BPV-document Laboratoriumonderwijs juli 2009

Vergelijkbare documenten
BPV-document (BOL) LABORATORIUMONDERWIJS september 2010

LABORATORIUM ONDERWIJS

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

Algemene uitgangspunten Beroepspraktijkvorming (stages )

LABORATORIUM ONDERWIJS

Instructie student. Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl

BPV Styling Design 3e jaars cohort

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

5. Waarin onderscheid deze organisatie zich van vergelijkbare organisaties? 9. Wat vinden die zorgvragers/klanten/cliënten belangrijk denk je?

BPV-praktijkboek. Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent

Handleiding Proeve van Bekwaamheid voor de deelnemer. Dossiers VMBO

Voorwoord. Den Haag, Augustus 2010, drs. K. Keep, manager Kenniscentrum PMLF. Profielschets, PRAKTIJKBEGELEIDER PMLF November 2010

Naam: Stageplek: Klas:

Handleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer. Dossiers

LEESWIJZER KWALIFICATIEDOSSIERS Laboratoriumtechniek

Certificaat B Duurzaamheid. Techniek en Technologie. NIVEAU: 1 t/m 4 STUDENTENINFORMATIE

Middelbaar beroepsonderwijs (zie verder uitleg na dit schema) Beroeps Opleidende Leerweg (zie verder uitleg na dit schema)

Handleiding examinering student eind stage

Autoschadehersteller. Crebonummer / PvB 01. Voertuig afleveringsklaarmaken na reparatie. Handleiding Proeve van Bekwaamheid

Handleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer. Dossiers VMBO

Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon:

Opleidingsgebied ICT. Niveau Beginnend *zie omschrijving beoordelingscriteria Gevorderd* Bekwaam* Werkproces(sen) Beoordeling* 1 e 2 e eind

Deelnemersinformatie Beoordeling Eerste Autotechnicus. Crebocode 93420, dossier

Crebonummer PvB 02 8HAT-DO2AO. Aandrijfsystemen en onderstellen. Handleiding Proeve van Bekwaamheid. Voor de deelnemer

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

BPV Begeleidingsmap Groenhorst Almere Cursusjaar

Techniek en Technologie. NIVEAU: 1 t/m 4

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten

OPDRACHTFORMULIER. De opdrachtomschrijving. Hoe ga je de opdracht uitvoeren? Wanneer ga je de opdracht uitvoeren?

Kerntaak 3 opleiding doktersassistent: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

Stagebedrijf: Klik hier als u tekst wilt invoeren. Leerroute: Klik hier als u tekst wilt invoeren. Naam: Klik hier als u tekst wilt invoeren.

Proeve van Bekwaamheid Entree assistent dienstverlening en zorg

Bewijsmap Vaardigheden/Verpleegtechnische handelingen

Nieuwe. Handleiding voor leerlingen/stagiairs Versie 2013

METHODE ZELF WERKEN AAN JE BPV- OPDRACHTEN

Handleiding Praktijkopleider

DE ZES-STAPPENMETHODE ZELF WERKEN AAN JE WERKPROCESSEN. Illustraties: Corien Bögels

Landelijke Kwalificaties MBO

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

INTRODUCTIE PERSOONLIJKE GEGEVENS. Naam: Leeftijd: Geslacht: m / v. Begindatum:

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Beoordelingsformulieren BPV

Examens hout- en meubelopleidingen in het mbo Niveau 2 en 3

Opleidingsgebied ICT. Niveau Beginnend *zie omschrijving beoordelingscriteria Gevorderd* Bekwaam* Werkproces(sen) Beoordeling* 1 e 2 e eind

Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 2

Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 2

Competentiepaspoort. Facilitair medewerker

Als stagebedrijf wilt u stagiairs uitgebreid kennis laten maken met uw vakgebied;

Opleidingsgebied ICT. 2 e beoordeling: Eindbeoordeling:

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Handleiding BPV-Beoordeling voor de beoordelaar. Dossiers vmbo

Instructie en informatie voor de begeleider installatie

Heb je opmerkingen over deze BPV-wijzer of tips om de inhoud te verbeteren? Geef het door aan de BPV-coördinator van je opleiding.

1e Autospuiter. Crebonummer PvB 01 8SPU-D01SO. Voorbewerken en spuiten van ondergronden. Handleiding Proeve van Bekwaamheid.

MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

STAGE OPDRACHT KLAS 3

Het gaat om de volgende formulieren: Beroepshouding Tussenbeoordeling. Beroepshouding Eindbeoordeling. Eindresultaat BPV. Werkprocesformulieren

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

Doktersassistent (JANUARI-GROEPEN) Proeve van Bekwaamheid. Kerntaak 3. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

Beroepsgerichte Examens Consortium Beroepsonderwijs serie 2014 Zorg & Welzijn Instructie voor de examenkandidaat

Academie voor Sportkader. Kwalificatieprofiel Wedstrijdadministratie (Official 2)

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

Opleidingsgebied ICT. Niveau Beginnend *zie omschrijving beoordelingscriteria Gevorderd* Bekwaam* Werkproces(sen) Beoordeling* 1 e 2 e eind

Werkzaamheden op locatie voorbereiden

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

BPV GIDS ICT Opleidingen

PVB 3.4 Aansturen van sportkader

Autospuiter. Crebonummer PvB 08. Applicatiefouten herstellen. Handleiding Proeve van Bekwaamheid. Voor de beoordelaar

Opleidingsgebied ICT. 2 e beoordeling: Eindbeoordeling:

DOMEIN ZORG, WELZIJN, SPORT & BEWEGEN EN VEILIGHEID

Beoordelingsformulier Certificaat B Duurzaamheid Kerntaak 1

Instructie en informatie voor de begeleider

Handleiding examinering student 1e stage

Downloaden. Deze instructie voor docenten kunt u downloaden via:

Verzamelformulier beroepsgerichte examens

Instructie en informatie voor de begeleider metaal en precisie

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Domein ICT. Werkboek BPV. Applicatie- en Mediaontwikkelaar. Niveau 4 BOL Leerjaar 2 Crebo Cohort 2017

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT

BPV-WEGWIJZER: BASIS II KENNISCENTRUM PMLF december 2011

1e Autospuiter. Crebonummer PvB 01 8SPU-D01SO. Voorbewerken en spuiten van ondergronden. Handleiding Proeve van Bekwaamheid

Stage map. Keuzevak: Recreatieve Activiteiten Docent: Marc Hollander. Leerjaar: 3

Handleiding examinering student 2e stage

STAGEBOEK CONTACTPERSONEN SCHOOL GEGEVENS LEERLING. Van der Meij College

Studentopdracht INtheMC

SW-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Beoordelingsformulier PVB 1.1 Assisteren bij lessen/activiteiten. Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie 1

Opleidingsgebied ICT. 2 e beoordeling: Eindbeoordeling:

Stagewerkmap leerjaar 4

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

Inhoudsopgave. Stages. Het zoeken van een stageplaats Stappenplan

Opleiding Verzorgende IG PROEVE

Praktijkopdracht. Instructie student. Kwalificerend. Ondernemer horeca/bakkerij Meewerkend horeca ondernemer. Uitstroom : Meewerkend horeca ondernemer

Opleidingsgebied ICT. Niveau Beginnend *zie omschrijving beoordelingscriteria Gevorderd* Bekwaam* Werkproces(sen) Beoordeling* 1 e 2 e eind

producttoets Financiën

2. Hoe ga je aan de slag met beroepsprestaties + aanmeldformulier beoordeling beroepsprestatie aanmeldformulier beoordeling reflectieverslag

Beroepsopdracht 2: werken volgens plan / Zorghulp /september

BPV. Profiel praktijkopleider. Norm. Toelichting. Aanpak. Prestatie

Transcriptie:

1

Voorwoord Voor u ligt het vernieuwde stagedocument Laboratoriumonderwijs. Dit document is ontstaan uit de wens om het bestaande stagedocument competentiegericht en ontwikkelingsgericht te maken. In dit document zijn checklists opgenomen voor de tussentijdse en eindbeoordeling van de stage. Daarnaast is er ruimte gereserveerd om afspraken op te nemen die met de stagiair zijn gemaakt over de te verrichten werkzaamheden en ruimte om tussentijdse afspraken vast te leggen. Ook is er aandacht voor zelfreflectie van de leerling op zijn/haar functioneren en is er een normomschrijving van de verschillende stadia/niveaus van de ontwikkeling als beroepsbeoefenaar. Het stagedocument is ontwikkeld door Kenniscentrum PMLF in samenwerking met Regionale OpleidingsCentra en het bedrijfsleven. Wij willen een ieder bedanken die heeft meegewerkt aan de totstandkoming: Met dank aan: G. van der Lugt ROC Midden Nederland I. Wiersema ROC Friesland College L. Lauppe van Meurs NOVA College N. Kabel ROC Zadkine M. van Roij CKCH Lab Laurentiusziekenhuis Roermond G. Vrolix Orbis Medisch centrum KCL Sittard F. Weerts CPS Color Sittard L. Janlouw Laboratorium voor infectieziekten Groningen K. van der Molen Waterlaboratorium Noord Glimmen J. Baars Pathologisch lab Tergoooi ziekenhuizen Blaricum M. Chevallier KCL Medisch Centrum Alkmaar H. Lamers CCL Nutricontrol Veghel H. Verbakel Schering Plough Oss en alle overigen die nog niet genoemd zijn. Uitgave: KC PMLF Loire 150 2491 AK Den Haag E info@pmlf.nl I www.pmlf.nl Eerste uitgave juli 2009 2

Inhoud Voorwoord... 2 Inhoud... 3 1 Het Stagedocument... 4 2 Informatie over de organisatie... 6 3 Gegevens ROC... 7 4 Je voorbereiding... 8 5 Je Stagewerkplan...10 6 Je Stageopdracht...12 7 Begeleidingsgesprekken...14 8 Beoordeling Stage...16 9 Beoordelingsformulier...17 10 Afspraken n.a.v. tussentijdse beoordeling...19 11 Beoordelingsformulier...20 12 Eindoordeel stageperiode en eventuele toelichting:...22 13 Ondertekening...23 Bijlage 1....24 Bijlage 2: Normgedrag Competenties/ Algemene houdingsaspecten...25 Bijlage 3: Reflectie...30 Bijlage 4. Lijst met afkortingen...31 Begrippenlijst...32 3

1 Het Stagedocument In dit document komen onder andere alle werkzaamheden tijdens je stages en de beoordelingen te staan. Het volgen van de BeroepsPraktijkVorming is wettelijk vastgelegd in de WEB en is een vereiste voor het verkrijgen van het diploma. Een kopie van de belangrijkste delen van dit document moet ook door het ROC bewaard worden. Het origineel mag je zelf behouden. Het is dus van groot belang dat je dit document met zorg behandelt en dat alle onderdelen correct ingevuld worden. In het kort komt het op het volgende neer: 1.1 Je naam en adresgegevens Waarschijnlijk krijg je van je stagecoördinator een computeruitdraai waarop al het één en ander ingevuld staat. Zorg er voor dat de ontbrekende gegevens correct ingevuld worden. Het ingevulde formulier doe je daarna in je stagemap. Vergeet niet in alle gevallen direct je eigen naam en adres op de eerste bladzijde van dit document in te vullen. 1.2 Verschillende opleidingen Binnen het laboratoriumonderwijs zijn er verschillende opleidingen die gevolgd kunnen worden. Deze opleidingen staan hieronder weergegeven. Het is belangrijk dat het leerbedrijf weet welke opleiding jij volgt. Vul daarom duidelijk in welke opleiding/afstudeerrichting je volgt, op blz. 7: gegevens ROC. Overzicht kwalificaties sector laboratoriumtechniek Kwalificatie Uitstroom Laboratoriummedewerker Laborant All-round laborant Analist Analist klinische chemie Analist pathologie Biotechnologisch analist Chemisch-fysisch analist Microbiologisch analist Technisch onderwijsassistent Dierverzorger Proefdierverzorger Biotechnicus niveau 2 3 4 4 4 4 4 4 3 4 4

1.3 Je stagewerkplan Aan het begin van je stage, overleg je met je stagebegeleider wat je gedurende de stage gaat doen. Dit wordt opgeschreven op blz. 11 van dit document. De stagedocent kan dan controleren of de werkzaamheden die je gaat uitvoeren, voldoen aan de eisen die de overheid aan de BeroepsPraktijkVorming (= stage) stelt. 1.4 Je stageopdracht Als je de stage op niveau IV doet, moet er ook een beschrijving van de onderzoeks/stageopdracht (hierna te noemen: stageopdracht) gegeven worden. Een stageopdracht is een opdracht die je zelfstandig uitvoert op het stagebedrijf naast je reguliere werkzaamheden. De opdracht houdt ook in dat je een stuk onderzoek uitvoert. Is de stageopdracht nog niet heel precies te omschrijven, dan kun je de beknopte omschrijving in de loop van de tijd uitbreiden. Als jouw opleiding kiest voor het laten uitvoeren van de Proeve van bekwaamheid, dan kan daar al een stageopdracht in zitten. 1.5 Je stageverslag In deze paragraaf staat globaal vermeld wat er in het stageverslag moet komen te staan. Van de stagedocent krijg je ook nog de precieze richtlijnen waaraan je verslag moet voldoen. In dit document staan enkele algemene richtlijnen, zie blz. 12-13. Zorg ervoor dat het verslag ruim op tijd af is. Overleg met de stagedocent en de praktijkbegeleider over het tijdstip waarop de verschillende stadia van de verslagen ingeleverd dienen te zijn en leg dit vast. 1.6 Je beoordeling Regelmatig heb je een (kort) overleg met je begeleider van het bedrijf. Dat hoeft niet altijd over het werk te gaan. Je kunt tijdens zo n gesprek ook aangeven hoe het je bevalt, wat je graag zou willen weten, wat je aan andere werkzaamheden zou willen doen, enz. Noteer de datum van dit gesprek en geef aan of er afspraken gemaakt zijn. Zo ja, noteer deze dan. Voor jezelf en voor de stagedocent is dit een belangrijk overzicht om te zien of alles naar wens verloopt. Een of meer tussentijdse beoordelingen en de eindbeoordeling, vormen het belangrijkste deel van dit document. Gedurende de stage en aan het eind worden deze formulieren ingevuld. Als er bij de tussentijds beoordeling afspraken gemaakt worden, zorg er dan voor dat die duidelijk worden opgeschreven. Er mag geen misverstand bestaan over de tekst. Spreek dit deel goed door met je stagebegeleider en teken het beiden af met een paraaf. Tijdens de stage is het ook mogelijk dat de Proeve van Bekwaamheid uitgevoerd wordt. Dit wordt apart van dit stagedocument gedocumenteerd. Indien je competent wordt bevonden als beginnend beroepsbeoefenaar, wordt het document door de drie betrokken personen ondertekend. Uiteraard moet je voldaan hebben aan alle eisen, die door de opleiding aan jou gesteld worden, voordat je recht hebt op het diploma. Er wordt bij beoordelen onderscheid gemaakt tussen de ontwikkelingsgerichte (formatieve) beoordeling en de kwalificerende (summatieve) beoordeling. Bij formatief toetsen of beoordelen telt de uitslag niet mee voor een certificaat of een diploma, maar heeft de beoordeling uitsluitend tot doel om leerlingen te informeren over de stand van zaken en de voortgang bij het verwerven van competenties. Een tussentijdse beoordeling is een voorbeeld van formatieve toetsing: er wordt gekeken of de ontwikkeling van de deelnemer naar wens verloopt: waar sta je op dat moment? Bij summatief toetsen of beoordelen telt de uitslag mee voor het behalen van een certificaat of diploma. De Proeve van Bekwaamheid is een voorbeeld van een summatieve toetsing: er wordt gekeken of de deelnemer (tenminste) op het niveau zit van een beginnend beroepsbeoefenaar: ja of nee. 5

2 Informatie over de organisatie 2.1 Gegevens van de stageplaats stagebedrijf naam stagebedrijf......... vestigingsadres... postadres... postcode en plaats... tel.nr. (algemeen)... e-mail adres (algemeen)... afdeling... locatie... stageverantwoordelijke tel.nr. (doorkiesnr.)... e-mailadres... stagebegeleider (s) tel.nr. (doorkiesnr.)... e-mailadres... stagiair(e) tel.nr. (overdag)... aanvangsdatum stageperiode... einddatum stageperiode... aantal vrije dagen... geplande terugkomdagen... aantal verzuimde dagen... 6

3 Gegevens ROC naam ROC... vestigingsadres... postadres... postcode en woonplaats... tel.nr. (algemeen)... e-mail adres... afstudeerrichting... stage-coördinator... tel.nr. (doorkiesnr.)... e-mail adres... stagedocent... tel.nr. (doorkiesnr.)... e-mail adres... 7

4 Je voorbereiding 4.1 Verwachtingen Voordat je met je stage begint zal het stagebedrijf een gesprek met je hebben over jouw verwachtingen van de stage. Het is belangrijk om voorafgaand aan dit gesprek jouw leerdoelen duidelijk te hebben: Wat wil of moet je leren tijdens deze stage? TIP: probeer leerdoelen zo SMART mogelijk weer te geven: Specifiek: nauwkeurig omschreven Meetbaar: maak de doelen meetbaar Acceptabel: zien de mensen om je heen dit ook als een goed leerdoel? Realistisch: is het leerdoel wel goed haalbaar? Tijdgebonden: is er een tijdsplanning? Datum:... Leerjaar:... Leerdoel 1: Leerdoel 2: Leerdoel 3: 8

Daarnaast is het goed als ook de verwachtingen van de onderwijsinstelling en van het stagebedrijf duidelijk zijn: 4.2 Verwachtingen onderwijsinstelling Wat verwacht je school van jou en jouw leerbedrijf tijdens je stage? Datum:... leerjaar:... 4.3 Verwachtingen stagebedrijf Wat verwacht het stagebedrijf van jou tijdens je stage? 9

5 Je Stagewerkplan Hierin staat wat je gaat doen in de stage: welke werkzaamheden je gaat verrichten, welke analysetechnieken je gaat gebruiken, welke analyses je gaat doen. Het is de bedoeling dat je zelf initiatief neemt om de lijst in te vullen. Opgave van je werkzaamheden In onderstaande lijst wordt aangegeven welke werkzaamheden je tijdens de stageperiode gaat uitvoeren/hebt uitgevoerd. Hierin is onderscheid gemaakt hoe ver je al bent gevorderd met de betreffende werkzaamheid/analyse: Of je hierin instructie hebt gehad Of je onder toezicht dit al zelfstandig hebt uitgevoerd Of je dit al zelfstandig kunt Vul de lijst in samen met je stagebegeleider. Als je meer pagina s nodig hebt kun je deze apart toevoegen in de map. Als het bedrijf al een compleet werkplan voor je heeft klaarliggen, voeg dan een kopie in je stagedocument. Je moet daarin dan nog wel opschrijven welke werkzaamheden jij hebt gedaan/gaat doen. Waarschijnlijk is het niet mogelijk om vooraf alle werkzaamheden te vermelden. In de loop van je stage komt er extra werk bij, dat nog niet in de lijst staat. Ook deze werkzaamheden noteer je in deze lijst. Achteraf heb je dan een compleet overzicht van alles wat je op dat bedrijf gedaan hebt. 10

Beschrijving werkzaamheden (stagewerkplan) Leerjaar: 1 2 3 4 (omcirkel het juiste) Instructie Onder toezicht zelfstandig paraaf begeleider 11

6 Je Stageopdracht Een stageopdracht is een opdracht die je zelfstandig uitvoert op het leerbedrijf. Deze opdracht voer je naast je reguliere werkzaamheden uit en houdt in dat je een stuk onderzoek uitvoert. Je hoeft niet bij alle stages een stageopdracht uit te voeren. Het is daarom belangrijk om van te voren na te gaan bij jouw school wanneer je een stageopdracht moet uitvoeren. Vaak wordt er bij een niveau 4 opleiding tijdens de laatste stageperiode een stageopdracht verwacht, maar ook bij een niveau 3 opleiding kan het voorkomen dat er een stageopdracht wordt gegeven. Vraag ook aan je school aan welke eisen een stageopdracht moet voldoen. Als jouw opleiding bijvoorbeeld kiest voor het laten uitvoeren van de Proeve van bekwaamheid, dan kan daar al een stageopdracht in zitten. De stageopdracht dient tijdig geformuleerd te worden. Je doet dit samen met je stagebedrijf en eventueel samen met je stagedocent. Plan het uitvoeren van de stageopdracht zo vroeg mogelijk in je stageperiode en maak afspraken over de planning met je stagebegeleider. Denk hierbij aan: 1. Maken van de beschrijving. 2. Voorbereiden van de stageopdracht, wellicht moet je chemicaliën of apparatuur bestellen? 3. Literatuuronderzoek. 4. Uitvoeren van analyses/testen. 5. Maken van het verslag eventueel met tussentijds(e) verslag(en). De bedoeling van de stageopdracht is dat je leert een praktisch onderdeel zelfstandig uit te voeren. Je stagebegeleider helpt je daarbij. Enkele voorbeelden van stageopdrachten: Optimaliseren van een analyse(apparaat) Uitwerken van (NEN)-voorschriften Een onderzoek (of deel ervan) theoretisch toelichten/uitzoeken De theoretische achtergronden van een analysetechniek/apparaat uitzoeken Houdbaarheidstesten uitvoeren Validatie van een testmethode Indien je geen praktische opdracht kan of mag uitvoeren, kan er in overleg met ROC en bedrijf een alternatief komen, bijv. een literatuuronderzoek. 6.1 Beschrijving stageopdracht Het is handig als je de achtergrond en plan van aanpak opschrijft van je stageopdracht. Denk aan: Beknopte inhoud/achtergrond Doel van onderzoek Plan van aanpak Te gebruiken analyses/technieken 12

6.2 Inhoud en eisen stageverslag Het verslag moet aan een aantal eisen voldoen, hieronder zijn de eisen per niveau aangegeven. Van de stagedocent krijg je hiervoor de precieze richtlijnen. Als je tijdens de stage bij twee verschillende bedrijven stage loopt (niveau IV) kunnen de vereiste onderdelen over twee verslagen verdeeld worden. Maak hierover duidelijke afspraken met je stagedocent. Niveau 3: Het stageverslag voor de opleiding Laboratoriummedewerker, Allround Laborant, bevat minimaal de volgende onderdelen: Informatie over het stagebedrijf Hierin beschrijf je in ieder geval de volgende onderwerpen: de belangrijkste producten van het stagebedrijf (indien relevant); het doel van het laboratorium; de organisatie van het laboratorium. Informatie over de uitgevoerde werkzaamheden / resultaten Hierin beschrijf je de belangrijkste werkzaamheden die je zelfstandig hebt uitgevoerd. Van je stagedocent krijg je te horen wat je hierin wel en niet moet beschrijven. Je kunt van de uitgevoerde opdracht bijvoorbeeld opschrijven waarom je een bepaald onderzoek hebt uitgevoerd, hoe je dat hebt aangepakt, welke analyses je daarbij hebt uitgevoerd en wat de resultaten en conclusies waren. Niveau 4: Het stageverslag voor de opleidingen Analist Klinische Chemie / Pathologie / Biotechnologie / Microbiologie / Chemisch Fysisch Analist en Analist TOA, bevat minimaal de volgende onderdelen: Informatie over het stagebedrijf Hierin beschrijf je in ieder geval de volgende onderwerpen: de belangrijkste producten van het stagebedrijf (indien relevant); de organisatie van het stagebedrijf en van het laboratorium; het doel van het laboratorium; de plaats van het laboratorium in de totale organisatie; Informatie over de uitgevoerde werkzaamheden / resultaten Hierin beschrijf je de belangrijkste werkzaamheden die je zelfstandig hebt uitgevoerd. Van je stagedocent krijg je te horen wat je hierin wel en niet moet beschrijven. Je kunt van de uitgevoerde opdracht bijvoorbeeld opschrijven waarom je een bepaald onderzoek hebt uitgevoerd, hoe je dat hebt aangepakt, welke analyses je daarbij hebt uitgevoerd en wat de resultaten, conclusies en aanbevelingen waren. De opbouw De opbouw zou er bijvoorbeeld zo uit kunnen zien: De stageopdracht Eventueel een samenvatting Aanleiding Voorbereiding Evt. resultaten literatuuronderzoek Onderzoek. Welke metingen/ hoe aangepakt Resultaten Discussie/Conclusie Aanbevelingen Literatuurbronnen Volg de specifieke eisen, wat betreft het verslag, van het ROC en/of van het leerbedrijf. Bespreek eventuele aspecten over geheimhouding door met je praktijkbegeleider en met je stagedocent. Maak afspraken met je stagebegeleider en met je stagedocent over de geheimhouding. 13

7 Begeleidingsgesprekken Tijdens de stage heb je regelmatig overleg met de stagebegeleider van het bedrijf. Geadviseerd wordt eens per twee weken een (kort) gesprek te hebben, waarin wordt nagegaan hoe het de afgelopen periode is gegaan. Onderwerpen van dit gesprek kunnen zijn: hoe je vorderingen zijn waar je tegenaan loopt welke vragen je nog hebt welke werkzaamheden je verder zou kunnen doen welke vaardigheden je verder zou kunnen ontwikkelen of je doelstellingen worden behaald Heb je op school een gesprek met je stagedocent, vermeldt dit gesprek dan ook in deze lijst op blz. 15. Schrijf ook op welke afspraken er gemaakt zijn en geef aan waarover je gesproken hebt. 14

7.1 Begeleidingsgesprekken Datum:... Gesproken met:... Besproken:... Belangrijkste afspraken:... paraaf stagebegeleider:... paraaf stagiair:... Datum:... Gesproken met:... Besproken:... Belangrijkste afspraken:... paraaf stagebegeleider:... paraaf stagiair:... Datum:... Gesproken met:... Besproken:... Belangrijkste afspraken:... paraaf stagebegeleider:... paraaf stagiair:... 15

8 Beoordeling Stage Tijdens en aan het eind van de stage wordt jouw functioneren gedurende de stage beoordeeld. In het schema op de volgende pagina s kun je zien op welke punten je wordt beoordeeld. Het gaat erom hoe competent jij bent om de verschillende werkprocessen uit te voeren. Neem deze criteria al bij het begin van je stageperiode goed in je op, zodat je daar tijdens je werkzaamheden rekening mee kunt houden. Vraag ook aan je stagebegeleider wat men met name belangrijk vindt bij dit bedrijf. 8.1 Tussentijdse beoordeling Gedurende de stage krijg je tenminste één tussentijdse beoordeling. Aan de hand van de tussentijdse beoordeling volgt er een gesprek, het beoordelingsformulier wordt besproken. Aan het einde van het gesprek kunnen leerdoelen/verwachtingen worden doorgesproken en vastgelegd. TIP: Het is nuttig en raadzaam om zelf al, voor je gesprek met je stagebegeleider, je eigen tussentijdse beoordeling op een kopie in te vullen en daarbij gebruik te maken van het reflectieformulier op blz. 30. 8.2 Eindbeoordeling Aan het eind van de stageperiode vindt een eindbeoordelingsgesprek plaats. Tijdens dit gesprek zal de eindbeoordeling aan de hand van de beoordelingsformulieren worden doorgenomen. Afhankelijk van het stagebedrijf zal tijdens dit eindgesprek ook het verslag nader moeten worden toegelicht. Aandachtspunten voor de eindbeoordeling zijn: vaststellen welke werkzaamheden je hebt uitgevoerd; bespreken van de resultaten van je stageopdracht (niveau IV); bespreken van het ingevulde eindbeoordelingsformulier. Je stageverslag Op de beoordelingsformulieren dient voor elke competentie een oordeel te worden gegeven. In bijlage 2 zit een toelichting op de criteria en de te behalen niveaus. De volgende beoordelingen kunnen worden gegeven. O = Op weg: Dit is het beginnerniveau. Als je op dit niveau zit, moet je nog 2 niveaus stijgen, wil je aan het einde van je opleiding op minimaal het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar zitten. T = Twijfelachtig. Dit is het niveau waarop de stagiair met wat werkervaring veelal zal zitten. Nog 1 niveau omhoog, dan zit je op het niveau waarop een beginnend beroepsbeoefenaar minimaal hoort te zitten, aan het einde van de opleiding. A = Aanvaardbaar. Dit is minimaal het nivo waarop een laboratoriummedewerker/analist zich hoort te bevinden, aan het einde van de opleiding. B = Bovengemiddeld. Je functioneert op dit onderdeel duidelijk boven het minimaal vereiste niveau van een beginnende beroepsbeoefenaar. NVT = Niet van toepassing. 16

9 Beoordelingsformulier Soort beoordeling: tussentijdse Naam cursist :... Begin- en einddatum :... Leerjaar :... Stagebedrijf :... Naam stagebegeleider :... Op welk niveau zit de stagiair? CRITERIUM Samenwerken en overleggen E* Omgang met collega s Omgang met leidinggevenden Communicatieve vaardigheden beoordeling: O T A B nvt Ethisch en integer handelen F* Omgang met patiënten/anderen Omgang met vertrouwelijke gegevens Formuleren en rapporteren J* Schriftelijke rapportage Mondeling rapportage Vakdeskundigheid toepassen K* Inzicht in werkzaamheden Kennis van theoretische achtergronden Handvaardigheid Materialen en middelen inzetten L* Correct gebruik van laboratoriummaterialen en middelen Zorgvuldig gebruik van patiëntenmateriaal Plannen en organiseren Q* Planning werkzaamheden op de werkvloer Planning m.b.t. opdrachten uitwerken Kwaliteit leveren S* Kwaliteit van het uitgevoerde werk Tempo Afspraken nakomen Instructies en procedures opvolgen T* SOP gebruik/ gebruik van voorschriften Veilig werken volgens voorschrift Met druk en tegenslag omgaan V* Effectief blijven presteren onder druk 17

De hieronder vermelde competenties komen alleen bij de niveau 4 uitstromen voor. O T A B nvt Aansturen B* instructies geven aan leerlingen Analyseren M* Informatie genereren uit gegevens Verantwoorde conclusies trekken Leren P* Eigen maken van nieuwe kennis Eigen maken van nieuwe vaardigheden De hieronder genoemde competenties komen alleen in de uitstroomrichting TOA voor. Begeleiden C* Coachen en motiveren van leerlingen Creëren en innoveren O* Vernieuwend en creatief handelen *)De letters achter de beoordelingscriteria verwijzen naar de competenties in het landelijk kwalificatiedossier analist versie 2009-2010. Algemene houdingsaspecten. O T A B nvt Tonen van initiatief Tonen van zelfstandigheid Tonen van interesse Tonen van verantwoordelijkheid Tonen van een professionele beroepshouding Tonen van flexibiliteit Voorbeelden van interpretaties van de beoordelingen O, T, A en B staan in bijlage 2, op blz. 25-29. De bijlage is bedoeld als hulpmiddel. Toelichting tussentijdse beoordeling:... Ontwikkelpunten:... Datum:... Paraaf stagebegeleider:... Paraaf stagiair:... 18

10 Afspraken n.a.v. tussentijdse beoordeling Nadat de tussentijdse beoordelingsformulieren zijn ingevuld, volgt er een gesprek over deze tussentijdse beoordeling met je begeleider(s). Tijdens dit gesprek maken jullie ook afspraken over het resterende deel van je stageperiode. De afspraken en/of actiepunten kun je hieronder aangeven. Datum:... Gesproken met:... Besproken:... Belangrijkste afspraken:... paraaf stagebegeleider:... paraaf stagiair:... Datum:... Gesproken met:... Besproken:... Belangrijkste afspraken:... paraaf stagebegeleider:... paraaf stagiair:... Datum:... Gesproken met:... Besproken:... Belangrijkste afspraken:... paraaf stagebegeleider:... paraaf stagiair:... 19

11 Beoordelingsformulier Soort beoordeling: eindbeoordeling Naam cursist :... Begin- en einddatum :... Leerjaar :... Stagebedrijf :... Naam stagebegeleider :... Op welk niveau zit de stagiair? CRITERIUM Samenwerken en overleggen E* Omgang met collega s Omgang met leidinggevenden Communicatieve vaardigheden beoordeling: O T A B nvt Ethisch en integer handelen F* Omgang met patiënten/anderen Omgang met vertrouwelijke gegevens Formuleren en rapporteren J* Schriftelijke rapportage Mondeling rapportage Vakdeskundigheid toepassen K* Inzicht in werkzaamheden Kennis van theoretische achtergronden Handvaardigheid Materialen en middelen inzetten L* Correct gebruik van laboratoriummaterialen en middelen Zorgvuldig gebruik van patiëntenmateriaal Plannen en organiseren Q* Planning werkzaamheden op de werkvloer Planning m.b.t. opdrachten uitwerken Kwaliteit leveren S* Kwaliteit van het uitgevoerde werk Tempo Afspraken nakomen Instructies en procedures opvolgen T* SOP gebruik/ gebruik van voorschriften Veilig werken volgens voorschrift Met druk en tegenslag omgaan V* Effectief blijven presteren onder druk 20

De hieronder vermelde competenties komen alleen bij de niveau 4 uitstromen voor. O T A B nvt Aansturen B* instructies geven aan leerlingen Analyseren M* Informatie genereren uit gegevens Verantwoorde conclusies trekken Leren P* Eigen maken van nieuwe kennis Eigen maken van nieuwe vaardigheden De hieronder genoemde competenties komen alleen in de uitstroomrichting TOA voor. Begeleiden C* Coachen en motiveren van leerlingen Creëren en innoveren O* Vernieuwend en creatief handelen *)De letters achter de beoordelingscriteria verwijzen naar de competenties in het landelijk kwalificatiedossier analist versie 2009-2010. Algemene houdingsaspecten. O T A B nvt Tonen van initiatief Tonen van zelfstandigheid Tonen van interesse Tonen van verantwoordelijkheid Tonen van een professionele beroepshouding Tonen van flexibiliteit Voorbeelden van interpretaties van de beoordelingen O, T, A en B staan in bijlage 2, op blz. 25-29. De bijlage is bedoeld als hulpmiddel. Toelichting eindbeoordeling:... Ontwikkelpunten:... Datum:... Paraaf stagiair:... Paraaf stagebegeleider:... Paraaf docent:... 21

12 Eindoordeel stageperiode en eventuele toelichting: Datum:... Paraaf stagiair:... Paraaf stagebegeleider:... Paraaf docent:... 22

13 Ondertekening Ondertekening BPV-begeleider of BPV-verantwoordelijke van BPV-bedrijf verklaart met de ondertekening dat de onderdelen waarvoor hij/zij verantwoordelijk is naar waarheid zijn ingevuld. Naam:...... Datum:...... Handtekening:...... BPV-docent of BPV-coördinator van ROC verklaart met de ondertekening dat de onderdelen waarvoor hij/zij verantwoordelijk is naar waarheid zijn ingevuld. Naam:...... Datum:...... Handtekening:...... BPV-deelnemer ondertekent voor gezien Naam:...... Datum:...... Handtekening:...... 23

Bijlage 1. Competentiegericht Opleiden en de BeroepsPraktijkVorming. Nieuwe kwalificatiestructuur Was voorheen het onderwijs gebaseerd op eindtermen, waarin exact werd aangegeven wat de kennis en de vaardigheden waren die een beginnend beroepsbeoefenaar moest bezitten, nu is er een kwalificatiestructuur waarin competenties centraal staan. Er wordt nu meer abstract beschreven en omschreven wat iemand moet kennen en kunnen. Doel is dat iemand adequaat kan handelen in de praktijk, ook in veranderende en nieuwe situaties. Uitgangspunt: Beroepscompetentieprofiel (BCP) Beroepscompetentieprofielen schetsen een realistisch beeld van de beroepen die worden uitgeoefend op MBO-niveau. Zo n profiel beschrijft de beroepspraktijk en de competenties van een ervaren beroepsbeoefenaar. Beroepscompetentieprofielen dienen als uitgangspunt voor de ontwikkeling van de kwalificatieprofielen, beroepscompetentieprofielen vormen samen met leer- en burgerschapscompetenties de belangrijkste bronnen voor het kwalificatieprofiel. Één of meerdere beroepscompetentieprofielen Één kwalificatieprofiel Kwalificatieprofiel (KP) Het kwalificatieprofiel vermeldt de competenties die een beginnend beroepsbeoefenaar moet beheersen bij het afsluiten van zijn opleiding en bij de start van zijn loopbaan in een bedrijf. Deze competenties van het kwalificatieprofiel zijn teruggebracht tot het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Een kwalificatieprofiel kan op één of meerdere beroepscompetentieprofielen gebaseerd zijn. In het kwalificatieprofiel wordt verder onder meer ingegaan op mogelijke uitstroomdifferentiaties, het diploma en het niveau van de kwalificatie. Bij het kwalificatieprofiel wordt een verantwoordingsdocument geschreven, waarin de keuzes die gedaan zijn om van verschillende beroepscompetentieprofielen naar een kwalificatieprofiel te komen, verantwoord zijn. Dit document wordt tezamen met het kwalificatieprofiel, de beroepscompetentieprofielen en de leeren burgerschapscompetenties opgenomen in een zogeheten kwalificatiedossier waar de scholen hun onderwijs op gaan baseren. Wat betekent werken met competenties? De beroepspraktijk is het uitgangspunt. Daar waar mogelijk zal ook in de BOL opleidingen meer in de beroepspraktijk geleerd worden. De loopbaan van de cursist/werknemer staat centraal. Binnen de opleiding wordt meer aandacht besteed aan het leren leren, ervan uitgaande dat men een leven lang leert. Kerntaken en kernopgaven uit het beroep vormen de context van de leeromgeving. Er is meer transparantie, door meer afstemming met andere, overlappende kwalificaties. Leren en opleiden op de werkplek staan nog centraler. Leerdoelen en vakken worden geïntegreerd. Er komen meer mogelijkheden voor maatwerk, niet alleen voor de praktijk, maar ook voor de theorie. Toetsen hebben meer betekenis voor geschiktheid voor het beroep. De leerling wordt zelf meer verantwoordelijk voor zijn/haar ontwikkeling. De rol van de praktijkbegeleider verschuift van instructeur in de richting van coach. 24

Bijlage 2: Normgedrag Competenties/ Algemene houdingsaspecten. Hieronder staan voorbeelden van gedrag dat past bij de beoordelingen: O = Op weg: Dit is het beginnerniveau. Als je op dit niveau zit, moet je nog 2 niveaus stijgen, wil je aan het einde van je opleiding op minimaal het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar zitten. T = Twijfelachtig. Dit is het niveau waarop de stagiair met wat werkervaring veelal zal zitten. Nog 1 niveau omhoog, dan zit je op het niveau waarop een beginnend beroepsbeoefenaar minimaal hoort te zitten, aan het einde van de opleiding. A = Aanvaardbaar. Dit is minimaal het nivo waarop een laboratoriummedewerker-/analist zich hoort te bevinden, aan het einde van de opleiding. B = Bovengemiddeld. Je functioneert op dit onderdeel duidelijk boven het minimaal vereiste niveau van een beginnende beroepsbeoefenaar. NVT = Niet van toepassing. Uiteraard moet er gekeken worden naar het niveau waarop de stagiair zich aan het begin van de BPV-periode bevindt. Voorbeeld: van een 2 e jaars stagiair kun je minder complexe taken/werkzaamheden verwachten dan van een 4 e jaars stagiair. Ook kun je van een 4 e jaars bijvoorbeeld een hoger werktempo verwachten. De lat ligt dus hoger/de criteria liggen hoger, naarmate de stagiair verder in de opleiding is. Ditzelfde geldt voor het niveauverschil: van een laboratoriummedewerker mag je niet dezelfde eisen stellen voor bijvoorbeeld complexiteit van de analyses, als van een analist. Deze opsomming dient als hulpmiddel bij het beoordelen van de competenties/algemene houdingsaspecten. Criterium O: beginner Samenwerken en overleggen E* - g eeft belangrijkste zake n door aan collega s Omgang met collega s Omgang met leidinggevenden communicatieve vaardigheden - br engt leidinggev ende van belangrijkste zaken op de hoogte - raad pleegt en betrekt anderen soms - inform eert anderen soms op tijd T: twijfelachtig, stagiair met wat werkervaring - doet mededelingen in het teamoverleg - raadpleegt en betrekt soms anderen - brengt leidinggev ende meestal op de hoogte - raadpleegt en betrekt anderen meestal wel - informeert anderen meestal A: aanvaardbaar: minimaal nivo beginnend beroepsbeoefenaar - vraagt collega s om input en geeft ook input - inform eert anderen reg elmatig - br engt leidinggev ende op de hoogte - raad pleegt en betrekt normaliter anderen - inform eert anderen B: bovengemiddeld: duidelijk beter dan gemiddelde beginnende beroepsbeoefenaar - ove rlegt altijd pr oactief met collega s en neemt soms initiatief in het teamoverleg - is proactief in het in formeren van anderen - betrekt anderen bij zijn werk - br engt leidinggev ende altijd op de hoogte. - is proactief daarin - raad pleegt en betrekt anderen altijd - inform eert anderen pr oactief 25

Criterium O: beginner Ethisch en integer handelen F* Omgang met patiënten/ anderen Omgang met vertrouwelijke gegevens - gedraagt zich vaak zoals het hoort in niet-mo eilijke situati es - stagiair weet ongev eer wat juiste houding/ge drag is - gaat met enige reg elmaat op vertrouw elijke manier om met ge gevens Formuleren en rapporteren J* Schriftelijke rapportage Mondelinge rapportage - rap porteert soms volle dig - rap porteert soms duidelijk - rap porteert soms op tijd - maakt veel taalfouten - is soms duidelijk, boodschap komt dan over - vraagt af en toe of alles begrepen is Vakdeskundigheid toepassen K* Inzicht in werkzaamheden Kennis van theoretische achtergronden Handvaardigheid - ziet soms wat er nog moet gebeuren - weet bij uitzo ndering wat de theo retische achter grond is - zoekt af en toe die theo retische achter grond op - kan sommige handeli ngen juist uitvoe ren - is nog niet snel met de handelingen Materialen en middelen inzetten L * Correct gebruik van laboratoriummaterialen en middelen Zorgvuldig gebruik van patiëntenmateriaal - gebruikt wel meer materiaal dan nodig - ruimt soms op - ge bruikt materiaal af en toe op de juist e manier - gaat af en toe netj es om met patiëntenmateriaal T: twijfelachtig, stagiair met wat werkervaring - gedraagt zich meestal zoals het hoort - stagiair weet meestal juiste houding t.o.v. patiënt en/anderen - gaat meestal op vertrouw elijke manier om met ge gevens - rapporteert meestal volledig/duidelijk - rapporteert meestal op tijd - maakt nogal wat taalfouten - is met regelmaat duidelijk - controleert soms of alles begrepen is - ziet meestal wat er nog moet gebeuren - weet soms wat de theo retische achter grond is - zoekt met enige reg elmaat die theo retische achter grond op - blijkt meestal de nodige handelingen juist uit te voeren - is soms al redelijk snel met de handeli ngen - gebruikt meestal juist e hoeveelheid materiaal - ruimt met enige reg elmaat op - gebruikt materiaal vaak op juiste manier - gaat vaak netjes om met patiëntenmateriaal A: aanvaardbaar: minimaal nivo beginnend beroepsbeoefenaar - stelt zich normaliter profes sioneel op - stagiair weet hoe zich te gedragen t.o.v. patië nten/anderen. - gaat op vertrouw elijke manier om met ge gevens - rapporteert normaliter wel volledig - rapporteert normalit er duidelijk en op tijd - maakt af en toe een taalfout - is duidelijk, brengt de boodschap over - vraagt ook meestal of alles duidelijk is - ziet wat er nog moet gebeuren - weet meestal wel wat de theoretische achter grond is - zoekt die theo retische achtergrond vaak zel f op - blijkt de nodige handeli ngen juist uit te voeren - is behoorlijk snel met de handelingen - gebruikt de normale hoev eelheid materiaal - ruimt normaliter wel op - gebruikt materiaal normalit er op juiste manier - gaat netjes om met patiëntenmateriaal - laat het niet liggen B: bovengemiddeld: duidelijk beter dan gemiddelde beginnende beroepsbeoefenaar - stagiair stelt zich altijd professioneel op, ook als omstandighe den wat moeilij ker zijn - nooit klachten - gaat altijd op juiste manier om met vertrouw elijke ge gevens, vraagt pr oactief - rap porteert altijd volledig en duidelijk - is proactief hierin - maakt weinig tot g een taalfouten - is altijd duidelijk, er blijven geen vragen over - vraagt altijd proactief of er onduidelij kheden zijn - is (altijd) proactief in het vinden van werk zaamheden - weet altijd goed wat de theoretische achter grond is - is altijd proactief in zoeken naar die theo retische achter grond - blijkt altijd de nodige handelingen op de juiste manier uit te voeren - is erg snel met de handeli ngen - gebruikt altijd de minimal e hoev eelheid materiaal - ruimt altijd alles netj es op - ge bruikt materiaal altijd op beste manier - is proactief in netjes omgaan met patiëntenmateriaal 26

Criterium O: beginner Plannen en organiseren Q* - plant eigen werk zaamheden voor de dag soms Planning al in werkzaamheden - overlegt soms op de werkvloer met anderen over e envoudige dinge n Planning m.b.t. - is soms op tijd opdrachten klaar met de uitvoeren opdr acht Kwaliteit leveren S* - er zitten in e envoudige Kwaliteit van het werk zaamheden uitgevoerde niet zo veel onvolkomenh werk eden, in iets moeilijker wel - eenvoudige werk zaamheden Tempo komen op tijd af, iets moeilijkere nog niet - komt afspraken Afspraken soms na nakomen Instructies en proceduresopvolgen T* - werkt soms vlgs SOP gebruik/ het protocol gebruik van voorschriften - informeert soms bij onduidelij kheden - let al een beetje op, of er iets veilig gebeurt Veilig werken - wijkt soms af van volgens voorschrif t voorschrift - ziet af en toe te ve rbeteren situati es Met druk en tegenslag omgaan V* - presteert onder dr uk bij erg e envoudige Effectief blijven werk zaamheden presteren onder al het zelfde druk - gaat niet zo veel meer fouten maken T: twijfelachtig, stagiair met wat werkervaring - plant eigen werkzaamheden in: is niet veel te veel tijd kwijt - overlegt soms al met anderen - is met regelmaat op tijd klaar met de opdr acht - er zitten in e envoudige werkzaamh eden niet veel onvolkomen heden, in moeilij ker enige onvolkom enheden - eenvoudige werk zaamheden komen op tijd af, iets moeilijkere soms nog niet - komt afspraken met reg elmaat wel na - werkt meestal vlgs protocol - informeert soms wel, soms niet bij onduidelij kheden. - let meestal op of iets veilig gebeurt - werkt soms niet vlgs voorschrift - meldt soms te verb eteren situaties - presteert onder dr uk bij eenvoudige werk zaamheden al het zelfde - gaat slechts iets meer fouten maken A: aanvaardbaar: minimaal nivo beginnend beroepsbeoefenaar - plant werkzaamhede n normaliter goe d in - overlegt daarbij n ormaliter effectief met anderen - is normaliter op tijd klaar met de opdr acht - er zitten normaliter g een fouten/onvolkomenheden in het uitg evoerde werk - het tempo is dusdanig dat alle werk zaamheden over het algemeen op tijd af zijn - komt afspraken normalit er na - werkt normaliter wel vlgs protocol - informeert normalit er bij onduidelij kheden - let op of iets veilig ge beurt - werkt volgens voorschrif t - meldt te verbeteren situati es - presteert nog steeds redelijk goed onder druk - maakt zelden méér foute n onder druk B: bovengemiddeld: duidelijk beter dan gemiddelde beginnende beroepsbeoefenaar - plant werkzaamheden op meest efficiënte manier in - overlegt proactief en erg effectief met anderen - is altijd op tijd klaar me t opdracht, of ee rder - er zitten geen foute n/onvolkomenheden in het uitgevoerd e werk, ook niet in moeilijker werk zaamheden. - hoog tempo: is snel klaar met werk zaamheden - loopt voor op planning - komt afspraken altijd na: ook als het tegen zit - werkt altijd vlgs protocol - informeert proactief - er ontstaan geen onduidelij kheden - let altijd op of iets veilig gebeurt - werkt altijd vlgs voorschrif t - meldt altijd pr oactief te verb eteren situaties - geen verschil tussen weinig en veel tijdsdruk: presteert altijd goed - maakt nooit méér foute n onder druk 27

Criterium Aansturen B* Instrueren van leerlingen/ stagiairs Analyseren M* informatie genereren uit gegevens Normgedrag competenties welke alleen in uitstroomrichtingen niveau 4 voorkomen verantwoorde conclusies trekken Leren P* Eigen maken van nieuwe kennis Eigen maken van nieuwe vaardigheden O: beginner - geeft soms al duidelijk e en/of volledige instructie - vooral bij e envoudige dingen - kan zeer e envoudige ge gevens netjes op rijtj e zetten - kan uit zeer e envoudige res ultaten e envoudige conclus ies trekken - kan erg eenvoudige kenn is al eigen maken - weet eenvoudige dingen al na enkele keren - is heel af en toe al proactief in eigen maken van kennis - kan erg eenvoudige vaardigheden al eig en maken - doet erg eenvoudige dingen al in enk ele keren goed T: twijfelachtig, stagiair met wat werkervaring - geeft al redelijk vaak duidelijke en/ of volledige instructi e - kan gegevens op logisch e wijze ordenen - kan uit eenvoudige res ultaten conclus ies trekken - kan (eenvoudige) kenn is al eigen maken - weet dingen al na e nkele keren. - is soms proactief in eigen maken van kenn is - kan eenvoudige vaardigheden al eig en maken - doet eenvoudige di ngen al in enkele keren goed A: aanvaardbaar: minimaal nivo beginnend beroepsbeoefenaar - geeft normaliter duidelijk e en volledige instructie - kan verschillende ge gevens logisch ordenen - kan uit diverse ge gevens conclus ies trekken - kan kennis eigen maken in relatief weinig tijd - is normaliter proactief in eigen maken van nieuwe kenn is - kan vaardigheden eig en maken - doet dingen al in enk ele keren goed B: bovengemiddeld: duidelijk beter dan gemiddelde beginnende beroepsbeoefenaar - geeft altijd duidelijk e en volledige instructie - nooit misversta nden - kan complexere gegevens uit meerde re bronnen snel en logisch ordenen - kan uit complexere ge gevens altijd juist e conclusies trekken - maakt zich (ook inge wikkelder) kennis eigen, in kort e tijd. - is hierin altijd proactief - gebruikt weinig tijd om (ook complex ere) vaar digheden eigen te maken - kan dingen in één of twee keer goed doe n Normgedrag competenties welke alleen in uitstroomrichting TOA voorkomen Begeleiden C* - weet bij erg - weet de leerling al - weet de leerling te e envoudige te coachen/ coache n/motiveren opdrachten al te motiveren met - leerli ngen gaan Coachen en coache n/motiveren e envoudige be ter presteren motiveren - leerli ng gaat soms opdr achten al beter presteren - leerli ng gaat meestal al iets be ter presteren Creëren en innoveren O* - komt af en toe met - komt af en toe met - komt regelmatig ee nvoudige ideeën ideeën om iets te met ideeën om iets o m iets te ve rbeteren/iets op te verbeteren/iets ve rbeteren/iets op e en andere manier op een andere Nieuwe ideeën een andere manier te doen man ier te doen aandragen te doen - ideeën leiden met - ideeën leiden - ideeën leiden soms reg elmaat tot normalit er tot al tot enige enig e verbetering verb etering verb etering - weet de leerling goed te coachen en motiveren - leerli ngen gaan altijd beter pr esteren. - komt erg vaak met ideeën om iets te verb eteren /iets op een andere manier te doen - ideeën leiden tot flink e verbetering 28

Criterium Tonen van initiatief Tonen van zelfstandigheid Tonen van interesse Tonen van verantwoordelijkheid Tonen van een professionele beroeps houding Tonen van flexibiliteit Algemene Houdingsaspecten (geldt voor alle uitstroomrichtingen): O: beginner - toont af en toe al initiati ef (bij taken die bij hem/haar hor en) - knapt soms al eenvoudige dingen zelf op, als dat kan - lost erg eenvoudige dingen al zelf op - kan erg eenvoudige beslissi ngen al zelf nem en - is af en toe ge ïnteresseerd in (nieuw e) dingen - is voornamelijk in eig en werk zaamheden ge ïnteresseerd - onderneemt bij e envoudige situaties soms al actie als iets niet goed gaat - geeft soms al het g oede voorbeeld, in simp ele dingen - is af en toe al opbouwe nd kritisch naar zichzelf en anderen - kan af en toe al aanvaarden dat priorit eiten anders kome n te liggen - blijft niet heel vaak dwar s liggen T: twijfelachtig, stagiair met wat werkervaring - toont met enige reg elmaat initiatief, vooral bij taken die bij hem/haar horen - knapt dingen soms zelf op, als dat kan - lost eenvoudige dingen al zelf op - kan eenvoudige beslissi ngen al zelf nem en - is soms wel ge ïnteresseerd in (nieuw e) dingen - vraagt wel eens naar werk zaamheden/ taken van de ander - onderneemt bij e envoudige situaties al actie als iets niet goe d gaat - geeft zelf met enige reg elmaat al het g oede voorbeeld - is met enige regelmaat al opbouwend kritis ch naar zichzelf en anderen - kan soms al aanvaarden dat priorit eiten anders komen te liggen - blijft niet vaak dwars ligge n A: aanvaardbaar: minimaal nivo beginnend beroepsbeoefenaar - toont redelijk vaak initiati ef, ook bij taken die niet direct bij hem/haar horen - knapt dingen normaliter zelf op, als dat kan - lost dingen normaliter zelf op - neemt zelf beslissi ngen als dat kan - is vaak wel ge ïnteresseerd in (nieuw e) dingen - vraagt regelmatig naar taken/ werk zaamheden van de ander - onderneemt normaliter actie als iets niet goed gaat - geeft zelf het goede voor beeld - is opbouwend kritis ch naar zichzelf en anderen - kan normaliter wel aanvaarden dat priorit eiten anders komen te liggen - blijft niet dwars ligge n B: bovengemiddeld: duidelijk beter dan niveau A - toont altijd initiatief, ook als er bijv. iets nieu ws/bijzonders ge daan kan worden - knapt dingen altijd zelf op, als dat kan - lost ook meer g ecompliceerde dinge n zelf op, of gaat op zoek naar de oplossing - neemt zelf ook iets moeilij ker beslissi ngen - is altijd geïnteresseerd in (nieuwe) dinge n - vraagt altijd naar werk zaamheden /taken van de ander - onderneemt altijd actie als iets niet goed gaat; is proactief hierin - geeft zelf altijd het g oede voorbeeld - is altijd opbouwend kritis ch naar zichzelf en anderen - heeft nooit pr oblemen met vera nderende priorit eiten: past zich moeit eloos aan 29

Bijlage 3: Reflectie Dit reflectieformulier is bedoeld als voorbereiding voor de stagiair op zijn tussentijdse beoordelingsgesprek(ken). Het stimuleert het meer zicht krijgen op je eigen functioneren en daardoor ook het vinden van handvatten om jezelf verder te verbeteren. Het is handig om een verslag te maken van de voorgaande periode. Vooral dingen die minder goed/niet goed gingen, zijn nuttig om nader te bekijken. Maak een verslag(je) per situatie/item. Hierbij komen de volgende vragen aan de orde bij iets wat minder goed/niet goed ging: 1. Situatie: Wat was de situatie? - wat gebeurde er? - wie waren er bij betrokken? - waar speelde het zich af? - wanneer speelde deze situatie? 2. Taak: wat was je taak? Algemeen: - wat werd er van je verwacht? - wat was je rol? Persoonlijk: - wat wilde je bereiken? - wat verwachtte je van jezelf in die situatie? 3. Actie - wat heb je gedaan/gezegd? - hoe was je aanpak? - hoe reageerde de ander(en)? - wat heb je vervolgens gedaan/gezegd? En toen? 4. Resultaat - wat kwam eruit? - hoe is het afgelopen? - wat was het resultaat van je handelen? - hoe reageerden de ander(en)? 5. Reflectie - hoe vond je dat je het deed? - was je tevreden met het resultaat? - wat zou je een volgende keer anders doen? - wat is je leerdoel? - wat heb je daarvoor nodig? - welke competenties (kennis/vaardigheden/houding) zet een gekwalificeerde medewerker in zo n situatie in? - wat is je actieplan bij dit leerdoel? - welke bewijsstukken ga je aanleveren? Door deze vragen voor jezelf te beantwoorden kun je voor jezelf duidelijk maken waar nog dingen te verbeteren zijn en wellicht ook hoe jij je verbeterpunten kunt aanpakken. Het tussentijdse beoordelingsgesprek zal daardoor ook nuttiger/efficiënter worden. 30

Bijlage 4. Lijst met afkortingen BPV ROC KC PMLF WEB PvB CGO BeroepsPraktijkVorming of stage Regionaal OpleidingenCentrum Kenniscentrum en landelijk orgaan voor de gebieden Procestechniek, Milieutechniek, Laboratoriumtechniek en Fotonica. Wet Educatie en Beroepsonderwijs Proeve van Bekwaamheid: een praktijkproeve welke aan het einde van de BPVperiode, in het leerbedrijf zelf uitgevoerd wordt. Competentiegericht Onderwijs 31

Begrippenlijst Stagebedrijf Stagebegeleider Stageverantwoordelijke Stagedocent Stagecoördinator Formatieve beoordeling Summatieve beoordeling Bedrijfsbeoordelaar Competentie Kerntaak Werkproces De instantie die gelegenheid biedt voor de stage. De functionaris van het stagebedrijf die de dagelijkse begeleiding van de stagiair in het stagebedrijf verzorgt. De functionaris van het stagebedrijf die belast is met het algemene contact met de school, met de stagecoördinator en met de stagiair en die namens de exameninstelling verantwoordelijk is voor de beoordeling van stagiair De docent van het ROC die belast is met de begeleiding van de stagiair De functionaris van het ROC die zorg draagt voor werkzaamheden ten behoeve van de stage. Beoordeling welke er op gericht is de ontwikkeling van iemand te kunnen volgen, niet beslissend voor het slagen voor (een deel van) de opleiding. Kernvraag: wat kan de deelnemer al wel en wat nog niet? Beoordeling welke er op gericht is om te kijken of iemand voldoet aan de eisen voor (een deel van) de opleiding. Kernvraag: kan en weet de deelnemer het, ja of nee? Degene die de summatieve beoordeling afneemt, bijvoorbeeld de PvB. Ontwikkelbare vermogens van mensen om in situaties, op adequate, doelbewuste en gemotiveerde wijze, proces en resultaatgericht te handelen Hoofdtaak van een Laboratoriummedewerker/Analist, bijvoorbeeld: voorbereiden van analyses. Onderdeel van een kerntaak, bijvoorbeeld: ontvangen en registreren van materiaal. 32