Monument: Enschede, Patiowoningen REGISTER Monumentnummer Identificatienummer Basisregistratie Provincie Gemeente Plaats 0153100000238133 Overijssel Enschede Enschede Straat/huisnummer Matenweg 2 t/m 38 Postcode Kadastrale aanduiding Lonneker B 5773 Datum inschrijving in register beschermde monumenten Datum, deel en nummer van inschrijving in openbare registers Aanduiding of korte omschrijving Complexonderdeel van complex [naam of complexnummer] Studentenwoningen met patio s en terrassen
KENNIS: WAARDERING I Cultuurhistorische waarde: belang van het object/complex 1. als bijzondere uitdrukking van (een) culturele, sociaaleconomische en/of bestuurlijke/beleidsma tige en/of geestelijke ontwikkeling(en); 2. als bijzondere uitdrukking van (een) geografische, landschappelijke en/of historisch-ruimtelijke ontwikkeling; 3. als bijzondere uitdrukking van (een) technische en/of typologische ontwikkeling(en); 4. wegens innovatieve waarde of pionierskarakter; 5. wegens bijzondere herinneringswaarde. II Architectuur- en kunsthistorische waarde: (bijzonder) belang van het object/complex 1. voor de geschiedenis van de architectuur en/of bouwtechniek; 2. voor het oeuvre van een bouwmeester, architect, ingenieur of kunstenaar; 3. wegens de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp; 4. wegens het bijzondere materiaalgebruik, de ornamentiek en/of monumentale kunst; 5. wegens de bijzondere samenhang tussen Dit is een bijzonder type studentenwoningen in de vorm van rondom patio s geschakelde studio s op de eerste Nederlandse campusuniversiteit. Doordat in de patiowoningen de holwoningen van de Zuid-Tunesische Matmatastam herkenbaar zijn en daarmee zichtbaar is hoe architect H. Haan in zijn werk is beïnvloed door Afrika en haar traditionele woonvormen. De patiowoningen zijn een representatief voorbeeld uit het oeuvre van architect H. Haan. Daarin is herkenbaar hoe de architect in zijn werk is beïnvloed door Afrika en haar traditionele woonvormen. De patiowoningen tonen aan hoe H. Haan zijn gedachten over Afrika heeft geïntegreerd in een eigen architectonisch idioom. Er is doelbewust gestreefd naar duurzame toepassing en hergebruik van eenvoudige materialen zoals straatstenen uit Den Haag en betonnen stoeptegels.
exterieur en interieur(onderdelen). III Situationele en ensemblewaarde 1. betekenis van het object als essentieel (cultuurhistorisch, functioneel en/of architectuurhistorisch en visueel) onderdeel van een complex; 2. a. bijzondere, beeldbepalende betekenis van het object voor het aanzien van zijn omgeving; b. bijzondere betekenis van het complex voor het aanzien van zijn omgeving, wijk, stad of streek; 3. a. bijzondere betekenis van het complex wegens de hoogwaardige kwaliteit van de bebouwing in relatie tot de onderlinge historisch-ruimtelijke context en in relatie tot de daarbij behorende groenvoorzieningen, wegen, wateren, bodemgesteldheid en/of archeologie; b. bijzondere betekenis van het object wegens de wijze van verkaveling/ inrichting/ voorzieningen. IV Gaafheid en herkenbaarheid: belang van het object/complex 1. wegens de architectonische gaafheid en/of herkenbaarheid van ex- en/of interieur; 2. wegens de materiële, technische en/of De studentenwoningen vormen een integraal onderdeel van de campus van de Universiteit Twente en de beeldbepalende ligging op de campus. Zij zijn van belang vanwege de ligging binnen de campus en de groenstructuur hiervan. Er is duidelijk sprake van vernieuwende typologie. Het exterieur is gaaf. Het interieur is door intensief gebruik en frequente wisselingen van de studenten en renovatie op hoofdlijnen gaaf.
constructieve gaafheid; 3. als nog goed herkenbare uitdrukking van de oorspronkelijke of een belangrijke historische functie; 4. wegens de waardevolle accumulatie van belangwekkende historische bouwen/of gebruiksfasen; 5. (van specifiek het complex) wegens de gaafheid en herkenbaarheid van het gehele ensemble van samenstellende onderdelen (hoofd- en bijgebouwen, hekwerken, tuinaanleg e.d.); 6. in relatie tot de structurele en/of visuele gaafheid van de stedelijke, dorpse of landschappelijke omgeving. V Zeldzaamheid 1. belang van het object/complex wegens absolute zeldzaamheid in architectuurhistorisch, bouwtechnisch, typologisch of functioneel opzicht; 2. uitzonderlijk belang van het object/complex wegens relatieve zeldzaamheid in relatie tot één of meer van de onder I t/m III genoemde kwaliteiten. Het complex is zeldzaam als vorm van studentenhuisvesting die door traditionele Afrikaanse woonvormen werd geïnspireerd. Onderdelen zonder monumentale waarde: - Exterieur - Interieur Receptiegeschiedenis, prijzen e.d.
Overige KENNIS: FEITENVERZAMELING Oorspronkelijke functie Woningen en woningbouwcomplexen Studentenwoningen Typologie Huidige functie (met jaartal) Naam object Stijl/stroming Bouwtijd (ook de planfase) Patiowoningen Studentenwoningen Structuralisme Modernisme Architect(en)/ontwerper(s) Herman Petrus Coenraad Haan Uitvoerder (aannemer e.d.) Opdrachtgever? Exterieur Rondom een aantal patio s zijn 17 vierkante eenheden geschakeld, iedere eenheid is voorzien van kamers voor studenten en gemeenschappelijke ruimten. De eenheden zijn grotendeels voorzien van een plat dak, met een royaal overstek. Aan de patiozijden worden de overstekken ondersteund door metalen palen. De eenheden zijn L-vormig en in tweetallen aan de patio s gegroepeerd. De studentenkamers zijn alleen vanuit de patio, van buitenaf, toegankelijk. Elke patio heeft door zijn ligging en inrichting een eigen karakter. Deze benadrukken de privacy van elke eenheid. Een zijde van de grootste patio zijn kamers in twee woonlagen gesitueerd. De platte daken die volgens het idee van architect Haan begroeid moesten worden, zijn sinds 1993 voorzien van grind. Middels enkele opgangen kan het dak bereikt worden. Middels de fiets/loopstraat over het dak worden de midden in het complex gesitueerde patio s ontsloten. Op het dak zijn eveneens enkele tweepersoons mentorkamers geplaatst. Centraal een hoge schoorsteen. gebouw, constructietechniek Rondom de patio s lage muurtjes van straatkeien die de overgang tussen privé en openbaar benadrukken. Om kosten te drukken is gebruik gemaakt van materiaal dat als 'afval' werd bestempeld: de buitengevels en de afscheidingmuurtjes zijn opgetrokken uit oude Haagse
straatkeien, de patiobestrating bestaat uit gewone trottoirtegels, oude bakstenen en zwarte keien. Tevens is er veel gebruik gemaakt van beton. De gevels zijn voorzien van eenvoudige houten kozijnen, ramen en deuren. De kozijnen en ramen zijn wit geschilderd, de deuren zijn in heldere kleuren geschilderd. Interieur (indeling) interieur, techniek en materialen De oorspronkelijke hoofdstructuur van de studentenwoningen is grotendeels in tact gebleven. Kunstwerken/orgels/ gedenktekens/meubels die onderdeel zijn van het monument Groen erfgoed: beplanting Stedenbouwkundige ligging, situering Archeologische relevantie ondergrond Geschiedenis De studentenwoningen liggen iets verdiept ten opzichte van de bosrijke omgeving, iets ten noordwesten van het sportcomplex op de campus. De campus is gelegen tussen Hengelo en Enschede op het voormalige landgoed Drienerlo. Het is de enige campus-universiteit in Nederland, waarbij studeren, wonen, sporten en recreatie volledig geïntegreerd zijn. De woningen staan niet in een gebied met archeologische verwachtingswaarde. Opening van de Universiteit Twente op 14 september 1964 (toen nog genaamd Technische Hogeschool Twente). Het masterplan voor de campus werd opgesteld onder supervisie van de architecten Samuel van Embden en Willem van Tijen. Zij scheiden het voormalige landgoed Drienerlo is twee delen. Aan één kant van het terrein zijn de onderwijsgebouwen gesitueerd, aan de andere kant de studentenwoningen. Haaks op de doorgaande weg van Enschede naar Hengelo is een hoofdtoegangsweg aangelegd, die de beide zones van elkaar scheidt. Aan deze centrale as ligt het hoofdgebouw en in het centrum van het gebied zijn voorzieningen ondergebracht, zoals het sportcomplex, de mensa, de Vrijhof en een winkelcentrum. De verschillende onderwijs- en woongebouwen staan verspreid op het terrein en worden omringd door de natuur. Roerende objecten van belang voor het gebouw Relevante wijzigingen Renovatie in 1993, waarbij binnentrappen zijn verwijderd en het dak is met grind afgedekt.
Bezocht 7 november 2012, Mariël Kok Overige KENNIS: BRONNEN Primaire bronnen, kaarten, literatuur, documentatie, websites Nr. 1 Studentenflats aan de Reelaan Drienerlo, Twente, Bouwkundig weekblad; 87 (1969), p. 170-171 Nr. 2 Piet Vollaard, Herman Haan, architect, Rotterdam, 1994 Nr. 3 www.architectuurgidsenschede.nl Websites: http://zoeken.nai.nl/cis/persoon/2990 Citaat van website: Haan bouwt in de periode 1964-1972 een aantal grotere complexen op het campusterrein van de TH Twente. In twee projecten, de patiowoningen (1964) en de pyramides- en mastabawoningen (1970), zijn duidelijk invloeden uit Afrika zichtbaar. Met name de patiostudentenwoningen tonen hoe Haan zijn gedachten over Afrika weet te integreren in zijn eigen architectonisch idioom. Onder leiding van Van Tijen en Van Embden is een opzet gemaakt voor de nieuw te bouwen campus van de TH Twente. Het plan bevat universiteitsgebouwen, culturele/sociale voorzieningen en woongelegenheden. Het eerste studentencomplex is door supervisor Van Tijen zelf ontworpen. Voor de tweede serie wordt een prijsvraag uitgeschreven die wordt gewonnen door T. Hazewinkel. Van Tijen vraagt echter spoedig aan Haan om de tweede serie te ontwerpen, daar de realisatie van het winnende ontwerp te lang op zich laat wachten (realisatie 1967). De patiowoningen worden in 1965 gerealiseerd. Haans complex bestaat uit een schakeling van zeventien eenheden, ieder voor zich opgebouwd uit gezamenlijke voorzieningen die aan twee zijden van de patio zijn gegroepeerd. Het grotendeels in één laag gebouwde complex ligt enigszins verdiept ten opzichte van de bosrijke omgeving, waardoor de patio's sterk doen denken aan de holwoningen van de Matmata.(62) Evenals de holwoningen zijn de studentenkamers alleen vanuit de patio, van buitenaf dus, toegankelijk. Elke patio heeft door zijn ligging en inrichting een eigen karakter. Deze benadrukken de privacy van elke eenheid. Om de kosten te drukken is gebruik gemaakt van 'afval'
Interviews bewoners, gebruikers materiaal; oude Haagse straatkeien voor de muren, gewone trottoirtegels, oude bakstenen en zwarte keien voor de patiovloeren. "Ik heb voor de studenten een maximum aan privacy willen creëren", betoogt Haan. "Karakteristiek voor een campushogeschool als deze, die een paar kilometer buiten de bewoonde wereld ligt, is de dwang die zij de studenten oplegt om al hun studie en ontspanning hier te verrichten. Bovendien is er de eenzijdigheid die een technische hogeschool onvermijdelijk meebrengt. Al deze factoren dragen het gevaar van isolement, vervreemding, maar ook van spanningen in zich..." (63) Haan heeft goed nagedacht over de leefwijze van de studenten. Het complex bezit daarmee ten opzichte van gebruikelijke studentencomplexen een opmerkelijke mengeling van privacy en collectiviteit, zonder daarbij afbreuk te doen aan de openheid en de relatie met de natuur. De woningen zijn na dertig jaar nog steeds populair, onder andere omdat het geforceerde gezamenlijk wonen aan een (veelal met rommel volgestouwde donkere) gang van de gangbare studentenflats ontbreekt en is vervangen door een informele collectiviteit in de vorm van een gezamenlijke buitenruimte.(64) Mede naar aanleiding van dit complex, wordt Haan in sommige publikaties gerekend tot de Forum-architecten (65) en wordt het complex gezien als een van de mooiste voorbeelden van structuralistische architectuur in Nederland.(66) Het complex is zeker structuralistisch van karakter, maar daarmee behoort Haan naar mijn mening niet tot de harde kern van de Forum-architecten. Het patiowoningencomplex moet eerder gezien worden als een kristallisatie van Haans gedachten over Afrikaanse leefwijzen. Dat het complex overeenkomsten vertoont met ontwerpen van Forum-architecten als Piet Blom en Aldo van Eyck kan niet ontkent worden. Maar Haan weet echter zijn modernistisch getinte vormentaal te behouden en vertoont in kleinschalige projecten weinig kenmerken van de "Forumarchitectuur". In 'Langs Moderne Architectuur' wordt dit als volgt verwoordt: "De grote openheid en regelmatige ordening van het Nieuwe Bouwen heeft Haan op knappe wijze weten te combineren met aan niet-westerse culturen ontleende woonvormen."(67)