Onderwijszorgprofiel Onze zorg voor onderwijs Goed onderwijs met passende zorg Onze grenzen aan specifieke zorgbehoefte

Vergelijkbare documenten
Ondersteuningsplan

Begeleidingsprofiel. Onze zorg voor onderwijs Goed onderwijs met passende zorg Onze grenzen aan specifieke zorgbehoefte

Zorgprofiel Christelijke Basisschool De Rank

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL. Schoolondersteuningsprofiel SOP. Christelijke Basisschool De Brug. Onze zorg voor onderwijs

Ondersteuningsplan (Zorgprofiel) Cbs Willem Alexander

Ondersteuningsprofiel. Onze zorg voor goed passend onderwijs en onze grenzen met betrekking tot specifieke zorgbehoefte

Interne zorgstructuur

Ondersteuningsprofiel CBS Het Startblok

Christelijke school voor basisonderwijs Vliepad 5, 3844 EL Harderwijk tel.: website :

ZORGGids CBS TOERMALIJN FRANEKER

Ondersteuning van leerlingen op. CBS De Rank

ZORG OP MAAT OMDAT IEDER KIND TELT

Zorgverbreding. Rekenen/wiskunde. Basisschool Jahesuja Jantine, Heleen, Suzanna, Jacobine

INTERNE ZORGSTRUCTUUR

Schoolondersteuningsprofiel CBS de ster Harkstede

Schoolspecifiek ondersteuningsplan basisschool de Beiaard

PROTOCOLLEN. leerlingenzorg

Zorg voor onze kinderen

Ondersteuningsprofiel

Horizontaal rooster Op Bij de Bron wordt met een horizontaal

C.B.S. DE SCHAKEL Harderwijk

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Schoolondersteuningsprofiel. CNS Ommerkanaal

Zorgstructuur de Hasselbraam

Inrichting van de zorgstructuur op basisschool De Toermalijn. Informatieboekje voor ouders.

Zorgstructuur de Hasselbraam

Samenvatting. Totalen

Agenda. 1. Externen 2. Taken IB-er 3. Zorgstructuur nu 4. Zorgstructuur toekomst 5. Vragen 6. Zorgmarkt

Inhoudsopgave. Visie 3. Kernwaarden. 4. Zorgstructuur. 5. Zorgniveau 1 6. Zorgniveau Zorgniveau 3 9. Zorgniveau Zorgniveau 5.

het fundament christelijke basisschool genderen Protocol Leerlingenzorg Speciale Leergroep ~ huidige situatie ~

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL

2.2 Zorgniveau 2 Signalering: LOVS spelling januari en juni PI-dictee voor leerlingen met een IV en V score op Cito spelling. (in oktober en maart)

Binnen deze driehoek geldt een aantal randvoorwaarden:

Leerling-zorg op onze school

4. De zorg. 4.1 De gewone zorg en het leerlingvolgsysteem

Omdat elk kind telt en groeit met plezier ; dat is de titel van het strategisch beleidsplan van onze Stichting Proo.

Locatie Sprang-Capelle Rembrandtlaan ES Sprang-Capelle T Locatie Landgoed Driessen Burgemeester van Casterenstraat GA

Gecomprimeerd Schoolondersteuningsprofiel. Naam School

Naam en adres. Denominatie: Schoolinformatie: Inleiding:

Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel. Naam School

Juli Functie-informatie:

PROTOCOLLEN. Stappenplan t.a.v. doubleren Bij de besluitvorming over een doublure worden de volgende stappen genomen:

5 oktober 2010 ZORGTRAJECT DE POELJEUGD

Het schoolbeleid ten aanzien van doubleren

Stroomdiagram zorg. Versie september 2008

Ondersteuningsprofiel cbs De Triangel!

ZORGPLAN 5 NIVEAUS VAN ZORG

Standaard 8: Leerlingen met extra onderwijsbehoeften krijgen bij ons extra leer- en instructietijd.

Schoolondersteuningsplan OBS De Dorpsbeuk Scherpenzeel

Doel Het verzamelen, noteren en bewaren van de belangrijke gegevens van de leerlingen op een eenduidige wijze om de doorgaande lijn te bewaken.

Doorstromen, vertragen en versnellen.

Samen leren jezelf te zijn, kansrijk en uniek Wij maken werk van talent!

Schoolondersteuningsprofiel

7 Passend onderwijs. 7.1 Algemeen. 7.2 Interne begeleiding. Schoolgids

Protocol. Doorstroom. CBS Mons Sinaϊ

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle

Protocol Doubleren 1

Hoofdstuk 3 De zorg voor de leerlingen

School Ondersteunings Profiel

PROTOCOL DOUBLEREN & VERSNELLEN. Julianaschool Rijnsburg

PROTOCOL instroom, doorstroom en uitstroom van leerlingen

Ondersteuning van uw kind Ouderversie school-ondersteuningsplan

Protocol zittenblijven/doubleren

Zorgplan van de Larense Montessorischool

Inhoud. 1. Inleiding m.b.t. Passend onderwijs

September Ondersteuningsplan Afspraken en protocollen R.K. Basisschool Willibrordus

Ik hoop u een helder beeld te kunnen geven van de mate waarin wij onze resultaten hebben behaald. Ton Huiskamp (directeur) P a g i n a 1

Beleidsplan. Ieder kind telt. Werken volgens de 1-zorgroute

toegelaten wordt. Uiteraard zal er in overleg met de ouders altijd naar een oplossing worden gezocht.

C:\Users\admin\AppData\Local\Microsoft\Windows\Temporary Internet Files\Content.Outlook\DY4SI3QT\Zorgstructuur de Reuzepas.doc

Intern Begeleider (schaal 9)

Hoe volgt en begeleidt Montessori-Zuid de leerlingen?

Schoolondersteunings profiel

Protocol remedial teaching

INDICATOREN BASISONDERSTEUNING

Schoolondersteuningsprofiel. SWS de Gavelander De Boomgaard RC Oostwold (W.K.) Brinnummer: 13XX

Richtlijnen voor de overgang naar de volgende groep. Doubleren of Versnellen; te nemen stappen

Onderwijs en samenleving De taak van het onderwijs De rol van de leerkracht Visie op leren Visie op zorg

Protocol Herfstleerlingen

Schoolondersteuningsprofiel o.b.s. De Nijenoert

Schoolondersteuningsprofiel. 26 Ibs 'T Pompebled

Kwaliteitsaspect Indicator Praktijken Verwijzingen Ja Nee BASISKWALITEIT Toezichtskader Inspectie. TZK Zie Integraal / KH / WMK..

Strategische kernen Passend Onderwijs. Sander, groep 8. Belangrijke overgangsmomenten in de ontwikkeling van kinderen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ

1. Inleiding m.b.t. Passend onderwijs. 2. Samenwerkingsverband Amstelronde. 3. Ondersteuning op de Zwaluw

Handleiding ouderportaal ParnasSys

Ondersteuningsprofiel 1. Inleiding 1. Positieve visie op leren en ontwikkeling Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. School met de Bijbel ''t Kompas'

Wat weet de leerkracht van uw kind?

Protocol doubleren en versnellen (def. versie 5/1/2015)

Kwaliteitsaspect Indicator Praktijken Midden oktober 2014 Verwijzingen Ja in % BASISKWALITEIT Toezichtskader TZK Zie Integraal / KH / WMK..

De zorgstructuur op de Antoniusschool oktober 2016

Ondersteuningsstructuur. Kbs Petrus en Paulus

6. Ondersteuning voor de leerlingen

Groep 1 t/m 8 Prins Mauritsschool Delft

Ondersteuningsprofiel Basisschool De Pijler

Definitieve versie februari 2015

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Toelatingsbeleid in het kader van de zorgverbreding.

Protocol Leerlingenzorg

Transcriptie:

Onze zorg voor onderwijs Goed onderwijs met passende zorg Onze grenzen aan specifieke zorgbehoefte

Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Situatie rond passend onderwijs 3 2. Motto basisschool de Arendshorst 3 3. Missie basisschool de Arendshorst 4 Relatie 4 Competentie 4 Autonomie 5 Onderwijsaanbod 5 Afstemming van ons aanbod op de mogelijkheden van de leerlingen 5 4. Visie op zorg en interne begeleiding 6 Visie op zorg 6 Visie op interne begeleiding 6 5. Interne zorgstructuur 7 Zorgniveau 1: Algemene preventieve zorg binnen de groep 7 Zorgniveau 2: Extra zorg binnen de groep 8 Zorgniveau 3: Extra zorg en inzet interne begeleider 8 Zorgniveau 4: Individuele leerlijn op basis van het ontwikkelingsperspectief 9 Zorgniveau 5: Toelating en verwijzing 9 6. Zorg op schoolniveau 9 Zorg voor leerlingen 9 Signaleren en bespreken van zorgleerlingen 10 Groepsbespreking (groepsleerkracht en intern begeleider) 11 Individuele leerlingbespreking (team en internbegeleider) 11 Hulp in de klas 11 Evaluatie 12 Overlegstructuur 12 Overdracht van zorgleerlingen naar een volgende groep 12 Verslaggeving ten aanzien van afspraken met ouders 12 7. De organisatie 12 Het leerlingvolgsysteem 12 Leerlingbespreking 13 Contact ouders 13 Dossiers 13 8. Grenzen aan haalbaarheid 14 9. Protocol toelating en verwijzing 16 2

Inleiding In dit document wordt een beschrijving gegeven van het zorgprofiel van de Arendshorst. Deze beschrijving van het zorgprofiel is het uitgangspunt voor het inrichten van ons onderwijs aan leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte, het bepalen van de grenzen van de zorg en het voldoen aan de wettelijke bepalingen die bestaan rondom zorgplicht en passend onderwijs. Stichting Proo en het samenwerkingsverband Drieluik hebben samen bepaald, dat er op alle scholen binnen de stichting gewerkt gaat worden met het concept Handelingsgericht werken. In de komende jaren zal dit ook stapsgewijs worden ingevoerd op de Arendshorst. 1. Situatie rond passend onderwijs Het zorgbeleid op onze school is gestoeld op het strategische beleidsplan van het samenwerkingsverband WSNS Noordoost Veluwe / Drieluik en de Onderwijszorgkoepel Noord Veluwe. In deze plannen is een aantal beleidsuitgangspunten geformuleerd. Deze uitgangspunten dienen als vertrekpunt voor activiteiten in de komende jaren. Aangezien ontwikkelingen binnen het samenwerkingsverband en ontwikkelingen op schoolniveau in het verlengde van elkaar (moeten) liggen, zijn er gezamenlijke uitgangspunten geformuleerd. De visie die in de bovengenoemde strategische beleidsplannen is geformuleerd, is sterk verbonden met de ontwikkelingen rondom passend onderwijs. Het opstellen van een onderwijszorgprofiel is daarbij een belangrijk onderdeel. In ons onderwijszorgprofiel neemt het handelingsgericht werken een belangrijke plaats in. Alle scholen van ons samenwerkingsverband hebben zich verplicht handelingsgericht werken als uitgangspunt van hun pedagogisch en didactisch handelen te nemen. Ons onderwijszorgprofiel sluit aan bij de eisen die vanuit het samenwerkingsverband zijn gesteld aan het niveau van de basiszorg. 2. Motto basisschool de Arendshorst Ik ben oké zoals ik ben, ik mag er helemaal zijn. De belangrijkste voorwaarde voor een kind om zich goed te ontwikkelen is, dat het zich op school thuis voelt en zich er veilig voelt. Dat gevoel bereiken wij door op een open en zo vriendelijk mogelijke manier om te gaan met de leerlingen. De leerkracht is weliswaar de baas in de groep, maar de mening van het kind moet worden meegenomen om te komen tot een vruchtbare samenwerking. Naast deze plezierige manier van omgaan met elkaar, gebruiken wij ook lesmethodes om kinderen te leren eenzelfde levenshouding aan te nemen: 3

Doos vol gevoelens (groep 1-2) en Klets (groep 3 t/m 8). In het schooljaar 2011-2012 zullen wij de module Zien in ons digitale leerlingvolgsysteem opnemen. Dit houdt in dat wij daarmee op een objectieve en structurele manier de sociaalemotionele ontwikkeling van elke individuele leerling kunnen volgen. Het team zal zich op een studiedag bekwamen op dit onderdeel. Daarnaast maken we gebruik van energizers ; spelletjes die een positieve invloed hebben op de onderlinge verhoudingen en de sfeer in de groep. 3. Missie basisschool de Arendshorst Op de Arendshorst willen wij bereiken dat het onderwijs voldoet aan drie basisbehoeften; relatie, competentie en autonomie. De leerlingen moeten het gevoel hebben dat ze welkom zijn, dat ze er bij horen en zich veilig voelen. Wij willen ons onderwijs zo vormgeven dat leerlingen gemotiveerd zijn om aan het werk te gaan, zodat de resultaten optimaal zijn. Relatie De opbouw van een goede relatie tussen de leerkracht en de leerling betekent op de Arendshorst: dat de leerkracht laat weten dat hij/zij beschikbaar is en naar de leerlingen wil luisteren. dat de leerkracht de tijd neemt voor interacties met leerlingen. dat de leerkracht afspraken met leerlingen nakomt. dat de leerkracht interesse toont in de achtergrond van de leerlingen. dat de leerkracht discreet omgaat met vertrouwelijke informatie. Kortom: alles gebaseerd op wederzijdse acceptatie en respect voor elkaar. Competentie Op de Arendshorst vinden wij het belangrijk dat de leerlingen ontdekken dat de taken, die ze moeten doen, ook aankunnen. Daarnaast realiseren wij ons dat leren betekenisvoller wordt, als de leerling invloed heeft op wat er wordt geleerd en hoe er wordt geleerd. Op deze manier neemt zijn/haar gevoel van competentie toe. Om dit te bereiken betekent dit: dat de leerkracht de ruimte geeft aan verschillen in werk- en leerstijl. dat de leerkracht hoge verwachtingen heeft, die aansluiten bij de mogelijkheden van de leerlingen. dat de leerkracht vragen stelt die tot reflectie uitnodigen. dat de leerkracht actief beurten geeft aan alle leerlingen. dat de leerkracht een activerende instructie geeft, waarbij diverse werkvormen worden ingezet. 4

Autonomie Onder de basisbehoefte autonomie verstaat de Arendshorst dat leerlingen weten dat ze (in elk geval voor een deel) hun leergedrag zelf kunnen sturen. Op onze school betekent dit: dat de leerkracht de ideeën van leerlingen waardeert en er wat mee doet. dat de leerkracht de leerlingen uitdaagt om zelf een oplossing te bedenken. dat de leerkracht een aantal organisatorische zaken aan de leerlingen toevertrouwt. dat de leerkracht de leerlingen keuzes laat maken bij het maken van taken. Onderwijsaanbod Het leerstofaanbod stelt onze leerlingen in staat zich optimaal te ontwikkelen en voor te bereiden op het vervolgonderwijs. Daarbij voorziet de school in een breed aanbod, gericht op verwerving van kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen. De methodes, die wij gebruiken, voldoen aan de kerndoelen. Zie voor meer informatie ons schoolplan. In het kader van handelingsgericht werken zullen wij in de toekomst drie groepen gaan onderscheiden: - Leerlingen die geen of basisinstructie nodig hebben - Leerlingen die een aanvullende of verlengde instructie nodig hebben - Leerlingen die een individuele instructie nodig hebben. Afstemming van ons aanbod op de mogelijkheden van de leerlingen Wanneer leerlingen in hun ontwikkeling, zowel cognitief als sociaal/emotioneel, belemmerd worden, kan (steeds in overleg met ouders): - het programma aangepast worden (hoeveelheid en keuze van het werk, het werktempo, of het niveau); - gekozen worden voor het werken in een andere methode, met ander materiaal. In beide gevallen doen de leerlingen zoveel mogelijk met de groep mee. Streven is het halen van de kerndoelen. De leerbaarheid van het kind is zodanig, dat het ons reguliere leerstofaanbod helemaal of grotendeels kan verwerken, in elk geval een minimaal gemiddelde beheersing van de leerstof tot eind groep 6, opdat de leerling kan deelnemen aan het voortgezet onderwijs; - gekozen worden voor een langer verblijf in een bepaalde groep; - gekozen worden voor tussentijdse terugplaatsing. - gekozen worden voor een traject passende plaats, i.s.m. het Samenwerkingsverband (In overleg BOA-BOA plaatsting). - gekozen worden voor een verwijzingstraject naar speciaal basisonderwijs. 5

4. Visie op zorg en interne begeleiding Zorg en onderwijs verwijzen naar hetzelfde (primaire) proces. Vanuit onze visie is het onderscheid tussen beide eigenlijk niet relevant en ook niet gewenst. Onderwijs en zorg zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Onze mogelijkheden zijn echter niet onbegrensd. We laten ons in ons handelen leiden door de volgende overwegingen: - De visie op zorg - Visie op interne begeleiding - De visie op instructiebehoefte en differentiatie (zie hoofdstuk 5) - De grenzen aan de praktische haalbaarheid (zie hoofdstuk 8) Visie op zorg De leerkracht is coach en begeleidt kinderen in het ontwikkelingsproces. De leerkracht richt zich in eerste instantie altijd op het welbevinden van het individu en / of van de groep en stemt daar zijn of haar acties op af. De leerkracht is gericht op het in beeld krijgen van specifieke onderwijsbehoeftes van een kind en hanteert daarbij signaleringsinstrumenten die de sociaal-emotionele en cognitieve zorgvragen in beeld brengen. De leerkracht heeft kennis van de wijze waarop het zorgbeleid wordt uitgevoerd ter voorkoming van problemen op sociaal- emotioneel gebied en voert de schoolafspraken uit die zijn vastgesteld rondom zorg. De leerkracht hanteert methodieken die op schoolniveau zijn afgesproken, enerzijds ter bevordering van de doorgaande lijn, anderzijds ter voorkoming van problemen (zowel cognitief als sociaal- emotioneel). De leerkracht kent de signalen, behorende bij specifieke zorggroepen (bv. hoogbegaafdheid, gedragsstoornissen, leerstoornissen, pestgedrag) en/of stelt zich daarin lerende op. De leerkracht is in staat de gegevens in het Leerlingvolgsysteem (LVS) te verzamelen, gegevens te analyseren en te vertalen naar het lesstofprogramma. De leerkracht zorgt voor de juiste hulp op het juiste moment en is in staat het onderwijs zo te organiseren, dat tegemoet gekomen kan worden aan de individuele zorgvraag. Hij of zij stelt zich lerende op en vraagt om hulp, wanneer er zich problemen voordoen. De leerkracht is in staat planmatig de zorg uit te voeren. Visie op interne begeleiding Leerkrachten mogen rekenen op deskundige begeleiding m.b.t. het onderwijskundig- en pedagogisch handelen. Hiervoor is onze interne begeleider verantwoordelijk: De interne begeleider: - draagt zorg voor de organisatie van de leerlingenzorg; - levert een belangrijke bijdrage aan de onderwijskundige ontwikkeling van de school; - is in staat leerkrachten te begeleiden bij het voorbereiden en uitvoeren van handelingsplannen; 6

- heeft ervaring en is in staat om op zorgvuldige wijze oudergesprekken te voeren met ouders van zorgleerlingen; - richt de zorgstructuur in van de school voor zowel leerlingen die boven als onder de gemiddelde norm presteren; - vervult een actieve rol bij de invoering van handelings- en opbrengstgericht werken; - kan feedback geven en collega s coachen betreffende het aanbod van zorg binnen de groep; - geeft leiding geeft aan leerling- en groepsbesprekingen; - is in staat aan de hand van trendanalyses beleidslijnen uit te zetten; 5. Interne zorgstructuur Onze school maakt deel uit van het samenwerkingsverband WSNS Noordoost Veluwe / Drieluik en de Onderwijszorgkoepel Noord Veluwe. Binnen dit samenwerkingsverband wordt uitgegaan van een zorgstructuur waar 5 niveaus in worden onderscheiden. Zorgniveau 1: Algemene preventieve zorg binnen de groep De leerkracht is verantwoordelijk voor zijn/haar leerlingen en gaat er vanuit dat leerlingen verschillende behoeftes hebben. Hij/zij probeert het onderwijs af te stemmen op de verschillende behoeften en mogelijkheden van de kinderen. De groepsleerkracht observeert, signaleert en zorgt voor een regelmatige screening van de leerlingen. 7

Er wordt gebruik gemaakt van zowel methode gebonden- als niet-methode gebonden toetsen en observatielijsten. Na observaties van de leerlingen en signalering met behulp van toetsgegevens en verwerkingsresultaten, kan de leerkracht overgaan tot analyse en bijstelling van het onderwijs in zijn groep. Dat kan betekenen dat de leerkracht kiest voor een andere didactiek en/of leerinhoud. Zorgniveau 2: Extra Zorg binnen de groep Wanneer op basis van observaties, leerresultaten en toetsing een leerling opvalt, stemt de leerkracht het onderwijs af op de hulpvraag van het kind. Het bieden van hulp kan bestaan uit: - extra instructie of een andere vorm van instructie - aangepaste (andere) leerstof - het aanbieden van een andere oplossingsstrategie In de overlegstructuur kan de leerkracht, de intern begeleider raadplegen of collegiaal overleg voeren t.a.v. dit kind. De leerkracht zorgt voor verslaggeving. Hij/zij is verantwoordelijk voor het bijhouden van deze gegevens. Zorgniveau 3: Extra Zorg en inzet intern begeleider Indien de hulp genoemd in stap 2 niet leidt tot de gewenste resultaten, de ontwikkelingsachterstand blijft of zelfs groter wordt, meldt de leerkracht dit kind aan bij de intern begeleider. In stap 3 wordt de zorg voor dit kind een gedeelde verantwoordelijkheid van groepsleerkracht en intern begeleider. Bij stap 3 moet de intern begeleider ingeschakeld zijn, dit in tegenstelling tot stap 2 waarbij de intern begeleider ingeschakeld kan worden. - De leerkracht geeft informatie over het kind en formuleert de hulpvraag vast. Aan de hand van de gegeven informatie en de gestelde hulpvraag wordt in overleg met elkaar een handelingsplan gemaakt. De intern begeleider verzamelt indien nodig de te gebruiken materialen genoemd in het handelingsplan. - In dit handelingsplan wordt tevens de plaats van uitvoering vermeld. Dit plan wordt bewaard in de zorgmap van de klas en een kopie ervan in de zorgmap van de intern begeleider. - Verslaggeving van de resultaten in de klas vindt plaats door de groepsleerkracht. Verslaglegging van de resultaten buiten de groep door de intern begeleider. - De intern begeleider is verantwoordelijk voor het doen plaatsvinden van de evaluatiemomenten genoemd in het handelingsplan. Zij maakt hiervoor een afspraak met de desbetreffende leerkracht en noteert de afspraken die gemaakt worden. - Wanneer een handelingsplan is gemaakt, brengt de leerkracht de ouders hiervan op de hoogte. De ouders worden tevens uitgenodigd voor een gesprek op school. En ondertekenen het handelingsplan. - Van dit oudergesprek wordt een verslag gemaakt. Dit wordt geprint en ondertekend door de ouders. Dit ondertekende formulier wordt bewaard in de dossierkast. 8

Zorgniveau 4: Individuele Leerlijn op basis van het ontwikkelingsperspectief Wordt er ondanks alle inspanningen weinig of geen resultaat geboekt, dan wordt er voor betreffend kind op basis van een zo reëel mogelijk vastgesteld ontwikkelingsperspectief een eigen leerroute uitgestippeld voor één of meer vakgebieden. Hiervoor is een protocol individuele leerlijn vastgesteld. De leerkracht doet dit in overleg met de intern begeleider en de locatieleider. - Er worden afspraken gemaakt over de plaats van uitvoering. - Er vindt een gesprek plaats met de ouders. De groepsleerkracht maakt in overleg met de intern begeleider een afspraak met de ouders. De intern begeleider is hierbij aanwezig. - Een leerling waarvoor een individuele leerlijn wordt gemaakt, wordt minimaal 2x per jaar besproken in een zorgvergadering. De intern begeleider neemt daarvoor het initiatief. Zorgniveau 5: Toelating en Verwijzing Wanneer de mogelijkheden om zorg te bieden aan een kind zijn uitgeput, kan de school een beroep doen op het Samenwerkingsverband WSNS, onderdeel van de externe zorgstructuur van het samenwerkingsverband. Het Samenwerkingsverband WSNS heeft de beschikking over een aantal preventieve ambulante begeleiders die zich bezig houden met o.a. het coachen van de intern begeleiders en van groepsleerkrachten. Zie voor toelating en verwijzing hoofdstuk 9 van het protocol toelating en verwijzing van stichting Proo. 6. Zorg op schoolniveau De komende jaren zal de school zich gaan bekwamen in het handelingsgericht werken. De manier van denken over problemen en het kijken naar kinderen zal een andere organisatie met zich meebrengen, zoals het werken met groepsplannen en het houden van groepsbesprekingen. In de komende jaren zal daarom de hieronder beschreven structuur, waar nodig, worden aan gepast Zorg voor leerlingen Het leerlingvolgsysteem (LVS): De gegevens over het functioneren van het kind worden door de groepsleerkrachten in hun klassenmap bijgehouden. De bewaking van de zorg houdt in dat de leerlingen in alle groepen (behalve groep 1) tijdens het schooljaar voor een aantal vaardigheden en vakken getoetst worden. 9

- In groep 1 en 2 worden de vorderingen bijgehouden in onze observatielijsten. - In groep 2 nemen we de Cito-toetsen Ordenen, Taal voor kleuters en Ruimte en Tijd af. - Naast de toetsen uit de methodes, maken we gebruik van diverse landelijk genormeerde onder andere Cito-toetsen. - Vanaf groep 3 t/m groep 8 worden de leerlingen twee keer per jaar getoetst voor spelling, technisch lezen, rekenen en wiskunde en woordenschat. Begrijpend lezen wordt één keer per jaar afgenomen. - Om sociaal emotionele problemen bij kinderen vroegtijdig te signaleren, vult elke leerkracht twee keer per jaar een PDO-lijst in voor de leerlingen in zijn/haar groep. Komend jaar gaan we werken met ZIEN!. - Twee keer per jaar maken we een sociogram van de leerlingen in de groepen. - In groep 7 wordt de Entreetoets afgenomen. - In groep 8 wordt de Eindtoets Basisonderwijs afgenomen. - Bij uitval kunnen kinderen verder getoetst worden. - Als extra bewakingsinstrument volgen we nauwkeurig de aanwijzingen vanuit het protocol Leesproblemen en Dyslexie. Voor leerlingen die extra zorg nodig hebben, gebruiken we het volgende stappenplan: - Een kind valt op bij een toets, het gedrag in de klas, observaties, e.d. - Het wordt ingebracht voor een leerlingbespreking tijdens een zorgvergadering. De hulpvraag wordt geformuleerd en ingevuld op het formulier leerling-bespreking. - In deze zorgvergadering wordt de hulpvraag besproken en worden mogelijke oplossingen aangedragen. - In overleg met de intern begeleider wordt bepaald of er een handelingsplan wordt opgesteld en wanneer het kind weer wordt besproken. - In het handelingsplan zijn vastgelegd de communicatie naar de ouders, de werkwijze en de evaluatiemomenten. - Indien nodig wordt een beroep gedaan op externe instanties, bijvoorbeeld ambulante begeleiding vanuit het samenwerkingsverband, de GGD, schoolarts, schoolmaatschappelijk werk of het kenniscentrum van stichting Proo. Signaleren en bespreken van zorgleerlingen Aan de hand van de observaties, leerresultaten, methode- en niet-methode gebonden toetsen (CITO), worden de zorgleerlingen geïnventariseerd en besproken met de intern begeleider in een groepsbespreking. Daarna volgt de bespreking met het team tijdens de zogenaamde zorgvergaderingen, deze vinden 6 keer per jaar plaats en zijn aan het begin van het schooljaar vastgelegd. Ze worden geleid door de intern begeleider. Zij maakt de agenda, deelt de overzichten 10

uit, maakt en bewaart de verslaggeving hiervan. Zij bewaakt de naleving van eventueel gemaakte afspraken. Groepsbespreking (groepsleerkracht en intern begeleider) Doel van de groepsbespreking is het bespreken van het functioneren van de groep als geheel en het signaleren van leerlingen, die hetzij door gedrag, dan wel door leerprestaties of ontwikkeling opvallen. Op grond hiervan wordt bepaald of er en hoe er ondersteuning van de leerling en/of leerkracht kan plaatsvinden. Ondersteuning kan via een groepsobservatie, bijvoorbeeld door intern begeleider, ambulante begeleiding, oudergesprekken, materiële voorzieningen en/of een individuele leerling-bespreking. Elke 6 weken bespreekt de groepsleerkracht zijn/haar groep met de intern begeleider, hierin worden tevens de handelingsplannen geëvalueerd. Individuele leerlingbespreking (team en intern begeleider) Op verzoek van de groepsleerkracht kan een leerling worden ingebracht in een zorgvergadering(team) na overleg met de intern begeleider. De leerling wordt door de leerkracht zo nauwkeurig mogelijk in kaart gebracht met behulp van het formulier Leerlingbespreking. De overige teamleden krijgen deze informatie ruim van tevoren ter inzage. Tijdens de leerlingbespreking wordt geprobeerd met elkaar handelingssuggesties, handreikingen te bedenken die mogelijk een oplossing kunnen bieden voor de gestelde hulpvraag. We streven naar een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor alle leerlingen binnen de school. De interne begeleider vervult hierbij een coördinerende rol. Zij leidt de besprekingen, noteert de gegevens en bewaakt de handelingsprocedure en het evaluatietijdstip. Hulp in de klas De leerlingbespreking kan leiden tot afspraken over het toepassen van handelingsalternatieven voor dit kind in de groep of directe hulp buiten de groep. Soms is nader onderzoek of observatie noodzakelijk. Tijdens bovenstaande procedure wordt zorgvuldig met de belangen van de ouders omgegaan. De ouders zullen dan ook vroegtijdig geïnformeerd worden over de gang van zaken en om toestemming worden gevraagd voor door ons noodzakelijk geachte onderzoeken. Er worden afspraken gemaakt voor vervolgoverleg en over de resultaten. Tijdens de hulpfase kan gebruik worden gemaakt van de schoolorthotheek en/of de orthotheek van het Proo kenniscentrum. De intern begeleider heeft de mogelijkheid feedback te vragen via de vaste contactpersoon van kenniscentrum Proo of collega s uit het speciaal onderwijs. 11

Evaluatie Op het -tijdens de individuele leerlingbespreking afgesproken- tijdstip, wordt de handelingsprocedure geëvalueerd. De groepsleerkracht of de intern begeleider doet verslag van de handelingsperiode en de behaalde resultaten. Het is mogelijk dat wordt besloten nader onderzoek te laten plaatsvinden. De ouders worden over deze actie geïnformeerd door de groepsleerkracht en eventueel zal om toestemming worden gevraagd voor nader onderzoek. Overlegstructuur Alle leerkrachten zijn een aantal keren per jaar (6X) ingepland, voor overleg met de intern begeleider. Zes keer per jaar wordt er een zorgvergadering in teamverband gehouden. Zorg in de breedste zin van het woord komt hier aan bod. De jaarplanning wordt uitgedeeld aan het begin van het schooljaar. De intern begeleider heeft regelmatig overleg met de locatieleider over de gang van zaken rond de zorgstructuur. Overdracht van zorgleerlingen naar een volgende groep De intern begeleider coördineert, en is aanwezig bij, de overdracht van de leerlingen van de ene leerkracht naar de daarop volgende. Verslaggeving ten aanzien van afspraken met ouders. De groepsleerkracht legt de gemaakte afspraken met ouders schriftelijk vast. Ouders krijgen een kopie hiervan en ondertekenen dit. Verslagen van gesprekken of handelingsplannen van afgesloten periodes komen in het leerling-dossier. Daarnaast wordt er een aantekening gemaakt in Parnassys. Lopende handelingsplannen komen na bespreking en ondertekening van ouders, zowel in de klassenmap als in de zorgmap van de intern begeleider. 7. De organisatie Het Leerlingvolgsysteem - De gegevens van leerlingen worden bijgehouden in ons leerlingvolgsysteem (LVS) in Parnassys. Er zijn afspraken gemaakt over de methode en niet-methodetoetsen die jaarlijks worden afgenomen. - De intern begeleider stelt voor iedere schooljaar een jaarplanning vast m.b.t. het leerlingvolgsysteem: toetsmomenten, evaluaties en leerlingbesprekingen. - De toetsen worden afgenomen in de groep. De desbetreffende groepsleerkracht organiseert de toetsen in de groep. - De toets- en evaluatiemomenten staan vermeld op de jaarplanning. - De groepsleerkracht verwerkt de toetsgegevens in Parnassys op een groepsoverzicht en levert deze in bij de intern begeleider. 12

Leerlingbespreking - De intern begeleider bepaalt welke kinderen besproken moeten worden tijdens de zorgvergadering en deelt formulieren voorbereiding leerlingbespreking uit aan desbetreffende groepsleerkrachten. - De intern begeleider leidt de leerlingbespreking en bepaalt samen met het team of er wel/niet een handelingsplan (HP) op groeps- of individueel niveau moet worden opgezet. - De groepsleerkracht stelt indien nodig een HP op. Eventueel met hulp van de intern begeleider. - Het HP wordt uitgevoerd en georganiseerd door de groepsleerkracht, deze zorgt voor de ondertekening van ouders. - Eén handelingsplan houdt de leerkracht in de klassenmap en één houdt de intern begeleider. Contact ouders - Bij de start van het schooljaar 2011-2012 zal de werkgroep rapporten kritisch kijken naar: hoe vaak er rapporten meegegeven worden per schooljaar, de afstemming tussen de groepen onderling en de vormgeving ervan. Het doel is dat er eind november een nieuw beleid geformuleerd zal zijn en er een nieuw rapport is ontwikkeld. - Op de Arendshorst vinden wij het contact tussen de leerkracht en het gezin erg belangrijk. Daarom brengt de leerkracht elk schooljaar een huisbezoek aan de ouders en leerlingen van zijn/haar groep. Bij duobanen vindt er een verdeling plaats of komen de leerkrachten samen. Dit bezoek wordt in overleg met de ouders gepland. - De groepsleerkracht maakt van alle gesprekken een notitie in Parnassys. - Ouders moeten door de leerkracht op de hoogte gebracht worden wanneer er een handelingsplan (HP) is opgesteld. Dit HP wordt met de ouders besproken. - Indien nodig worden ouders tussentijds uitgenodigd door de betreffende groepsleerkracht. Of op zijn of haar verzoek kan daarbij ook de locatieleider en/of internbegeleider bij aanwezig zijn. - Leerlingen die een schooljaar overdoen worden eerst in de zorgvergadering besproken. Daarna worden de ouders op de hoogte gebracht van ons advies. Dossiers Alle gegevens van de kinderen worden bewaard in de leerling-dossier. Afspraken die gemaakt zijn met ouders worden als notitie bijgehouden in Parnassys. In de klassenmap bewaren we de leerlingrapportage, die met het kind meegaat naar de volgende leergroep. Hier staan gegevens op over gezondheid, speciale begeleiding, gezinssituatie e.d. In de klassenmap komen ook de handelingsplannen en begeleidingsformulieren, die in de betreffende periode worden uitgevoerd. De intern begeleider bewaart een kopie van de handelingsplannen en begeleidingsformulieren in de zorgmap. Daarnaast beheert de intern begeleider de groepsmappen met de geprinte versie van de LVS-groepsoverzichten, inclusief verslagen van de groepsbesprekingen van de voorafgaande jaren. 13

8. Grenzen aan haalbaarheid Leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte stellen extra eisen aan de school (het gebouw), de leerkrachten, de IB-er en ook de medeleerlingen. Het uitgangspunt is dat elke leerkracht in principe ruimte heeft voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte. Dat betekent echter niet dat elke leerling met een specifieke onderwijsbehoefte kan worden geplaatst op onze school. Elke aanmelding wordt expliciet beoordeeld (zie procedure toelating) Bij ieder verzoek tot plaatsing zal opnieuw een afweging gemaakt worden. Kern van deze afweging is de vraag of de combinatie van specifieke onderwijsbehoefte en de extra ondersteuning die noodzakelijk is, past binnen de mogelijkheden van onze school. Het gaat daarbij om de balans tussen de hulpvraag van het kind en de (on)mogelijkheden van onze school. Ook dient daarbij meegenomen te worden of hulp extern ingeschakeld kan worden. Bij elke aanmelding wordt gekeken naar een reeks aspecten. Wat vraagt het kind met betrekking tot: Pedagogische aanpak Didactische aanpak Kennis en vaardigheden van de leerkracht en het team Organisatie binnen de school en binnen de klas Materiële aspecten (gebouw) De positie van de medeleerlingen De rol van de ouders De externe ondersteuning Er kunnen zich situaties voordoen, waarin de grenzen aan de zorg voor de kinderen worden bereikt: - Verstoring van rust en veiligheid. Indien sprake is van een onderwijsbehoefte waarbij zich ernstige gedragsproblemen voordoen die leiden tot ernstige verstoringen van de rust en de veiligheid in de groep, dan is voor ons de grens bereikt als wordt beoordeeld dat het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs aan de gehele groep en aan de betreffende leerling te bieden. - Onbalans tussen verzorging/behandeling onderwijs. Indien een leerling een handicap heeft, die een zodanige verzorging / behandeling vraagt dat daardoor zowel de zorg en behandeling voor de betreffende leerling, als het onderwijs aan de betreffende leerling onvoldoende tot zijn recht kan komen, dan is voor ons de grens bereikt waardoor het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs aan het betreffende kind met een handicap te bieden; - Verstoring van het leerproces voor de andere kinderen. 14

Indien het onderwijs aan de leerling met een specifieke onderwijsbehoefte een zodanig beslag legt op de tijd en de aandacht van de leerkracht dat daardoor de tijd en aandacht voor de overige (zorg)leerlingen in de groep onvoldoende of in het geheel niet kan worden geboden, dan is voor ons de grens bereikt waardoor het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs te bieden aan de (zorg)leerlingen in de groep; - Gebrek aan zorgcapaciteit. In het verlengde van de onder punt drie beschreven situatie is de school niet in staat een leerling met een specifieke onderwijsbehoefte op te nemen vanwege de zwaarte en het aantal zorgleerlingen dat al in een bepaalde groep voorkomt. Per aanmelding zal de afweging moeten plaatsvinden of er voldoende zorgruimte aanwezig is. - Grenzen aan de leerbaarheid van kinderen Kinderen met de volgende kenmerken kunnen door ons opgevangen worden: - Kinderen met een IQ rondom het gemiddelde: tussen 80 à 85 enerzijds en 135 à 140 anderzijds met een min of meer probleemloze ontwikkeling - Kinderen met (beperkte) leerproblemen op één of meer vakgebieden van taal, lezen en rekenen met als ontwikkelingsperspectief begin groep 8 - Kinderen met (beperkte) leerproblemen op één of meer vakgebieden van taal, lezen en rekenen met als ontwikkelingsperspectief begin groep 7 en/of LWOO - Kinderen met een vertraagde lees- taalontwikkeling - Kinderen met enkelvoudige of meervoudige dyslexie - Kinderen met een vertraagde rekenontwikkeling - Kinderen met dyscalculie - Kinderen met (beperkte) problemen in hun sociaal-emotioneel functioneren, waaronder lichte vormen van autistische stoornissen - Kinderen met faalangst - Kinderen met zwak ontwikkelde sociale vaardigheden Wij staan in principe open voor alle kinderen, tenzij uit aanvullend onderzoek blijkt dat deze kinderen onze zorgbreedte en/of zorgzwaarte te boven gaan. Wij volgen daarbij het protocol, beschreven in het beleidsplan Leerling-gebonden financiering. Aanmeldingen van kinderen, waarvan duidelijk is dat er extra zorg gevraagd wordt, worden uitgebreid door directie en intern begeleider besproken en ook het team wordt advies gevraagd, alvorens de directie een besluit neemt over toelating. Als de school geen mogelijkheid heeft de leerling op een goede manier te kunnen begeleiden, oftewel het de mogelijkheden van de school te boven gaat, zal de directie het bestuur adviseren de leerling af te wijzen. 15

Bij deze afwegingen speelt ook mee of een kind in aanmerking komt voor breedtezorg (= ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband). Een belangrijk beslissingscriterium voor de breedtezorg is de vraag of de basisschool in staat is het kind gedurende een aantal dagdelen adequaat op te vangen en de mogelijkheid heeft de benodigde expertise in te schakelen en eventueel te ontwikkelen. 9. Protocol toelating en verwijzing Toelating en verwijzing gaat in principe op dezelfde grondslag. Het verschil is dat bij toelating dient te worden ingeschat in welk zorgniveau een kind zit. Bij verwijzing staat dit voor de school vast. De school volgt het beleid zoals vastgelegd binnen het beleid zorgplicht en passend onderwijs van ons samenwerkingsverband WSNS, ons schoolbestuur en tenslotte in ons eigen, bovenstaande schoolbeleid. Passend onderwijs begint bij onze school. 16