Doelenplan Yasmine Desmet schooljaar 2003-2004 Onze dromen voor Yasmine (algmene doelen) Yasmine zoveel mogelijk kansen geven om op te groeien, en zich voor te bereiden op een leven in een gewone omgeving Yasmine laten aanvoelen dat ze erbij hoort en erover waken dat het schoolgaan een positieve ervaring blijft Yasmine kansen geven voor gewoon sociaal contact en het oefenen van juiste taal Yasmine kansen geven om te leren uit het voorbeeld (leeftijdsaangepast gedrag, interesses, ontwikkeling, ) van de kinderen rondom haar Aan de andere kinderen de kans geven om op een positieve manier met Yasmine (en kinderen met een beperking) om te leren gaan (op een gepaste manier ondersteunen, niet oordelen of lachen, leren zien van mogelijkheden, samen zoeken naar oplossingen. ) (de ouders) Wie werkte mee aan dit doelenplan? (anonimisatie) Opzet Dit plan bevat de doelen die door de verschillende teamleden geïdentificeerd werden als prioritair en zinvol om aandacht voor te hebben, dit op basis van hun huidige ervaring met Yasmine thuis en in de klas. Er zijn daarnaast waarschijnlijk nog meer doelen die voor Yasmine van toepassing zijn. Het is echter de bedoeling van dit plan om een werkinstrument te zijn met een aantal duidelijke focussen vanuit de praktijksituatie, waarrond we als team telkens weer afstemmen. Daarom is er in de tweede kolom ook ruimte voorzien om te kribbelen bedenkingen, opmerkingen, evaluatie van doelen, ideeën voor nieuwe doelen,. Het is belangrijk dat we af en toe kribbelen opdat dit een document zou worden waar we iets aan hebben en dat een weerspiegeling (en ondersteuning) wordt van hetgeen waar we in de klas en thuis mee bezig zijn (en geen voddeke papier voor in de schuif).
Doelen 1. Sociaal-emotionele vaardigheden Herkennen en onder woorden brengen van gevoelens Haar beurt kunnen afwachten/vinger opsteken Kunnen omgaan met overgangen (in de rij staan als de bel gaat,opruimen, naar bed gaan, ) Voldoende zelfvertrouwen krijgen om iets te zeggen Materiaal leren uitlenen/vragen of ze iets mag gebruiken Hulp op een gepaste wijze (durven) vragen en (durven) afwijzen Hulp van ondersteuners aanvaarden Zich houden aan (spel)regels en bijsturing aanvaarden Vriendjes maken in de klas Bewust worden van fout gedrag (vb. slaan naar kinderen) en excuses leren aanbieden Zelfstandig een opdracht kunnen uitvoeren (bvb. ook toiletbezoek) Opmerkingen/evaluatie/nieuwe doelen We leren haar het gebruik van de humormeter aan (zal ook in de klas worden gebruikt) 2. Communicatieve vaardigheden Woorden en klanken die goed kunnen worden uitgesproken, juist uitspreken Korte correcte zinnen vormen + deze ook hanteren in gepaste situaties Voldoende luid spreken Taal gebruiken om haar wensen (en frustraties)over te brengen (ook naar onbekende personen) Alsjeblief en dank je wel gebruiken Namen van klasgenoten gebruiken Mondeling informatie kunnen overbrengen van de ene situatie naar de Marjan raadt aan haar geen woorden te laten herhalen maar ze wel telkens juist terug te pelen. Eraan denken om af en toe te vragen om iets in een zin te vragen/zeggen.
andere (thuis-school, etc) 3. Schoolse vaardigheden 3.1. Lezen de woordjes, letters en de beleving ervan meedoen met de klasgroep (inoefenen en automatiseren van kern 1-2-3) woorden kunnen matchen met prenten de meest voorkomende functiewoorden lezen (een, het, de, en, in, aan) zelfstandig werken in aangepast taalwerkboek nut inzien van lezen (bvb. natuurlijke situaties:met mama in de winkel woordjes en lettertjes herkennen) 3.2. Rekenen getalbegrippen 0-1-2-3 inoefenen (daarna verder tot 5 en 10) -een gegeven hoeveelheid bij het juiste getal plaatsen -herkennen van een gedicteerd getal -een getal bij de juiste hoeveelheid zetten begrippen evenveel,minder, meer, kleiner, groter, even lang, langer, korter kunnen toepassen 1-1 relatie inoefenen 3.3. Luisteren eenvoudige teken- en kleuropdrachten correct uitvoeren een boodschap uit een verhaal begrijpen wanneer die letterlijk wordt verteld op eenvoudige vragen antwoorden over de prenten en personages in de verhalen Schrijven; zie motorische vaardigheden Niet alleen lesmomenten maar ook speelmomenten bieden heel wat leer- en inoefenkansen 3.4. Muzische vaardigheden muzisch kunnen omgaan met muziek, beelden, taal, drama en beweging
4. Motorische vaardigheden Schrijven Juiste pengreep gebruiken Gericht kunnen inkleuren van grote en kleine vlakken Overtrekken en natekenen van schrijfpatronen Een cirkeltje kunnen toe maken Vorm van letters ontdekken met voelletters Juiste schrijfrichting hanteren Letters typen op de computer De muis kunnen hanteren Stempel(s) gebruiken bij schrijfoefeningen (ter afwisseling) Andere motorische vaardigheden Knippen op een rechte lijn met een gewone schaar Fijnmotorische vaardigheden oefenen in natuurlijke situaties (touwtjes door gaatjes, kralen stoppen, draaibeweging met lijmdop of potloodscherper, telblokjes hanteren, jas opendoen en sluiten, timmeren in timmerhoek enz.) Met de groep mee de trap kunnen op en afstappen Opdrachten in de turnles begrijpen en zo goed mogelijk uitvoeren mits de ondersteuning en het voorbeeld van medeleerlingen (springen, lopen, rollen, gooien, vangen, ) Meedoen met de watergewenning tijdens de zwemles Lateraliteit: de begrippen links en rechts hanteren Lies stelt voor om niet met een aangepaste schaar te werken.
5. Vaardigheden thuis en in de vrije tijd Leren zwemmen Leren fietsen Spelen (en delen) met vriendjes thuis of op verjaardagsfeestjes Zich gepast kunnen gedragen tijdens activiteiten buitenshuis zoals bij het winkelen, op restaurant gaan, op de bus, in de speeltuin, Zelfstandig aan- en uitkleden Zelfstandig wassen en tanden poetsen Schoolse vaardigheden kunnen gebruiken in dagdagelijkse situaties (getalbegrip, woordjes, lettertjes, ) Tijdsbesef ontwikkelen door het werken met dagkalender Het leren zwemmen zal vanaf november s zaterdags opgenomen worden door een student van de opleiding LO in Gent.