte Hepatitis B bij bloeddonoren

Prik- of spatletsel opgelopen tijdens het werk

De cascade of care van hepatitis B en C in beeld. Irene Veldhuijzen

Testen op HIV in de zwangerschap. Obstetrie

Schildklierafwijkingen en zwangerschap

Vaccinatie tegen hepatitis B.

Dr.L.C. Baak MDL OLVG Februari 2015

! BELANGRIJKE INFORMATIE

ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

Preventie van groep B-streptokokken infectie

Hepatitis B en zwangerschap

Verhoogd risico op hepatitis B door onvolledige of ontijdige immunisatie bij een kwart van de zuigelingen van hepatitis-b-virusdraagsters

12. PERINATAAL BELEID BIJ VERHOOGD RISICO OP AGS

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties

Vaccinatie hepatitis B Geneeskundestudenten

1 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

hepatitisinfo.nl Jaarverslag 2013

Bescherming tegen hepatitis B

Opsporing HCV onder drugsverslaafden. Peter Vossenberg. Verslavingsarts KNMG/arts maatschappij en gezondheid

Hepatitis E, wat moet je ermee?

Hepatitis B. Risico s, preventie en behandeling. Prof. dr. Stefan Zeuzem. European Liver Patients Association

Wat te doen als een Italiaanse zwangere bezorgd is en een kind vreemd kijkt?

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darm

Hepatitis B, versie 20 (PDF aangemaakt op: ) Indien de patiënt een asielzoeker betreft worden data doorgeven aan GGD GHOR Nederland.

Transcriptie:

Stand van zaken Beleid en behandeling bij zwangeren met hepatitis B Greet J. Boland, Irene K. Veldhuijzen, Harry L.A. Janssen, Annemiek A. van der Eijk, Maurice G.A.J. Wouters, Hein J. Boot Jaarlijks wordt bij de zwangerschapsscreening in Nederland bij circa 800 zwangeren een infectie met hepatitis B-virus vastgesteld. Bij een derde gaat het om nieuwe infecties. In de laatste jaren zijn de behandelmogelijkheden van een chronische hepatitis B infectie met antivirale middelen flink toegenomen en ook de behandeling van zwangeren is nu mogelijk. Wanneer er sprake is van een zwangere met geringe virushoeveelheid is behandeling niet direct nodig, want door passieve immunisatie en actieve vaccinatie van de pasgeborene is de kans op infectie door perinatale transmissie verwaarloosbaar. Daarom kan de behandeling van de vrouw worden uitgesteld tot na de bevalling. Echter, bij zwangeren met een hoge virushoeveelheid (> 10 9 kopieën/ml serum) komt, ondanks vaccinatie van de pasgeborene, perinatale transmissie nog steeds voor. Bij deze vrouwen moet een behandeling met antivirale middelen in het laatste trimester overwogen worden. Er is op dit moment alleen ervaring met lamivudine bij zwangeren met HBV-infectie. Het lijkt erop dat de hoeveelheid circulerend virus door de behandeling afneemt. Behandeling dient onder begeleiding van een maag-darm-leverarts of infectioloog plaats te vinden. De opsporing, verwijzing en behandeling van moeder en kind zijn opgenomen in de diverse richtlijnen die recentelijk zijn geactualiseerd en nu goed op elkaar afgestemd zijn. Het gaat met name om de NHG-standaard, het draaiboek van het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) van het RIVM en de richtlijn van de maag-darmleverartsen. Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort: dr. G.J. Boland, immunoloog. GGD Rotterdam-Rijnmond: drs. I.K. Veldhuijzen, epidemioloog. Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam: prof.dr. H.L.A. Janssen, maag-darm-leverarts; dr. A.A. van der Eijk, viroloog. VU medisch centrum, Amsterdam: dr. M.G.A.J. Wouters, gynaecoloog RIVM, Rijksvaccinatieprogramma, Centrum voor Infectieziektenbestrijding: dr.ir. H. Boot, moleculair viroloog. Contacpersoon: dr. G.J. Boland (g.boland@hepatitis.nl). Wereldwijd overlijden tussen 0,5-1,2 miljoen mensen aan de gevolgen van een chronische hepatitis B-infectie. 1 Hepatitis B is de belangrijkste veroorzaker van leverkanker. De kans dat een acute infectie met hepatitis B-virus (HVB) chronisch wordt, is sterk leeftijdsafhankelijk. Bij pasgeborenen is deze kans groot ( 90%) en hij neemt af tot circa 5% bij volwassenen. 1 De meeste chronische infecties met hepatitis B zijn in de perinatale periode of op jonge kinderleeftijd verkregen. Preventie van chronische hepatitis B door het voorkómen van perinatale transmissie is dus van groot belang. In Nederland is de prevalentie van chronische hepatitis B relatief laag, naar schatting 0,36-0,55%. 2 In 2008 werden er meer dan 1700 nieuwe gevallen van HBV-infectie gemeld. Hierbij was in meer dan 1500 (85%) gevallen sprake van een chronische HBV-infectie die vaak al in het buitenland was opgelopen bij de geboorte of in de kindertijd. Hepatitis B is een meldingsplichtige ziekte (tabel 1). Omdat er nog geen systematische opsporing plaatsvindt van chronisch geïnfecteerden, zijn de meldingscijfers sterk afhankelijk van toevalsbevindingen. Verder verlopen veel HBV-infecties asymptomatisch, 1 en mogelijk worden ook niet alle symptomatische infecties herkend en gemeld. 2 Bij ongeveer een derde van de gemelde gevallen is onduidelijk wat de waarschijnlijkste bron van infectie is. Door al deze factoren is het moeilijk om het werkelijke aantal HBV-infecties goed in te schatten. In 2008-2009 zijn de richtlijnen met betrekking tot hepa- NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:A905 1

TABEL 1 Aantal gemelde infecties met hepatitis B in Nederland* jaar acute hepatitis B chronische hepatitis B totaal totaal 2002 198 49 247 674 786 1460 2003 254 73 327 761 721 1482 2004 248 47 295 796 668 1464 2005 231 68 299 814 629 1443 2006 182 58 242* 860 619 1481 2007 172 54 226 896 666 1563 2008 162 50 212 878 629 1509 totaal 1447 399 1848 5679 4718 10402 *Bron: RIVM, OSIRIS. Bij 2 was het geslacht onbekend. Bij 1 was het geslacht onbekend. Chronische HBV-draagsters hebben doorgaans een ongestoorde zwangerschap, tenzij er sprake is van ernstige chronische hepatitis of secundaire cirrose met bijbehorende complicaties. De maternale chronische HBV-infectie heeft geen effect op de foetale uitkomst van de zwangerschap, afgezien van het risico op verticale transmissie. Er is geen relatie gevonden tussen een chronische HBVinfectie en congenitale afwijkingen, intra-uteriene groeiretardatie of intra-uteriene vruchtdood bij foetussen. 7,8 De kans op latere levercomplicatie bij een chronische HBV-infectie is sterk afhankelijk van de virushoeveelheid is het bloed, 9 en zwangeren met een hoge virushoeveelheid en actieve leverontsteking dienen dan ook tijdens of na de bevalling voor behandeling in aanmerking te komen. Tevens is de virushoeveelheid van belang bij de kans op verticale transmissie. Verticale transmissie kan op verschillende manieren plaatsvinden: in utero, perinataal of postnataal, bijvoorbeeld door borstvoeding. titis B en zwangerschap geëvalueerd. Aanleiding hiervoor waren signalen dat het verwijsbeleid onduidelijk was en niet toegespitst op zwangeren. Bovendien zijn meerdere disciplines betrokken bij de zorg voor de zwangere en de zwangerschap en sloten de richtlijnen niet goed op elkaar aan. Ook zijn de behandelmogelijkheden in de laatste jaren toegenomen. De diverse richtlijnen zijn nu geactualiseerd en goed op elkaar afgestemd. Het gaat met name om de NHG-standaard, het draaiboek van het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) van het RIVM en de richtlijn van de maag-darm-leverartsen. In dit artikel bespreken wij de actuele richtlijnen. Hepatitis B en zwangerschap Om verticale transmissie van hepatitis B te voorkomen, worden zwangere vrouwen sinds 1989 gescreend op hepatitis B rond 8-12 weken amenorroeduur. De HBsAgprevalentie van zwangere vrouwen is in Nederland geschat op 0,4%. 3-6 Jaarlijks worden er door de zwangerschapsscreening circa 800 vrouwen gevonden die positief zijn voor HBsAg. 6 Ongeveer een derde tot de helft zijn nieuw-gevonden infecties en die vormen daarmee een aanzienlijk deel van het totaal aantal nieuw-gevonden chronische HBV-infecties. Circa 90% van de infecties door perinatale transmissie wordt voorkomen door de zwangerschapsscreening en vaccinatie van pasgeborenen. In Nederland worden naar schatting jaarlijks 270 chronische HVB-infecties op deze manier voorkomen. De screening vindt echter bij ongeveer 10% van de zwangeren niet plaats en de verwachting is dat juist onder de niet-participerende zwangeren (veelal migranten) de HBsAg-prevalentie verhoogd is. 3-5 Transmissie in utero Intra-uteriene transmissie van HBV is een zeldzame vorm van transmissie. Deze is vooral beschreven in landen als China, Japan en Taiwan waar de prevalentie van hepatitis B hoog is en waar zwangere vrouwen vaker erg hoge HBV-DNA-niveaus in het bloed hebben. 7,10,11 De HBV-genotypes B en C komen veel voor in Aziatische landen en bij deze genotypes is bekend dat de virushoeveelheid nog vaak hoog is bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd. 12 Bij een hoog HBV-DNA-niveau is er een risico op infectie van endotheelcellen in placentaire capillaire weefsels en tevens kunnen er HBV-antigenen aangetoond worden in maternale en foetale lagen in de placenta. 11 Transmissie in utero kan ook het gevolg zijn van een acute maternale infectie tijdens de zwangerschap. 10,13 De kans op verticale HBV-transmissie bij een acute hepatitis B in het derde trimester is circa 60-90%, waarvan een klein deel waarschijnlijk transplacentair verloopt. 10,11,13 Een acute infectie tijdens de zwangerschap komt in Nederland zelden voor. Het risico op transmissie van het HBV bij een vruchtwaterpunctie is erg laag, namelijk bij 0/21 vrouwen na een vruchtwaterpunctie (95%-BI: 0-16,8). 14 Perinatale transmissie De meerderheid van de verticale besmettingen gebeurt tijdens perinatale fase. Deze transmissie speelt vaak een grote rol in gebieden waar de prevalentie van chronische hepatitis B hoog is. 10,13 Het mechanisme van infectie is nog altijd niet bekend is, maar men neemt aan dat het een resultaat is van de blootstelling aan maternaal bloed of van een maternale-foetale transfusie. 15 Als een neonaat geïnfecteerd raakt met het hepatitis B-virus is de kans op een chronisch dragerschap hoog, zo n 80-90%. 2 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:A905

De kans op perinatale transmissie is sterk afhankelijk van de virushoeveelheid bij de moeder (tabel 2). 7 Bij een HBV-DNA-hoeveelheid lager dan 10 5 kopieën/ml bloed wordt geen transmissie waargenomen, terwijl bij een HBV-DNA-hoeveelheid hoger dan 10 10 kopieën/ml in het bloed meer dan de helft van de kinderen geïnfecteerd raakt. Omdat virale replicatie gekoppeld is aan de productie van het e-antigeen van HBV, wordt de aanwezigheid van HBeAg van oudsher als een surrogaatmarker voor een hoge virushoeveelheid gebruikt. Op basis van historische gegevens wordt aangenomen dat de kans op perinatale transmissie bij zwangeren die geen HBeAg hebben beperkt is als er geen interventie plaatsvindt (< 25%) en dat die groot is (circa 75%) bij zwangeren bij wie naast het HBsAg ook het HBeAg in het serum aantoonbaar is. 9,16,17 De virushoeveelheid is altijd hoog als HBeAg aantoonbaar is. Het kan echter ook zo zijn dat HBeAg niet aantoonbaar is terwijl de virushoeveelheid wel hoog is. Er is dan sprake een zogenaamde core promotor - of precore -mutant. Vooral in het Middellandse Zeegebied komen deze varianten voor. In de afgelopen 5 jaar was in Nederland bij 1 van de 12 kinderen die ondanks volledige passieve en actieve immunisatie geïnfecteerd raakten met HBV inderdaad sprake van zo n pre-coremutant (bron: RIVM). Postnatale transmissie De derde route van verticale transmissie is postnataal. HBsAg komt in alle lichaamsvloeistoffen voor en kan daarin ook aangetoond worden. De overdracht is bewezen via bloed, sperma en transplantatieweefsel. In speeksel, tranen, urine, moedermelk, zweet en feces zijn eveneens virusdeeltjes aanwezig maar de hoeveelheid daarvan is aanzienlijk lager en daarmee is de transmissie via deze vloeistoffen minder waarschijnlijk. 18 Leerpunten Jaarlijks wordt bij circa 800 zwangeren een chronische hepatitis B gevonden. Perinatale transmissie van hepatitis B wordt effectief voorkomen door vaccinatie van de pasgeborene. Bij een grote hoeveelheid circulerend virus bij de zwangere is preventieve vaccinatie van de pasgeborene niet altijd effectief. Chronische hepatitis B kan steeds beter behandeld worden. Ook behandeling tijdens zwangerschap ligt binnen de mogelijkheden. Behandeling van zwangeren met middelen die de virusreplicatie remmen, is alleen aangewezen bij een grote hoeveelheid circulerend virus; het kan perinatale transmissie van hepatitis B nog meer beperken. TABEL 2 Relatie tussen de hoeveelheid hepatitis B-virus(HBV)DNA in het bloed en perinatale transmissie op basis eerder gepubliceerde gegevens. 7 HBV-DNA (log 10 van aantal kopieën/ml) aantal HBVgeïnfecteerde moeders aantal HBVgeïnfecteerde kinderen (%) < 5 19 0 (0) 1 5- < 6 28 1 (4) 6- < 7 58 1 (2) 7- < 8 65 3 (5) 2 8- < 9 43 6 (14) 8 9- < 10 14 6 (43) 39 10- < 11 15 8 (53) 59 11 8 5 (63) 86 totaal 250 30 (12) - oddsratio Transmissie post partum kan optreden via besmetting tijdens borstvoeding, vooral als er tepelkloven aanwezig zijn. Tevens kan transmissie gebeuren in familiaire kring, van een besmet familielid naar de pasgeborene. 19 Het is daarom goed om ook de gezinsleden van de hepatitis B-positieve zwangere te screenen op chronisch dragerschap en zo nodig te vaccineren. Zodra de HBV-geïnfecteerde zwangere is bevallen, kan de pasgeborene gewoon borstvoeding krijgen op voorwaarde dat deze na de geboorte de voorgeschreven immunoprofylaxe krijgt toegediend. 1 Deze bestaat uit toediening van immunoglobulines (passieve immunisatie) en HB-vaccin (actieve immunisatie) direct na de geboorte. Verwijzing In de NHG-standaard Virushepatitis en andere leveraandoeningen was geen speciale aandacht voor hepatitis B tijdens de zwangerschap. Het verwijsbeleid voor zwangeren met hepatitis B was hierdoor onduidelijk. Bovendien bleek dat richtlijnen voor de verschillende disciplines betrokken bij de zwangerschap niet goed op elkaar aansloten. Dit gaf aanleiding tot een herevaluatie van de diverse richtlijnen. Dit heeft tot het volgende geleid: een niet-zwangere patiënt bij wie een chronische hepatitis B is vastgesteld wordt naar een maag-darm-leverspecialist doorverwezen op basis van HBeAg-positiviteit en/of verhoogde waarde van alanineaminotransferase (ALAT) (zie NHG-standaard Virushepatitis en andere leveraandoeningen ). 20 Er wordt geadviseerd om een zwangere alleen op basis van een positieve HBeAg-uitslag tijdig te verwijzen naar een specialist. Deze keuze is gemaakt op basis van een aantal argumenten. Ten eerste blijkt uit een Rotterdamse studie dat het aantonen van HBeAg een hoge voorspel- NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:A905 3

Uitleg Zweedse classificatie Classificatie van geneesmiddelen op grond van hun mogelijke schade bij gebruik tijdens zwangerschap en lactatie (www.fk.cvz.nl/default.asp?soort=tekst&naam=inl%20 informatiewijzer). lende waarde (88%) heeft voor een HBV-DNA-hoeveelheid > 10 5 kopieën/ml. 17 Een deel van de patiënten met een dergelijk relatief hoog HBV-DNA-niveau werd tot nu toe gemist. Deze moeders bleken echter geen van allen een zeer hoog HBV-DNA-niveau te hebben en zouden daarom niet tijdens de zwangerschap behandeld worden, maar eventueel daarna. Ten tweede moet een eventuele behandeling met antivirale middelen tijdens het 3e trimester van de zwangerschap gegeven kunnen worden en een snelle verwijzing is daarom nodig. Het is relatief eenvoudig aanvullend aan de HBsAg, het HBeAg en eventuele andere serologische markers te bepalen. Het bepalen van de HBeAg-status is opgenomen in de richtlijn voor vervolgonderzoek bij HBsAg-positiviteit tijdens zwangerschap (zie het draaiboek van het CIb Hepatitis B-vaccinatie bij zuigelingen van hepatitis B-draagsters ). 21 Een zwangere met een positieve HBeAg-uitslag wordt door de verloskundige hulpverlener en in overleg met de huisarts doorverwezen naar een specialist. Verdere evaluatie wordt verricht door de specialist volgens de richtlijn van de vereniging van maag-, darm- en leverartsen (MDL-richtlijn). 22 Behandeling De laatste jaren is er veel vooruitgang geboekt in de behandeling van de HBV-infectie. Momenteel zijn de volgende antivirale middelen geregistreerd als groep van nucleoside- en nucleotideanalogen: lamivudine, adefovir, entecavir, telbivudine en tenofovir. Deze medicijnen hebben relatief weinig bijwerkingen vergeleken met interferon of peginterferon. Al deze antivirale middelen remmen de virusreplicatie. 1,22,23 Er is veel ervaring met behandeling met lamivudine in de zwangerschap om perinatale overdracht van humaan immunodeficientievirus (hiv) te voorkomen. Er is beperkt onderzoek gedaan naar effect van lamivudine op perinatale transmissie van HBV bij kinderen die direct na de geboorte ook passieve en actieve immunisatie kregen. 24-26 Hoewel nog niet statistisch significant is vastgesteld dat lamivudine de overdrachtskans verlaagt, laten deze onderzoeken wel allemaal zien dat een daling in transmissiekans waarschijnlijk is. Het is bekend dat de kans op perinatale transmissie correleert met de virushoeveelheid (zie tabel 2). 7 Lang niet elke zwangere komt in aanmerking voor een behandeling. 17,22 Zoals reeds eerder genoemd, geeft een chronische HBV-infectie geen direct gevaar voor de zwangerschap. De behandeling met lamivudine wordt alleen overwogen als de kans op transmissie van moeder naar kind, ondanks de vaccinatie toch aanwezig is, of wanneer de chronische hepatitis B de gezondheid van de zwangere ernstig kan schaden. In de MDL-richtlijn heeft men hier de grens van 10 9 kopieën/ml (komt overeen met 2,0 x 10 8 IU/ml) voor vastgelegd. 7,22 Tijdens de behandeling worden regelmatig leverenzymen en elektrolyten gecontroleerd. Lamivudine staat niet geregistreerd voor gebruik bij zwangeren (in de Zweedse classificatie van risico van geneesmiddelgebruik in de zwangerschap valt het in categorie B). Met het oog op vermindering van de leverafwijkingen en verlaging van de ALAT-activiteit kan echter het gebruik van lamivudine tijdens de zwangerschap gerechtvaardigd zijn. Lamivudine geeft in veel gevallen geen bijwerkingen. Enkele gemelde bijwerkingen zijn: een grieperig gevoel, hoofdpijn, slapeloosheid, luchtweginfecties en maagdarmklachten. Er is een verhoogde kans op een opflikkering van de ALAT-uitslag binnen 6 maanden na de partus als de therapie wordt gestopt: zonder antivirale therapie treedt een opflikkering van de ALAT-uitslag op bij circa 45% van de vrouwen na de partus, na lamivudinebehandeling is dat bij circa 62%. 27 Het gebruik van antivirale medicijnen tijdens de borstvoeding wordt ontraden. Dit geldt ook voor het gebruik van lamivudine (dat staat in de IB tekst van Zeffix). Conclusie Het is belangrijk dat hepatitis B geïnfecteerde zwangeren die ook HBeAg-positief zijn al in het tweede trimester van hun zwangerschap gezien worden door een maagdarm-leverspecialist of een infectioloog. Bij vrouwen die chronisch geïnfecteerd zijn met HBV en die een hoge virushoeveelheid in hun bloed hebben dient namelijk behandeling met antivirale middelen in het derde trimester van de zwangerschap overwogen te worden. Bij behandeling met lamivudine neemt de kans op een perinatale transmissie zeer waarschijnlijk af. Na de bevalling is er kans op een opflikkering, zowel als er lamivudine is gegeven tijdens de zwangerschap, maar ook als er geen behandeling is gegeven. De zorg voor de pasgeborene is goed vastgelegd in protocollen. Met de huidige aanpassingen van de NHG-standaard, het CIb-draaiboek en de MDL-richtlijn is nu ook helder aangegeven wanneer verwijzing van de zwangere naar de maag-darm-leverarts of infectioloog dient plaats te vinden hetgeen bijdraagt aan een verbetering van de behandeling van de zwangere en preventie van transmissie naar de pasgeborene. 4 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:A905

Dorothé Baayen, GGD Amsterdam, Marlies van Dam, student, Rijksuniversiteit Groningen, Ingrid Drijfhout, Landelijke Vereniging Entadministraties/CIb, Sander Flikweert, NHG, Anja van Laere, Koninklijke Nederlandse Organisatie Van Verloskundigen, Marijke Mostert, GGD Rotterdam en Nationaal Hepatitis Centrum, droegen bij aan dit artikel. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: Fonds Nuts Ohra, projectnummer SNO-T-0602-59. Aanvaard op 23 oktober 2009 Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A905 > Meer op www.ntvg.nl/klinischepraktijk Literatuur 1 Lok ASF, McMahon BJ. Chronic hepatitis B. Hepatology. 2007;45: 507-39. 2 Koedijk FDH, Op de Coul ELM, Boot HJ, Laar MJW van de. Surveillance van hepatitis B in Nederland, 2002-2005: acute infectie vooral via seksueel contact, chronische via verticale transmissie door moeders uit endemische gebieden Ned Tijdschr Geneeskd. 2007; 151: 2389-94. 3 Marschall T, Kretzschmar M, Mangen MJ and Schalm S. High impact of migration on the prevalence of chronic hepatitis B in the Netherlands. Eur J Gastroenterol Hepatol. 2008;20: 1214-25. 4 Kramer MA, Greeff SC de, Hahné SJM, Melker HE de. Morbiditeit en mortaliteit van ziekten uit het Rijksvaccinatieprogramma, 1997-2006. Infectieziekten Bulletin. 2008;19:161-3. 5 Ploeg CPB van der, Kateman H, Vermeer-de Bondt PE, Verkerk PH. Verhoogd risico op hepatitis B door onvolledige of ontijdige immunisatie bij een kwart van de zuigelingen van hepatitis-b-virusdraagsters. Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:1820-4. 6 Wit GA de, et al. Kosteneffectiviteit van algemene vaccinatie tegen hepatitis B (interim-rapportage). Rapport 403505004. Bilthoven: RIVM; 2000. 7 Yuan J, Lin J, Xu A, Li H, Hu B, Chen J, et al. Antepartum immunoprophylaxis of three doses of hepatitis B immunoglobulin is not effective; a single-centre randomized study. Journal Viral Hepatitis. 2006;:597-04. 8 Ornoy A, Tenenbaum A. Pregnancy outcome following infections by coxackie, echo, measles, mumps, hepatitis, polio and encephalitis viruses. Reproductive toxicology. 2006;21:446-57. 9 Chen CJ, Yang HI, Su J, Jen CL, You SL, Lu SN, et al. Risk of hepatocellular carcinoma across a biological gradient of serum hepatitis B virus DNA level. JAMA. 2006;295:65-73. 10 Sookoian S. Hepatitis B virus and pregnancy. Hep B Annual. 2007;4:12-23. 11 Ranger-Rogez S, Denis F. Hepatitis B mother-to-child transmission. Expert Review of Anti-Infective Therapy. 2004;2:133-45. 12 Krarup H, Madsen P, Bentzen-Petersen A, et al. Higher Levels of HBV- DNA in genotypes B and C compared to genotypes A and D. 59th Annual Meeting of the American Association for the Study of Liver Diseases (AASLD 2008). October 31-November 4. Abstract 870. San Francisco, CA, USA: AASLD; 2008. 13 Gambarin-Gelwan M. Hepatitis B in pregnancy. Clinical Liver Disease 2007; 11: 945-63. 14 Alexander JM, Ramus R, Jackson G, Sercely B, Wendel GD. Risk of hepatitis B transmission after amniocentesis in chronic hepatitis B carriers. Infectious Disease Obst Gynaecol. 1999;7:283-6. 15 Xu DZ, Yan YP, Choi BC, Xu JQ, Men K, Zhang JX, et al. Risk factors and mechanism of transplacental transmission of hepatitis B virus: a case control study. J Med Virol. 2002;67:20-6. 16 Lee C, Gong Y, Brok J, Boxall EH, Gluud C. Effect of hepatitis B immunisation in newborn infants of mothers positive for hepatitis B surface antigen: Systematic review and meta-analysis. BMJ. 2006;332:328-336. 17 Veldhuijzen IK, Mostert MC, Niesters HGM, Richardus JH, Man RA de. Chronische hepatitis B-virus (HBV)-infectie: bruikbaarheid van de combinatie van HBeAg- en ALAT-bepaling als voorspeller van een hoog HBV-DNA-niveau en voor verwijzing naar de 2 e lijn voor eventuele antivirale behandeling. Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:1426-30. 18 Eijk AA van der, Niesters HGM, Götz HM, Janssen HLA, Schalm SW, Osterhaus ADME, et al. Paired measurements of quantitative Hepatitis B virus DNA in saliva and serum of chronic hepatitis B patients: implications for saliva as infectious agent. J Clin Virology. 2004;29:92-4. 19 Tajiri H, Tanaka Y, Kagimoto S, Murakami J, Tokuhara D, and Mizokami M. Molecular evidence of father-to-child transmission of hepatitis B virus. J Med Virol. 2007;79:922-6. 20 Van Geldrop WJ, Numans ME, Berg HF, Van Putten AM, Scheele ME, Bouma M. NHG-Standaard Virushepatitis en andere leveraandoeningen (tweede herziening). Huisarts Wet. 2007:50:666-81. 21 Geraedts JLE. Draaiboek hepatitis B-vaccinatie bij zuigelingen van hepatitis B-draagsters. Rapport 215031003. Bilthoven: RIVM; 2008. 22 Buster EH, Erpecum KJ van, Schalm SW, Zaaijer HL, Brouwer JT, Gelderblom HC, et al. Treatment of chronic hepatitis B virus infection - Dutch national guidelines. Netherlands Journal of Medicine. 2008;66:292-306. 23 Buster EHCJ, Janssen HLA. Antiviral treatment for chronic hepatitis B virus infection; immune modulation or viral suppression? Netherlands Journal of Medicine. 2006;64:175-85. 24 Su G.G, Pan KH, Zhao NF, Fang SH, Yang DH and Zhou Y. Efficacy and safety of lamivudine treatment for chronic hepatitis B in pregnancy. World J Gastroenterol. 2004;10:910-2. 25 Xu WM, Cui YT, Wang L, Yang H, Liang Z-Q, Li X-M, Zhang, et al. Lamivudine in late pregnancy to prevent perinatal transmission of hepatitis B virus infection: a multicenter, randomized, double-blind, placebo-controlled study. J of Viral Hepatitis. 2009;16:94-103. 26 Zonneveld M van, Nunen AB van, Niesters HGM, Man RA de, Schalm SW, Janssen HLA. Lamivudine treatment during pregnancy to prevent perinatal transmission of hepatitis B virus infection. J of Viral Hepatitis. 2003;10 294-7. 27 Borg MJ ter, Leemans WF, Man RA de, Janssen HL. Exacerbation of chronic hepatitis B infection after delivery. J Viral Hepatitis. 2008;15:37-41. NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:A905 5