Een kwaliteitsvolle dienstverlening aan verkeersslachtoffers. Is politiezone HANO er klaar voor?

Vergelijkbare documenten
DEEL I DE GEVOLGEN VOOR SLACHTOFFERS VAN VERKEERSONGEVALLEN, DE REGELGEVING EN DE VOORZIENINGEN

Lokale Politie Brussel-Hoofdstad-Elsene Sylvia Mattens Adviseur/Psycholoog POLITIONELE SLACHTOFFERBEJEGENING

PERSBERICHT Brussel, 3 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 7 juni 2017

Politionele slachtofferbejegening

INFO VOOR NABESTAANDEN. Arne Reynaert TUSSENKOMST GERECHTELIJKE OVERHEDEN

Rondpunt vzw Uitbreidingstraat 518 bus Berchem Tel.:

De ontwikkeling en evolutie van posttraumatische stressklachten bij mensen met brandwonden na een ramp

In 2015 gebeurden er in Genk 342 verkeersongevallen met doden en gewonden, dat is een daling met 26 ongevallen (-7,1%) ten opzichte van 2014.

5 Samenvatting en conclusies

PERSBERICHT Brussel, 5 augustus 2013

Meldingsplichtige arbeidsongevallen. Meld ze direct bij de Inspectie SZW

Rondpunt ijvert voor een goede. in Vlaanderen. Op 17 januari Deze nieuwe vzw ontstond uit een. voor jonge verkeersslachtoffers en

VICTIMS IN MODERN SOCIETY

Debriefing. Opvang na een schokkende gebeurtenis. Geert Taghon 2013

Meldingsplichtige arbeidsongevallen. Meld ze direct bij de Inspectie SZW

PERSBERICHT Brussel, 13 november 2012

Molenstraat HP Steenwijk Tel/fax Protocol voor opvang bij ernstige incidenten. Sint Clemensschool

Stad Genk Publicatie Verkeersongevallen en slachtoffers

JAARVERSLAG VERKEER 2014

Terrorisme en dan verder

Stelling 1: Waardig afscheid nemen kunnen we beter overlaten aan de begrafenisondernemers

Rondpunt Presentatie

Kinderdagverblijf Fabeltjesland: gebeurtenissen op 23/01/09.

Mevrouw, Mijnheer, Ik dank u voor de medewerking. Hoogachtend, Lynn Van Houcke

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;

Statistieken over vluchtmisdrijven. Op basis van de jaarlijkse statistieken van de Hoven en de Rechtbanken over veroordelingen

Je rechten na een verkeersongeval. Rechtenbrochure Rondpunt vzw

Slachtofferhulp Brussel-Halle-Vilvoorde Groot Eiland (deelwerking CAW Archipel) Voorstelling dienst

Voorwoord 7 Leeswijzer 9

De verkeersveiligheid in 2008

MECHANISMEN EN ORGANEN VAN INTERNE EN EXTERNE CONTROLE OP DE POLITIE

Wat na een medisch ongeval?

Bedrijfs Opvang Team

Bijlage 3. Protocol bij ernstige incidenten

Eerste hulp aan hulpverleners die slachtoffer zijn van traumatische stress. Paul De Vuyst Preventieadviseur PSA Zeebrugge

Rondpunt vzw Uitbreidingstraat 518 bus Berchem Tel.:

Wat na een medisch ongeval?

Aantal ongevallen en aantal verkeersslachtoffers dalen

Meldingsplichtige arbeidsongevallen. Meld ze bij de Arbeidsinspectie

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker


Slachtoffer van geweld?

STAGEHANDLEIDING AGENT VAN POLITIE

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit. Bestemd voor: Commissie Algemene Zaken, Intercommunales en Bevolking

Verkeersveiligheidsbarometer. 1 e trimester Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid D/2016/0779/27

WAT NA EEN MEDISCH ONGEVAL? Fonds voor Medische ongevallen

2015: 1 ste t.e.m. 3 de kwartaal

Arbeidsongevallen. Steven Van den Broeck Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

Fase I Voorvallen in de huiselijke kring Huiselijk geweld

Ernstige arbeidsongevallen

Samenvatting: Impact van verkeersonveiligheid en -onleefbaarheid Objectieve en subjectieve factoren Deel II: subjectieve verkeersveiligheid

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

1.2. De naleving en de uitvoering van de akkoorden uit het verleden. Belangrijke akkoorden uit het verleden werden nog niet uitgevoerd.

@Risk. Samenvatting. Analyse van het risico op ernstige en dodelijke verwondingen in het verkeer in functie van leeftijd en verplaatsingswijze

Bevolkingstevredenheidsonderzoek

Buurt Informatie Netwerk LIEZEBOS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Voorstel van resolutie. betreffende een meer doeltreffende preventie van vrouwelijke genitale verminking in Vlaanderen

Hulp bij het herstel. Als slachtoffer kunt u bij. Slachtofferhulp Nederland terecht. voor kosteloze ondersteuning op

Terrorisme en dan verder Wat te doen na een aanslag?

Hulp bij het herstel. Als slachtoffer kunt u bij. Slachtofferhulp Nederland terecht. voor kosteloze ondersteuning op

WELKE VERZEKERINGSPOLISSEN BESTAAN ER? EEN EERSTE OVERZICHT

Definitieve resultaten eindejaarscontroles

Stichting PIV & Vrije Universiteit (IGER) Excuses aan verkeersslachtoffers de rol van veroorzakers en verzekeraars

DE GEÏNTEGREERDE POLITIE

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling)

Meldingsplichtige arbeidsongevallen. Meld ze bij de Arbeidsinspectie

Enschede 5,7. Werkstuk door een scholier 2172 woorden 21 mei keer beoordeeld. Nederlands. Inleiding

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

OPVANG LEERLINGEN BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE

VERWERKING NA EEN INGRIJPENDE GEBEURTENIS 1

Omgaan met cliënten met een psychische aandoening

Procedure seksueel grensoverschrijdend gedrag

Al gehoord van de 107? Mieke Craeymeersch, directeur Similes

Instructies. Oefen Stelling. Stelling 1. Stelling 3. Stelling 2. Waar. Niet Waar. Niet verlegen zijn!

SWOV-Factsheet. Verkeersdoden in Nederland

GEWELDDADIG GEDRAG naar medeleerling(en), personeel en/of zichzelf

Statistisch Product. Verkeersongevallen. Algemene informatie

BESCHIKKING van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie met betrekking tot het grensoverschrijdend spoedeisend ambulancevervoer

DE FEDERALE WEGPOLITIE

GGzE centrum psychotrauma

Notitie. Onderwerp. Van: Diana Piek Aan: College van B&W Datum: Doorkiesnummer: (0411)

Familiewerking CAT Gent

PERSBERICHT STADSMONITOR 2017 VERTROUWEN TERUGWINNEN GAAT LANGZAAM

Calamiteitenprotocol Pagina 1

1. De partnerrelatie. 1.1 Een relatie in evolutie

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten

Bijlage 1: Verkeersongevallenmonitor 2015 Gemeente Eindhoven, november 2016

Inhoud. Wenken voor een evenwichtig leven 7. Over Epictetus 69. Nawoord De filosofie van de stoa 73. Bibliografische notitie 83 [5]

PSYCHOSOCIALE HULPVERLENING BIJ INCIDENTEN

Zestien tips voor dove personen in contact met de politie en justitie

Verkeersveiligheidsbarometer. 1 ste semester Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid D/2016/0779/29

Verkeersveiligheidsbarometer. Het jaar Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid D/2017/0779/13

BURGERS ALS CONSUMENTEN VAN POLITIEZORG. Ruth Dujardin

Doorbreek het taboe Els Messelis Hogere Leergangen voor Fiscale en Sociale Wetenschappen -HuBrussel 18 december Els Messelis

Het verhaal van een veroorzaker van een verkeersongeval: les 2 SECUNDAIR ONDERWIJS. Doelgroep. VOETen. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Persbericht. Lichte stijging verkeersdoden in Centraal Bureau voor de Statistiek

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Transcriptie:

Departement Sociaal-Agogisch Werk Afstudeerrichting Maatschappelijk Werk Een kwaliteitsvolle dienstverlening aan verkeersslachtoffers. Is politiezone HANO er klaar voor? Door Elke Swinnen Eindwerk aangeboden tot het bekomen van het diploma bachelor sociaal werk (maatschappelijk assistent) Hasselt

Departement Sociaal-Agogisch Werk Afstudeerrichting Maatschappelijk Werk Een kwaliteitsvolle dienstverlening aan verkeersslachtoffers. Is politiezone HANO er klaar voor? Door Elke Swinnen Eindwerk aangeboden tot het bekomen van het diploma bachelor sociaal werk (maatschappelijk assistent) Hasselt

Woord vooraf Aan de eindtermen van de opleiding Sociaal-Agogisch Werk die ik volg aan de Xios Hogeschool Limburg is steeds het schrijven van een eindwerk gekoppeld. Op zoek gaan naar een onderwerp is dan de eerste vraag die zich stelt. Tijdens de stage die ik in het tweede jaar Sociaal-Agogisch Werk liep op de sociale dienst van politiezone HANO, werd mij gevraagd om schematisch in kaart te brengen wat men van een politiebeambte verwacht naar aanleiding van een verkeersongeval. 1 Deze kleine taak maakte mij hongerig naar meer informatie over de doelgroep verkeersslachtoffers. Wat zijn hun specifieke noden? Hoe gaan de medewerkers van mijn stageplaats met deze doelgroep om? Er was hier rond nog niet veel onderzoek verricht en het leek mij eveneens voor de stageplaats een interessant onderwerp. Een eindwerk, geen gemakkelijke onderneming Maar wel een leerrijk proces! Leerrijk in de zin dat hiermee een stageplaats, een groep van hulpverleners in dit geval inspecteurs van de interventiedienst en een specifieke doelgroep van slachtoffers verkend werd. Leerrijk ook voor de stageplaats, politiezone HANO, die een analyse voorgeschoteld krijgt van de werking van haar inspecteurs van de interventiedienst omtrent de dienstverlening naar verkeersslachtoffers en hun na(ast)bestaanden. Een woordje van dank richt ik tot de stagebegeleiding vanuit de stageplaats en de school voor alle mogelijke begeleidingswijzen en aansturingen bij het schrijven van dit eindwerk. In het bijzonder vermeld ik hierbij Commissaris Verkoyen Rudi en Hoofdinspecteur Aerden Eddy van politiezone HANO en mevrouw Dehasque Isolde als begeleidster vanuit de school. Een bedankje aan familie, vriendinnen en mijn vriend Benny voor de aanmoediging die ik kreeg om steeds weer aan het schrijven te gaan wanneer het even minder goed ging. Een laatste, maar zeker niet kleinste bedankje gaat uit naar de inspecteurs van de interventiedienst van politiezone HANO die de tijd namen om aan mijn onderzoek deel te nemen. 1 Bijlage 1: Stroomdiagram verkeersongevallen opdracht stage 2 e jaar SAW. Swinnen Elke 2

Inhoudsopgave Woord vooraf... 2 Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 7 1. Slachtoffers van een verkeersongeval met lichamelijk letsel en dodelijke afloop nader bekeken... 11 1.1. Definities... 11 1.1.1. Verkeersongevallen met lichamelijk letsel en dodelijke afloop... 12 1.1.2. Slachtoffers... 12 1.1.3. Na(ast)bestaanden... 13 1.2. Cijfers... 13 1.2.1. Verkeersongevallen in België en Vlaanderen... 14 1.2.2. Verkeersongevallen binnen politiezone HANO... 16 1.3. Gevolgen van verkeersongevallen... 17 1.3.1. Medische gevolgen... 18 1.3.2. Psychische gevolgen... 18 1.3.2.1. Psychische gevolgen bij volwassenen en jonge verkeersslachtoffers. 20 1.3.2.2. Psychische gevolgen bij nabestaanden van dodelijke verkeersslachtoffers... 21 1.3.3. Gevolgen voor de vrijetijdsbesteding en sociale relaties... 21 1.3.4. Financiële gevolgen... 22 1.3.5. Justitiële gevolgen en rechtsbijstand... 22 1.4. Besluit... 23 2. Slachtofferbejegening vanuit de lokale politie... 24 2.1. Verwachtingen en behoeften van slachtoffers... 24 2.1.1. Verwachtingen ten gevolge van het slachtofferschap... 24 2.1.2. Verwachtingen rond het eerste contact... 25 2.1.3. Behoefte aan onmiddellijke informatie en advies... 26 2.1.4. Behoefte aan latere informatie en advies... 28 2.1.5. Behoefte aan praktische hulp... 29 2.1.6. Behoefte aan psychosociale steun en hulp... 29 2.1.7. Verwachtingen ten aanzien van de media... 30 Swinnen Elke 3

2.1.8. Bevindingen van een onderzoek naar de noden en behoeften van verkeersslachtoffers... 31 2.2. Wetgeving... 32 2.2.1. Wet op het politieambt... 32 2.2.2. Wet tot organisatie van de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus... 33 2.3. Omzendbrieven... 35 2.3.1. Omzendbrief OOP15... 35 2.3.2. Omzendbrief OOP15bis... 36 2.3.3. Omzendbrief OOP15ter... 36 2.3.4. Omzendbrief GPI 58... 37 2.3.5. Omzendbrief PLP 10... 38 2.3.6. Omzendbrief GPI 19 De politieassistent... 38 2.4. Initiatieven voor een optimale slachtofferbejegening aan verkeersslachtoffers.. 40 2.4.1. B-box... 40 2.4.2. Maatschappelijk assistenten... 41 2.5. Besluit... 42 3. Taken van een politie-inspecteur inzake slachtofferbejegening... 44 3.1. Politionele taken inzake slachtofferbejegening bij verkeersslachtoffers... 44 3.1.1. Onthaal en opvang... 45 3.1.1.1. Onthaal... 45 3.1.1.2. Opvang... 46 3.1.1.3. Belang van een goede eerste opvang... 47 3.1.2. Praktische ondersteuning... 48 3.1.3. Informatieverstrekking en doorverwijzing... 49 3.1.3.1. Informatieverstrekking... 49 3.1.3.2. Doorverwijzing... 49 3.1.4. Slechtnieuwsmelding... 50 3.1.5. Hercontactname... 52 3.2. Taken van betrokkenen bij een verkeersongeval... 53 3.3. Beperkingen van politiële slachtofferbejegening... 53 3.3.1. Beperkingen op individueel niveau... 54 3.3.2. Beperkingen op organisatieniveau... 55 3.4. Besluit... 56 4. Lokale politie: politiezone HANO... 58 Swinnen Elke 4

4.1. Voorstelling lokale politie... 58 4.1.1. Situering lokale politie... 58 4.1.2. Functionaliteiten van de lokale politie... 59 4.1.3. Structuur politiezone HANO... 60 4.2. Gemeenschapsgerichte politiezorg... 62 4.2.1. Wat houdt gemeenschapsgerichte politiezorg in?... 62 4.2.2. Hoe kadert kwaliteitsvolle slachtofferbejegening binnen gemeenschapsgerichte politiezorg?... 63 4.3. Informatiegestuurde politiezorg... 64 4.4. Partner inzake verkeersongevallen... 65 4.5. Besluit... 65 5. Onderzoeksopzet... 67 5.1. Opzet van het onderzoek... 67 5.1.1. Probleemstelling... 67 5.1.2. Onderzoeksvragen... 68 5.1.3. Opbouw van de enquête... 70 5.1.4. Gegevensverwerving... 72 5.2. Besluit... 72 6. Onderzoeksresultaten: Politiële slachtofferbejegening aan verkeersslachtoffers en hun na(ast)bestaanden in de praktijk bekeken... 74 6.1. Algemene gegevens... 74 6.2. Opleiding... 75 6.3. Onthaal en opvang van verkeersslachtoffers... 77 6.4. Praktische ondersteuning aan verkeersslachtoffers... 80 6.5. Informatieverstrekking en doorverwijzing... 82 6.6. Hercontactname... 85 6.7. Slechtnieuwsmelding... 87 6.8. Analyse van de overige vragen... 89 6.9. Besluit... 91 7. Conclusies en aanbevelingen... 93 7.1. Onthaal en opvang... 93 7.1.1. Conclusie... 93 7.1.2. Aanbeveling... 95 7.2. Praktische ondersteuning... 95 7.2.1. Conclusie... 95 Swinnen Elke 5

7.2.2. Aanbeveling... 96 7.3. Informatieverstrekking en doorverwijzing... 96 7.3.1. Conclusie... 97 7.3.2. Aanbeveling... 98 7.4. Hercontactname... 98 7.4.1. Conclusie... 99 7.4.2. Aanbeveling... 99 7.5. Slechtnieuwsmelding... 100 7.5.1. Conclusie... 100 7.5.2. Aanbeveling... 101 7.6. Opleiding... 102 7.6.1. Conclusie... 102 7.6.2. Aanbeveling... 103 7.7. Overige aanbevelingen... 103 7.8. Besluit... 104 8. Eigen proces... 106 8.1. Onderwerpkeuze... 106 8.2. Theoretisch gedeelte... 106 8.3. Praktisch gedeelte... 107 8.4. Begeleiding... 109 Algemeen besluit... 110 Bronnenlijst... 112 Bijlagen... 117 Swinnen Elke 6

Inleiding Verkeersongevallen zijn een dagelijks fenomeen op onze Belgische wegen. Volgens een onderzoek van het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid vielen er in 2008 zo n 65.381 verkeersslachtoffers. 1 Hierbij ging het zowel om dodelijke, zwaargewonde als lichtgewonde slachtoffers. Dit wil zeggen dat een aanzienlijk deel van de bevolking ooit in aanraking komt met een verkeersongeval, zij het als slachtoffer of als na(ast)bestaande. Hoewel dit een alledaags fenomeen is, blijkt toch uit onderzoek dat de materiële, fysieke, sociale en psychische gevolgen van een verkeersongeval vergelijkbaar zijn met de gevolgen voor slachtoffers van de meer traditionele vormen van criminaliteit. 2 Aandacht voor deze doelgroep is dus welkom! Al deze slachtoffers of na(ast)bestaanden komen in aanraking met de plaatselijke actoren op politioneel niveau. Het is daarom dan ook belangrijk dat zij in hun contact met de politie op een kwaliteitsvolle manier verder geholpen worden. Dat de politie belang hecht aan een kwaliteitsvolle slachtofferbejegening, wordt duidelijk door de verschillende regelgevingen die hieromtrent gemaakt zijn. Toch stel ik het volgende vast Uit het onderzoek dat in het boek Kinderen als slachtoffer van het verkeer, onderzoek naar de noden, behoeften en ervaringen van verkeersslachtoffers en hun nabestaanden gevoerd werd, kwam naar voor dat verkeersongevallen en de slachtoffers en na(ast)bestaanden ervan een doelgroep zijn met hun eigen kenmerken, noden en behoeften. 3 Helaas kwam men in dit zelfde onderzoek ook tot de conclusie dat verkeersongevallen wel eens gebanaliseerd worden door politie, justitie en de hulpverleningssector. Het optreden van deze actoren werd getoetst en er werden een aantal knelpunten aangeduid. Het is vanuit de knelpunten die men hierbij aanhaalde dat het mij interessant leek om de andere kant eens te bekijken, namelijk de zijde van de lokale politie. Door het lezen van literatuur omtrent deze doelgroep, werd mijn interesse in en bekommerdheid voor verkeersslachtoffers gewekt. Daarom wens ik te onderzoeken in 1 BIVV, Statistieken verkeersveiligheid 2008. Brussel, M. Van Houtte, 2010. 2 EUROPESE FEDERATIE VAN VERKEERSSLACHTOFFERS, Onderzoek naar de voornaamste oorzaken van een verlaging van de levens- en welzijnsstandaard van slachtoffers van verkeersongevallen en hun familie. Voorstellen tot verbetering. Genève, FEVR, 1995. 3 AERTSEN, I. en HUTSEBAUT, F., Kinderen als slachtoffer van het verkeer. Onderzoek naar de noden, behoeften en ervaringen van verkeersslachtoffers en hun nabestaanden. Brussel, ASP nv, 2010. Swinnen Elke 7

welke mate politiezone HANO een kwaliteitsvolle dienstverlening voor verkeersslachtoffers waarborgt. De vraag die ik mij hierbij stel is of slachtofferbejegening in de praktijk ook effectief verloopt zoals men het in theorie voorschrijft. Bovendien leek het mij een interessant onderwerp om te behandelen opdat de organisatie waar ik in mijn derde jaar maatschappelijk werk stage loop een overzicht zou hebben van wat er allemaal goed loopt en waar men nog werkpunten kan aanduiden. Ik zie de lokale politie als een eerste schakel in het hulpverleningsproces. Verkeersslachtoffers passeren hoe dan ook bij de politie en de volgende stap in dit hulpverleningsproces wordt vaak opgevangen door maatschappelijk werkers, psychologen of andere actoren in het hulpverleningslandschap. Een eerste positieve, kwaliteitsvolle slachtofferbejegening geeft een goede start voor het vervolg van deze hulpverleningscyclus en zal de impact van verkeersongevallen op langere termijn verkleinen. Ook is het zo dat dit thema aansluit op de eindtermen van de opleiding maatschappelijk werk. De hulpverlening aan slachtoffers in het algemeen en specifiek aan verkeersslachtoffers is een mogelijk werkterrein voor een maatschappelijk werker. Hierbij kan het gaan van de eerste slachtofferbejegening bij politie tot de meest intensieve vorm van slachtofferzorg: de slachtoffertherapie. In dit eindwerk richt ik mij echter enkel op de inbreng in die slachtofferzorg van inspecteurs van politie werkzaam op de interventiedienst. Mijn werkwijze bestaat eruit dat ik eerst een literatuurstudie maak die teruggevonden kan worden onder deel 1. De bedoeling is om na te gaan hoe de politiële slachtofferbejegening ten aanzien van verkeersslachtoffers er in theorie uit ziet, met andere woorden hoe men aan een kwaliteitsvolle slachtofferbejegening kan doen teneinde de gevolgen die een ongeval met zich meebrengt in te perken en welke knelpunten de literatuur hieromtrent al aanhaalde. Aan de hand daarvan kan ik dan in deel 2 een analyse maken van de dienstverlening aan verkeersslachtoffers in de praktijk. Ik zal mij hierbij baseren op de theorie om te onderzoeken hoe de slachtofferbejegening van verkeersslachtoffers in politiezone HANO verloopt. Dit poog ik te doen aan de hand van enquêtes, afgenomen bij de medewerkers van de interventiedienst van de zone. Swinnen Elke 8

Ik hoop dat dit eindwerk een bijdrage kan leveren in de werkingswijze van de medewerkers van de interventiedienst binnen politiezone HANO door enkele knelpunten te duiden en eventuele aanbevelingen te doen. Tevens poog ik hiermee in kaart te brengen hoe ver men staat in de opvang van verkeersslachtoffers bij politiezone HANO. Daarnaast werpt het een blik op wat maatschappelijk werkers die werkzaam zijn in een organisatie die hulpverlening biedt aan verkeersslachtoffers en waarnaar de politie kan doorverwijzen, kunnen verwachten van de eerste opvang die een verkeersslachtoffer van de politie gekregen heeft. In het theoretisch gedeelte worden eerst en vooral enkele definities uitgeklaard. Zo wordt duidelijk wat ik precies bedoel met slachtoffers van een verkeersongeval met lichamelijk letsel en de na(ast)bestaanden. Daarna wordt in dit eerste hoofdstuk met cijfers aangetoond dat een groot deel van de bevolking ooit in aanraking zal komen met een verkeersongeval. Tot slot worden de gevolgen van een verkeersongeval toegelicht waarmee duidelijk gemaakt wordt dat een verkeersongeval een ernstige impact heeft op het verdere verloop van iemands leven. In het tweede hoofdstuk van het theoretisch gedeelte worden dan de verwachtingen van verkeersslachtoffers ten aanzien van de politie geduid. Tevens wordt de dienstverlening die door politiebeambten aan verkeersslachtoffers geboden wordt omschreven in de regelgeving. Hierbij wordt de inbreng van een politieassistent of maatschappelijk werker binnen een politiezone aangehaald. Het theoretisch gedeelte wordt afgesloten met een specifiekere omschrijving van de taken die een politie-inspecteur heeft inzake slachtofferbejegening, toegepast op verkeersslachtoffers. Het praktisch gedeelte start met een voorstelling van mijn stageplaats, gezien daar het onderzoek gevoerd wordt. Vervolgens wordt het onderzoeksopzet verduidelijkt. Daarna volgen de onderzoeksresultaten, conclusies en aanbevelingen. In een laatste punt wordt mijn eigen leerproces doorheen het opstellen van dit eindwerk toegelicht. Swinnen Elke 9

Deel 1: Theoretisch gedeelte Swinnen Elke 10

1. Slachtoffers van een verkeersongeval met lichamelijk letsel en dodelijke afloop nader bekeken Verkeersongevallen zijn een dagelijks fenomeen op onze Belgische wegen. Wanneer een verkeersongeval zich voordoet, raakt dit niet alleen de slachtoffers maar ook de na- en naastbestaanden van deze slachtoffers. Tevens zetten verkeersongevallen een heel netwerk van hulpverleners in beweging. Hierbij gaat het dan onder andere over de medische hulpdiensten, politiediensten, juridische bijstandsdiensten, psychische bijstandsdiensten, slachtofferverenigingen, Het verkeer zal altijd een actueel thema blijven zolang er sprake is van een groot aantal verkeersdoden en gewonden. Gezien het verkeer zoveel mensen raakt en aanbelangt, is het daarom relevant om deze vorm van slachtofferschap van nader bij te bekijken. In dit eerste hoofdstuk licht ik kort enkele relevante definities toe om voor de lezer te verduidelijken wat ik precies versta onder verkeersongevallen, slachtoffers en na(ast)bestaanden. Daarna geef ik enkele cijfers mee om aan te tonen dat het gaat om een actuele problematiek die de nodige aandacht verdient. Tot slot geef ik de voornaamste gevolgen van slachtofferschap mee. Dit om te schetsen hoe belangrijk een eerste slachtofferbejegening is en de latere hulp in het verwerken van een dergelijk trauma. 1.1. Definities Een eindwerk gaat gewoonlijk van start met het toelichten van een aantal begrippen. Aangezien ik in dit eindwerk de aandacht vestig op het politiële aspect van de slachtofferbejegening voor verkeersslachtoffers, pas ik ook de definities toe die men hanteert in een politiële context. Dit houdt in dat ik de begrippen gebruik zoals ze in de wetgeving vermeld worden. De definities die organisaties die werken met slachtoffers of verzekeringsmaatschappijen hanteren, laat ik daarom buiten beschouwing. Dit doe ik omdat het later in dit eindwerk, in het praktische gedeelte, ook de bedoeling is om de nadruk te leggen op de wetgeving waarin beschreven wordt wat men onder kwaliteitsvolle Swinnen Elke 11

politiële slachtofferbejegening verstaat. Van daaruit zal ik dan ook vertrekken om mijn onderzoek te voeren en de praktijk aan de theorie te toetsen. 1.1.1. Verkeersongevallen met lichamelijk letsel en dodelijke afloop Een verkeersongeval is elk ongeval in het wegverkeer waarbij middelen van vervoer, voetgangers of de in het wegverkeersreglement bepaalde dieren betrokken zijn en waarbij het ongeval verband houdt met de risico's van het wegverkeer. 1 Er zijn drie verschillende soorten van verkeersongevallen, namelijk die met stoffelijke schade, lichamelijk letsel en dodelijke afloop. In dit eindwerk leg ik de focus op verkeersongevallen met lichamelijk letsel en dodelijke afloop, omdat de politiële slachtofferbejegening hierbij het meest naar voor komt. Bij verkeersongevallen met enkel stoffelijke schade is dit vaak niet het geval en de slachtoffers hiervan stromen meestal niet door in het verdere hulpverleningscircuit, alwaar men in contact kan komen met maatschappelijk werkers. 1.1.2. Slachtoffers De omzendbrief GPI 58 is een omzendbrief betreffende politiële slachtofferbejegening in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, waarover verder in dit werk meer informatie te vinden is. Deze omzendbrief omschrijft slachtoffers als natuurlijke personen alsook zijn na(ast)bestaanden die als direct gevolg van handelen of nalaten in strijd met de wetgeving schade heeft geleden, met inbegrip van een lichamelijk of geestelijk letsel, een psychisch lijden of een economisch verlies. 2 In deze definitie worden zowel de personen die zelf betrokken waren bij het ongeval als de na- en naastbestaanden aangehaald. Bij de slachtofferbejegening van verkeersslachtoffers dient men dan ook oog te hebben voor deze drie verschillende doelgroepen. Interessant om mee te geven in het kader van de beschrijving van slachtoffers is dat volgens een onderzoek van de Federale Overheidsdienst Economie uit 2008 blijkt dat de 1 Art. 601bis Gerechtelijk Wetboek. 2 Omzendbrief GPI 58 betreffende politionele slachtofferbejegening in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus. B.S. 4 mei 2007, p3. Swinnen Elke 12

grootste groep van dodelijke verkeersslachtoffers autobestuurders zijn die tot de leeftijdscategorie 18-34 behoren. 1 1.1.3. Na(ast)bestaanden Als we de omzendbrief GPI 58 lezen, dan vinden we de volgende definitie voor na(ast)bestaanden: rechthebbende van het slachtoffer (de wettelijke erfgenamen) of elke persoon die een bijzonder affectieve band heeft met het slachtoffer. 2 Bij het lezen van deze definitie kan men enkel besluiten dat het gaat om een zeer ruim begrip. Eenzelfde ruime definitie vinden we terug wanneer we de Ministeriële richtlijn van 16 september 1998 inzake het waardig afscheid nemen, raadplegen. 3 Men heeft deze definitie zo ruim gehouden om niemand uit te sluiten die nauw betrokken is bij het slachtoffer. Zo heeft bijvoorbeeld niet alleen de partner, maar ook de ex-partner en de kinderen het recht om het lichaam van de overledene te zien. 1.2. Cijfers Verkeersongevallen zijn een dagelijks voorkomend fenomeen op onze wegen. Een groot deel van de bevolking zal ooit betrokken zijn bij een verkeersongeval of wordt een na(ast)bestaande van een slachtoffer. De doelgroep die in aanraking komt met politiële slachtofferbejegening na een verkeersongeval is daarom aanzienlijk. Hieronder geef ik eerst en vooral wat cijfermateriaal mee met betrekking tot verkeersongevallen in België. Vervolgens maak ik dit concreter door te kijken hoe het met verkeersongevallen gesteld is in Vlaanderen en verder zal ik nog behandelen hoe dit zit voor de politiezone HANO, gezien mijn onderzoek zich in deze zone zal situeren. Naargelang de definitie van de verschillende instanties, zullen ook de cijfers verschillen. Per werkingsgebied wordt hieronder nog kort verduidelijkt welke definities men hanteert. 1 FOD ECONOMIE ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE, Verkeersongevallen 2008, Internet, 9 februari 2011. (http://economie.fgov.be/nl/binaries/pr145_nl_tcm325-81146.pdf) 2 Omzendbrief GPI 58 betreffende politionele slachtofferbejegening in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus. B.S. 4 mei 2007, p3. 3 Ministeriële richtlijn van 16 september 1998 inzake het waardig afscheid nemen van een overledene in geval van interventie door de gerechtelijke overheden, p4. (niet-gepubliceerd) Swinnen Elke 13

1.2.1. Verkeersongevallen in België en Vlaanderen Alvorens de verkeersongevallen in de politiezone HANO van nader bij te bekijken, geef ik een korte weergave van de verkeersongevallen in België en Vlaanderen. Hierbij beperk ik me tot de dodelijke verkeersongevallen en de ongevallen met lichamelijk letsel. De verkeersongevallen met stoffelijke schade komen dus niet aan bod omdat deze doelgroep weinig of nooit in aanraking komt met een diepgaande slachtofferbejegening. De cijfers voor België en Vlaanderen komen uit de statistieken van de Federale Overheidsdienst Economie. Men hanteert enkele eigen definities voor de onderverdeling van de gegevens in haar statistieken. Een ongeval omschrijft men als: een ongeval tussen twee of minder weggebruikers wordt beschouwd als één ongeval. Enkel de verkeersongevallen met doden of gewonden op de openbare weg zijn opgenomen in deze statistiek. Botsingen en ongevallen op privé-terrein of bij sportwedstrijden zijn dus niet opgenomen. Ongevallen met uitsluitend materiële schade, de zogenaamde stoffelijke schade, worden niet opgenomen. Met dode 30 dagen doelt men op elke persoon die overleed ter plaatse of binnen 30 dagen na de datum van het ongeval. Daarnaast maakt men nog een verschil tussen zwaar- en lichtgewonden. Zwaar- of ernstig gewonden worden gedefinieerd als elke persoon die in een verkeersongeval wordt gewond en wiens toestand zodanig is dat een opname voor meer dan 24 uur in een ziekenhuis noodzakelijk is. Tenslotte bedoelt men met licht gewonden elke persoon die in een verkeersongeval wordt gewond en op wie de bepaling van dodelijk of zwaar gewonde niet van toepassing is. 1 Op de volgende pagina volgt een weergave van het aantal dodelijke, zwaargewonde en lichtgewonde verkeersslachtoffers in België van de jaren 1995, 2000 en 2005 t.e.m. 2008. 2 1 FOD ECONOMIE ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE, Verkeersongevallen 2008, Internet, 9 februari 2011. (http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/verkeer_vervoer/verkeer/ongevallen_slachtoffers/verkeersslachtoffers/index.jsp) 2 FOD ECONOMIE ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE, Verkeersongevallen 2008, Internet, 9 februari 2011. (http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/verkeer_vervoer/verkeer/ongevallen_slachtoffers/verkeersslachtoffers/index.jsp) Swinnen Elke 14

Datum 1995 2000 2005 2006 2007 2008 Aantal doden 30 dagen 1.449 1.470 1.089 1.075 1.071 944 België Aantal zwaargewonden 12.717 9.846 7.272 6.999 6.997 6.782 Aantal lichtgewonden 57.588 58.114 58.114 58.270 58.847 57.654 Bron: FOD ECONOMIE ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE, Verkeersongevallen 2008, Internet, 9 februari 2011. Uit deze cijfers blijkt een daling uit het aantal verkeersdoden op de Belgische wegen in de afgelopen jaren. Tevens daalde ook het aantal zwaargewonden tussen 1995 en 2008. Het aantal lichtgewonde verkeersslachtoffers bleef evenwel redelijk constant. De hierna volgende cijfers omschrijven dezelfde periode en dezelfde soort ongevallen, maar dan wel voor het Vlaams Gewest. 1 De definities die gehanteerd worden zijn dezelfde als eerder vermeld. Datum 1995 2000 2005 2006 2007 2008 Aantal doden 30 dagen 771 871 566 544 528 495 Vlaams Gewest Aantal zwaargewonden 7.873 6.333 4.457 4.598 4.506 4.418 Aantal lichtgewonden 36.626 39.086 36.879 37.258 37.574 36.654 Bron: FOD ECONOMIE ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE, Verkeersongevallen 2008, Internet, 9 februari 2011. Voor het Vlaams Gewest kunnen dezelfde conclusies getrokken worden als voor België. Zowel het aantal verkeersdoden als zwaargewonde verkeersslachtoffers nam af, maar het aantal lichtgewonden bleef echter constant. 1 FOD ECONOMIE ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE, Verkeersongevallen 2008, Internet, 9 februari 2011. (http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/verkeer_vervoer/verkeer/ongevallen_slachtoffers/verkeersslachtoffers/index.jsp) Swinnen Elke 15

Uit de laatste gegevens van de Federale Overheidsdienst Economie waarin een vergelijking werd gemaakt tussen de verkeersongevallen in 2007 en 2008 kan de algemene conclusie getrokken worden dat het aantal ongevallen en het aantal gewonden of doden daarbij gedaald is. Het is zelfs zo dat men in België voor het eerst in 43 jaar onder de grens van 1000 verkeersdoden blijft. 1 Men is dus zeker op de goede weg op het gebied van verkeersveiligheid! 1.2.2. Verkeersongevallen binnen politiezone HANO In het jaarverslag van 2009 van de politiezone HANO staan de cijfers over verkeersongevallen en slachtoffers in de jaren 2007, 2008 en 2009 vermeld. 2 Een korte toelichting bij de gebruikte definities in deze statistiek is welkom. Het is belangrijk bij het lezen van deze cijfers dat men weet dat het in de bovenste helft het deel van de ongevallen effectief gaat om het aantal werkelijk gebeurde ongevallen, niet om het aantal slachtoffers dat hierbij viel. In de onderste helft van de tabel het deel van de slachtoffers gaat het om het aantal dodelijke en gewonde slachtoffers die deze verkeersongevallen geëist hebben. Ongevallen 2007 2008 2009 Ongevallen met doden 3 2 3 Ongevallen met lichamelijk 194 173 158 letsel Totaal ongevallen 197 175 161 Slachtoffers Doden 3 2 3 Zwaar gewonden 52 49 30 Licht gewonden 216 168 169 Totaal slachtoffers 268 217 202 Bron: CLAES, P., Jaarverslag 2009. Neerpelt, Politiezone HANO, 2010. Bij het aantal ongevallen met doden en de dodelijke slachtoffers is er een stabilisatie merkbaar, maar aangezien het hier gaat om een veel kleiner grondgebied dan België of 1 FOD ECONOMIE ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE, Persbericht 25 november 2009. Verkeersongevallen 2008. Z.p., z.u., 2009. 2 CLAES, P., Jaarverslag 2009. Neerpelt, Politiezone HANO, 2010, p28. Swinnen Elke 16

Vlaanderen waar er een daling merkbaar was in het aantal verkeersdoden, kunnen hier niet echt grote conclusies uit getrokken worden. Het aantal ongevallen met lichamelijk letsel is in de politiezone HANO de afgelopen jaren afgenomen. Opmerkelijk hierbij is dat hoewel ook het aantal zwaar gewonde slachtoffers daarmee gedaald is, het aantal lichtgewonden toch vrij stabiel bleef in de laatste twee jaar. Ook in de politiezone HANO kan de conclusie getrokken worden dat er minder verkeersongevallen met lichamelijk letsel hebben plaatsgevonden, ook dit is een pluim waard voor de verkeersveiligheid! Tot slot wens ik bij de cijfers nog te vermelden dat een goed bijgehouden statistiek bijdraagt tot het opstellen van een effectief verkeersveiligheidsbeleid. De Mol en Lammar stelden in hun onderzoek van 1998 vast dat ruim de helft van de verkeersslachtoffers niet in de statistieken voorkomt. Volgens hen is dit te wijten aan de onderregistratie in zowel ziekenhuizen als bij politie. 1 Zo zou uit een enquête uit 1998 gebleken zijn dat de politie of Rijkswacht want dit was nog in het tijdperk vóór de politiehervormingen 76 % van de ongevallen niet registreert. Bij ongevallen met zwakke weggebruikers kwam de politie of Rijkswacht slechts in 12 % van de gevallen ter plaatse. Bij auto-ongevallen is dat in 41 % van de gevallen. Ook bij ongevallen met gewonden is de registratiegraad erg laag: 74 % van de ongevallen met gewonden worden niet geregistreerd door politie of Rijkswacht. Bij zwaargewonden hieronder verstaan we gewonden die meer dan 24 uur in het ziekenhuis verbleven gebeurt er in 37 % van de gevallen geen registratie door politie of Rijkswacht. 2 1.3. Gevolgen van verkeersongevallen Wanneer er een verkeersongeval gebeurt, is dit voor de meeste mensen niet meer dan een krantenartikel of nieuwsbericht dat ze de volgende dag al weer vergeten zijn. Voor de verkeersslachtoffers zelf en hun directe omgeving is dit echter een schokkende 1 DE MOL, J. en LAMMAR, P., Helft verkeersslachtoffers komt niet in statistieken. Koppeling ziekenhuis- en politieregistratie noodzakelijk. Verkeersspecialist, Jaargang 14, 130, 2006, p15-18. 2 DE MOL, J., Impact van de verkeersonveiligheid en onleefbaarheid. Objectieve verkeersonveiligheid. Eindrapport. Gent, Centrum voor Duurzame Ontwikkeling, RUG, 1999, p99-104. Swinnen Elke 17

gebeurtenis die gevolgen op alle levensdomeinen met zich kan meebrengen. Het is belangrijk om zich bewust te zijn van de gevolgen van een verkeersongeval. Hiermee kan immers het belang van een eerste politiële opvang aangetoond worden om het risico op ernstige gevolgen op een later tijdstip te verkleinen. Voor de uiteenzetting van deze diverse gevolgen hanteer ik de indeling die men in het boek Kinderen als slachtoffer van het verkeer, onderzoek naar de noden, behoeften en ervaringen van verkeersslachtoffers en hun nabestaanden van Aertsen en Hutsebaut ook gebruikt. 1 Zij baseerden zich onder andere op een studie uit 1993 van de FEVR naar de fysische, psychische en materiële schade van verkeersslachtoffers en hun naasten. Daarnaast werd door hen ook nog het onderzoek van Mayou, Tyndel en Bryant uit 1997 geraadpleegd over de gevolgen van een verkeersongeval op lange termijn. 1.3.1. Medische gevolgen De medische gevolgen die een verkeersongeval met zich meebrengt vormen een grote impact op het betreffende slachtoffer. Tot de medische gevolgen worden de directe fysieke verwondingen en de psychosomatische reacties op een verkeersongeval gerekend. Psychosomatische klachten zijn lichamelijke problemen waarvoor geen medische verklaring te vinden is. 2 Het zijn klachten die ontstaan door het niet of te weinig verwerkt hebben van gevoelens of stress. 3 Op deze medische gevolgen ga ik verder niet in, omdat dit het werkingsgebied van de slachtofferbejegening en de verdere slachtofferzorg te buiten gaat. 1.3.2. Psychische gevolgen Alle reacties die iemand kan hebben op een verkeersongeval zijn normale reacties op een abnormale situatie, dit geldt dus ook voor de psychologische reacties. Verkeersongevallen zijn een vaak voorkomend fenomeen. Hoe komt het dan dat het als zo een buitengewone ervaring ervaren wordt? Dit kan verklaard worden vanuit de 1 AERTSEN, I. en HUTSEBAUT, F., Kinderen als slachtoffer van het verkeer. Onderzoek naar de noden, behoeften en ervaringen van verkeersslachtoffers en hun nabestaanden. Brussel, ASP nv, 2010, p39-90. 2 PSYCHO-CONSULT, Psychosomatische klachten, Internet, 5 maart 2011. (http://www.psychoconsult.nl/psychosomatische_klachten.html) 3 KLINISCH-PSYCHOLOOG, Psychosomatische klachten, Internet, 5 maart 2011. (http://www.klinischpsycholoog.be/taxonomy_vtn/term/40) Swinnen Elke 18

behoefte die mensen hebben aan een ordelijke wereld. Doordat men het slachtoffer is van een of ander misdrijf, natuurramp of ongeval wordt men geconfronteerd met het gegeven dat die veronderstellingen over een ordelijke wereld niet altijd kloppen. 1 Er zijn over het algemeen drie veronderstellingen die mensen hebben over de wereld rondom zich, die door de ervaring van slachtofferschap aangetast kunnen worden. 2 Een eerste gegeven is dat mensen handelen vanuit de illusie dat men onkwetsbaar is. Men beseft wel dat er veel mensen in aanraking komen met slachtofferschap, maar men gaat er toch van uit dat het hen nooit zelf zal overkomen. In dit verband kan men dus spreken van een soort onrealistisch optimisme. Door het slachtofferschap dan effectief te ervaren wordt deze illusie tegengesproken en wordt de eigen kwetsbaarheid duidelijk. Men kan zich daardoor onveilig, onzeker en hulpeloos voelen. Daarnaast leeft men met de veronderstelling dat de wereld een begrijpelijk en overzichtelijk iets is totdat men slachtoffer wordt. Mensen gaan ervan uit dat je in de wereld krijgt wat je verdient. Als je iets overkomt zou het dus je eigen schuld zijn. Doordat men dan zelf slachtoffer wordt, wordt het duidelijk dat de wereld zich niet laat vatten door zulke sociale wetten. Slachtoffers stellen zich daardoor de vraag waarom net zij dan slachtoffer werden. De derde en laatste zaak die men vaststelde, is dat door slachtofferschap het positieve zelfbeeld van mensen aangetast wordt. Mensen hebben de neiging om zichzelf in vraag te stellen na een slachtofferervaring. Ze worden geconfronteerd met hun eigen hulpeloosheid en verlies van autonomie. 3 Slachtoffers dienen na aantasting van hun veronderstellingen nieuwe veronderstellingen en zekerheden op te bouwen. Ze moeten hun slachtofferschap proberen te integreren in een nieuw systeem van zekerheden, opdat opnieuw emotionele stabiliteit en evenwicht ervaren kan worden. Ze komen tot het besef dat de wereld niet langer voorspelbaar is en dat gebeurtenissen niet noodzakelijk volgens een logica verlopen. 4 Vanuit een onmogelijkheid om dit alles te kunnen plaatsen kunnen psychische problemen voortkomen. Het is hierbij interessant om te vermelden dat deze mogelijkheid of de onmogelijkheid om om te gaan met deze emotionele instabiliteit samenhangt met de leeftijd van een 1 AERTSEN, I. en HUTSEBAUT, F., o.c., p44-45. 2 AERTSEN, I. en HUTSEBAUT, F., o.c., p44-48. 3 AERTSEN, I. en HUTSEBAUT, F., o.c., p45. 4 AERTSEN, I. en HUTSEBAUT, F., o.c., p45-46. Swinnen Elke 19

persoon. 1 De psychische gevolgen die verschillende leeftijdsgroepen ervaren kunnen dan ook verschillen, maar hierover is slechts weinig onderzoek gevoerd. Ook zijn de onderzoekscijfers over de psychische gevolgen die kinderen ervaren bij een verkeersongeval niet vergelijkbaar omdat er in deze onderzoeken allerhande verschillende gegevens onderzocht zijn en de doelgroepen hierbij waren sterk uiteenlopend qua leeftijd. 2 Ook zijn de tijdstippen waarop de kinderen onderzocht waren verschillend bij de diverse onderzoeken, bv drie maanden na het ongeval en twee jaar na het ongeval. 1.3.2.1. Psychische gevolgen bij volwassenen en jonge verkeersslachtoffers Posttraumatische stressstoornis De posttraumatische stressstoornis of PTSS is een eerste psychologisch probleem waar zowel volwassenen als kindslachtoffers van een verkeersongeval mee te kampen kunnen hebben. PTSS houdt in dat de directe lichamelijke en psychische klachten na de schokkende of traumatische gebeurtenis, zoals een verkeersongeval, niet afnemen of niet verdwijnen. Ze kunnen zelfs toenemen. In het dagdagelijkse functioneren wordt een blijvende pijn en beperking ervaren. Professionele hulp is meestal aangewezen.. 3 De symptomen van PTSS zijn opgenomen in de DSM-IV, een handboek waarin psychiatrische ziektebeelden en de symptomen ervan opgenomen werden. Acute stressstoornis De acute stressstoornis (ASS) komt eveneens zowel bij volwassenen als kinderen voor en kan getriggerd worden door slachtoffer van een verkeersongeval te worden. Het grootste verschil tussen ASS en PTSS is dat de symptomen bij ASS zich direct na het trauma voordoen, terwijl de symptomen bij PTSS 30 dagen en langer na het trauma merkbaar zijn. Daarnaast kunnen slachtoffers van verkeersongevallen nog te maken krijgen met algemene en specifieke angstgevoelens en depressies. Bij kinderen en adolescenten is dit eveneens een voorkomend psychisch probleem. 1 AERTSEN, I. en HUTSEBAUT, F., o.c., p46-47. 2 AERTSEN, I. en HUTSEBAUT, F., o.c., p46-48. 3 RONDPUNT, Als het verkeer je raakt. Praktische gids na een verkeersongeval. Gent, NewGoff, 2009, p176. Swinnen Elke 20

1.3.2.2. Psychische gevolgen bij nabestaanden van dodelijke verkeersslachtoffers Tot slot zijn er mogelijk ook psychische gevolgen waarneembaar bij de nabestaanden van dodelijke verkeersslachtoffers. Deze psychische gevolgen komen veelal voor bij de partners, kinderen en ouders van het slachtoffer. Zo hebben ze vaker te kampen met een depressie, zijn ze minder tevreden over de algemene kwaliteit van hun leven en zijn ze misnoegd, gespannen en voelen ze zich verwaarloosd wanneer ze aan hun dagelijks leven denken. Specifiek voor ouders die hun kind in het verkeer verloren, is uit onderzoek gebleken dat hun psychisch lijden zeer aanzienlijk is en lange tijd blijft duren. De hevigste psychische reacties kunnen bij hen tot vier à zeven jaar na het ongeval voorkomen. 1 De behandeling van al deze psychische gevolgen op lange termijn is echter geen onderdeel van de politiële slachtofferbejegening. Dit wordt eerder een werkpunt voor de hierin gespecialiseerde hulpverleningsinstanties, de slachtofferhulp vanuit het CAW door onder andere maatschappelijk werkers en de slachtoffertherapie door psychologen en psychiaters. 1.3.3. Gevolgen voor de vrijetijdsbesteding en sociale relaties Het kan gebeuren dat verkeersslachtoffers moeilijkheden ervaren in de beleving van hun vrije tijd. Wanneer zij negatieve gevoelens hebben tegenover deze vrijetijdsbesteding, dan is dit meestal te wijten aan het feit of ze al dan niet fysieke problemen hebben overgehouden aan het ongeval en geconfronteerd worden met een onvermogen om de activiteiten te doen die ze voorheen wel perfect konden uitvoeren en als positief ervoeren. Er kunnen ook gevolgen zijn in de interactie met andere mensen. Het kan zijn dat er verschillen in de omgang waarneembaar zijn in vergelijking met vóór het ongeval. Sociale relaties met partners, gezins- of familieleden en vrienden kunnen veranderen zowel voor de slachtoffers zelf als voor de nabestaanden van dodelijke slachtoffers. 2 Ook hieraan kan verder gesleuteld worden in de slachtofferhulp en therapie. 1 AERTSEN, I. en HUTSEBOUT, F., o.c., p70-76. 2 AERTSEN, I. en HUTSEBAUT, F., o.c., p76-82. Swinnen Elke 21

1.3.4. Financiële gevolgen De financiële kosten die een verkeersongeval met zich meebrengt kunnen hoog oplopen. Gelukkig hebben slachtoffers van verkeersongevallen recht op een vergoeding voor de geleden schade. Er zijn echter wel problemen vast te stellen omtrent de hoogte van de schadevergoeding en de administratieve rompslomp die dit met zich meebrengt. 1 1.3.5. Justitiële gevolgen en rechtsbijstand Slachtoffers of nabestaanden van een verkeersongeval zullen vaak een gerechtelijke procedure opstarten. Dit met het oog op de vergoeding van de geleden schade, waarbij men spreekt van het burgerrechtelijk luik of met het oog op de vervolging van de veroorzaker van het ongeval, hetgeen men het strafrechtelijk luik noemt. 2 Veel mensen die het slachtoffer worden van een verkeersongeval zijn niet vertrouwd met de werking van het justitiële apparaat in België. De rechten en plichten van het slachtoffer of de dader, het verloop van de juridische procedures en het gerechtelijk jargon zijn voor leken niet gemakkelijk om te begrijpen. Om hen zo goed mogelijk bij te staan en wegwijs te maken in dit alles, kan men een beroep doen op de advocatuur of andere vormen van rechtsbijstand. 3 Uit een onderzoek van Victim Support is gebleken dat verkeersslachtoffers en nabestaanden behoefte hebben aan degelijke informatie over hun rechten en over het verloop van de gerechtelijke procedures. Men ziet daarin buiten de advocatuur ook een taak voor politiemedewerkers, hulpverleningsdiensten en justitiemedewerkers weggelegd. 4 Naar aanleiding van een studie van de Europese Federatie van Verkeersslachtoffers werd de conclusie getrokken dat er dringend nood is aan een betere uitbouw van de juridische ondersteuning van verkeersslachtoffers. 5 1 AERTSEN, I. en HUTSEBAUT, F., o.c., p83. 2 AERTSEN, I. en HUTSEBAUT, F., o.c., p88-90. 3 AERTSEN, I. en HUTSEBAUT, F., o.c., p88-90. 4 AERTSEN, I. en HUTSEBAUT, F., o.c., p89. 5 AERTSEN, I. en HUTSEBAUT, F., o.c., p90. Swinnen Elke 22

1.4. Besluit De statistieken die de verkeersongevallen en slachtoffers beschrijven tonen aan dat er steeds minder gewonden en doden op de Belgische wegen vallen. Men is dus zeker en vast op de goede weg wat het verkeersveiligheidsbeleid betreft. Dit mag er echter niet voor zorgen dat de aandacht voor een kwaliteitsvolle hulpverlening aan verkeersslachtoffers verzwakt. Verkeersongevallen mogen geen alledaags feit worden dat door politie en hulpdiensten gebanaliseerd wordt. Indien er een verkeersongeval gebeurt, moet men erover waken dat de politiële slachtofferbejegening kwaliteitsvol verloopt om zo het risico op de diverse gevolgen die een verkeersongeval met zich meebrengt te verkleinen. Het is duidelijk dat verkeersongevallen heel wat gevolgen met zich meebrengen in het leven van het slachtoffer of zijn na(ast)bestaanden. Daarom is het gewenst dat men van in het begin een goede opvang voorziet voor verkeersslachtoffers, onder andere door de personen waarmee zij in contact treden bij de politie die als eerste slachtofferbejegenaars zullen optreden. Swinnen Elke 23

2. Slachtofferbejegening vanuit de lokale politie De basisdienstverlening die de politie moet verlenen aan slachtoffers vloeide voort uit een samenspel van de behoeften en verwachtingen van slachtoffers en de mogelijkheden die men als politie op het terrein heeft en de regelgeving daar rond. Het feit dat hierover een heuse wetgeving op poten is gezet, toont aan dat het slachtofferbeleid binnen politie een belangrijk aandachtspunt is bij de beleidsmakers. In eerste instantie worden hieronder de verwachtingen en behoeften van slachtoffers in het algemeen en verkeersslachtoffers in het bijzonder verduidelijkt. Daarna zal ik de wettelijke, theoretische kant van het verhaal laten zien. Deze wettelijke basis zou garant dienen te staan voor een kwaliteitsvolle omgang met slachtoffers van verkeersongevallen. Het biedt een kader om het slachtofferbeleid te implementeren in de politiezones. Ten slotte worden ook nog de politieassistent en de maatschappelijk werker binnen de slachtofferzorg van de politie besproken 2.1. Verwachtingen en behoeften van slachtoffers Nadat men het slachtoffer geworden is van een verkeersongeval of daardoor een dierbare verloren is, zijn er bij de slachtoffers en nabestaanden heel wat vragen, verwachtingen en behoeften die de kop op steken. Een kwaliteitsvolle slachtofferbejegening vanuit de politie naar verkeersslachtoffers toe, implementeert dat eerst moet nagegaan worden wat dan de behoeften zijn van deze slachtoffers. Slachtoffers ervaren immers een slachtofferbejegening als kwaliteitsvol wanneer zij tegemoet komt aan de verwachtingen en behoeften die men op dat moment heeft. 2.1.1. Verwachtingen ten gevolge van het slachtofferschap Swinnen Elke 24

Eerder werden enkele gevolgen van slachtofferschap aangehaald. Hierbij kwam ook naar voor dat de emotionele toestand van iemand kan veranderen door slachtoffer van een gebeurtenis te zijn. 1 In deze paragraaf verwachtingen ten gevolge van het slachtofferschap leg ik de nadruk op de emotionele kant van het verhaal in plaats van de materiële of lichamelijke problemen die kunnen voortvloeien uit het slachtofferschap. Door een ongeval dat een schokkende gebeurtenis is kan het zijn dat iemand het vertrouwen in zijn sociale omgeving verloren heeft. Gebeurtenissen waarvan je dacht dat ze je nooit zouden overkomen, kunnen plotseling realiteit geworden zijn en je hele leven overhoop zetten. Daarom is het belangrijk dat dit vertrouwen hersteld wordt. Dit kan onder andere gebeuren door het slachtoffer de erkenning te geven waar hij recht op heeft. De politie is een instituut waaraan slachtoffers bepaalde waarden zoals sociale orde, veiligheid en gerechtigheid toeschrijven. Het slachtoffer verwacht dan ook een actieve erkenning. Dit is voor een politieambtenaar niet altijd evident, aangezien een verkeersongeval wekelijkse kost kan zijn voor de interventieploegen, maar voor het slachtoffer is het dat niet. Aan deze actieve erkenning kan de politieambtenaar tegemoet komen door er rekening mee te houden dat achter het droge feit van slachtoffer te zijn een heel verhaal zit, los van de feiten. Dit verhaal handelt dan over de emotionele toestand van het slachtoffer waarvoor ook erkenning gewenst is. Buiten erkenning bij de politie streeft een slachtoffer ook naar erkenning bij de andere instanties zoals het gerecht, de medische hulpdiensten, de advocatuur, Ten slotte, maar zeker niet het minst belangrijk, zoekt een slachtoffer naar erkenning van zijn directe omgeving. In de verdere hulpverlening zal de directe omgeving, het sociale netwerk van een slachtoffer, ook een belangrijke rol spelen in het zoeken naar steun. 2.1.2. Verwachtingen rond het eerste contact De politie is vaak de eerste schakel in de hele gerechtelijke procedure die een slachtoffer dient te doorlopen. Vandaar dat het zo belangrijk is dat het eerste contact goed verloopt en dat het slachtoffer geen secundaire victimisering oploopt waardoor hij zich nog slechter gaat voelen. 1 AERTSEN, I., CHRISTIAENSEN, S., HOUGARDY, L. en MARTIN, D., Vademecum. Politiële Slachtofferbejegening. Gent, Academia Press, 2002, p44. Swinnen Elke 25

Het eerste contact is zeer letterlijk te nemen, bijvoorbeeld het eerste telefoontje naar de politie of het binnenstappen in het politiebureau. Voor verkeersslachtoffers kan ik hier nog aan toevoegen het eerste contact op de plaats van het ongeval. In dit eerste contact zijn er een aantal verwachtingen van slachtoffers die ik hieronder kort toelicht. 1 Ten eerste hecht een slachtoffer er belang aan dat de politie snel ter plaatse komt wanneer er een melding van een misdrijf of ongeval wordt gedaan. In deze context spreekt men van een snelle responstijd. Een te trage responstijd kan voor slachtoffers overkomen als desinteresse in hun slachtofferschap. In verband met de houding die men van een politieman of vrouw verwacht in het eerste contact, hebben slachtoffers de verwachting dat ze in alle rust hun verhaal kunnen doen en dat hun verhaal ernstig genomen wordt. Deze rust kan voor het slachtoffer verzekerd worden doordat er vermeden wordt dat andere agenten of personeelsleden in en uit het lokaal lopen waar men zich met het slachtoffer teruggetrokken heeft. Reeds eerder, op de plaats van het ongeval, kan een politiebeambte ervoor zorgen dat het slachtoffer afgezonderd wordt en tot rust kan komen, zo ver mogelijk weg van alle tumult. Dit alles dient te gebeuren in een kader van geduld en begrip voor het slachtoffer. Een feit dat voor een politieagent als routine overkomt, is dat voor het slachtoffer helemaal niet. Men dient hier dus rekening mee te houden en erop te letten dat men zich niet als koel of afstandelijk profileert. Een nonchalante houding die ongelovig, vernederend of verwijtend overkomt is absoluut te vermijden. 2.1.3. Behoefte aan onmiddellijke informatie en advies Het slachtoffer heeft de behoefte en het recht op informatie en advies wanneer hij in contact komt met de politiediensten. Deze informatie vertaalt zich op verschillende domeinen. 2 Allereerst heeft een slachtoffer recht op informatie over de huidige en de te verwachten onderzoeksverrichtingen. Hiermee hangt samen dat hij er behoefte aan kan hebben om informatie te bekomen over de verdere gerechtelijke procedure. Dit houdt in dat het 1 AERTSEN, I., CHRISTIAENSEN, S., HOUGARDY, L. en MARTIN, D., o.c., p49. 2 AERTSEN, I., CHRISTIAENSEN, S., HOUGARDY, L. en MARTIN, D., o.c., p53. Swinnen Elke 26

slachtoffer het dossiernummer meekrijgt en het adres van de dienst van het parket waar informatie opgevraagd kan worden. Kortom, hij moet in staat gesteld worden om het verloop van zijn zaak te kunnen volgen. Wanneer er sprake is van een verkeersongeval kan het slachtoffer er nood aan hebben om te weten wat zijn mogelijkheden zijn inzake materieel, lichamelijk of moreel schadeherstel. Het onderscheid tussen deze vormen van schadeherstel wordt in de brochure Info en raadgevingen aan families van verkeersslachtoffers in een menselijke taal uit de doeken gedaan. 1 Deze brochure kan onder andere vanuit de politiediensten verstrekt worden aan slachtoffers of nabestaanden van een verkeersongeval. Een korte toelichting van het schadeherstel aan slachtoffers van een verkeersongeval volgt hier. Materiële schade slaat in het geval van een verkeersongeval op de schade aan het voertuig en de schade die de slachtoffers oplopen aan hun voorwerpen. Onder voorwerpen worden onder andere kleding en voorwerpen die men met het voertuig vervoerde verstaan. In tegenstelling tot de materiële schade hebben de vergoedingen rond lichamelijke schade betrekking op alle schade die er aan iemands lichaam is aangericht ten gevolge van het verkeersongeval. Bij morele schade wordt er een onderscheid gemaakt tussen dodelijke ongevallen en ongevallen zonder dodelijke afloop. In geval van een dodelijke afloop, zijn er vaste bedragen die aan de nabestaanden van het slachtoffer worden uitgekeerd naargelang de relationele band die zij er mee hadden. Hierbij worden bijvoorbeeld partners, ouders, kinderen, broers en zussen, onderscheiden. Het gaat hier over forfaitaire bedragen die nogal aan de lage kant zijn. Indien de nabestaanden een hoger bedrag wensen, dienen zij de zaak voor de rechtbank te brengen. Wanneer het gaat over verkeersongevallen zonder dodelijke afloop, onderscheidt men een reeks mogelijke categorieën van morele schade. De aantasting van de fysische integriteit is hier een eerste voorbeeld van. Door het feit dat een slachtoffer verwond is, kan hem ook moreel leed berokkend zijn. In dit verband spreekt men van de basisvergoeding voor morele schade. Hieruit kunnen bijvoorbeeld schadevergoedingen 1 FOD JUSTITIE. Info en raadgevingen aan families van verkeersslachtoffers. Brussel, A. Bourlet, 2007, p42-57. Swinnen Elke 27